Operation Manual

3-60 Xerox WorkCentre C226 Handleiding voor de gebruiker
Printerbediening
Problemen oplossen
Deze sectie biedt oplossingen voor problemen die zich kunnen voordoen tijdens het
gebruik van de machine. Lees deze sectie wanneer zich een probleem voordoet.
De volgende problemen zijn mogelijk niet te wijten aan een machinestoring, dus
controleer nogmaals alvorens technische hulp in te roepen. Als technische hulp nodig
is, schakelt u de hoofdschakelaar uit en haalt u de stekker van het netsnoer uit het
stopcontact. In deze sectie worden problemen beschreven die verband houden met
de printerfunctie. Voor het oplossen van problemen die verband houden met het
algemene gebruik van de machine, de kopieerfunctie of de netwerkscannerfunctie, zie
"Oplossing van problemen" in de bijbehorende handleidingen.
Probleem Controleren Verhelpen of oorzaak
De printer is
ingeschakeld, maar
ontvangt geen
gegevens.
Is de interfacekabel juist aangesloten? Controleer of de USB- of parallelle kabel
juist is aangesloten op de machine en op uw
computer.
Is het printerstuurprogramma juist
geïnstalleerd?
Installeer het juiste printerstuurprogramma.
(Zie de sectie “Printer Installation” in de
WorkCentre C226 System Administration
Guide.)
Is het printerstuurprogramma juist
geselecteerd? / Is het geconfigureerd
in het netwerk (bij gebruik als
netwerkprinter)?
Controleer of deze printer is geselecteerd in
de softwaretoepassing of gebruik een
geschikt hulpprogramma om na te gaan of
de printer is geregistreerd in het netwerk.
Gegevens worden
ontvangen, maar
niet afgedrukt.
Is het opgegeven papierformaat en
papiertype voorhanden in de printer?
Plaats papier, kies een ander papierformaat
of annuleer het afdrukken.
De printer kan niet
worden
geselecteerd vanaf
de computer.
Is het printerstuurprogramma juist
geïnstalleerd?
Installeer het juiste printerstuurprogramma.
(Zie de sectie “Printer Installation” in de
WorkCentre C226 System Administration
Guide.)
De afdrukstand van
het beeld is
verkeerd op de
afdruk.
Is de afdrukstand juist ingesteld in het
printerstuurprogramma?
Stel de juiste afdrukstand in in het
printerstuurprogramma.
De randen van het
afgedrukte beeld
ontbreken.
Er zijn marges rond de randen van het
papier waarin niet kan worden
afgedrukt. Overlapt het beeld deze
marges?
Wijzig het afdrukgebied of verklein het
beeld.
De printer drukt af
in omgekeerde
volgorde.
Is de omgekeerde paginavolgorde
geselecteerd in de
softwaretoepassing?
Annuleer de omgekeerde paginavolgorde in
de toepassing.