Operation Manual
10 Instellingsprocedures
320 Xerox WorkCentre 7132 Handleiding voor de gebruiker
Met [Internetfax] geselecteerd:
Externe mailbox Geef aan of documenten als
vertrouwelijke faxdocumenten moeten
worden verzonden. Wanneer u [Aan]
selecteert, voert u het mailboxnummer (3
cijfers) en de toegangscode (4 cijfers) van
de ontvanger in.
Uit
F-code Geef aan of een F-codeverzending moet
worden uitgevoerd. Indien u [Aan]
selecteert, voert u de betreffende F-code
en toegangscode in.
Uit
Doorzenden Geef aan of het apparaat als eerste
doorzendstation wordt gebruikt, zodat het
registreerde adresnummer als
rondzendstation kan worden gebruikt.
Indien u [Aan] selecteert, voert u een
doorzendstation-ID in, de
rondzendingsontvangers en Afdrukken bij
doorzendstation.
Uit
Item Beschrijving
Standaard-
instelling
E-mailadres Voer een e-mailadres in (max.
128 tekens).
–
Naam ontvanger Voer de naam van een ontvanger in (max.
18 tekens).
–
Index Voer één alfanumeriek teken in om in het
adresboek te zoeken.
–
Communicatiemode Selecteer een communicatiemode uit [G3
Auto], [F4800] en [G4 Auto]. Deze
toepassing is niet beschikbaar voor iFax-
ontvangers. De geselecteerde mode
wordt echter op een ander iFax-apparaat
toegepast. Dit apparaat wordt gebruikt als
doorzendstation voor faxverzending.
G3 Auto
Resolutie Selecteer een resolutieniveau dat voor de
verzending moet worden gebruikt uit
[Paneel], [Standaard], [Fijn], [Zeer fijn
(400 dpi)] en [Zeer fijn (600 dpi)].
Wanneer [Paneel] wordt geselecteerd,
wordt het op het bedieningspaneel
geselecteerde resolutieniveau gebruikt.
Paneel
Item Beschrijving
Standaard-
instelling










