Operation Manual
Installatie en instellingen
Xerox
®
WorkCentre
®
6605-multifunctionele kleurenprinter 85
Handleiding voor de gebruiker
LDAP-server
Lightweight Directory Access Protocol (LDAP) is een protocol dat wordt gebruikt voor het verwerken
van vragen en updates naar een LDAP-informationdirectory, op een externe server. LDAP kan ook
worden gebruikt voor netwerkverificatie en autorisatie. LDAP-directory's zijn geoptimaliseerd voor
leesprestaties. Gebruik deze pagina voor het definiëren van de manier waarop de printer
gebruikersinformatie van een LDAP-directory ophaalt.
1. Open een webbrowser op uw computer, typ het IP-adres van de printer in het adresveld en druk
dan op Enter of Return.
Opmerking: Als u het IP-adres van uw printer niet weet, raadpleegt u Het IP-adres van de printer
opzoeken op pagina 28.
2. Klik op Eigenschappen>Protocollen>LDAP-server.
3. Typ het IP-adres of de hostnaam en het poortnummer voor de LDAP-server.
Opmerkingen:
• De instellingen voor de LDAP-SSL/TLS verschijnen alleen als de optie Apparaatgeheugen is
geïnstalleerd en Gegevenscodering apparaatgeheugen is ingeschakeld onder Beveiligde
instellingen.
• Sla alle wijzigingen op de pagina LDAP-server eerst op voordat u op de SSL-koppeling klikt.
4. Klik op SSL om LDAP-SSL/TLS in te schakelen.
5. Configureer indien nodig de optionele LDAP-serverinformatie.
a. Typ het pad naar de hoofddirectory voor zoeken in basis-DN-indeling in het veld
Zoekhoofddirectory. Bijvoorbeeld, DC=xerox, DC=net.
b. Als u Systeem selecteert, typt u de Aanmeldnaam en Toegangscode voor toegang tot de
server. Geen: geeft de printer toegang tot de server zonder aanmeldgegevens op te geven.
c. Geef bij Timeout zoeken het type time-out op dat voor de server moet worden gebruikt. Op
de LDAP-server kunt u de zoektijd beperken of u kunt de tijdslimiet handmatig instellen in
het veld Seconden.
d. Geef bij Zoeknaamvolgorde de wijze op waarop u op namen wilt zoeken.
e. Als u het netwerkadresboek voor de functie Scannen naar e-mail wilt inschakelen, selecteert
u Aan bij E-mailserveradresboek.
f. Als u het netwerkadresboek voor de functie Faxen wilt inschakelen , selecteert u Aan bij
Faxserveradresboek.
6. Klik op Wijzigingen opslaan.