Operation Manual

Installatie en instellingen
82 Xerox
®
WorkCentre
®
6605-multifunctionele kleurenprinter
Handleiding voor de gebruiker
Administratieve beveiligingsinstellingen configureren
1. Open een webbrowser op uw computer, typ het IP-adres van de printer in het adresveld en druk
dan op Enter of Return.
2. In CentreWare Internet Services klikt u op Eigenschappen.
3. Klik in het deelvenster Eigenschappen op het plus-symbool (+) naast de map Beveiliging om het
menu uit te vouwen.
4. Klik op Beveiligingsinstellingen beheerder.
5. Om beheerdersrechten in te schakelen, selecteert u Mode Beheerder inschakelen.
6. Voer de gebruikersnaam en toegangscode in en voer de toegangscode nogmaals in.
7. Naast Toegangsweigering door het mislukken van de verificatie van de Beheerder voert u het
aantal toegestane aanmeldingspogingen in voordat de gebruiker wordt vergrendeld.
8. Klik op Wijzigingen opslaan.
Beveiligingsinstellingen configureren
1. Open een webbrowser op uw computer, typ het IP-adres van de printer in het adresveld en druk
dan op Enter of Return.
2. In CentreWare Internet Services klikt u op Eigenschappen.
3. Klik in het deelvenster Eigenschappen op het plus-symbool (+) naast de map Beveiliging om het
menu uit te vouwen.
4. Klik op Veilig instell.
5. Configureer indien nodig de beveiligingsfuncties.
Netwerkverificatie inschakelen:
1. Selecteer Aan bij Netwerkverificatie.
2. Klik op Wijzigingen opslaan.
Toegang tot menu's op het bedieningspaneel beperken:
1. Selecteer Inschakelen bij Paneelvergrendeling instellen.
2. Typ de toegangscode en bevestig deze toegangscode.
3. Klik op Wijzigingen opslaan als u de opties voor het instellen van functievergrendeling wilt
bekijken.
Toegangsrechten instellen voor niet-geautoriseerde gebruikers:
1. Selecteer een toegangsniveau voor een functienaam uit de lijsten.
2. Als u gebruikers wilt toestaan om kopieën te maken, selecteert u Ingeschakeld bij Kopiëren.
3. Als u gebruikers wilt toestaan om documenten te scannen en te e-mailen, selecteert u
Ingeschakeld bij E-mail.
4. Als u gebruikers wilt toestaan om documenten te faxen, selecteert u Ingeschakeld bij Fax.
5. Als u wilt toestaan dat faxen via de faxdriver worden verzonden, selecteert u Ingeschakeld bij
Verzenden via faxdriver.
6. Als u wilt toestaan dat gebruikers documenten scannen en naar een netwerkserver verzenden,
selecteert u Ingeschakeld bij Scan naar netwerk.
7. Als u wilt toestaan dat gebruikers documenten scannen en naar een computer verzenden,
selecteert u Ingeschakeld bij Scan naar PC.
8. Als u wilt toestaan dat gebruikers documenten scannen met TWAIN of WIA, selecteert u
Ingeschakeld bij Scan naar PC.