Operation Manual

Installatie en instellingen
Xerox
®
WorkCentre
®
6605-multifunctionele kleurenprinter 45
Handleiding voor de gebruiker
Verbinding maken met een draadloos netwerk via het Hulpprogramma
printerinstellingen
Zorg voordat u begint dat u over de SSID (Service Set Identifier), het type codering en de
wachtwoordzin van het draadloze netwerk beschikt. Zie Informatie over het draadloze netwerk
verzamelen om een handmatige verbinding te maken met een draadloos netwerk op pagina 42 voor
meer informatie.
Opmerking: Als u het Hulpprogramma printerinstellingen wilt gebruiken voor het instellen van de
printer op een draadloos netwerk, verbindt u de printer met uw computer via het bekabelde
ethernet-netwerk. U kunt het Hulpprogramma printerinstellingen ook gebruiken voor het
instellen van de printer die met een USB-kabel is verbonden.
1. Open het Hulpprogramma printerinstellingen.
2. Selecteer op het scherm Selecteer de configuratie Wi-Fi-configuratie en klik op Volgende.
3. Op het scherm Selecteer de huidige verbinding met de printer selecteert u het type verbinding
dat de printer momenteel gebruikt.
4. Klik op Volgende.
5. In de lijst Toegangspunt selecteert u de SSID voor het netwerk waarmee u verbinding wilt
maken.
6. Als het gewenste netwerk niet in de lijst staat, selecteert u SSID direct invoeren en voert u de
netwerknaam in het veld SSID in.
7. Klik op Volgende.
8. Voer in het veld Toegangscode de toegangscode voor het geselecteerde netwerk in.
9. Klik op Volgende.
10. Selecteer op het scherm IP-adresinstellingen de IP-mode die voor de verbinding moet worden
gebruikt:
− Dual Stack: Met deze optie kan de router zo nodig IPv4- en IPv6-IP-adressen toekennen.
− IPv4: Bepaalt dat de router alleen een juist IPv4-adres toewijst.
− IPv6: Bepaalt dat de router alleen een juist IPv6-adres toewijst.
11. Selecteer de methode voor het toekennen van het IP-adres:
− Met DHCP wordt de DHCP-server in staat gesteld een IP-adres aan de printer toe te wijzen.
Met deze optie schakelt u dynamische DNS-registratie in.
− Auto IP - hiermee kan de printer een IP-adres aan zichzelf toekennen als er geen router of
toegangspunt met DHCP-mogelijkheden voorhanden is.
− Statische IP - hiermee kan de systeembeheerder een IP-adres aan de printer toekennen.
12. Als u Statische IP hebt geselecteerd, doet u het volgende:
a. Voer een IP-adres in dat in het bereik is van het IP-adres van het toegangspunt of de router.
b. Voer het netwerkmasker en gateway-adres in.
c. Als u een specifiek IPv6-adres wilt gebruiken, selecteert u onder IPv6-instellingen
Handmatig adres gebruiken en voert u het IP-adres en het gateway-adres in.
Opmerking: Als het netwerk en de draadloze router IPv6-compatibel zijn, kent de router
eventueel een IPv6-adres toe. Gebruik Handmatig adres alleen als u ervaring hebt met het
toekennen en gebruiken van IPv6-adressen.
13. Klik op Volgende.
14. Bij Instellingen bevestigen selecteert u de Paneeltaal en klikt u op Toepassen.