Operation Manual
Afdrukken WorkCentre
®
5945/5955
Handleiding voor de gebruiker 513
De vouwopties variëren, afhankelijk van de soort afwerkeenheid die op het apparaat is
aangesloten. Als er geen afwerkeenheid op het apparaat is aangesloten, kunt u geen vouwopties
kiezen.
Opmerking: KKE staat voor Korte Kant Eerst (waarbij de korte kant van het papier als eerste in het
apparaat wordt ingevoerd). LKE staat voor Lange Kant Eerst (waarbij het papier zodanig wordt
neergelegd dat de lange kant van het apparaat als eerste in het apparaat wordt ingevoerd).
1. Open het document dat moet worden afgedrukt. Vanuit de meeste programma's selecteert u
Archief en selecteert u vervolgens Druk af in het bestandsmenu.
2. Voer het aantal kopieën in dat u wilt maken. Afhankelijk van de applicatie die u gebruikt, kunt
u eventueel ook een paginabereik selecteren en andere afdrukselecties maken.
3. Selecteer de Xerox-driver in de lijst met beschikbare printerdrivers.
4. Selecteer Xerox-toepassingen in het eigenschappenmenu van de printerdriver - de naam van
het menu varieert afhankelijk van het programma van waaruit u afdrukt. Vanuit de meeste
programma's selecteert u het keuzemenu waarin Aantal en Pagina's staat of waarin de naam
van het programma staat.
5. Selecteer Papier/aflevering in het selectiemenu Xerox-toepassingen. Dit is meestal het actieve
gedeelte wanneer de printerdriver wordt geopend.
6. Klik zo nodig op het tabblad Afdrukopties. Dit is meestal het actieve tabblad wanneer de
printerdriver wordt geopend.
7. Selecteer Vouwen... in het menu Afwerking.
8. Selecteer de gewenste vouwoptie.
• Enkele vellen dubbelvouwen: binnenzijde bedrukken: hiermee worden de afdrukken in
het midden van de pagina gevouwen. Als de pagina 1-zijdig is, wordt de inhoud op de
binnenzijde van de vouw afgedrukt. Als de pagina 2-zijdig is, bevindt pagina 1 zich aan de
binnenzijde.
• Enkele vellen dubbelvouwen: buitenzijde bedrukken: hiermee worden de afdrukken in
het midden van de pagina gevouwen. Als de pagina 1-zijdig is, wordt de inhoud op de
buitenzijde van de vouw afgedrukt. Als de pagina 2-zijdig is, bevindt pagina 2 zich aan de
binnenzijde.
• Meerdere vellen dubbelvouwen: buitenzijde bedrukken: hiermee worden de afdrukken
in het midden van elke pagina gevouwen. Als de pagina's 1-zijdig zijn, wordt de inhoud op
de binnenzijde van de vouw afgedrukt. Als de pagina's 2-zijdig zijn, bevindt pagina 1 zich
aan de binnenzijde.
• Meerdere vellen dubbelvouwen: binnenzijde bedrukken: hiermee worden de afdrukken
in het midden van de pagina gevouwen. Als de pagina's 1-zijdig zijn, wordt de inhoud op
de buitenzijde van de vouw afgedrukt. Als de pagina's 2-zijdig zijn, bevindt pagina 2 zich
aan de binnenzijde.
• Als C vouwen: binnenzijde bedrukken: hiermee worden de afdrukken in drie gelijke delen
gevouwen. Als de pagina 1-zijdig is, wordt de inhoud op de binnenzijde van de vouwen
afgedrukt en wordt de buitenzijde van het voorste paneel leeg gelaten. Als de pagina 2-
zijdig is, bevindt een deel van pagina 2 zich op de buitenzijde van het voorste paneel.
• Als C vouwen: buitenzijde bedrukken: hiermee worden de afdrukken in drie gelijke delen
gevouwen. Als de pagina 1-zijdig is, wordt de inhoud op de buitenzijde van de vouwen
afgedrukt en verschijnt een deel van pagina 1 op de buitenzijde van het voorste paneel. Als
de pagina 2-zijdig is, verschijnt een deel van pagina 2 op de buitenzijde van het voorste
paneel.
• Als Z vouwen: binnenzijde bedrukken: hiermee worden de afdrukken in drie gelijke delen
gevouwen. Als de pagina 1-zijdig is, wordt de inhoud op de binnenzijde van de eerste vouw
en op de buitenzijde van de tweede vouw afgedrukt. Als de pagina 2-zijdig is, bevindt
pagina 1 zich op de binnenzijde van de eerste vouw en op de buitenzijde van de tweede
vouw.










