Operation Manual

Afdrukken WorkCentre
®
5945/5955
Handleiding voor de gebruiker 427
Als Accountadministratie is ingeschakeld, moet u mogelijk aanmeldgegevens invoeren in de
printerdriver voordat u uw opdracht kunt verzenden.
Met de optie Naam wijzigen kunt u de naam wijzigen die u hebt toegewezen aan uw opgeslagen
afdrukinstellingen.
1. Open het document dat moet worden afgedrukt. In de meeste applicaties selecteert u de toets
Kantoor of Bestand en selecteert u vervolgens Afdrukken in het bestandsmenu.
2. Voer het aantal kopieën in dat u wilt maken. Afhankelijk van de applicatie die u gebruikt, kunt
u eventueel ook een paginabereik selecteren en andere afdrukselecties maken.
3. Selecteer de Xerox PS-driver in de lijst met beschikbare printerdrivers.
4. Open het venster Eigenschappen van de printerdriver - de methode is afhankelijk van de
applicatie van waaruit u afdrukt. Vanuit de meeste Microsoft-applicaties selecteert u de toets
Eigenschappen of Voorkeuren om het venster te openen.
5. Selecteer de gewenste opgeslagen instelling in de lijst.
6. Selecteer Naam wijzigen... in het menu Opgeslagen instellingen.
7. Selecteer het invoervak Naam voor opgeslagen instellingen: en voer de naam van uw
aangepaste instelling in via het toetsenbord.
8. Klik op de toets OK.
9. Klik op de toets OK om uw instellingen op te slaan.
Meer informatie
Een document afdrukken met de PostScript-printerdriver
System Administrator Guide (Handleiding voor de systeembeheerder) www.xerox.com/support.
Internet Services gebruiken om de contactgegevens van de systeembeheerder te vinden
Afdrukinstellingen opslaan via de PostScript-printerdriver
Afdrukinstellingen als standaardinstellingen applicatie opslaan via de PostScript-printerdriver
Opgeslagen afdrukinstellingen verwijderen via de PostScript-printerdriver
De voortgang en details van een opdracht bekijken via het menu Opdrachtstatus
Aanmelden bij een printerdriver via Xerox Standaard Accountadministratie of
Netwerkaccountadministratie
Opgeslagen afdrukinstellingen verwijderen via de PostScript-printerdriver
U kunt vanaf uw computer afdrukken naar het apparaat via een printerdriver. Er zijn diverse Xerox-
printerdrivers beschikbaar voor het apparaat, die alle populaire besturingssystemen ondersteunen.
Met de Xerox-printerdrivers kunt u de specifieke toepassingen op uw apparaat gebruiken.
Met de optie Verwijderen kunt u een specifieke set aangepaste afdrukinstellingen verwijderen die
u hebt opgeslagen.
Opmerking: U kunt ook naar de opgeslagen instellingen gaan door een applicatie te openen en de
printerdriver te selecteren, alsof u op het punt staat om een afdrukopdracht te verzenden.
1. Klik vanaf uw computer op de toets Start met het Microsoft-logo.
2. Selecteer de menukoppeling Apparaten en printers.
3. Klik met de rechtermuisknop op het pictogram voor uw apparaat.
4. Selecteer Afdrukvoorkeuren.
5. Selecteer een aangepaste instelling of selecteer <Applicatienaam> Standaardwaarden in
het menu Opgeslagen instellingen.