Operation Manual
Faxen WorkCentre
®
5945/5955
Handleiding voor de gebruiker 163
5. Selecteer zo nodig het tabblad Faxen. Dit is meestal het actieve tabblad wanneer de functie
Faxen wordt geopend.
6. Selecteer het invoervak Faxnummer invoeren en gebruik de aantaltoetsen, of de
aantaltoetsen op het aanraakscherm, om het faxnummer van de ontvanger in te voeren.
7. Selecteer de toets Toevoegen.
• Als u het document naar meer dan één ontvanger wilt verzenden, voert u de aanvullende
gegevens voor elke ontvanger in en selecteert u nogmaals de toets Toevoegen totdat alle
ontvangers zijn toegevoegd.
8. Selecteer de toets Sluiten om de door u ingevoerde informatie op te slaan.
9. Selecteer het tabblad Faxopties.
10. Selecteer de toets Uitgesteld verzenden.
11. Selecteer de toets Uitgesteld verzenden.
• Selecteer zo nodig de toets Uit om alle door u ingevoerde instellingen te annuleren.
12. Gebruik de pijltoetsen om een tijdstip op te geven waarop uw fax verzonden moet worden.
• Als uw apparaat gebruikmaakt van een 12 uursklok, selecteert u de toets VM of NM.
13. Selecteer de toets OK.
14. Selecteer de gewenste opties.
15. Druk op de Start-toets op het bedieningspaneel om het origineel te scannen.
16. Verwijder het origineel uit de AOD of van de glasplaat wanneer het scannen is voltooid.
17. Druk op de toets Opdrachtstatus op het bedieningspaneel om de opdrachtenlijst te bekijken
en de status van de opdracht te controleren.
Meer informatie
Een gebruikers-ID gebruiken voor aanmelden op het apparaat
Uitleg over de faxopties
Internet Services gebruiken om de contactgegevens van de systeembeheerder te vinden
System Administrator Guide (Handleiding voor de systeembeheerder) www.xerox.com/support.
Mailboxen
Een fax naar een externe mailbox verzenden (interne fax)
Met de functie Fax (Interne fax) kunt u uw documenten scannen en verzenden naar de meeste
faxapparaten die op het telefoonnetwerk zijn aangesloten.
Opmerking: De systeembeheerder moet deze optie beschikbaar stellen.
Als Verificatie of Accountadministratie op het apparaat is ingeschakeld, moet u eventueel
aanmeldgegevens invoeren om toegang tot de faxfuncties te krijgen.
Mailboxen zijn gedeelten van het geheugen van het apparaat waarin inkomende faxen worden
opgeslagen en van waaruit uitgaande faxen kunnen worden gepold (opgehaald). Met mailboxen
kunt u alle ontvangen faxdocumenten opslaan totdat u ze wilt gaan ophalen of faxdocumenten in
een mailbox opslaan voor pollen.
Mailboxen worden ingesteld door de systeembeheerder. Er moet ten minste één mailbox zijn
ingesteld voordat deze functie gebruikt kan worden. Er kunnen maximaal 200 mailboxen worden
ingesteld. Om faxen in uw mailbox te kunnen ontvangen, moet u het mailboxnummer doorgeven
aan de verzender. Om een fax uit uw mailbox te kunnen ophalen, moet u het mailboxnummer
weten. U kunt ook een toegangscode instellen voor uw mailbox.










