Operation Manual

Faxen WorkCentre
®
5945/5955
158 Handleiding voor de gebruiker
3. Druk op de toets Startpagina Functies.
4. Selecteer de toets Faxen op het aanraakscherm.
5. Selecteer zo nodig het tabblad Faxen. Dit is meestal het actieve tabblad wanneer de functie
Faxen wordt geopend.
6. Selecteer het invoervak Faxnummer invoeren en gebruik de aantaltoetsen, of de
aantaltoetsen op het aanraakscherm, om het faxnummer van de ontvanger in te voeren.
7. Selecteer de toets Toevoegen.
Als u het document naar meer dan één ontvanger wilt verzenden, voert u de aanvullende
gegevens voor elke ontvanger in en selecteert u nogmaals de toets Toevoegen totdat alle
ontvangers zijn toegevoegd.
8. Selecteer de toets Sluiten om de door u ingevoerde informatie op te slaan.
9. Selecteer het tabblad Opmaakaanpassing.
10. Selecteer de toets Verkleinen/splitsen.
11. Selecteer de gewenste optie.
Passend maken: hiermee wordt het beeld verkleind, zodat het op het papierformaat van
het ontvangende faxapparaat past.
Verdelen over pagina's: hiermee worden grote pagina's in het origineel verdeeld over
diverse afdrukpagina's.
12. Druk op de Start-toets op het bedieningspaneel om het origineel te scannen.
13. Verwijder het origineel uit de AOD of van de glasplaat wanneer het scannen is voltooid.
14. Druk op de toets Opdrachtstatus op het bedieningspaneel om de opdrachtenlijst te bekijken
en de status van de opdracht te controleren.
Meer informatie
Formaat opgeven van het origineel dat gefaxt moet worden (interne fax)
Pagina's uit een boek faxen (interne fax)
Een gebruikers-ID gebruiken voor aanmelden op het apparaat
Uitleg over de faxopties
Internet Services gebruiken om de contactgegevens van de systeembeheerder te vinden
System Administrator Guide (Handleiding voor de systeembeheerder) www.xerox.com/support.
Pagina's uit een boek faxen (interne fax)
Met de functie Fax (Interne fax) kunt u uw documenten scannen en verzenden naar de meeste
faxapparaten die op het telefoonnetwerk zijn aangesloten.
Opmerking: De systeembeheerder moet deze optie beschikbaar stellen.
Als Verificatie of Accountadministratie op het apparaat is ingeschakeld, moet u eventueel
aanmeldgegevens invoeren om toegang tot de faxfuncties te krijgen.
Met de opties voor Boek kunt u opgeven welke pagina of pagina's uit een boek of ander
ingebonden origineel u wilt scannen.
Tijdens het scannen wordt het formaat van het origineel vastgesteld door het apparaat. Als de
pagina's een zwarte of donkere rand hebben, gaat het apparaat ervan uit dat de pagina's kleiner
zijn dan in werkelijkheid. U kunt dit oplossen door het exacte formaat van de pagina op te geven
met behulp van de functie Aangepast scangebied bij de instellingen voor Origineelformaat.