Operation Manual
Afdrukken WorkCentre
®
5945/5955
510 Handleiding voor de gebruiker
10. Druk op de toets Opdrachtstatus op het bedieningspaneel om de opdrachtenlijst te bekijken
en de status van de opdracht te controleren.
Meer informatie
Een document afdrukken met de Mac-printerdriver
System Administrator Guide (Handleiding voor de systeembeheerder) www.xerox.com/support.
Internet Services gebruiken om de contactgegevens van de systeembeheerder te vinden
Aanmelden bij een printerdriver via Xerox Standaard Accountadministratie of
Netwerkaccountadministratie
Nieten via de Mac-printerdriver
U kunt vanaf uw computer afdrukken naar het apparaat via een printerdriver. Met de Xerox Mac-
printerdriver kunt u de specifieke toepassingen op uw apparaat gebruiken.
Als Verificatie is ingeschakeld op uw apparaat, moet u zich mogelijk aanmelden op het apparaat
om uw opdrachten te kunnen zien of vrijgeven.
Als Accountadministratie is ingeschakeld, moet u mogelijk aanmeldgegevens invoeren in de
printerdriver voordat u uw opdracht kunt verzenden.
Afhankelijk van de optionele afwerkeenheid en geïnstalleerde pakketten kunt u kiezen uit
verschillende afleveringsopties, zoals nieten, vouwen en sets.
Opmerking: De systeembeheerder moet deze optie beschikbaar stellen.
De beschikbare opties in de printerdriver zijn afhankelijk van de manier waarop de
systeembeheerder de printerdriver op uw computer heeft geconfigureerd.
Met de nietopties kunt u uw document nieten. Welke opties beschikbaar zijn, is afhankelijk van de
geïnstalleerde afwerkeenheid. De basisopties voor nieten zijn Uit, 1 nietje, 2 nietjes en Meer nietjes.
1. Open het document dat moet worden afgedrukt. Vanuit de meeste programma's selecteert u
Archief en selecteert u vervolgens Druk af in het bestandsmenu.
2. Voer het aantal kopieën in dat u wilt maken. Afhankelijk van de applicatie die u gebruikt, kunt
u eventueel ook een paginabereik selecteren en andere afdrukselecties maken.
3. Selecteer de Xerox-driver in de lijst met beschikbare printerdrivers.
4. Selecteer Xerox-toepassingen in het eigenschappenmenu van de printerdriver - de naam van
het menu varieert afhankelijk van het programma van waaruit u afdrukt. Vanuit de meeste
programma's selecteert u het keuzemenu waarin Aantal en Pagina's staat of waarin de naam
van het programma staat.
5. Selecteer Papier/aflevering in het selectiemenu Xerox-toepassingen. Dit is meestal het actieve
gedeelte wanneer de printerdriver wordt geopend.
6. Selecteer de gewenste nietoptie in het menu Afwerking.
• 1 nietje: hiermee wordt één nietje in de linkerbovenhoek van het document geplaatst.
• 2 nietjes: hiermee worden 2 nietjes langs de lange kant van het document geplaatst.
• Meer nietjes: hiermee worden drie of vier nietjes langs de geselecteerde kant geplaatst.
Het aantal nietjes is afhankelijk van het gekozen papierformaat. Bijvoorbeeld: 4 nietjes =
A4 LKE (8,5 x 11 inch LKE), A3 (11 x 17 inch) en 8 x 10 inch LKE. 3 nietjes = 8 x 10 inch KKE,
A4 KKE (8,5 x 11 inch KKE), A5 KKE (8,5 x 5,5 inch KKE) en B5 KKE (8,5 x 14 inch KKE).
7. Selecteer de bevestigingstoets. De naam varieert afhankelijk van de applicatie van waaruit u
afdrukt. Vanuit de meeste applicaties selecteert u de toets OK of Afdrukken.
8. Haal uw opdracht op bij het apparaat.










