Operation Manual
Faxen WorkCentre
®
5945/5955
192 Handleiding voor de gebruiker
12. Selecteer de toets OK.
13. Druk op de Start-toets op het bedieningspaneel om het origineel te scannen.
14. Verwijder het origineel uit de AOD of van de glasplaat wanneer het scannen is voltooid.
15. Druk op de toets Opdrachtstatus op het bedieningspaneel om de opdrachtenlijst te bekijken
en de status van de opdracht te controleren.
Meer informatie
Origineelrichting voor serverfaxen instellen
Een gebruikers-ID gebruiken voor aanmelden op het apparaat
Uitleg over de faxopties
Internet Services gebruiken om de contactgegevens van de systeembeheerder te vinden
System Administrator Guide (Handleiding voor de systeembeheerder) www.xerox.com/support.
Timer gebruiken om een serverfax te verzenden
Met Serverfax kunt u documenten scannen en verzenden naar elk type faxapparaat dat is
aangesloten op een telefoonnetwerk. De beelden worden vanaf het apparaat naar een externe
faxserver gestuurd, die de beelden via het telefoonnetwerk doorstuurt naar het door u opgegeven
faxnummer.
Opmerking: De systeembeheerder moet deze optie beschikbaar stellen.
Als Verificatie of Accountadministratie op het apparaat is ingeschakeld, moet u eventueel
aanmeldgegevens invoeren om toegang tot de serverfaxfuncties te krijgen.
Met de optie Uitgesteld verzenden kunt u een fax opslaan in het apparaatgeheugen en de fax op
een door u aangegeven tijdstip laten verzenden door het apparaat. Opdrachten kunnen 15
minuten tot 24 uur nadat ze zijn geprogrammeerd, worden verzonden. Deze functie is handig als u
een fax wilt verzenden in een daltariefperiode of als u een fax wilt verzenden naar een andere
tijdzone.
Opmerking: De faxserver kan zodanig worden geprogrammeerd, dat faxen alleen binnen een
opgegeven tijdsbestek worden verzonden. Als Uitgesteld verzenden wordt gebruikt om een
verzendtijd te selecteren buiten de opgegeven tijd op de server, wordt uw fax verzonden tijdens de
volgende verzending na het verstrijken van de tijd voor Uitgesteld verzenden.
1. Plaats uw documenten met de beeldzijde omhoog in de invoerlade van de AOD. Pas de geleider
zodanig aan dat deze de documenten net raakt.
Of
Til de AOD op. Plaats het document met de beeldzijde omlaag in de linkerbovenhoek aan de
achterkant van de glasplaat. Sluit de AOD.
2. Druk op de toets Alle wissen op het bedieningspaneel om alle eerder geselecteerde
instellingen te annuleren.
3. Druk op de toets Startpagina Functies.
4. Selecteer de toets Serverfax.
5. Selecteer zo nodig het tabblad Serverfax. Dit is meestal het actieve tabblad wanneer de
functie Serverfax wordt geopend.
6. Selecteer het invoervak Faxnummer invoeren en gebruik de aantaltoetsen, of de
aantaltoetsen op het aanraakscherm, om het faxnummer van de ontvanger in te voeren.










