Operation Manual
Internet Services WorkCentre
®
5845/5855/5865/5875/5890
646 Handleiding voor de gebruiker
Als Verificatie of Accountadministratie op het apparaat is ingeschakeld, moet u eventueel
aanmeldgegevens invoeren om toegang tot deze functie te krijgen.
Op de pagina Opdrachtverzending van Internet Services kunt u afdrukklare documenten verzenden
voor afdrukken. U kunt opdrachten met de bestandsindeling PDF, PCL, PostScript, TXT, JPEG, TIFF
en XPS afdrukken via de pagina Opdrachtverzending.
Opmerking: Als u uw opdracht via Internet Services verzendt, kunt u algemene afdrukfuncties
selecteren, zoals 2-zijdig afdrukken en nieten. Als u geavanceerde afdrukfuncties zoals watermerken
en katernopmaak wilt selecteren, moet u deze in de printerdriver selecteren voordat u uw
afdrukklare bestand maakt.
Opmerking: Als u een XPS-document wilt afdrukken, moet de optionele XPS-toepassing op het
apparaat zijn geïnstalleerd.
Met de optie 2-zijdig afdrukken kunt u kiezen of uw opdracht op een of twee zijden van het papier
bedrukt moet worden en of de afdrukken geschikt gemaakt moeten worden voor inbinden langs de
lange kant of langs de korte kant van het document.
Opmerking: Sommige mediasoorten, -formaten en -gewichten kunnen niet automatisch op beide
zijden bedrukt worden. Zie www.xerox.com voor informatie.
1. Open de webbrowser op uw computer.
2. Voer via het toetsenbord in het URL-veld http:// in, gevolgd door het IP-adres van het apparaat.
Als het IP-adres bijvoorbeeld 192.168.100.100 is, voert u http://192.168.100.100 in.
Opmerking: U kunt het IP-adres van het apparaat te weten komen door een
configuratieoverzicht af te drukken of dit na te vragen bij de systeembeheerder.
3. Druk op de toets Enter op het toetsenbord om de pagina te laden.
4. Klik op het tabblad Afdrukken.
5. Klik op de toets Bladeren... en blader naar uw afdrukklare bestand.
6. Selecteer het bestand dat u wilt afdrukken. Dubbelklik op het bestand om het te selecteren of
klik eenmaal op het bestand en klik vervolgens op de toets Openen. De bestandsnaam en het
bestandspad worden weergegeven in het vak Bestandsnaam.
7. Selecteer de gewenste optie voor 2-zijdig afdrukken.
• Auto: hiermee worden de geprogrammeerde instellingen in het afdrukklare bestand
gebruikt.
• 1-zijdig afdrukken: hiermee wordt op 1 zijde van het papier of de transparant afgedrukt.
Gebruik deze optie voor het afdrukken op transparanten, enveloppen of etiketten.
• 2-zijdig afdrukken: hiermee wordt op beide zijden van een vel papier afgedrukt. De
beelden worden zodanig afgedrukt, dat de opdracht langs de lange kant van het papier
kan worden ingebonden.
• 2-zijdig afdrukken, omslaan via korte kant: hiermee wordt op beide zijden van een vel
papier afgedrukt. De beelden worden zodanig afgedrukt, dat de opdracht langs de korte
kant van het papier kan worden ingebonden.
8. Klik op de toets Opdracht verzenden.
9. Haal uw opdracht op bij het apparaat.
10. Druk op de toets Opdrachtstatus op het bedieningspaneel om de opdrachtenlijst te bekijken
en de status van de opdracht te controleren.
11. Afdrukopdrachten worden doorgaans weergegeven in de lijst Actieve opdrachten. Als de
systeembeheerder echter de functie Alle opdrachten vasthouden heeft ingeschakeld, staat uw
opdracht in de lijst Vastgehouden afdrukopdrachten of Niet-herkende afdrukopdrachten. Als u
een vastgehouden opdracht wilt vrijgeven, selecteert u de opdracht in de desbetreffende lijst
en selecteert u vervolgens de toets Vrijgeven.