Operation Manual
Internet Services WorkCentre
®
5845/5855/5865/5875/5890
644 Handleiding voor de gebruiker
12. Afdrukopdrachten worden doorgaans weergegeven in de lijst Actieve opdrachten. Als de
systeembeheerder echter de functie Alle opdrachten vasthouden heeft ingeschakeld, staat uw
opdracht in de lijst Vastgehouden afdrukopdrachten of Niet-herkende afdrukopdrachten. Als u
een vastgehouden opdracht wilt vrijgeven, selecteert u de opdracht in de desbetreffende lijst
en selecteert u vervolgens de toets Vrijgeven.
13. Als uw opdracht wordt vastgehouden in de lijst Actieve opdrachten, heeft het apparaat
aanvullende hulpbronnen van u nodig, bijvoorbeeld papier of nietjes, voordat de opdracht
voltooid kan worden. Om erachter te komen welke hulpbronnen nodig zijn, selecteert u de
opdracht en selecteert u vervolgens de toets Gegevens. Als de hulpbronnen beschikbaar zijn,
wordt de opdracht afgedrukt.
Meer informatie
Actieve opdrachten bekijken via het menu Opdrachtstatus
Internet Services gebruiken om de contactgegevens van de systeembeheerder te vinden
Een uitgestelde afdrukopdracht afdrukken via de PostScript-printerdriver
De voortgang en details van een opdracht bekijken via het menu Opdrachtstatus
Informatiepagina's afdrukken via het menu Apparaatstatus
De papierselectie wijzigen bij afdrukken via Internet Services
Internet Services maakt gebruik van de webserver die op het apparaat is ingebouwd. Zo kunt u met
de webbrowser via het internet of intranet communiceren met het apparaat.
Als Verificatie of Accountadministratie op het apparaat is ingeschakeld, moet u eventueel
aanmeldgegevens invoeren om toegang tot deze functie te krijgen.
Op de pagina Opdrachtverzending van Internet Services kunt u afdrukklare documenten verzenden
voor afdrukken. U kunt opdrachten met de bestandsindeling PDF, PCL, PostScript, TXT, JPEG, TIFF
en XPS afdrukken via de pagina Opdrachtverzending.
Opmerking: Als u uw opdracht via Internet Services verzendt, kunt u algemene afdrukfuncties
selecteren, zoals 2-zijdig afdrukken en nieten. Als u geavanceerde afdrukfuncties zoals watermerken
en katernopmaak wilt selecteren, moet u deze in de printerdriver selecteren voordat u uw
afdrukklare bestand maakt.
Opmerking: Als u een XPS-document wilt afdrukken, moet de optionele XPS-toepassing op het
apparaat zijn geïnstalleerd.
Met de optie Papier kunt u de soort papier voor uw opdracht opgeven. De soort papier die
automatisch voor uw opdracht is geselecteerd, wordt weergegeven in het vak Papier. Deze
standaardwaarde is ingesteld door de systeembeheerder.
De papiersoorten die in het apparaat zijn geplaatst, worden weergegeven. U kunt andere
papiersoorten selecteren, maar dan moet u ze wel eerst in de juiste lade plaatsen, anders kan uw
opdracht niet correct worden afgedrukt. Het is doorgaans makkelijker om het gewenste papier in
het apparaat te plaatsen voordat u de opdracht instelt. Zo weet u zeker dat u de juiste papiersoort
en de juiste papierlade selecteert bij het verzenden van de opdracht.
1. Open de webbrowser op uw computer.
2. Voer via het toetsenbord in het URL-veld http:// in, gevolgd door het IP-adres van het apparaat.
Als het IP-adres bijvoorbeeld 192.168.100.100 is, voert u http://192.168.100.100 in.
Opmerking: U kunt het IP-adres van het apparaat te weten komen door een
configuratieoverzicht af te drukken of dit na te vragen bij de systeembeheerder.
3. Druk op de toets Enter op het toetsenbord om de pagina te laden.