Operation Manual

Internet Services WorkCentre
®
5845/5855/5865/5875/5890
Handleiding voor de gebruiker 625
Op de pagina Actieve opdrachten kunt u uw opdracht op het apparaat beheren. U kunt huidige
opdrachten bekijken, opdrachten verwijderen of vrijgeven en de afdrukinstellingen aanpassen van
opdrachten die in de afdrukwachtrij van het apparaat staan.
Opdrachten kunnen om verschillende redenen in de lijst Actieve opdrachten worden vastgehouden.
Als de opdracht bijvoorbeeld een beveiligde afdrukopdracht is, wordt deze vastgehouden totdat de
verzender een toegangscode invoert om de opdracht vrij te geven. Of het kan zijn dat het apparaat
niet over een specifieke papiersoort beschikt die voor de opdracht is geselecteerd.
Voor elke opdracht wordt de opdrachtinformatie weergegeven.
Opdrachtnaam: de titel van de afdrukopdracht.
Eigenaar: de persoon die de opdracht verzendt.
Status: de huidige status van de opdracht.
Soort: geeft de opdrachtcategorie aan, bijvoorbeeld of de opdracht een Proefafdruk of een
Beveiligde afdruk is.
Aantal: geeft het gewenste aantal exemplaren van de opdracht aan.
Met de optie Wijzigen kunt u de instellingen voor uw afdrukopdracht wijzigen. U kunt instellingen
zoals het aantal af te drukken exemplaren, de papierselectie, 2-zijdig afdrukken, sets, richting,
nieten, vouwen en afleveringsbestemming wijzigen. De opties variëren afhankelijk van de
configuratie van uw apparaat. U ziet bijvoorbeeld geen optie voor katern vouwen als uw apparaat
niet over een AVH-module beschikt.
U kunt de printerdriver gebruiken om geavanceerdere selecties te maken die niet in het afdrukklare
document zijn inbegrepen, zoals watermerken toevoegen.
1. Open de webbrowser op uw computer.
2. Voer via het toetsenbord in het URL-veld http:// in, gevolgd door het IP-adres van het apparaat.
Als het IP-adres bijvoorbeeld 192.168.100.100 is, voert u http://192.168.100.100 in.
Opmerking: U kunt het IP-adres van het apparaat te weten komen door een
configuratieoverzicht af te drukken of dit na te vragen bij de systeembeheerder.
3. Druk op de toets Enter op het toetsenbord om de pagina te laden.
4. Klik op het tabblad Opdrachten.
5. Klik op het tabblad Actieve opdrachten. Alle actieve opdrachten worden weergegeven.
6. Selecteer de gewenste opdracht.
7. Selecteer de toets Wijzigen in het keuzemenu Verwijderen.
8. Klik op de toets Start.
9. Werk de afdrukeigenschappen naar wens bij.
10. Klik op de toets Opslaan.
Meer informatie
Een document afdrukken met de PostScript-printerdriver
Een afdrukopdracht verzenden via Internet Services
Internet Services gebruiken om de contactgegevens van de systeembeheerder te vinden
Informatiepagina's afdrukken via het menu Apparaatstatus