Operation Manual
Afdrukken WorkCentre
®
5845/5855/5865/5875/5890
532 Handleiding voor de gebruiker
Meer informatie
Een document afdrukken met de Mac-printerdriver
System Administrator Guide (Handleiding voor de systeembeheerder) www.xerox.com/support.
Internet Services gebruiken om de contactgegevens van de systeembeheerder te vinden
De voortgang en details van een opdracht bekijken via het menu Opdrachtstatus
Omslagen toevoegen via de Mac-printerdriver
U kunt vanaf uw computer afdrukken naar het apparaat via een printerdriver. Er zijn diverse Xerox-
printerdrivers beschikbaar voor het apparaat, die alle populaire besturingssystemen ondersteunen.
Met de Xerox-printerdrivers kunt u de specifieke toepassingen op uw apparaat gebruiken.
Als Verificatie is ingeschakeld op uw apparaat, moet u zich mogelijk aanmelden op het apparaat
om uw opdrachten te kunnen zien of vrijgeven.
Als Accountadministratie is ingeschakeld, moet u mogelijk aanmeldgegevens invoeren in de
printerdriver voordat u uw opdracht kunt verzenden.
Met de optie Omslagen kunt u blanco of bedrukte pagina's aan de voorkant, aan de achterkant of
aan zowel de voor- als achterkant van de set toevoegen. Deze optie wordt ook gebruikt om een
omslag aan een katern toe te voegen. De omslagen kunnen van een andere papiersoort dan de rest
van de opdracht zijn.
1. Open het document dat moet worden afgedrukt. Vanuit de meeste programma's selecteert u
Archief en selecteert u vervolgens Druk af in het bestandsmenu.
2. Voer het aantal kopieën in dat u wilt maken. Afhankelijk van de applicatie die u gebruikt, kunt
u eventueel ook een paginabereik selecteren en andere afdrukselecties maken.
3. Selecteer de Xerox-driver in de lijst met beschikbare printerdrivers.
4. Selecteer Xerox-toepassingen in het eigenschappenmenu van de printerdriver - de naam van
het menu varieert afhankelijk van het programma van waaruit u afdrukt. Vanuit de meeste
programma's selecteert u het keuzemenu waarin Aantal en Pagina's staat of waarin de naam
van het programma staat.
5. Selecteer Speciale pagina's in het selectiemenu Xerox-toepassingen.
6. Klik op de toets Omslagen toevoegen.
7. Selecteer de gewenste omslagoptie.
• Geen omslagen: hiermee worden alle door u ingevoerde instellingen geannuleerd.
• Alleen vooromslag: voegt een blanco of bedrukte omslag aan de voorkant van het
document toe.
• Alleen achteromslag: voegt een blanco of bedrukte omslag aan de achterkant van het
document toe.
• Voor en achter hetzelfde: voegt een blanco of bedrukte omslag aan de voor- en
achterkant van het document toe. De opties voor het bedrukken en voor de papiertoevoer
zijn voor beide omslagen gelijk.
• Voor en achter verschillend: voegt een blanco of bedrukte omslag aan de voor- en
achterkant van het document toe. De opties voor het bedrukken en voor de papiertoevoer
kunnen voor elke omslag afzonderlijk worden geprogrammeerd.
8. Selecteer zo nodig de gewenste opties voor Papier vooromslag.
• U kunt een specifiek papierformaat, -kleur en -soort selecteren en aangeven dat de
invoeglade moet worden gebruikt voor omslagen (als er een invoeglade is geïnstalleerd).
Kies eventuele afdrukinstellingen voor de omslag in het menu Blanco of voorbedrukt.