Operation Manual
Afdrukken WorkCentre
®
5845/5855/5865/5875/5890
426 Handleiding voor de gebruiker
Papier in lade 1 plaatsen en de instellingen van de lade wijzigen
Papier in lade 2 plaatsen en de instellingen van de lade wijzigen
Papier in lade 3 plaatsen
Papier in lade 4 plaatsen
Papier in lade 5 (handmatige invoer) plaatsen en de instellingen van de lade wijzigen
Papier in lade 6 plaatsen
Papier in lade 7 (invoeglade) plaatsen
Afwijkende documentpagina's instellen via de PostScript-printerdriver
U kunt vanaf uw computer afdrukken naar het apparaat via een printerdriver. Er zijn diverse Xerox-
printerdrivers beschikbaar voor het apparaat, die alle populaire besturingssystemen ondersteunen.
Met de Xerox-printerdrivers kunt u de specifieke toepassingen op uw apparaat gebruiken.
Als Verificatie is ingeschakeld op uw apparaat, moet u zich mogelijk aanmelden op het apparaat
om uw opdrachten te kunnen zien of vrijgeven.
Als Accountadministratie is ingeschakeld, moet u mogelijk aanmeldgegevens invoeren in de
printerdriver voordat u uw opdracht kunt verzenden.
Met de functie Uitzonderingen kunt u een andere papierbron gebruiken voor een paginabereik. U
kunt de zelftestpagina in een trainingshandleiding bijvoorbeeld afdrukken op een andere kleur
papier.
1. Open het document dat moet worden afgedrukt. In de meeste applicaties selecteert u de toets
Kantoor of Bestand en selecteert u vervolgens Afdrukken in het bestandsmenu.
2. Voer het aantal kopieën in dat u wilt maken. Afhankelijk van de applicatie die u gebruikt, kunt
u eventueel ook een paginabereik selecteren en andere afdrukselecties maken.
3. Selecteer de Xerox PS-driver in de lijst met beschikbare printerdrivers.
4. Open het venster Eigenschappen van de printerdriver - de methode is afhankelijk van de
applicatie van waaruit u afdrukt. Vanuit de meeste Microsoft-applicaties selecteert u de toets
Eigenschappen of Voorkeuren om het venster te openen.
5. Klik op het tabblad Documentopties.
6. Selecteer het tabblad Speciale pagina's.
7. Klik op de toets Afwijkende documentpagina's.
Opmerking: Als de toets Afwijkende documentpagina's grijs wordt weergegeven, hebt u een
afwerkoptie geselecteerd die niet compatibel is met invoegingen, of bestaat uw opdracht uit
slechts 1 pagina.
8. Klik op het invoervak Pagina's en voer het aantal uitzonderingspagina's in het brondocument
in via het toetsenbord.
9. Selecteer de gewenste papieroptie(s). U kunt een specifiek papierformaat, -kleur en -soort
selecteren en aangeven of de invoeglade moet worden gebruikt voor de invoegingen. U kunt
ook aangeven dat de invoegingen afgedrukt moeten worden met de bestaande
opdrachtinstellingen.
10. Selecteer de gewenste optie voor 2-zijdig afdrukken.
• Opdrachtinstelling gebruiken: hiermee worden de instellingen gebruikt die al zijn
ingevoerd voor de opdracht.
• 1-zijdig afdrukken: hiermee wordt op 1 zijde van het papier of de transparant afgedrukt.
Gebruik deze optie voor het afdrukken op transparanten, enveloppen of etiketten.