Operation Manual
Scannen WorkCentre
®
5845/5855/5865/5875/5890
Handleiding voor de gebruiker 319
Extern scannen
Beeld scannen via de Xerox TWAIN-scandriver
Met de Xerox TWAIN-scandriver worden beelden rechtstreeks naar uw computer gescand. De
TWAIN-driver kan door vele populaire softwareapplicaties worden gebruikt voor het importeren van
gescande beelden. Met de scandriver kunt u de specifieke toepassingen op uw apparaat gebruiken.
De systeembeheerder kan de toegang tot de functie Extern scannen instellen. Als scannen naar uw
applicatie niet beschikbaar is of niet werkt, vraagt u dan de systeembeheerder om de functie Extern
scannen in te schakelen en de Xerox TWAIN-scandriver te installeren.
Raadpleeg de System Administrator Guide (Handleiding voor de systeembeheerder) voor meer
informatie.
1. Plaats uw documenten met de beeldzijde omhoog in de invoerlade van de AOD. Pas de geleider
zodanig aan dat deze de documenten net raakt.
Of
Til de AOD op. Plaats het document met de beeldzijde omlaag in de linkerbovenhoek aan de
achterkant van de glasplaat. Sluit de AOD.
2. Druk op de toets Alle wissen op het bedieningspaneel om alle eerder geselecteerde
instellingen te annuleren.
3. Open op uw computer de applicatie waar u het beeld naartoe wilt scannen.
4. Start het importproces. In de meeste applicaties selecteert u Bestand en vervolgens
Importeren.
5. Volg zo nodig de instructies in de applicatie tot u de gelegenheid krijgt om een scandriver of
scanner te kiezen.
6. Selecteer zo nodig de Xerox TWAIN-driver in de lijst met beschikbare drivers.
7. Selecteer zo nodig het gewenste apparaat in de lijst met beschikbare scanners.
8. Selecteer de gewenste optie voor Scanformaat.
• Auto: hiermee detecteert de scanner automatisch het beeldformaat.
• Gemengde origineelformaten: hiermee worden scansets geprogrammeerd met
bronpagina's van verschillende formaten.
• Er wordt een lijst weergegeven van standaardpapierformaten die op de scanner gebruikt
kunnen worden.
9. Selecteer de gewenste optie voor Type opdracht.
• 1-zijdig: gebruik deze optie als uw originelen aan één zijde zijn bedrukt.
• 2-zijdig: gebruik deze optie als uw originelen 2-zijdig zijn. Met deze optie moet u voor het
scannen van uw originelen gebruikmaken van de AOD.
• 2-zijdig, zijde 2 roteren: gebruik deze optie als uw originelen 2-zijdig zijn en worden
geopend als een kalender. Met deze optie moet u voor het scannen van uw originelen
gebruikmaken van de AOD.
10. Selecteer de gewenste optie voor Resolutie.
• 72 dpi: produceert het kleinste bestand en wordt aanbevolen voor bestanden die alleen op
een computer worden weergegeven.
• 100 dpi: levert lage afdrukkwaliteit en wordt aanbevolen voor tekstdocumenten van lage
kwaliteit. Deze instelling kan het beste worden gebruikt voor bestanden die op een
computer worden weergegeven in plaats van bestanden die worden afgedrukt.