Operation Manual

Scannen WorkCentre
®
5845/5855/5865/5875/5890
278 Handleiding voor de gebruiker
Als u een scan maakt, moet u daarbij een sjabloon gebruiken. De sjabloon bevat het
opslagbestemmingsadres en andere scaninstellingen, zoals de afdrukkwaliteit. Bij het maken van
een scan kunt u wel de scaninstellingen wijzigen, maar niet de opslagbestemming.
Opmerking: De systeembeheerder moet deze optie beschikbaar stellen.
Als Verificatie of Accountadministratie op het apparaat is ingeschakeld, moet u eventueel
aanmeldgegevens invoeren om toegang tot de functies van Werkstroom scannen te krijgen.
Met de optie Opbouwopdracht kunt u een opdracht opbouwen waarvoor verschillende instellingen
nodig zijn voor elke pagina of voor groepen pagina's (segmenten) van het document.
Opbouwopdracht kan ook worden gebruikt om afzonderlijke pagina's, die via de glasplaat zijn
gescand, in één opdracht samen te voegen.
1. Plaats uw documenten met de beeldzijde omhoog in de invoerlade van de AOD. Pas de geleider
zodanig aan dat deze de documenten net raakt.
Of
Til de AOD op. Plaats het document met de beeldzijde omlaag in de linkerbovenhoek aan de
achterkant van de glasplaat. Sluit de AOD.
2. Druk op de toets Alle wissen op het bedieningspaneel om alle eerder geselecteerde
instellingen te annuleren.
3. Druk op de toets Startpagina Functies.
4. Selecteer de toets Werkstroom scannen op het aanraakscherm.
Opmerking: Als de systeembeheerder verplichte velden heeft toegevoegd aan de
standaardsjabloon, wordt u verzocht de benodigde documentgegevens in te vullen meteen
nadat u de toets Werkstroom scannen hebt geselecteerd.
5. Selecteer zo nodig het tabblad Werkstroom scannen. Dit is meestal het actieve tabblad
wanneer de functie Werkstroom scannen wordt geopend.
6. Selecteer een sjabloontype in het keuzemenu Alle sjablonen.
7. Om eventueel te zorgen dat de nieuwste sjablonen beschikbaar zijn, selecteert u Sjablonen
bijwerken op het tabblad Geavanceerde instellingen.
8. Selecteer de gewenste sjabloon.
9. Selecteer het tabblad Opdrachtmodule.
10. Selecteer de toets Opbouwopdracht.
11. Selecteer de toets Aan om de functie Opbouwopdracht in te schakelen en de opties voor
Opbouwopdracht beschikbaar te maken.
Selecteer zo nodig de toets Uit om alle door u ingevoerde instellingen te annuleren.
12. Selecteer de toets Opties... en kies de gewenste opties.
Venster met overzicht tussen segmenten weergeven toont de status van uw opdracht
na het scannen van elk gedeelte.
Opbouwopdracht uitschakelen nadat de opdracht is verzonden schakelt de functie
automatisch uit nadat het laatste segment is gescand.
13. Selecteer de toets OK.
14. Selecteer de gewenste opties voor het eerste segment van de opdracht.
Als u Opbouwopdracht voor een opdracht met tabbladen gebruikt, moet u zorgen dat de
tabbladen correct zijn geplaatst en selecteert u de lade waarin de tabbladen zich bevinden.