Operation Manual

Scannen WorkCentre
®
5845/5855/5865/5875/5890
276 Handleiding voor de gebruiker
- Verwijder het origineel uit de AOD of van de glasplaat wanneer het scannen is voltooid.
-Druk op de toets Opdrachtstatus op het bedieningspaneel om de opdrachtenlijst te
bekijken en de status van de opdracht te controleren.
Of
Als de systeembeheerder de functie Documentbeheer niet heeft ingesteld met verplichte
velden, selecteert u het tabblad Opslagopties.
- Selecteer de toets Documentbeheer.
- Selecteer het gedeelte dat u wilt bewerken.
- Gebruik het toetsenbord op het aanraakscherm om de documentgegevens zo nodig in
te voeren of te bewerken.
- U kunt maximaal 40 alfanumerieke tekens invoeren.
- Als u een teken wilt verwijderen, gebruikt u de Backspace-toets X.
- Gebruik de toets voor speciale tekens voor toegang tot speciale tekens, zoals $ en
%.
- Een pictogram in de rechteronderhoek van een toets geeft aan dat er accent- of
aanvullende tekens beschikbaar zijn. Selecteer de toets en houd deze ingedrukt
om de bijbehorende tekens in een pop-upmenu weer te geven. Selecteer het
gewenste teken uit het pop-upmenu.
- Selecteer Gereed om uw gegevens op te slaan.
- Selecteer de toets OK.
-Druk op de Start-toets op het bedieningspaneel om het origineel te scannen.
- Verwijder het origineel uit de AOD of van de glasplaat wanneer het scannen is voltooid.
-Druk op de toets Opdrachtstatus op het bedieningspaneel om de opdrachtenlijst te
bekijken en de status van de opdracht te controleren.
Meer informatie
Uitleg over de functies en werking van Werkstroom scannen
Een sjabloon wijzigen via Internet Services
Een gebruikers-ID gebruiken voor aanmelden op het apparaat
Internet Services gebruiken om de contactgegevens van de systeembeheerder te vinden
System Administrator Guide (Handleiding voor de systeembeheerder) www.xerox.com/support.
Een nieuwe sjabloon maken in Internet Services
Aanvullende bestandsbestemmingen voor werkstroom scannen toevoegen
Met Werkstroom scannen kunt u papieren documenten omzetten in elektronische beelden en deze
op netwerkopslagbestemmingen (opslagplaatsen) opslaan.
Als u een scan maakt, moet u daarbij een sjabloon gebruiken. De sjabloon bevat het
opslagbestemmingsadres en andere scaninstellingen, zoals de afdrukkwaliteit. Bij het maken van
een scan kunt u wel de scaninstellingen wijzigen, maar niet de opslagbestemming.
Opmerking: De systeembeheerder moet deze optie beschikbaar stellen.
Als Verificatie of Accountadministratie op het apparaat is ingeschakeld, moet u eventueel
aanmeldgegevens invoeren om toegang tot de functies van Werkstroom scannen te krijgen.