Operation Manual
Kopiëren WorkCentre
®
5845/5855/5865/5875/5890
104 Handleiding voor de gebruiker
randen dan wanneer u een foto-instelling zou hebben gekozen. Zo worden tekstdocumenten beter
leesbaar, maar wordt de kwaliteit van fotobeelden minder als er lichte of donkere gradaties zijn, die
niet in de tekst aanwezig zijn.
1. Plaats uw documenten met de beeldzijde omhoog in de invoerlade van de AOD. Pas de geleider
zodanig aan dat deze de documenten net raakt.
Of
Til de AOD op. Plaats het document met de beeldzijde omlaag in de linkerbovenhoek aan de
achterkant van de glasplaat. Sluit de AOD.
2. Druk op de toets Alle wissen op het bedieningspaneel om alle eerder geselecteerde
instellingen te annuleren.
3. Druk op de toets Startpagina Functies.
4. Selecteer de toets Kopiëren op het aanraakscherm. De kopieerfuncties worden weergegeven.
5. Selecteer het tabblad Afdrukkwaliteit.
6. Selecteer de toets Origineelsoort.
7. Selecteer het gewenste type inhoud.
• Foto en tekst: hiermee worden foto's van hoge kwaliteit geproduceerd, maar neemt de
scherpte van tekst en lijntekeningen enigszins af. Deze instelling wordt aanbevolen voor
originelen met hoogwaardige foto's of lijntekeningen en tekst.
• Tek st : produceert scherpere randen en wordt aanbevolen voor tekst en lijntekeningen.
• Foto: geeft de hoogste kwaliteit bij foto's, maar een lagere kwaliteit bij tekst en
lijntekeningen. Dit is de beste optie voor originelen met foto's of ongerasterde tonen,
zonder tekst of lijntekeningen.
• Kaart: wordt gebruikt als het origineel een kaart is.
• Krant/tijdschrift: wordt gebruikt als het origineel afkomstig is uit een tijdschrift of krant
met foto's en tekst.
8. Selecteer de gewenste optie voor Type origineel.
• Gedrukt: produceert het beste resultaat voor kranten, tijdschriften, kaarten en andere,
professioneel gedrukte originelen.
• Gefotokopieerd: wordt gebruikt voor de meeste gefotokopieerde en afgedrukte
originelen.
• Foto: wordt aangeraden voor originelen met hoogwaardige foto's op fotopapier.
• Inkjet: wordt specifiek gebruikt voor originelen die op een inkjetprinter zijn geproduceerd.
• Vaste inkt: wordt aangeraden voor originelen die op vaste-inktapparaten zijn
geproduceerd.
9. Selecteer de toets OK.
10. Voer het aantal gewenste kopieën in via de aantaltoetsen op het bedieningspaneel.
11. Druk op de Start-toets op het bedieningspaneel om het origineel te scannen.
12. Verwijder het origineel uit de AOD of van de glasplaat wanneer het scannen is voltooid. De
opdracht komt in de opdrachtenlijst te staan om te worden verwerkt.
13. Druk op de toets Opdrachtstatus op het bedieningspaneel om de opdrachtenlijst te bekijken
en de status van de opdracht te controleren.
14. Als uw opdracht wordt vastgehouden in de lijst Actieve opdrachten, heeft het apparaat
aanvullende hulpbronnen van u nodig, bijvoorbeeld papier of nietjes, voordat de opdracht
voltooid kan worden. Om erachter te komen welke hulpbronnen nodig zijn, selecteert u de
opdracht en selecteert u vervolgens de toets Gegevens. Als de hulpbronnen beschikbaar zijn,
wordt de opdracht afgedrukt.