Operation Manual
Afdrukken WorkCentre
®
 5845/5855/5865/5875/5890 
476 Handleiding voor de gebruiker
Meer informatie
Een document afdrukken met de XPS-printerdriver
System Administrator Guide (Handleiding voor de systeembeheerder) www.xerox.com/support.
Internet Services gebruiken om de contactgegevens van de systeembeheerder te vinden
De voortgang en details van een opdracht bekijken via het menu Opdrachtstatus
Katern maken
Een katernopmaak maken via de opmaakopties van de XPS-printerdriver
U kunt vanaf uw computer afdrukken naar het apparaat via een printerdriver. Er zijn diverse Xerox-
printerdrivers beschikbaar voor het apparaat, die alle populaire besturingssystemen ondersteunen. 
Met de Xerox-printerdrivers kunt u de specifieke toepassingen op uw apparaat gebruiken. 
Als Verificatie is ingeschakeld op uw apparaat, moet u zich mogelijk aanmelden op het apparaat 
om uw opdrachten te kunnen zien of vrijgeven.
Als Accountadministratie is ingeschakeld, moet u mogelijk aanmeldgegevens invoeren in de 
printerdriver voordat u uw opdracht kunt verzenden.
Opmerking: Als u een XPS-document wilt afdrukken, moet de optionele XPS-toepassing op het 
apparaat zijn geïnstalleerd.
Met de optie Katernopmaak kunt u het apparaat automatisch de pagina's van uw origineel laten 
verkleinen en op de goede volgorde laten leggen, zodat de pagina's een katern vormen als ze 
dubbel worden gevouwen.
Als het apparaat is uitgerust met een afwerkeenheid, kunt u met de functie Katernafwerking 
katernen automatisch laten vouwen en nieten.
1.  Open het document dat moet worden afgedrukt. In de meeste applicaties selecteert u de toets 
Kantoor of Bestand en selecteert u vervolgens Afdrukken in het bestandsmenu.
2.  Voer het aantal kopieën in dat u wilt maken. Afhankelijk van de applicatie die u gebruikt, kunt 
u eventueel ook een paginabereik selecteren en andere afdrukselecties maken.
3.  Selecteer de Xerox XPS-driver in de lijst met beschikbare printerdrivers.
4.  Open het venster Eigenschappen van de printerdriver - de methode is afhankelijk van de 
applicatie van waaruit u afdrukt. Vanuit de meeste Microsoft-applicaties selecteert u de toets 
Eigenschappen of Voorkeuren om het venster te openen.
5.  Klik op het tabblad Documentopties.
6.  Klik op het tabblad Paginaopmaak.
7.  Schakel het keuzerondje Katern maken om het venster Katern maken te openen. Als het 
venster niet wordt geopend, klikt u op de toets Instelling.... 
8.  Klik zo nodig op de toets Katernaanpassingen om de precieze opmaakopties op te geven.
• Selecteer de gewenste optie voor Papierformaat katern.
- Opdrachtinstelling gebruiken: hiermee wordt de katern gemaakt met het 
papierformaat dat in uw brondocument is geselecteerd.
- Handmatig: hiermee activeert u een keuzemenu, waar u het gewenste papierformaat 
kunt selecteren. 
• Selecteer Standaard in het menu Kantlijnen katern om een kantlijn tussen elk beeld op 
de katern te creëren.
• Selecteer zo nodig de toets Geen om alle door u ingevoerde instellingen te annuleren.










