Operation Manual
Faxen WorkCentre
®
 5845/5855/5865/5875/5890 
Handleiding voor de gebruiker 155
5.  Selecteer zo nodig het tabblad Faxen. Dit is meestal het actieve tabblad wanneer de functie 
Faxen wordt geopend.
6. Selecteer het invoervak Faxnummer invoeren en gebruik de aantaltoetsen, of de 
aantaltoetsen op het aanraakscherm, om het faxnummer van de ontvanger in te voeren.
7.  Selecteer de toets Toevoegen.
• Als u het document naar meer dan één ontvanger wilt verzenden, voert u de aanvullende 
gegevens voor elke ontvanger in en selecteert u nogmaals de toets Toevoegen totdat alle 
ontvangers zijn toegevoegd.
8.  Selecteer de toets Sluiten om de door u ingevoerde informatie op te slaan.
9.  Selecteer de gewenste optie voor Resolutie.
• Standaard (200 x 100 dpi): deze resolutie vraagt de kortste verzendtijd, maar levert een 
minder hoge kwaliteit bij grafische afbeeldingen en foto's. Dit is de aanbevolen resolutie 
voor tekstdocumenten.
• Fijn (200 dpi): met deze resolutie worden tekst van gemiddelde kwaliteit en foto's en 
afbeeldingen van lage kwaliteit geproduceerd. Deze resolutie wordt aanbevolen voor 
tekstdocumenten en lijntekeningen van gemiddelde kwaliteit.
• Superfijn (600 dpi): met deze resolutie wordt de beste beeldkwaliteit geproduceerd. Deze 
instelling wordt aanbevolen voor foto's en halftonen of beelden met grijstinten.
10. Druk op de Start-toets op het bedieningspaneel om het origineel te scannen.
11. Verwijder het origineel uit de AOD of van de glasplaat wanneer het scannen is voltooid.
12. Druk op de toets Opdrachtstatus op het bedieningspaneel om de opdrachtenlijst te bekijken 
en de status van de opdracht te controleren. 
Meer informatie
De origineelsoort van faxen instellen (interne fax)
Een gebruikers-ID gebruiken voor aanmelden op het apparaat
Uitleg over de faxopties
Internet Services gebruiken om de contactgegevens van de systeembeheerder te vinden
System Administrator Guide (Handleiding voor de systeembeheerder) www.xerox.com/support.
Een faxvoorblad toevoegen (interne fax)
Met de functie Fax (Interne fax) kunt u uw documenten scannen en verzenden naar de meeste 
faxapparaten die op het telefoonnetwerk zijn aangesloten.
Opmerking: De systeembeheerder moet deze optie beschikbaar stellen.
Als Verificatie of Accountadministratie op het apparaat is ingeschakeld, moet u eventueel 
aanmeldgegevens invoeren om toegang tot de faxfuncties te krijgen.
Met de optie Voorblad kunt u een inleidingspagina toevoegen aan het begin van de fax. U kunt een 
korte opmerking en gegevens over Aan: en Van: toevoegen aan het voorblad.
1.  Plaats uw documenten met de beeldzijde omhoog in de invoerlade van de AOD. Pas de geleider 
zodanig aan dat deze de documenten net raakt.
Of
Til de AOD op. Plaats het document met de beeldzijde omlaag in de linkerbovenhoek aan de 
achterkant van de glasplaat. Sluit de AOD.
2.  Druk op de toets Alle wissen op het bedieningspaneel om alle eerder geselecteerde 
instellingen te annuleren.










