Operation Manual
Faxen WorkCentre
®
 5845/5855/5865/5875/5890 
224 Handleiding voor de gebruiker
6.  Selecteer de toets Nieuwe ontvanger....
7.  Voer het e-mailadres van de ontvanger in via het toetsenbord op het aanraakscherm.
• Het aantal alfanumerieke tekens dat ingevoerd kan worden, is afhankelijk van de grootte 
van de gekozen tekens. Als het einde van het invoervak is bereikt, kunnen er geen tekens 
meer worden toegevoegd.
• Als u een teken wilt verwijderen, gebruikt u de Backspace-toets X.
• Gebruik de toets voor speciale tekens voor toegang tot speciale tekens, zoals $ en %.
• Een pictogram in de rechteronderhoek van een toets geeft aan dat er accent- of 
aanvullende tekens beschikbaar zijn. Selecteer de toets en houd deze ingedrukt om de 
bijbehorende tekens in een pop-upmenu weer te geven. Selecteer het gewenste teken uit 
het pop-upmenu.
• Gebruik de toets NLD voor toegang tot extra toetsenborden voor andere talen.
8.  Selecteer de toets Toevoegen.
• Als u het document naar meer dan één ontvanger wilt verzenden, voert u de aanvullende 
gegevens voor elke ontvanger in en selecteert u nogmaals de toets Toevoegen totdat alle 
ontvangers zijn toegevoegd.
9.  Selecteer zo nodig Cc in het keuzemenu Aan: om een kopie van de e-mail aan een ontvanger 
te verzenden. Voer de gegevens van de ontvanger in via het toetsenbord op het aanraakscherm 
en selecteer vervolgens de toets Toevoegen.
Opmerking: Er moet ten minste één adres bij Aan: worden geselecteerd. Documenten kunnen 
niet alleen naar een Cc-adres worden verzonden.
10. Selecteer de toets Sluiten om de door u ingevoerde informatie op te slaan.
11. Selecteer het tabblad Geavanceerde instellingen.
12. Selecteer de toets Resolutie.
13. Selecteer de gewenste optie voor Resolutie.
• 72 dpi: produceert het kleinste bestand en wordt aanbevolen voor bestanden die alleen op 
een computer worden weergegeven.
• 100 dpi: levert lage afdrukkwaliteit en wordt aanbevolen voor tekstdocumenten van lage 
kwaliteit. Deze instelling kan het beste worden gebruikt voor bestanden die op een 
computer worden weergegeven in plaats van bestanden die worden afgedrukt.
• 150 dpi: levert tekst van gemiddelde kwaliteit en foto's en afbeeldingen van lage kwaliteit. 
Deze resolutie wordt aanbevolen voor tekstdocumenten en lijntekeningen van gemiddelde 
kwaliteit.
• 200 dpi: produceert tekst van gemiddelde kwaliteit en foto's en afbeeldingen van lage 
kwaliteit. Deze resolutie wordt aanbevolen voor tekstdocument en lijntekeningen van 
gemiddelde kwaliteit.
• 200 x 100 dpi: levert gemiddelde kwaliteit en wordt aanbevolen voor standaard 
kantoordocumenten en foto's.
• 300 dpi : levert hoge afdrukkwaliteit. Deze instelling wordt aanbevolen voor hoogwaardige 
tekstdocumenten die moeten worden verwerkt in een OCR-toepassing (Optical Character 
Recognition - Optische tekenherkenning). Deze instelling wordt ook aanbevolen voor 
lijntekeningen van hoge kwaliteit en foto's en grafische afbeeldingen van gemiddelde 
kwaliteit. Dit is in de meeste gevallen de beste standaardresolutie.
• 400 dpi: levert gemiddelde afdrukkwaliteit voor foto's en afbeeldingen en wordt 
aanbevolen voor foto's en grafische afbeeldingen.
• 600 dpi: levert de grootste beeldbestanden, maar ook de hoogste beeldkwaliteit. Deze 
instelling wordt aanbevolen voor foto's en grafische afbeeldingen van hoge kwaliteit.
14. Selecteer de toets OK.
15. Druk op de Start-toets op het bedieningspaneel om het origineel te scannen.










