Xerox WorkCentre 5325 / 5330 / 5335 Multifunction Printer Imprimante multifonction Xerox WorkCentre 5325 / 5330 / 5335 ® ® User Guide Guide d'utilisation Guida per l’utente Dansk Betjeningsvejledning Magyar Felhasználói útmutató Deutsch Benutzerhandbuch Norsk Brukerhåndbok Русский Руководство пользователя Español Guía del usuario Suomi Käyttöopas Türkçe Kullanıcı Kılavuzu Guia do usuário Čeština Uživatelská příručka Ελληνικά Εγχειρίδιο χρήστη Polski Przewodnik użytkownika Română
© 2011 Xerox Corporation. Alle rechten voorbehouden. Publicatierechten voorbehouden op basis van de auteursrechten in de Verenigde Staten. De inhoud van deze publicatie mag op generlei wijze worden gereproduceerd zonder toestemming van Xerox Corporation.
Inhoudsopgave 1 Veiligheid Veiligheid bij het gebruik van elektriciteit . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Stroomtoevoer . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Netsnoer . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Inhoudsopgave De software installeren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Vereisten van besturingssysteem . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Drivers en hulpprogramma's installeren – Windows . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Drivers en hulpprogramma's installeren – Macintosh . . . . . . . . . . . . . . . .
Inhoudsopgave Omslagen afdrukken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Windows . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Macintosh . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Inhoudsopgave 6 Scannen Scannen – overzicht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 124 Originelen plaatsen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 125 De glasplaat gebruiken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Inhoudsopgave Faxopties selecteren. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 158 2-zijdig faxen instellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 158 Origineeltype selecteren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 158 Faxresolutie instellen . . . . . .
Inhoudsopgave Papierstoringen oplossen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 186 Papierstoringen in lade 1, lade 2, lade 3 of lade 4 oplossen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 187 Papierstoringen in lade 5 (handmatige invoer) oplossen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 187 Papierstoringen in de AOD oplossen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Inhoudsopgave A Informatie over regelgeving Fundamentele regelgeving. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 226 Verenigde Staten (FCC-regels). . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 226 Canada (regelgeving) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 226 Europese Unie. . . .
Inhoudsopgave 10 WorkCentre 5300 Multifunctionele printer Handleiding voor de gebruiker
1 Veiligheid In dit hoofdstuk worden de volgende onderwerpen behandeld: • Veiligheid bij het gebruik van elektriciteit op pagina 12 • Veiligheid bij de bediening op pagina 14 • Veiligheid bij het onderhoud op pagina 16 • Printersymbolen op pagina 17 • Productveiligheidscertificering op pagina 18 • Contactinformatie over milieu-, gezondheids- en veiligheidsaspecten op pagina 19 De printer en de aanbevolen verbruiksartikelen zijn getest en voldoen aan strikte veiligheidsnormen.
Veiligheid Veiligheid bij het gebruik van elektriciteit WAARSCHUWINGEN: • Duw geen voorwerpen, zoals paperclips of nietjes, in sleuven en openingen van de printer. Aanraking van een punt dat onder spanning staat of kortsluiting van een onderdeel kan brand of een elektrische schok als gevolg hebben. • Verwijder geen kleppen of beschermplaten die met schroeven zijn bevestigd, tenzij u optionele apparatuur installeert en specifieke instructies hebt ontvangen om dit te doen.
Veiligheid • • Plaats de printer niet op een plek waar mensen op het netsnoer kunnen gaan staan. Plaats geen voorwerpen op het netsnoer. Het netsnoer is op een aansluitpunt achter op de printer aangesloten. Als het nodig is om de stroomvoorziening naar de printer op te heffen, haalt u de stekker uit het stopcontact. De printer moet vóór het verwijderen van het netsnoer worden uitgeschakeld. Raadpleeg Printer uitschakelen op pagina 42 voor instructies over het uitschakelen van de printer.
Veiligheid Veiligheid bij de bediening Uw printer en de bijbehorende verbruiksartikelen zijn getest en voldoen aan strenge veiligheidseisen. Ze zijn onderzocht en goedgekeurd door veiligheidsinstanties en voldoen aan de gestelde milieunormen. Als u de volgende veiligheidsvoorschriften in acht neemt, bent u verzekerd van een ononderbroken veilige werking van uw printer. Printerlocatie • • • • • • • • Bedek of blokkeer de sleuven of openingen van de printer niet.
Veiligheid Printerverbruiksartikelen • • Gebruik alleen verbruiksartikelen die specifiek voor de printer zijn ontwikkeld. Gebruik van niet-geschikte materialen kan resulteren in slechte prestaties en gevaarlijke situaties. Volg alle waarschuwingen en aanwijzingen op die zijn aangegeven op, of geleverd bij de printer, opties en toebehoren. VOORZICHTIG: Het gebruik van niet-Xerox® verbruiksartikelen wordt afgeraden.
Veiligheid Veiligheid bij het onderhoud • • • 16 Probeer geen onderhoudsprocedures uit te voeren die niet specifiek zijn beschreven in de documentatie die bij uw printer is geleverd. Gebruik geen schoonmaakmiddelen in spuitbussen. Gebruik voor het reinigen alleen een droge, pluisvrije doek. Verbruiksartikelen of items voor routineonderhoud mogen niet worden verbrand. Ga voor informatie over Xerox®-recyclingprogramma's voor verbruiksartikelen naar www.xerox.com/gwa.
Veiligheid Printersymbolen Symbool Beschrijving Waarschuwing of Voorzichtig: Het negeren van deze waarschuwing kan ernstig letsel of zelfs de dood tot gevolg hebben. Het negeren van deze waarschuwing kan persoonlijk letsel of schade aan het apparaat veroorzaken. Heet oppervlak op of in de printer. Wees voorzichtig zodat lichamelijk letsel wordt voorkomen. Raak geen onderdelen aan met dit symbool. Hierdoor kunt u gewond raken. Verbrand het item niet. Heet oppervlak.
Veiligheid Productveiligheidscertificering Dit product is gecertificeerd door de volgende instantie op basis van de onderstaande veiligheidsstandaarden: Instantie Standaard TUV UL60950 TUV IEC60950 18 WorkCentre 5300 Multifunctionele printer Handleiding voor de gebruiker
Veiligheid Contactinformatie over milieu-, gezondheids- en veiligheidsaspecten Voor meer informatie over de milieu-, gezondheids- en veiligheidsaspecten van dit Xerox®-product en de verbruiksartikelen, kunt u contact opnemen met: VS: 1-800-828-6571 Canada: 1-800-828-6571 www.xerox.com/environment Europa: +44 1707 353 434 www.xerox.
Veiligheid 20 WorkCentre 5300 Multifunctionele printer Handleiding voor de gebruiker
2 Toepassingen In dit hoofdstuk worden de volgende onderwerpen behandeld: • Voordat u de printer gebruikt op pagina 22 • Onderdelen van de printer op pagina 23 • Printerconfiguratie op pagina 31 • Bedieningspaneel op pagina 34 • Meer informatie op pagina 37 WorkCentre 5300 Multifunctionele printer Handleiding voor de gebruiker 21
Toepassingen Voordat u de printer gebruikt Xerox Welcome Center Als u hulp nodig hebt tijdens of na de installatie van het product, bezoekt u de website van Xerox voor online oplossingen en ondersteuning. www.xerox.com/office/worldcontacts Als u meer hulp nodig hebt, neemt u contact op met onze experts van het Xerox Welcome Center. Bij de installatie van het product hebt u mogelijk het telefoonnummer van een plaatselijke vertegenwoordiger gekregen.
Toepassingen Onderdelen van de printer In dit gedeelte worden de volgende onderwerpen behandeld: • Vooraanzicht links op pagina 24 • Kleppen op pagina 25 • Achteraanzicht links op pagina 26 • AOD op pagina 27 • Interne onderdelen op pagina 28 • Optionele geïntegreerde kantoorafwerkeenheid op pagina 29 • Grote papierlade en LX-kantoorafwerkeenheidopties op pagina 30 WorkCentre 5300 Multifunctionele printer Handleiding voor de gebruiker 23
Toepassingen Vooraanzicht links 4 5 3 6 7 8 2 9 1 10 wc53xx-001 1. Stelvoet 6. Middelste opvangbak, boven 2. Lade 5 (handmatig) 7. Middelste opvangbak, onder 3. Tekenpenhouder 8. Aan/uit-schakelaar 4. Tekenpen 9. Lade 1, 2, 3, 4 5. Bedieningspaneel 10.
Toepassingen Kleppen 6 5 4 3 7 2 1 wc53xx-111 1. Klep C 5. Klep E 2. Klep B 6. Documentklep 3. Klep D 7. Voorklep 4.
Toepassingen Achteraanzicht links LINE3 1 LINE2 4 TEL 2 LINE1 3 5 6 7 8 9 10 11 12 wc53xx_002 1. Lijn 3 7. USB-poort, alleen FAX 2. Lijn 2 8. USB-apparaat, pc naar printer 3. Lijn 1 9. USB-apparaat, telefonische hulp/onderhoud 4. Telefoon 10. Externe interface 5. Ethernet 10/100 Base-TX, standaard netwerk 11. Ethernet 10/100/1000 Base-TX, gigabit-netwerk 6. USB-poort, optionele kaartlezer 12.
Toepassingen AOD 1 2 3 4 5 6 7 8 9 wc53xx-004 10 wc53xx-104 1. Bevestigingsindicator 6. AOD-invoer 2. Hendel 7. Documentstopper 3. Linkerklep 8. Documentopvangbak 4. Binnenste klep 9. CVT-glasstrook 5. Documentgeleiders 10.
Toepassingen Interne onderdelen 1 2 3 wc53xx-003 1. Toner 2. Hoofdschakelaar 28 WorkCentre 5300 Multifunctionele printer Handleiding voor de gebruiker 3.
Toepassingen Optionele geïntegreerde kantoorafwerkeenheid 3 2 4 5 1 wc53xx-007 1. Nietcassette 4. Middelste opvangbak 2. Voorklep 5. Geïntegreerde kantoorafwerkeenheid 3.
Toepassingen Grote papierlade en LX-kantoorafwerkeenheidopties 6 7 8 4 9 10 11 12 13 3 14 5 2 15 1 wc53xx-006 1. Grote papierlade, optioneel 9. 2. Voorste transportklep 10. Bovenklep 3. Afvalcontainer voor perforator 11. Lade afwerkeenheid 4. Perforator, optioneel 12. Rileenheid, optioneel 5. Transportklep afwerkeenheid/middelste opvangbak 13. Primaire nietcassette 6. Bevestiging opvangbak 14. Voorklep 7. Katerneenheid, optioneel 15. LX-kantoorafwerkeenheid 8.
Toepassingen Printerconfiguratie • • • Standaardfuncties op pagina 31 Configuraties op pagina 31 Printeropties op pagina 32 Standaardfuncties De printer biedt vele voorzieningen om aan uw afdruk- en kopieerbehoeften te beantwoorden: • Mogelijkheden voor kopiëren, afdrukken en scannen naar e-mail • Maximale afdruksnelheid van 35 pagina's per minuut (op gewoon papier van A4-formaat) • 600 x 600 dpi • Automatisch 2-zijdig afdrukken • Kleurenaanraakscherm op bedieningspaneel • Automatische duplexeenheid voor
Toepassingen Printeropties Faxen • • • • Eén faxlijn met internetfax Drie faxlijnen met internetfax Serverfax VoIP-fax Scannen • • • • • • • Scannen naar e-mail, map, pc en pc-bureaublad Scannen naar/afdrukken vanaf USB Netwerkscannen Opdrachtstroomschema's Miniatuurvoorbeeld Hoge compressie MRC Doorzoekbaar PDF Afwerking • • • Geïntegreerde kantoorafwerkeenheid LX-kantoorafwerkeenheid met optionele perforator en AVH-module Handmatig nietapparaat Beveiliging • Databeveiligingspakket • • • • • • Xe
Toepassingen Energiespaarstand In de energiespaarstand wordt het stroomverbruik van de printer beperkt wanneer de printer gedurende een vooraf ingestelde tijdsduur inactief is. De printer schakelt over op de stand Laag stroomverbruik nadat een vooraf ingestelde tijdsduur is verstreken. Als er daarna geen opdrachten naar de printer worden verzonden binnen een vooraf ingesteld tijdsbestek, schakelt de printer over naar de slaapstand.
Toepassingen Bedieningspaneel In dit gedeelte worden de volgende onderwerpen behandeld: • Indeling van het bedieningspaneel op pagina 34 • Printergegevens op pagina 35 Indeling van het bedieningspaneel 1 2 3 4 ABC DEF 1 2 3 GHI JKL MNO 4 5 6 PQRS TUV WXYZ 7 8 9 0 # 5 6 7 8 9 C 16 15 14 13 12 11 10 wc53xx-103 Item Beschrijving 1 Home Functies Druk op deze toets voor toegang tot functies als kopiëren, scannen en faxen op het aanraakscherm.
Toepassingen Item Beschrijving 7 Alles wissen Druk deze toets tweemaal in om de huidige opdrachtinstellingen te wissen. Druk op Bevestigen op het aanraakscherm om alle opdrachtinstellingen terug te zetten op hun standaardwaarden. 8 Stop Druk op deze toets om een afdruk-, kopieer-, scan- of faxopdracht te onderbreken. Druk op het aanraakscherm op Hervatten om door te gaan met de opdracht, of op Verwijderen om de opdracht volledig te annuleren.
Toepassingen 5. Voor meer opdrachttypen drukt u op het tabblad Beveil. afdrukopdr. + meer en kiest u vervolgens uit: • Beveiligde afdruk • Proefset • Uitgestelde afdruk • Kostenafdruk • Openbare map Overzichten Overzichten kunnen via het bedieningspaneel worden afgedrukt. Een overzicht afdrukken: 1. Druk op de toets Apparaatstatus op het bedieningspaneel. 2. Druk op Overzichten afdrukken en druk vervolgens op de gewenste categorie.
Toepassingen Meer informatie Raadpleeg de volgende bronnen voor meer informatie over uw printer. Informatie Bron Beknopte gebruikshandleiding Geleverd bij de printer Handleiding voor de gebruiker (PDF) Software and Documentation disc (cd met software en documentatie) www.xerox.com/office/WC53XXdocs System Administrator Guide (Handleiding voor de systeembeheerder) www.xerox.com/office/WC53XXdocs Recommended Media List (Lijst met aanbevolen media) www.xerox.com/paper (Verenigde Staten) www.xerox.
Toepassingen 38 WorkCentre 5300 Multifunctionele printer Handleiding voor de gebruiker
3 Installatie en instellingen In dit hoofdstuk worden de volgende onderwerpen behandeld: • Overzicht van installatie en instellingen op pagina 40 • Fysieke verbinding op pagina 40 • Printer inschakelen op pagina 40 • Printer uitschakelen op pagina 42 • De software installeren op pagina 45 • CentreWare Internet Services gebruiken op pagina 49 Zie ook: Online Support-assistent op www.xerox.com/office/WC53XXsupport System Administrator Guide (Handleiding voor de systeembeheerder) op www.xerox.
Installatie en instellingen Overzicht van installatie en instellingen Alvorens u de printer in gebruik kunt nemen, dient het volgende te worden uitgevoerd: 1. Controleer of de printer goed is aangesloten en is ingeschakeld. 2. Installeer de softwaredrivers en hulpprogramma's. 3. Configureer de software. Fysieke verbinding U kunt de printer via een netwerk aansluiten. Voor de optionele fax is aansluiting op een werkende en aparte faxtelefoonlijn vereist.
Installatie en instellingen Stroomvoorziening inschakelen De hoofdschakelaar regelt de stroomvoorziening naar het apparaat. Bij normaal gebruik van de printer dient de stroomvoorziening te zijn ingeschakeld. Het apparaat mag alleen met behulp van de hoofdschakelaar worden uitgezet wanneer een kabel op de printer wordt aangesloten of wanneer de printer wordt gereinigd. 1.
Installatie en instellingen 3. 4. Sluit het voorpaneel. Druk op de aan/uit-schakelaar op de middelste opvangbak onder om deze in de aan-stand te zetten en de printer in te schakelen. De printer heeft ongeveer 35 seconden nodig om op te warmen voordat het apparaat kan worden gebruikt. Opmerking: Wanneer de optionele LX-kantoorafwerkeenheid is aangesloten, bevindt de aan/uit-schakelaar zich achter een doorzichtige plastic deur in het paneel van de transportzone/middelste opvangbak van de afwerkeenheid.
Installatie en instellingen Stroomvoorziening uitschakelen De hoofdschakelaar regelt de stroomvoorziening naar het apparaat. Bij normaal gebruik van de printer dient de stroomvoorziening te zijn ingeschakeld. Het apparaat mag alleen met behulp van de hoofdschakelaar worden uitgezet wanneer een kabel op de printer wordt aangesloten of wanneer de printer wordt gereinigd. 1. 2.
Installatie en instellingen Netwerkadres toewijzen Als het netwerk gebruik maakt van een DHCP-server, verkrijgt de printer automatisch een netwerkadres. Voor informatie over het toewijzen van een statisch IP-adres, het configureren van DNS-serverinstellingen of het configureren van andere TCP/IP-instellingen, raadpleegt u de System Administrator Guide (Handleiding voor de systeembeheerder) op www.xerox.com/office/WC53XXdocs.
Installatie en instellingen De software installeren In dit gedeelte worden de volgende onderwerpen behandeld: • Vereisten van besturingssysteem op pagina 45 • Drivers en hulpprogramma's installeren – Windows op pagina 45 • Drivers en hulpprogramma's installeren – Macintosh op pagina 46 • UNIX- en Linux-drivers op pagina 48 Vereisten van besturingssysteem • • • Windows XP SP1 en later, Windows Vista, Windows 7, Windows Server 2003, Windows Server 2008 R2. Macintosh OS X versie 10.5 en later.
Installatie en instellingen 7. Als uw printer niet in de lijst met gevonden printers wordt weergeven: a. Klik op IP-adres of DNS-naam boven in het venster. b. Typ het adres of de naam van de printer en klik op Zoeken. Als het IP-adres niet verschijnt, raadpleegt u Het IP-adres van de printer opzoeken op pagina 49. c. Wanneer de printer in het venster wordt weergegeven, klikt u op Volgende. 8. Selecteer de gewenste printerdriver: • PostScript • PCL 6 9.
Installatie en instellingen 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. Als uw printer niet in de lijst met gevonden printers wordt weergeven: a. Klik op Voer het netwerkadres of de naam van de printer in boven in het venster. b. Typ het adres of de naam van de gewenste printer en wacht totdat de computer de printer heeft gevonden. Als het IP-adres van de printer onbekend is, raadpleegt u Het IP-adres van de printer opzoeken op pagina 49. c. Klik op Doorgaan.
Installatie en instellingen UNIX- en Linux-drivers Ondersteunde drivers voor UNIX en Linux zijn beschikbaar op www.xerox.com/office/WC53XXdrivers. Voor meer informatie raadpleegt u de System Administrator Guide (Handleiding voor de systeembeheerder) op www.xerox.com/office/WC53XXdocs. Overige drivers Uitsluitend voor Windows zijn tevens de volgende drivers beschikbaar op: www.xerox.com/office/WC53XXdrivers.
Installatie en instellingen CentreWare Internet Services gebruiken CentreWare Internet Services (CentreWare IS) biedt toegang tot de geïntegreerde webserver van de printer. Hiermee kunt u de printer op eenvoudige wijze via een webbrowser op een netwerkcomputer beheren, configureren en bewaken.
Installatie en instellingen 50 WorkCentre 5300 Multifunctionele printer Handleiding voor de gebruiker
4 Afdrukken In dit hoofdstuk worden de volgende onderwerpen behandeld: • Afdrukken – overzicht op pagina 52 • Ondersteunde media op pagina 53 • Ondersteunde papiersoorten en papiergewichten op pagina 56 • Ondersteunde standaard papierformaten op pagina 56 • Ondersteunde aangepaste papierformaten op pagina 57 • Media plaatsen op pagina 58 • Afdrukken op speciale media op pagina 68 • Afdrukopties selecteren op pagina 70 • Dubbelzijdig afdrukken op pagina 73 • Papier selecteren op pagina 75 • Meerdere pagina'
Afdrukken Afdrukken – overzicht 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. Selecteer relevante media. Plaats media in de lade. Geef op het aanraakscherm van de printer het formaat, de kleur en de soort op. Open de printerinstellingen in uw software-applicatie. In de meeste software-applicaties kunt u dit doen door op CTRL+P (in Windows) of op CMD+P (in Macintosh) te drukken. Selecteer uw printer in de lijst.
Afdrukken Ondersteunde media In dit gedeelte worden de volgende onderwerpen behandeld: • Aanbevolen media op pagina 53 • Algemene richtlijnen voor het plaatsen van media op pagina 53 • Media die de printer kunnen beschadigen op pagina 55 • Richtlijnen voor papieropslag op pagina 55 • Ondersteunde papiersoorten en papiergewichten op pagina 56 • Ondersteunde standaard papierformaten op pagina 56 • Ondersteunde aangepaste papierformaten op pagina 57 Deze printer kan verschillende typen media verwerken.
Afdrukken • • 54 Zorg dat u de juiste papiersoort selecteert op het aanraakscherm van de printer nadat u het papier in de lade hebt geplaatst. Bevestig het papierformaat, de papiersoort en de papierkleur op het aanraakscherm van de printer.
Afdrukken Media die de printer kunnen beschadigen Op deze printer kunnen verschillende papier- en mediasoorten voor afdrukopdrachten worden gebruikt. Het gebruik van bepaalde soorten media kan echter de afdrukkwaliteit negatief beïnvloeden, meer papierstoringen dan normaal tot gevolg hebben of schade aan de printer veroorzaken.
Afdrukken Ondersteunde papiersoorten en papiergewichten Laden Soorten en gewichten Lade 1 Gewoon (64 – 105 g/m²) Zijde 2 gewoon papier (papier dat al aan één zijde bedrukt is, 64 –105 g/m²) Geperforeerd (64 – 105 g/m²) Briefhoofd (64 – 105 g/m²) Licht papier (60 – 63 g/m²) Kringlooppapier (64 – 105 g/m²) Voorbedrukt (64 – 105 g/m²) Transparant Lade 2 – 6 Gewoon (64 – 105 g/m²) Zijde 2 gewoon papier (papier dat al aan één zijde bedrukt is, 64 – 105 g/m²) Geperforeerd (64 – 105 g/m²) Briefhoofd (64 – 10
Afdrukken Ladenummer Europese standaardformaten Noord-Amerikaanse standaardformaten Lade 3 en 4 (2-ladenmodule) en lade 6 (grote papierlade) • • A4 (210 x 297 mm) JIS B5 (182 x 257 mm) • • Letter (8,5 x 11 inch) Executive (7,25 x 10,5 inch) Alleen lade 5 (handmatige invoer) • • • • • • • • • A4 (210 x 297 mm) A3 (297 x 420 mm) A5 (148 x 210 mm) A6 (105 x 148 mm) JIS B6 (128 x 182 mm) JIS B5 (182 x 257 mm) JIS B4 (257 x 364 mm) Extra groot A4 (223 x 297 mm) Briefkaart 100 x 148 (100 x 148 mm) Brie
Afdrukken Media plaatsen In dit gedeelte worden de volgende onderwerpen behandeld: • Papier in lade 1 en 2 plaatsen op pagina 58 • Papier in lade 3 en 4 plaatsen op pagina 60 • Lade 6 configureren op pagina 61 • Papier in lade 6 plaatsen op pagina 63 • Papier in lade 5 (handmatige invoer) plaatsen op pagina 63 • Enveloppen in lade 5 (handmatige invoer) plaatsen op pagina 65 • Enveloppen in de enveloppeninvoer plaatsen op pagina 65 • Afdrukken op speciale media op pagina 68 Selecteer de juiste lade, afhanke
Afdrukken Papier in lade 1 en 2 plaatsen: 1. Trek de papierlade naar u toe naar buiten. wc53xx-021 WAARSCHUWING: Open niet alle laden tegelijk. De printer kan daardoor voorover kantelen en letsel veroorzaken. wc53xx-031 2. 3. Voordat u het papier in de papierladen plaatst, waaiert u de randen van het papier even uit om te voorkomen dat er vellen papier aan elkaar vast blijven zitten. Dit vermindert de kans op papierstoringen.
Afdrukken 4. Plaats het papier tegen de linkerzijde van de lade. wc53xx-028 Opmerking: Zorg dat het papier niet boven de maximumvullijn uitkomt. Als dat wel gebeurt, kan er een papierstoring optreden. 5. Stel de geleiders zo af dat deze de randen van de stapel papier raken. wc53xx-029 6. 7. 8. Duw de lade helemaal in de printer. Kies zo nodig het formaat, de soort of de kleur van het papier op het aanraakscherm van de printer en druk vervolgens op Bevestigen.
Afdrukken 3. Stapel het papier tegen de linkerachterhoek van de lade (zie afbeelding). Opmerking: Zorg dat het papier niet boven de maximumvullijn uitkomt. Als dat wel gebeurt, kan er een papierstoring optreden. wc53xx-120 4. Stel de geleiders zo af dat deze de randen van de stapel papier raken. 5. 6. Sluit de lade. Controleer het formaat, de soort en de kleur van het papier. Wijzig de selectie van eventuele incorrecte instellngen. Druk op het aanraakscherm van de printer op Bevestigen. 7.
Afdrukken 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. Verwijder de schroef waarmee de opvulplaat aan de achterkant van de lade is bevestigd. Til de opvulplaat op om hem te verwijderen. Plaats de tabs aan de onderkant van de plaat in de sleuven aan de onderkant van de lade die overeenstemmen met het papierformaat. Verschuif de bovenkant van de opvulplaat zodanig dat de pin op de achterkant van de lade in de overeenkomstige opening van de plaat valt. Draai de schroef weer vast om de opvulplaat te bevestigen.
Afdrukken Papier in lade 6 plaatsen In lade 6, de grote papierlade, kunnen maximaal ongeveer 2000 vellen papier van 80 g/m² worden geplaatst. Het gewichtsbereik ligt tussen 60 g/m² en 215 g/m². Papier in lade 6 plaatsen: 1. Trek lade 6 helemaal uit de papierlade tot deze niet meer verder kan. 2. Open de zijdeur totdat deze niet verder kan. 3. Waaier de randen van het papier uit voordat u het in de lade plaatst.
Afdrukken In lade 5 (handmatige invoer) kunnen maximaal ongeveer 50 vellen papier van 80 g/m² worden geplaatst. Het gewichtsbereik ligt tussen 60 g/m² en 215 g/m². Papier in lade 5 (handmatige invoer) plaatsen: 1. Open lade 5 door deze naar buiten te draaien. Trek voor groter papier het ladeverlengstuk recht naar buiten totdat dit niet verder kan. wc53xx-102 2. Plaats het papier met de korte of de lange kant eerst. Grotere papierformaten kunnen alleen met de korte kant eerst worden ingevoerd.
Afdrukken Enveloppen in lade 5 (handmatige invoer) plaatsen In lade 5 (handmatige invoer) kunnen enveloppen van het formaat C5, DL, Monarch en Nr 10 Commercial worden geplaatst. In lade 5 (handmatige invoer) kunt u enveloppen met gewichten tussen 75 g/m² en 90 g/m² plaatsen. Enveloppen in lade 5 (handmatige invoer) plaatsen: 1. Plaats enveloppen in lade 5 (handmatige invoer) met de Lange Kant Eerst (LKE), waarbij de klep met de beeldzijde omhoog als eerste de printer wordt ingevoerd. 2.
Afdrukken 2. Schuif de papierladegeleiders desgewenst verder naar buiten om de nieuwe enveloppen te kunnen plaatsen. Om de zij- en voorgeleiders aan te passen, knijpt u de geleiderhendel van elke geleider in en schuift u de geleiders naar de nieuwe positie. Laat de hendel los om de geleider op zijn plaats te vergrendelen. wc53xx-033 3. Plaats de enveloppen met de klep omlaag in de enveloppeninvoer. De kleppen moeten gesloten zijn en langs de voorrand liggen, aan de linkerkant van de lade.
Afdrukken 6. 7. Als u het envelopformaat hebt gewijzigd, drukt u op Instellingen wijzigen op het aanraakscherm van de printer, kiest u op het aanraakscherm het envelopformaat, drukt u op Opslaan en drukt u vervolgens op Bevestigen. Als u meer enveloppen van hetzelfde formaat plaatst, drukt u op Bevestigen op het aanraakscherm.
Afdrukken Afdrukken op speciale media In dit gedeelte worden de volgende onderwerpen behandeld: • Afdrukken op enveloppen op pagina 68 • Afdrukken op etiketten op pagina 69 • Aangepaste formaten maken en opslaan op pagina 90 Afdrukken op enveloppen Er kan via lade 5 (handmatige invoer) of via de optionele enveloppeninvoer (op de plek van lade 1) op enveloppen worden afgedrukt.
Afdrukken Afdrukken op etiketten Er kan vanuit lade 2, 3, 4, 5 (handmatige invoer) en 6 (grote papierlade) op etiketten worden afgedrukt. Richtlijnen • • • • • • • • Gebruik etiketten die voor laserprinters bedoeld zijn. Gebruik geen vinyletiketten. Gebruik geen etiketten met een droog kleefmiddel. Druk slechts op één zijde van een vel etiketten af. Gebruik geen vellen waarop etiketten ontbreken. Onvolledige vellen kunnen de printer beschadigen.
Afdrukken Afdrukopties selecteren Afdrukopties worden in Windows ingesteld in Voorkeursinstellingen voor afdrukken en in Macintosh in Xerox-toepassingen. Afdrukopties bestaan onder meer uit instellingen voor 2-zijdig afdrukken, pagina-opmaak en afdrukkwaliteit.
Afdrukken 3. 4. Klik op OK om de instellingen op te slaan en het venster Eigenschappen te sluiten. Druk de opdracht af. Een set veelgebruikte afdrukopties in Windows opslaan U kunt een set afdrukopties definiëren en opslaan, zodat u deze snel kunt toepassen op toekomstige afdrukopdrachten. Een set afdrukopties opslaan: 1. Open het document in uw applicatie, klik op Bestand en klik vervolgens op Afdrukken. 2. Selecteer de printer en klik vervolgens op Eigenschappen.
Afdrukken 3. 4. 5. Selecteer de gewenste afdrukopties in de vervolgkeuzelijsten in het dialoogvenster Druk af. Klik op het menu Instellingen en klik vervolgens op Bewaar als. Voer een naam in voor de afdrukopties en klik vervolgens op OK. De set opties wordt opgeslagen en wordt weergegeven in de lijst Instellingen. Als u deze opties wilt gebruiken bij het afdrukken, selecteert u de naam in de lijst.
Afdrukken Dubbelzijdig afdrukken • • • Mediatypen voor automatisch 2-zijdig afdrukken op pagina 73 Een 2-zijdig document afdrukken op pagina 74 Opmaakopties voor 2-zijdige pagina op pagina 74 Mediatypen voor automatisch 2-zijdig afdrukken De printer kan een 2-zijdig document automatisch op ondersteund papier afdrukken. Voordat u een 2-zijdig document afdrukt, controleert u of de papiersoort en het papiergewicht worden ondersteund.
Afdrukken Een 2-zijdig document afdrukken Opties voor automatisch 2-zijdig afdrukken moeten worden opgegeven in de printerdriver. De portretof landschaprichting die in de applicatie is opgegeven, wordt toegepast. Windows 1. 2. Klik op het tabblad Papier/aflevering. Klik bij 2-zijdig afdrukken op 2-zijdig afdrukken of 2-zijdig afdrukken, omslaan via korte kant. Macintosh 1. 2. Klik in het dialoogvenster Druk af op Xerox-toepassingen.
Afdrukken Papier selecteren Als u een afdrukopdracht naar de printer verzendt, kunt u de printer automatisch het papier laten selecteren op basis van het documentformaat, de papiersoort en -kleur die u hebt geselecteerd. U kunt ook zelf een specifieke lade opgeven die het gewenste papier bevat. Windows 1. 2. 3. 4. 5. Klik in de printerdriver op het tabblad Papier/aflevering. Om een papierformaat op te geven, klikt u op de pijl naast het veld Papier en selecteert u vervolgens Ander formaat.
Afdrukken Meerdere pagina's op één vel papier afdrukken (N op 1) Wanneer u een document van meerdere pagina's afdrukt, kunt u meer dan één pagina op een vel papier afdrukken. U kunt één, twee, vier, zes, negen of zestien pagina's per zijde afdrukken. 1 2 3 4 Windows 1. 2. 3. 4. Klik in de printerdriver op het tabblad Opmaak/watermerk. Klik op Pagina's per vel (N op 1). Klik op de toets voor het aantal pagina's dat u op één zijde wilt afdrukken. Klik op OK. Macintosh 1. 2.
Afdrukken Brochures afdrukken Met 2-zijdig afdrukken kunt u een document als katern afdrukken. U kunt katernen maken voor elk papierformaat waarop 2-zijdig kan worden afgedrukt. De driver verkleint elk paginabeeld automatisch en drukt vier paginabeelden per vel papier af (twee op elke zijde). De pagina's worden in de juiste volgorde afgedrukt, zodat u de pagina's kunt vouwen en nieten tot katern.
Afdrukken Katern afdrukken met AVH-module selecteren Windows 1. 2. 3. 4. 5. 6. Klik in de printerdriver op het tabblad Papier/aflevering, klik op de pijl rechts van Afwerking en klik vervolgens Katern maken. Voer in het venster Katern maken bij Katernafwerking een van de volgende stappen uit: • Klik op Geen: er wordt niet gevouwen of geniet. • Klik op Katern rillen: maximaal 5 vellen worden dubbelgevouwen.
Afdrukken Katern afdrukken zonder AVH-module selecteren Windows 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. Klik in de printerdriver op het tabblad Opmaak/watermerk. Klik op de optie Katernopmaak en klik vervolgens op Katernopties. Het papierformaat wordt automatisch geselecteerd. Om het papierformaat handmatig te selecteren, schakelt u bij Papierformaat katern het selectievakje uit, klikt u op de pijl omlaag en klikt u vervolgens op het gewenste papierformaat.
Afdrukken Omslagen afdrukken Een omslag is de eerste of de laatste pagina van een document. U kunt voor de omslag een andere papierbron selecteren dan voor de resterende pagina's van een document. Gebruik bijvoorbeeld het briefhoofdpapier van uw bedrijf voor de eerste pagina van een document of zwaar papier voor de eerste en laatste pagina van een rapport. • Gebruik de relevante papierlade als bron voor het afdrukken van omslagen.
Afdrukken Afdrukoptie Laatste pagina met tekst 1-zijdig afdrukken 2-zijdig afdrukken Blanco pagina's Voeg één blanco pagina toe aan het einde van het document. Oneven Voeg twee blanco pagina's toe aan het einde van het document. Even Voeg één blanco pagina toe aan het einde van het document.
Afdrukken Windows 1. 2. 3. Klik in de printerdriver op het tabblad Speciale pagina's. Klik op Omslagen toevoegen. Klik in het venster Omslagen toevoegen op de gewenste opties en klik vervolgens op OK. Macintosh 1. 2. 3. 82 Klik in het dialoogvenster Druk af op het menu Aantal & pagina's, klik op Xerox-toepassingen en klik vervolgens op Omslagen toevoegen. Klik op Voor of Na document. Klik op de gewenste opties en klik vervolgens op OK.
Afdrukken Invoegpagina's afdrukken Een invoeging is een scheidingsvel of tussenvel dat kan worden ingevoegd na een afdrukopdracht, tussen de exemplaren van een afdrukopdracht of tussen de afzonderlijke pagina's van een afdrukopdracht. Geef de lade op die als bron voor de invoegpagina's moet worden gebruikt. • Invoegopties: plaats invoeging Na pagina('s) of Voor pagina('s). • Aantal invoegingen: geef hier het aantal invoegingen op dat op elke locatie moet worden ingevoegd.
Afdrukken Afwijkende documentpagina's afdrukken U kunt de kenmerken opgeven van alle pagina's in de afdrukopdracht, die afwijken van de instellingen voor de rest van de afdrukopdracht. Uw afdrukopdracht bestaat bijvoorbeeld uit 30 pagina's die op papier van standaardformaat moeten worden afgedrukt en twee pagina's die op papier van een ander formaat moeten worden afgedrukt.
Afdrukken Macintosh 1. 2. 3. Klik in het dialoogvenster Druk af op Aantal & pagina's en klik vervolgens op Xerox-toepassingen. Klik op Speciale pagina's en klik vervolgens op Afwijkende documentpagina's. Klik op de gewenste instellingen en klik vervolgens op OK.
Afdrukken Schalen Als u de afgedrukte paginabeelden wilt verkleinen of vergroten, selecteert u een schaalwaarde tussen 25 en 400 procent. De standaardwaarde is 100 procent. Windows 1. 2. 3. Klik in de printerdriver op het tabblad Papier/aflevering. Klik op de pijl omlaag rechts van het veld Papier en klik vervolgens op Ander formaat.
Afdrukken Watermerken afdrukken Een watermerk is aanvullende tekst die op een of meerdere pagina's kan worden afgedrukt. Zo kunt u bijvoorbeeld termen als Concept en Vertrouwelijk, die u op een pagina wilt weergeven voordat u het document verspreidt, als een watermerk invoegen. Met behulp van de functie Watermerk kunt u: • Een watermerk maken • De tekst, densiteit, locatie en hoek van een bestaand watermerk bewerken.
Afdrukken Macintosh 1. 2. 88 Klik in het dialoogvenster Druk af op Aantal en pagina's en klik vervolgens op Xerox-toepassingen. • Klik op de pijl omlaag bij Watermerk en klik vervolgens op het gewenste bestaande watermerk. • Als u een watermerk wilt bewerken, klikt u op de pijl omlaag bij Watermerk, klikt u op Bewerken, geeft u de gewenste instellingen op in het dialoogvenster Watermerk bewerken en klikt u vervolgens op OK.
Afdrukken Spiegelbeelden afdrukken in Windows Als de optie PostScript is geïnstalleerd, kunt u pagina's als een spiegelbeeld afdrukken. Beelden worden van links naar rechts gespiegeld bij het afdrukken. 1. Klik in de printerdriver op het tabblad Geavanceerd. 2. Klik op het plus-teken (+) bij Beeldopties, klik op Gespiegelde aflevering en klik vervolgens op Ja.
Afdrukken Aangepaste formaten maken en opslaan U kunt vanuit lade 1, 2, 3, 4 en 5 (handmatige invoer) afdrukken op aangepaste papierformaten. De instellingen voor aangepaste formaten worden in de printerdriver opgeslagen en u kunt ze in al uw applicaties selecteren. Opmerking: Zie Media plaatsen op pagina 58 voor meer informatie. Windows 1. 2. 3. 4. 5. Klik op het tabblad Papier/aflevering. Klik op de pijl rechts van het veld Papier en klik vervolgens op Ander formaat.
Afdrukken Berichtgeving voltooide opdrachten voor Windows U kunt kiezen of u een bericht wilt ontvangen wanneer uw opdracht is afgedrukt. Rechtsonder in het scherm van uw computer wordt een bericht weergegeven met de naam van de opdracht en de naam van de printer waarop de opdracht is afgedrukt. Opmerking: Deze functie is alleen beschikbaar als de printer via een netwerk is aangesloten op uw Windows-computer. 1. 2. 3. Klik in de printerdriver op Meer status onder aan een willekeurig tabblad.
Afdrukken Afdrukken vanaf een USB-stick PDF-, TIFF- en XPS-bestanden kunnen rechtstreeks vanaf een USB-stick worden afgedrukt. Opmerkingen: • De optie Afdrukken vanaf USB moet door uw systeembeheerder worden ingeschakeld. • U kunt de USB-poort en mediakaartlezer niet tegelijkertijd gebruiken. Indien aanwezig, verwijdert u eerst de kabel uit de mediakaartlezer voordat u de USB-poort op het bedieningspaneel gaat gebruiken. Afdrukken vanaf een USB-stick: 1.
Afdrukken Speciale opdrachttypen afdrukken U kunt de volgende speciale opdrachttypen toekennen vanuit de Windowns- of Macintosh-printerdrivers: • Beveiligde opdrachten afdrukken en verwijderen op pagina 93 • Een proefset afdrukken op pagina 94 • Afdrukken uitstellen op pagina 94 • Kostenafdruk op pagina 95 • Een afdrukopdracht opslaan op de printer op pagina 96 • Een afdrukopdracht naar een faxapparaat verzenden op pagina 97 Beveiligde opdrachten afdrukken en verwijderen Met het opdrachttype Beveiligde af
Afdrukken 6. 7. Druk op Afdrukken. Als u de opdracht wilt verwijderen, drukt u op Verwijderen. Een proefset afdrukken Met het opdrachttype Proefset kunt u een opdracht verzenden die uit meerdere exemplaren bestaat, en daarbij eerst een proefafdruk van de opdracht maken en de overige exemplaren van de opdracht op de printer vasthouden. Nadat u de proefset hebt bekeken, kunt u de resterende exemplaren vrijgeven of verwijderen. Windows 1. 2. 3.
Afdrukken Windows 1. 2. 3. Klik in de printerdriver op Papier/aflevering, klik op het menu Opdrachttype en klik vervolgens op Uitgestelde afdruk. Voer bij Afdruktijdstip het gewenste afdruktijdstip in of klik op de pijlen en klik vervolgens op OK. Klik op OK. Macintosh 1. 2. 3. Klik in het dialoogvenster Druk af op Aantal en pagina's en klik vervolgens op Xerox-toepassingen. Klik op het menu Opdrachttype en klik vervolgens op Uitgestelde afdruk.
Afdrukken Een afdrukopdracht opslaan op de printer Met het opdrachttype Opslaan in map wordt een afdrukopdracht in een map op de printer opgeslagen. U kunt de opdracht via het bedieningspaneel van de printer afdrukken. De opdracht wordt niet automatisch verwijderd na het afdrukken, maar kan handmatig worden verwijderd op het bedieningspaneel van de printer. Windows 1. 2. 3. 4. 5. Klik in de printerdriver op Papier/aflevering, klik op het menu Opdrachttype en klik vervolgens op Bestand opslaan in map.
Afdrukken Een afdrukopdracht naar een faxapparaat verzenden Zie Faxen verzenden vanaf uw computer op pagina 156.
Afdrukken 98 WorkCentre 5300 Multifunctionele printer Handleiding voor de gebruiker
5 Kopiëren In dit hoofdstuk worden de volgende onderwerpen behandeld: • Eenvoudige kopieeropdrachten op pagina 100 • Kopieeropties wijzigen op pagina 102 Zie ook: System Administrator Guide (Handleiding voor de systeembeheerder) op www.xerox.com/office/WC53xxdocs voor informatie over het beheer van de kopieerfuncties.
Kopiëren Eenvoudige kopieeropdrachten Kopieën maken: 1. Druk op het bedieningspaneel op de gele toets Alles wissen om eerdere kopieerinstellingen te verwijderen. 2. Plaats het origineel. Gebruik de glasplaat voor opdrachten van een enkele pagina of voor originelen die niet via de AOD (automatische originelendoorvoer) kunnen worden ingevoerd. Gebruik de AOD voor documenten van één of meer pagina's. Glasplaat .
Kopiëren AOD • • • • wc53xx-018 • • wc53xx-019 3. 4. 5. 6. • Plaats de originelen met de beeldzijde omhoog en pagina 1 bovenop. Het bevestigingslampje gaat branden wanneer de originelen correct zijn geplaatst. Stel de papiergeleiders zo af dat ze tegen de originelen liggen. In de AOD kunt u papier plaatsen met een gewicht van 38 g/m² tot 128 g/m² voor 1-zijdig kopiëren en 50 g/m² tot 128 g/m² voor 2-zijdige kopiëren.
Kopiëren Kopieeropties wijzigen In dit gedeelte worden de volgende onderwerpen behandeld: • Basisinstellingen op pagina 102 • Aanpassingen afdrukkwaliteit op pagina 106 • Opmaakaanpassingen op pagina 107 • Aanpassingen aan afleveringsopmaak op pagina 111 • Geavanceerd kopiëren op pagina 118 Basisinstellingen Als op de toets Kopiëren op het aanraakscherm wordt gedrukt, verschijnt het tabblad Kopiëren.
Kopiëren 4. De breedte en lengte van het beeld verkleinen of vergroten met verschillende percentages: a. Druk op Verkleinen / vergroten en vervolgens op Onafhankelijk X–Y%. b. Gebruik de percentagepijltoetsen Breedte om de breedte (X-as) van het beeld te wijzigen. c. Gebruik de percentagepijltoetsen Lengte om de lengte (Y-as) van het beeld te wijzigen. Opmerking: U kunt een beeld ook verkleinen of vergroten door op een van de Voorinstellingen te drukken. d. e.
Kopiëren • • 2 -> 1-zijdig: hiermee worden beide zijden van de originelen gescand en worden 1-zijdige kopieën gemaakt. Zijde 2 roteren: hiermee wordt het beeld van zijde twee van 2-zijdige kopieën 180 graden gedraaid. Kopieën in sets U kunt kopieeropdrachten die meerdere pagina's omvatten automatisch in sets afleveren.
Kopiëren Kopieën nieten Als de printer is uitgerust met de optionele geïntegreerde kantoorafwerkeenheid, kunnen kopieën automatisch met één nietje worden geniet. De LX-kantoorafwerkeenheid kan automatisch met twee nietjes nieten. Nieten selecteren: 1. Druk op Kopiëren op het aanraakscherm. 2. Druk in Aflevering kopieën op de optie Sets 1 nietje. 3. Druk op Meer voor extra nietopties.
Kopiëren 3. Druk onder Perforeren op de optie 2 gaten, 3 gaten of 4 gaten. Selecteer desgewenst Boven. Opmerking: De instellingen voor perforeren variëren op basis van de printerconfiguratie. 4. Druk op Opslaan. Katernen maken Kopieën kunnen in de vorm van een katern worden afgedrukt. De paginabeelden worden verkleind zodat er twee beelden per zijde van elke pagina worden afgedrukt. De pagina's kunnen vervolgens handmatig worden gevouwen en geniet.
Kopiëren Achtergrondverschillen automatisch onderdrukken Wanneer u originelen gebruikt die op dun papier zijn gedrukt, schijnt de tekst of het beeld op de ene zijde van het papier soms door op de andere zijde van het papier. Gebruik Autom. onderdrukking om de zichtbaarheid van achtergrondkleuren in uw kopieën tot een minimum te beperken. Deze instelling wijzigen: 1. Druk op Kopiëren op het aanraakscherm en druk dan op het tabblad Afdrukkwaliteit. 2. Druk op Beeldverbetering. 3.
Kopiëren Als u alleen de linkerpagina van een opengeslagen boek wilt kopiëren, drukt u op Alleen linkerpagina. Om de instelling voor Bindrug wissen (de ruimte tussen het beeldgebied en de bindrand) op te geven, drukt u op de toets plus of min (+/–). c. Als u alleen de rechterpagina van een opengeslagen boek wilt kopiëren, drukt u op Alleen rechterpagina. Om de instelling voor Bindrug wissen (de ruimte tussen het beeldgebied en de bindrand) op te geven, drukt u op de toets plus of min (+/–).
Kopiëren Origineelformaat opgeven Het origineelformaat opgeven zodat het juiste gebied wordt gekopieerd: 1. Druk op Kopiëren op het aanraakscherm en druk dan op het tabblad Opmaakaanpassing. 2. Selecteer Origineelformaat. a. De printer kan de eerste pagina van de originelen vooraf scannen om het gebied te bepalen dat moet worden gekopieerd. Druk op Auto-herkenning. b.
Kopiëren Beeld verschuiven U kunt de plaatsing van het beeld op de kopie wijzigen. Dit is handig als de beeldgrootte kleiner is dan het paginaformaat. Voor een correcte werking van de beeldverschuiving moeten de originelen juist zijn geplaatst. Zie Eenvoudige kopieeropdrachten op pagina 100 voor meer informatie. • AOD: plaats de originelen met de afdrukzijde omhoog en zo dat de linkerkant (lange zijde) eerst wordt ingevoerd.
Kopiëren Het beeld omkeren Originelen kunnen worden afgedrukt in spiegelbeeld. Elk beeld wordt dan van links naar rechts gespiegeld weergegeven op de pagina. Originelen kunnen als negatieven worden afgedrukt; het positieve beeld wordt dan als negatief afgedrukt. Beelden omkeren: 1. Druk op Kopiëren op het aanraakscherm en dan op het tabblad Opmaakaanpassing. 2. Om beelden te spiegelen, drukt u op Beeld omkeren en vervolgens op Spiegelbeeld.
Kopiëren Katernen maken Kopieën kunnen in de vorm van een katern worden afgedrukt. De paginabeelden worden verkleind zodat er twee beelden per zijde van elke pagina worden afgedrukt. De pagina's kunnen vervolgens handmatig worden gevouwen en geniet of met gebruik van de juiste afwerkeenheid automatisch worden gerild en geniet. Opmerking: In deze modus drukt de printer de kopieën pas af nadat alle originelen zijn gescand. Een katern maken: 1.
Kopiëren Omslagen opnemen Als u omslagen aan een kopieeropdracht wilt toevoegen, dient u voor de eerste en laatste pagina een andere lade te selecteren. In deze laden kunnen zwaarder papier, gekleurd papier of voorbedrukt papier worden geplaatst. De omslagen kunnen blanco of bedrukt zijn. Opmerking: Het papier dat voor de omslagen wordt gebruikt, moet hetzelfde formaat hebben als het papier dat voor de rest van het document wordt gebruikt. Het type omslagen en de lade voor het omslagpapier selecteren: 1.
Kopiëren c. d. Om het aantal keren op te geven dat het beeld verticaal of horizontaal moet worden herhaald, drukt u op Variabel herhalen en vervolgens op de toets plus of min (+/–). U kunt een beeld 1 tot 23 keer verticaal (in kolommen) herhalen en 1 tot 33 keer horizontaal (in rijen) herhalen. • Om de beelden gelijkmatig over de pagina te verdelen, drukt u op Evenredig verspreid. • Om de beelden zonder ruimte ertussen te plaatsen, drukt u op Opeenvolgend.
Kopiëren Notities toevoegen U kunt automatisch notities aan kopieën toevoegen, zoals paginanummers en de datum. Notities toevoegen: 1. Druk op Kopiëren op het aanraakscherm en vervolgens op het tabblad Afleveringsopmaak. 2. Druk op Notities. 3. Een opmerking invoegen: a. Druk op Opmerking en vervolgens op Aan. b. Druk op het volgende scherm op de gewenste opmerking in de lijst met opgeslagen opmerkingen. c. Om een opmerking te maken, drukt u op een opmerking en vervolgens op Bewerken.
Kopiëren c. 7. 8. 9. Om het paginanummer van de beginpagina in te voeren, drukt u op de toets plus of min (+/–). d. Als u wilt selecteren op welke pagina's het Bates-stempel wordt weergegeven, drukt u vervolgens op Toepassen op, drukt u op Alle pagina's of Alle pagina's behalve de eerste pagina en drukt u daarna op Opslaan. e. Als u de positie van het Bates-stempel op de pagina wilt selecteren, drukt u op Positie, selecteert u de gewenste positie en drukt u op Opslaan. f.
Kopiëren ID-kaart kopiëren Met deze toepassing kunt u beide zijden van een klein origineel, zoals een ID-kaart, op dezelfde zijde van een pagina kopiëren. 1. Open de AOD en plaats de kaart in de linkerbovenhoek van de glasplaat. Opmerking: Plaats de kaart niet helemaal in de linkerbovenhoek van de glasplaat om het gehele beeld van de kaart te kunnen vastleggen. 2. 3. 4. 5. Sluit de AOD, druk op Kopiëren op het aanraakscherm en druk vervolgens op het tabblad Afleveringsopmaak.
Kopiëren Geavanceerd kopiëren Gebruik het tabblad Opdrachtmodule om de volgende instellingen te wijzigen: • Een opdracht opbouwen op pagina 118 • Een proefkopie afdrukken op pagina 120 • Originelensets samenvoegen op pagina 120 • Buiten / binnen verwijderen op pagina 121 • Kopieerinstellingen opslaan op pagina 121 • Opgeslagen kopieerinstellingen ophalen op pagina 122 • Gebruik van formulieroverlay op pagina 122 Een opdracht opbouwen Met deze functie kunnen complexe kopieeropdrachten van documenten met ve
Kopiëren Druk op Instellingen wijzigen. Druk op de instellingen voor het segment. Druk op de groene toets Start op het bedieningspaneel om de volgende set originelen te scannen. Herhaal stap 3 voor elk extra segment dat u wilt kopiëren. Wanneer alle segmenten zijn gescand, drukt u in het scherm Kopiëren op Laatste origineel. De volledige kopieeropdracht wordt afgedrukt. c. d. 4. 5.
Kopiëren Een proefkopie afdrukken Als u een ingewikkelde kopieeropdracht hebt, wilt u misschien één kopie ter controle afdrukken voordat u meerdere kopieën afdrukt. Met deze functie wordt één kopie afgedrukt en worden de overige kopieën vastgehouden op de printer. Nadat u de proefkopie hebt geïnspecteerd, kunnen de overige kopieën worden afgedrukt met dezelfde instellingen of worden geannuleerd. Opmerking: De proefkopie telt mee in het totale aantal kopieën dat u hebt opgegeven.
Kopiëren 8. 9. Wanneer de laatste set is gekopieerd, drukt u in het venster Originelensets samenvoegen op Laatste origineel. De laatste kopieën worden afgedrukt. Als u de opdracht wilt annuleren, drukt u op Verwijderen. Buiten / binnen verwijderen Met deze toepassing kunt u alles binnen of buiten een opgegeven rechthoekig gebied verwijderen. Er kunnen maximaal drie gebieden worden opgegeven om te worden verwijderd. Gebieden selecteren om te verwijderen: 1.
Kopiëren 3. 4. Voer met behulp van het toetsenbord op het aanraakscherm een naam in voor de opgeslagen instellingen. Druk op Opslaan. Opgeslagen kopieerinstellingen ophalen Eerder opgeslagen kopieerinstellingen kunnen voor huidige opdrachten worden opgehaald en gebruikt. Opmerking: Zie Kopieerinstellingen opslaan op pagina 121 voor het opslaan van de kopieerinstellingen. Opgeslagen instellingen ophalen: 1. Druk op het aanraakscherm op Kopiëren. 2.
Scannen 6 In dit hoofdstuk worden de volgende onderwerpen behandeld: • Scannen – overzicht op pagina 124 • Originelen plaatsen op pagina 125 • Een scanbestand opslaan in een map op pagina 126 • Op de printer opgeslagen bestanden afdrukken op pagina 127 • Opgeslagen bestanden afdrukken met behulp van CentreWare Internet Services op pagina 129 • Scannen naar een bestandsopslagplaats op het netwerk op pagina 133 • Scannen naar een e-mailadres op pagina 134 • Scannen naar een computer op pagina 136 • Scannen
Scannen Scannen – overzicht Scannen is een optionele printertoepassing die verschillende methoden biedt voor het scannen en opslaan van originelen. De scanprocedure die wordt gebruikt bij de printer is anders dan die van bureaubladscanners. Aangezien de printer gewoonlijk is verbonden met een netwerk in plaats van met een enkele computer, selecteert u een bestemming voor het gescande beeld op de printer.
Scannen Originelen plaatsen Alle scantaken beginnen met het plaatsen van het origineel in de printer. U kunt de glasplaat gebruiken voor opdrachten die uit één pagina bestaan of voor originelen die niet door de AOD kunnen. Gebruik de AOD voor opdrachten die uit één of meerdere pagina's bestaan. De glasplaat gebruiken Til de klep van de AOD omhoog en plaats het origineel met de beeldzijde omlaag in de hoek linksachter van de glasplaat, zoals getoond.
Scannen Een scanbestand opslaan in een map In dit gedeelte worden de volgende onderwerpen behandeld: • Scannen naar een map op pagina 126 • Op de printer opgeslagen bestanden afdrukken op pagina 127 • Opdrachtstroomschema's gebruiken op pagina 129 • Opgeslagen bestanden afdrukken met behulp van CentreWare Internet Services op pagina 129 • Gescande bestanden ophalen en op uw computer plaatsen met behulp van CentreWare Internet Services op pagina 129 • Een map maken op pagina 130 • Een map verwijderen op pag
Scannen Op de printer opgeslagen bestanden afdrukken Een bestand afdrukken dat is opgeslagen in een map op de printer: 1. Druk op de toets Home Functies. 2. Druk op het aanraakscherm op Verzenden uit map. 3. Druk op de gewenste map. Als een toegangscode vereist is, voert u de toegangscode in met behulp van het alfanumerieke toetsenblok. Druk vervolgens op Bevestigen op het aanraakscherm. 4. Druk in de bestandenlijst op het gewenste bestand.
Scannen 5. 128 Opdrachtstroominstellingen openen: a. Als er opdrachtstroomschema's zijn gemaakt, drukt u op Instell. opdr. stroom. Het opdrachtstroomschema dat momenteel aan de map is gekoppeld, wordt weergegeven. b. Om wijzigingen door te voeren in de opdrachtstroominstellingen, drukt u op Koppeling maken/wijzigen of Opdr.-stroomschema select.
Scannen Opdrachtstroomschema's gebruiken Met opdrachtstroomschema's kunt u voor een bestand dat is opgeslagen in een map een aantal vastgelegde acties uitvoeren, zoals Als fax verzenden of Afdrukken. Opdrachtstroomschema's worden gemaakt door de systeembeheerder en worden opgeslagen op de printer, waar ze door de gebruiker kunnen worden gekoppeld aan een opgeslagen bestand. Voor meer informatie raadpleegt u de System Administrator Guide (Handleiding voor de systeembeheerder) op www.xerox.
Scannen 5. Klik in het venster Map op de gewenste map. Geef indien nodig de toegangscode voor de map op en klik vervolgens op Toepassen. De pagina Map: Bestandenlijst wordt weergegeven. Opmerking: Schuif indien nodig naar beneden om alle bestanden te zien. 6. 7. Selecteer het gewenste bestand. Schuif naar beneden naar Ophalen van bestandsindeling. Klik in de keuzelijst Ophalen van bestandsindeling op de gewenste bestandsindeling.
Scannen 5. Mapeigenschappen toewijzen: • Druk op Mapnaam. Voer de naam in met behulp van het toetsenbord op het aanraakscherm en druk op Opslaan. • Druk op Doc. na ophalen verwijderen, druk op Ja of Nee en druk vervolgens op Opslaan. • Druk op Verlopen bestanden verwijderen, druk op Ja of Nee en druk vervolgens op Opslaan. • Druk op Stroomschema aan map koppelen en druk vervolgens op Koppeling verwijderen of Koppeling maken/wijzigen. Een map maken met behulp van CentreWare Internet Services: 1.
Scannen Een map verwijderen met behulp van CentreWare Internet Services: 1. Open de webbrowser op uw computer. 2. Typ het IP-adres van de printer in de adresbalk van de webbrowser en druk op Enter om CentreWare Internet Services te openen. Opmerking: Als u het IP-adres van uw printer niet weet, raadpleegt u Het IP-adres van de printer opzoeken op pagina 49. 3. 4. Klik op het tabblad Scannen. Klik in het navigatiedeelvenster Scannen aan de linkerkant van de pagina op Map.
Scannen Scannen naar een bestandsopslagplaats op het netwerk Scannen naar een bestandsopslagplaats op het netwerk is een toepassing van Scannen in netwerk. Door u gescande documenten worden verzonden naar een documentenopslagplaats op een netwerkserver, die is geconfigureerd door uw systeembeheerder. Een sjabloon, die eveneens wordt gemaakt door de systeembeheerder, definieert de scaninstellingen en de bestemming van het gescande beeld.
Scannen Scannen naar een e-mailadres Bij het scannen naar een e-mailadres worden gescande documenten als e-mailbijlage verzonden. Opmerking: Deze toepassing moet door uw systeembeheerder worden ingeschakeld. Een gescand beeld naar een e-mailadres verzenden: 1. Plaats het origineel op de glasplaat of in de AOD. 2. Druk op het bedieningspaneel op de toets Home Functies. 3. Druk op E-mail. 4.
Scannen De bestandsindeling wijzigen: 1. Druk op het bedieningspaneel van de printer op de toets Home Functies. 2. Druk op E-mail en druk vervolgens op het tabblad E-mailopties. 3. Druk op Bestandsindeling en selecteer vervolgens het gewenste bestandstype. Wanneer een bestandsindeling wordt geselecteerd, wordt er een beschrijving weergegeven. 4. Om de bestandsindeling te accepteren, drukt u op Opslaan. Een leesbevestiging aanvragen: 1. Druk op het bedieningspaneel van de printer op de toets Home Functies.
Scannen Scannen naar een computer Met de toepassing Scannen naar pc kunt u een document naar uw computer scannen. Opmerking: Deze toepassing moet door uw systeembeheerder worden ingeschakeld. De toepassing Scannen naar pc gebruiken: 1. Plaats het origineel op de glasplaat of in de AOD. 2. Druk op het bedieningspaneel op de toets Home Functies. 3. Druk op Scannen naar pc. 4. Druk op Overdrachtprotocol, druk vervolgens op FTP, SMB of SMB (UNC-indeling) en druk daarna op Opslaan. 5.
Scannen Scannen naar eigen bestemming Met de toepassing Scannen naar eigen bestemming kunt u een document naar een eigen bestemming scannen. De netwerklocatie van uw eigen bestemming wordt gedefinieerd door de systeembeheerder. Opmerking: Deze toepassing moet door uw systeembeheerder worden geconfigureerd. De toepassing Scannen naar eigen bestemming gebruiken: 1. Plaats het origineel op de glasplaat of in de AOD. 2. Druk op het bedieningspaneel op de toets Home Functies. 3. Druk op Scannen in netwerk. 4.
Scannen Opslaan op een USB-stick Met de toepassing Opslaan op USB kunt u een document scannen en opslaan een USB-stick die in de USB-poort op het bedieningspaneel van de printer is geplaatst. Opmerkingen: • Deze toepassing moet door uw systeembeheerder worden ingeschakeld. • Deze toepassing kan niet worden gebruikt wanneer een mediakaartlezer is aangesloten. De toepassing Opslaan op USB gebruiken: 1. Plaats het origineel op de glasplaat of in de AOD. 2.
Scannen Scanopties instellen In dit gedeelte worden de volgende onderwerpen behandeld: • Scaninstellingen op pagina 139 • Extra scanopties op pagina 140 Scaninstellingen Het scannen kan worden bijgesteld met behulp van optionele instellingen.
Scannen Extra scanopties Extra scanopties maken een nauwkeurige controle van het scanproces mogelijk. Veel van deze optionele instellingen vervangen de automatische instellingen. Het gebruik van deze opties wordt beschreven in de instructies op het aanraakscherm.
Scannen Opmaakaanpassing Opmaakaanpassing biedt extra instellingen voor origineelrichting, origineelformaat, randen wissen, boek scannen en verkleinen/vergroten. Opmaakaanpassing gebruiken: 1. Druk op het bedieningspaneel van de printer op de toets Home Functies. 2. Druk op de gewenste scanmethode. 3. Selecteer het tabblad Opmaakaanpassing. 4. Druk op de gewenste instelling. Instellingen Gebruik Origineelrichting U kunt kiezen tussen Staande beelden of Liggende beelden.
Scannen Opties voor archiveren De opties voor archiveren voorzien in extra instellingen voor het benoemen van beelden, het kiezen van beeldindelingen, het toevoegen van metagegevens en de procedure wanneer een bestandsnaam al bestaat. Opties voor archiveren gebruiken: 1. Druk op het bedieningspaneel van de printer op de toets Home Functies. 2. Druk op de gewenste scanmethode. 3. Druk op het tabblad Opties voor archiveren. 4. Druk op de gewenste instelling.
Scannen Xerox® hulpprogramma voor scannen gebruiken In dit gedeelte worden de volgende onderwerpen behandeld: • Overzicht op pagina 143 • Scansjabloon maken op pagina 144 • Scannen naar een sjabloon op pagina 145 • Network Scan Utility 3 op pagina 145 • Gescande bestanden in een toepassing importeren op pagina 146 Met het Xerox®-hulpprogramma voor scannen kunt u beelden van de printer rechtstreeks naar uw computer scannen. Deze gescande beelden worden niet op de printer opgeslagen.
Scannen Scansjabloon maken Scansjablonen bevatten scaninstructies, zoals kleurinstellingen, bestandsindeling en resolutie. U kunt extra instellingen opgeven om miniaturen van de beelden te behouden, of u kunt een mapbestemming selecteren zodat gescande beelden automatisch naar een opgegeven map op uw computer worden gekopieerd. U moet een scansjabloon maken voordat u beelden naar uw computer kunt downloaden of beelden in applicaties kunt importeren via TWAIN of WIA.
Scannen Scannen naar een sjabloon Plaats het origineel in de AOD of op de glasplaat van de printer. 1. Druk op het bedieningspaneel op de toets Home Functies. 2. Druk op Scannen in netwerk. 3. Druk op de gewenste sjabloon. Zie Scansjabloon maken op pagina 144 voor het maken van een sjabloon. Opmerking: Instellingen die u via CentreWare Internet Services selecteert, kunnen worden vervangen door instellingen die worden opgegeven via het aanraakscherm. 4. 5.
Scannen Gescande bestanden in een toepassing importeren U kunt gescande beelden importeren in een toepassing op uw Windows- of Macintosh-computer. U moet een scansjabloon maken voordat u beelden naar uw computer kunt downloaden of beelden in toepassingen kunt importeren via TWAIN of WIA. Zie voor meer informatie de Help bij het Xerox-hulpprogramma voor scannen.
Scannen WIA-afbeeldingsbeheer gebruiken in een Windows-toepassing Gescande beelden in een toepassing importeren via WIA-afbeeldingsbeheer in Windows XP, Windows Vista en Windows Server 2003: 1. Open het bestand waarin u het beeld wilt plaatsen. 2. Selecteer het menu-item in de toepassing om het gescande beeld op te halen. Als u bijvoorbeeld een beeld in een Microsoft Word 2003-document wilt plaatsen: a. Klik op Invoegen. b. Selecteer Foto. c. Selecteer Van scanner of camera. d.
Scannen 3. 4. Selecteer het beeld dat u wilt importeren. Klik op Importeren. Een kopie van het beeld wordt nu overgezet naar de locatie die u in de toepassing hebt geselecteerd. Als u de geselecteerde beelden wilt verwijderen, klikt u op Verwijderen. Opmerking: Klik op Help voor meer informatie.
7 Faxen In dit hoofdstuk worden de volgende onderwerpen behandeld: • Faxen – overzicht op pagina 150 • Faxen verzenden op pagina 152 • Serverfax op pagina 154 • Een internetfax verzenden op pagina 155 • Faxen verzenden vanaf uw computer op pagina 156 • Faxen ontvangen op pagina 157 • Faxopties selecteren op pagina 158 • Adresboekvermeldingen toevoegen op pagina 162 • Faxopmerkingen maken op pagina 165 WorkCentre 5300 Multifunctionele printer Handleiding voor de gebruiker 149
Faxen Faxen – overzicht Faxen is een optionele printertoepassing die verschillende methoden biedt voor het faxen van originele documenten. • Interne fax: het document wordt gescand en rechtstreeks naar een faxapparaat verzonden. • Serverfax: het document wordt gescand en via een Ethernet-netwerk naar een faxserver verzonden, die de fax vervolgens naar een faxapparaat verzendt. • Internetfax: het document wordt gescand en als bijlage bij een e-mailbericht naar een ontvanger verzonden.
Faxen Originelen plaatsen Met uitzondering van Faxen vanaf uw computer, beginnen alle faxtaken met het plaatsen van het origineel in de printer. U kunt de glasplaat gebruiken voor opdrachten die uit één pagina bestaan of voor originelen die niet door de AOD kunnen. Gebruik de AOD voor opdrachten die uit één of meerdere pagina's bestaan. Glasplaat Til de klep van de AOD op en plaats het origineel met de beeldzijde omlaag tegen de linkerbovenhoek van de glasplaat.
Faxen Faxen verzenden Een fax sturen via de Interne fax van de printer: 1. Plaats het origineel op de glasplaat of in de AOD. 2. Druk op het bedieningspaneel op de toets Home Functies. 3. Druk op Fax. 4. Voer een van de volgende handelingen uit om het faxnummer van de ontvanger handmatig in te voeren: • Voer met behulp van het alfanumerieke toetsenblok het faxnummer in en druk vervolgens op Toevoegen.
Faxen Pauzes in faxnummers invoegen Voor sommige faxnummers zijn een of meer pauzes nodig tijdens het kiezen van het nummer. Een pauze in een faxnummer invoegen: 1. Voer met behulp van het alfanumerieke toetsenblok een faxnummer in. 2. Druk op de toets Kiespauze op het bedieningspaneel om een pauze – aangegeven met een streepje – op de gewenste plaats in te voegen. 3. Voer de rest van het faxnummer in.
Faxen Serverfax Bij gebruik van een serverfax wordt het document gescand en via het netwerk naar een faxserver verzonden. De faxserver verzendt de fax vervolgens via een telefoonlijn naar een faxapparaat. Opmerkingen: • De functie Serverfax moet voor gebruik zijn ingeschakeld en er moet een faxserver zijn geconfigureerd. • Serverfax kan niet samen met de functie Fax worden gebruikt. Als Serverfax in gebruik is en u op de toets Fax op het aanraakscherm drukt, wordt Serverfax geactiveerd.
Faxen Een internetfax verzenden Als er een SMTP-e-mailserver met uw netwerk is verbonden, kunt u een document naar een e-mailadres verzenden. Dankzij deze functie is een aparte telefoonlijn overbodig. Bij gebruik van Internetfax wordt het document gescand en naar een e-mailadres verzonden. VOORZICHTIG: De functie Internetfax moet voor gebruik zijn ingeschakeld en er moet een SMTP-server zijn geconfigureerd.
Faxen Faxen verzenden vanaf uw computer Met gebruik van de printerdriver kan een document dat op uw computer is opgeslagen, als een fax worden verzonden. Opmerking: Om een fax vanaf uw computer te kunnen verzenden, moet de faxfunctie op de printer zijn geïnstalleerd en door de systeembeheerder zijn ingeschakeld. Klik in uw software-applicatie op Bestand en vervolgens op Afdrukken. Selecteer uw printer in de lijst.
Faxen Faxen ontvangen De printer moet door de systeembeheerder worden geconfigureerd om een fax te kunnen ontvangen en afdrukken via Interne fax, Serverfax en Internetfax. Voor meer informatie raadpleegt u de System Administrator Guide (Handleiding voor de systeembeheerder) op www.xerox.com/office/WC53XXdocs.
Faxen Faxopties selecteren In dit gedeelte worden de volgende onderwerpen behandeld: • 2-zijdig faxen instellen op pagina 158 • Origineeltype selecteren op pagina 158 • Faxresolutie instellen op pagina 158 • Afdrukkwaliteit aanpassen op pagina 158 • Opmaak aanpassen op pagina 159 • Overige faxopties op pagina 160 • Faxopmerkingen maken op pagina 165 2-zijdig faxen instellen 1. 2. 3. Druk op Faxen op het aanraakscherm.
Faxen Beeldverbetering: auto-onderdrukking Wanneer u originelen faxt die op dun papier zijn gedrukt, schijnen de beelden op de ene zijde van het papier soms door op de andere zijde van het papier. U kunt dit probleem verminderen met behulp van Auto-onderdrukking. 1. Druk op Faxen op het aanraakscherm. 2. Druk op het tabblad Afdrukkwaliteit en op Beeldverbetering. 3. Druk op Auto-onderdrukken. 4.
Faxen Verkleinen/vergroten 1. 2. 3. 4. Druk op Fax op het aanraakscherm. Druk op het tabblad Opmaakaanpassing en druk vervolgens op Verkleinen/vergroten. Druk op een vooraf ingesteld percentage of druk op de plus- of mintoets (+/–) om een variabel percentage op te geven. Druk op Opslaan. Overige faxopties Met de overige faxopties kunt u aangeven hoe de fax moet worden verzonden. Opmerking: Met uitzondering van Verzending uitstellen, zijn deze instellingen niet beschikbaar voor serverfax.
Faxen Meer faxopties Er worden nog meer optionele faxinstellingen geboden. De instellingen aanpassen: 1. Druk op het aanraakscherm op Fax en druk vervolgens op het tabblad Meer faxopties. 2. Druk op de gewenste optie, druk op de gewenste instellingen en druk vervolgens op Opslaan. Opmerking: Deze instellingen zijn niet beschikbaar voor serverfax.
Faxen Adresboekvermeldingen toevoegen In dit gedeelte worden de volgende onderwerpen behandeld: • Een persoonsvermelding toevoegen op pagina 162 • Een persoonsvermelding verwijderen op pagina 162 • Een groep toevoegen op pagina 163 • Een groep verwijderen op pagina 163 • Opvolgend kiezen gebruiken op pagina 163 In het adresboek kunnen e-mail-, server-, fax- en internetfaxadressen worden opgeslagen. Adressen kunnen worden opgeslagen voor personen of voor groepen die uit meerdere personen bestaan.
Faxen Een groep toevoegen Maak een groep aan als u een fax aan meerdere personen wilt sturen. Groepen kunnen zowel eerder opgeslagen personen bevatten als groepsvermeldingen. Opmerking: Voordat groepen kunnen worden gedefinieerd, moeten eerst persoonsvermeldingen worden geconfigureerd. 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. Druk op de toets Apparaatstatus op het bedieningspaneel. Druk op het aanraakscherm op het tabblad Hulpprogramma's.
Faxen 6. 7. 8. 164 Druk op Toevoegen. De nummers worden samengevoegd in de Lijst Ontvangers. Druk op Opslaan. De gecombineerde nummers verschijnen als een enkele ontvanger in de lijst Ontvanger(s). Druk op Sluiten. De fax kan nu worden verzonden.
Faxen Faxopmerkingen maken 1. 2. 3. 4. 5. 6. Druk op de toets Apparaatstatus op het bedieningspaneel. Druk op het aanraakscherm op het tabblad Hulpprogramma's. Druk op Instellen en druk vervolgens op Faxopmerking toevoegen. Druk op het volgende scherm op een opmerking in de schuifllijst. Voer de opmerking in met behulp van het toetsenbord op het aanraakscherm en druk vervolgens op Opslaan. Druk op Sluiten. De opmerking kan nu worden gebruikt.
Faxen 166 WorkCentre 5300 Multifunctionele printer Handleiding voor de gebruiker
8 Onderhoud In dit hoofdstuk worden de volgende onderwerpen behandeld: • Onderhoud en reiniging op pagina 168 • Verbruiksartikelen bestellen op pagina 173 WorkCentre 5300 Multifunctionele printer Handleiding voor de gebruiker 167
Onderhoud Onderhoud en reiniging In dit gedeelte worden de volgende onderwerpen behandeld: • Algemene voorzorgsmaatregelen op pagina 168 • Plaats van het serienummer op pagina 169 • Facturerings- en gebruiksinformatie op pagina 169 • Printer reinigen op pagina 170 • Nietjes plaatsen op pagina 175 Zie ook: Veiligheid op pagina 11 Algemene voorzorgsmaatregelen WAARSCHUWINGEN: • Gebruik voor het reinigen van uw printer GEEN organische of sterke chemische oplosmiddelen, of reinigingsmiddelen uit een spuitbus.
Onderhoud Plaats van het serienummer Wanneer u verbruiksartikelen bestelt of contact opneemt met Xerox voor verdere hulp, wordt u gevraagd het serienummer van de printer door te geven. Het serienummer van de printer op het aanraakscherm weergeven: 1. Druk op de toets Apparaatstatus. 2. Het tabblad Apparaatinformatie wordt weergegeven. Het serienummer wordt vermeld aan de linkerkant van het scherm Apparaatinformatie.
Onderhoud Printer reinigen • • • • Glasplaat en documentklep reinigen op pagina 170 De buitenkant reinigen op pagina 171 De invoerrollen van de AOD reinigen op pagina 171 Verbruiksartikelen bestellen op pagina 173 Glasplaat en documentklep reinigen Reinig de glazen oppervlakken van de printer regelmatig voor een optimale afdrukkwaliteit. Hiermee wordt voorkomen dat strepen en vlekken op de glasplaat tijdens het scannen op de afdrukken worden overgedragen.
Onderhoud De buitenkant reinigen Reinig het aanraakscherm en het bedieningspaneel regelmatig om ze vrij van stof en vuil te houden. Verwijder vingerafdrukken en vegen op het bedieningspaneel en het aanraakscherm met een zachte, pluisvrije doek. wc53xx-100 Gebruik een doek om de buitenkant van de AOD, de opvangbakken, de papierladen en de buitenkant van de printer te reinigen.
Onderhoud 2. Draai de rollen terwijl u ze met een schone, pluisvrije doek die licht met water is bevochtigd, schoonveegt. wc53xx-068 VOORZICHTIG: Gebruik geen alcohol of chemische reinigers op de invoerrollen van de AOD. 3. 172 Sluit de bovenklep totdat deze op zijn plaats vastklikt. Zorg ervoor dat de klep volledig gesloten is.
Onderhoud Verbruiksartikelen bestellen In dit gedeelte worden de volgende onderwerpen behandeld: • Verbruiksartikelen op pagina 173 • Routine-onderhoudsitems op pagina 173 • Wanneer moeten verbruiksartikelen worden besteld? op pagina 174 • Verbruiksartikelen recyclen op pagina 174 Bepaalde verbruiksartikelen en artikelen voor routineonderhoud moeten van tijd tot tijd worden besteld. Bij alle verbruiksartikelen worden installatie-instructies geleverd. Verbruiksartikelen Gebruik officiële Xerox®-toner.
Onderhoud Wanneer moeten verbruiksartikelen worden besteld? Op het bedieningspaneel van de printer verschijnt een bericht wanneer een verbruiksartikel bijna moet worden vervangen. Zorg dat u de vervangende verbruiksartikelen bij de hand hebt. Het is belangrijk dat u verbruiksartikelen bestelt wanneer de berichten voor de eerste keer op het paneel worden weergegeven. Op die manier voorkomt u werkonderbrekingen.
Onderhoud Nietjes plaatsen Als de printer is uitgerust met de optionele geïntegreerde kantoorafwerkeenheid of de optionele LX-kantoorafwerkeenheid met AVH-module, wordt op het bedieningspaneel een bericht weergegeven wanneer een nietcassette leeg is en moet worden vervangen.
Onderhoud 3. Controleer de binnenkant van de afwerkeenheid op eventuele losse nietjes en verwijder ze. 4. Knijp beide zijden van de nietjeshouder (1) in en haal de nietjeshouder uit de cassette (2). wc53xx-046 2 1 1 wc53xx-047 5. Plaats de voorkant van de nieuwe nietjeshouder in de nietcassette (1) en druk dan de achterkant in de cassette (2). 2 1 wc53xx 048 6. Plaats de nietcassette in de afwerkeenheid. wc53xx-049 7. 176 Sluit de voorklep van de afwerkeenheid.
Onderhoud Nietjes in de hoofdeenheid vervangen bij de LX-kantoorafwerkeenheid WAARSCHUWING: Voer deze procedure niet uit wanneer de printer bezig is met kopiëren of afdrukken. 1. Open de voorklep van de afwerkeenheid. wc53xx-050 2. 3. De nietcassette bevindt zich in de kast van de afwerkeenheid. Trek de nieteenheid naar u toe tot deze niet meer verder kan. Duw de nieteenheid naar rechts. wc53xx-051 4.
Onderhoud 5. Knijp beide zijden van de nietjeshouder (1) in en haal de nietjeshouder uit de cassette (2). 2 1 1 wc53xx-047 6. Plaats de voorkant van de nieuwe nietjeshouder in de nietcassette (1) en druk dan de achterkant in de cassette (2). 2 1 wc53xx 048 7. Pak de nietcassette vast aan het oranje lipje en duw hem in de nieteenheid totdat hij vastklikt. wc53xx-052 8. 178 Sluit de voorklep van de afwerkeenheid.
Onderhoud Nietjes in de AVH-module vervangen bij de LX-kantoorafwerkeenheid Opmerking: De AVH-module gebruikt twee nietcassettes, aangegeven met R2 en R3. Voor het nieten van katernen moeten beide nietcassettes nietjes bevatten. WAARSCHUWING: Voer deze procedure niet uit wanneer de printer bezig is met kopiëren of afdrukken. 1. Open de zijklep van de AVH-module. wc53xx-054 2.
Onderhoud 4. Houd de oranje lipjes aan beide zijden van de nieuwe nietcassette vast en plaats de cassette in de oorspronkelijke positie in de nieteenheid. Opmerking: Als u problemen ondervindt bij het plaatsen van de cassette, moet u ervoor zorgen dat de cassette met de oranje lipjes naar boven is gericht. wc53xx-057 Opmerking: De AVH-module maakt gebruik van twee nietcassettes. Voor het nieten van katernen moeten beide nietcassettes nietjes bevatten. 5. 6.
Problemen oplossen 9 In dit hoofdstuk worden de volgende onderwerpen behandeld: • Berichten op het bedieningspaneel op pagina 182 • Algemene problemen oplossen op pagina 183 • Papierstoringen oplossen op pagina 186 • Storingen bij nieten oplossen op pagina 203 • Problemen met de afdrukkwaliteit op pagina 210 • Problemen bij kopiëren en scannen op pagina 211 • Problemen bij faxen op pagina 212 • Help-informatie op pagina 215 WorkCentre 5300 Multifunctionele printer Handleiding voor de gebruiker 181
Problemen oplossen Berichten op het bedieningspaneel Op het aanraakscherm van het bedieningspaneel wordt informatie en hulp geboden voor het oplossen van problemen. Als er zich een fout- of waarschuwingssituatie voordoet, geeft het aanraakscherm een bericht weer. Er kan ook een grafische animatie op het aanraakscherm verschijnen, die de locatie van het probleem aangeeft, bijvoorbeeld de locatie van een papierstoring. Problemen waardoor de printer niet meer goed werkt, hebben bijbehorende storingscodes.
Problemen oplossen Algemene problemen oplossen In dit gedeelte vindt u procedures om u te helpen bij het vinden en oplossen van problemen. Sommige problemen kunnen eenvoudig worden opgelost door de printer opnieuw te starten. Zie Printer uitschakelen op pagina 42 om de printer opnieuw starten. Als het probleem niet kan worden opgelost door de printer opnieuw te starten, kunt u in de tabel van dit hoofdstuk de beschrijving raadplegen die het probleem het dichtst benadert.
Problemen oplossen Het afdrukken duurt te lang Mogelijke oorzaken Oplossingen De printer is ingesteld op een langzamere afdrukmodus (bijvoorbeeld zwaar papier). Afdrukken op speciale media neemt meer tijd in beslag. Controleer of het mediatype juist is ingesteld in de printerdriver en op het bedieningspaneel van de printer. De printer staat in de energiespaarstand. Het duurt even voordat het afdrukken van start gaat wanneer het apparaat in de energiespaarstand staat. De opdracht is heel complex.
Problemen oplossen Fout in scanner Mogelijke oorzaken Oplossingen De scanner communiceert niet. Zet de printer uit met de aan/uit-schakelaar die u ziet op de middelste opvangbak onder. Wacht twee minuten en schakel de printer vervolgens weer in. Als het probleem niet is verholpen, neemt u contact op met het Xerox Welcome Centre.
Problemen oplossen Papierstoringen oplossen Als er een storing optreedt, verschijnt er een bewegend plaatje op het aanraakscherm van het bedieningspaneel waarop de locatie van de storing wordt aangegeven.
Problemen oplossen Papierstoringen in lade 1, lade 2, lade 3 of lade 4 oplossen 1. Trek de lade naar u toe tot deze niet meer verder kan. 2. Verwijder het papier uit de lade. 3. Als het papier is gescheurd, verwijdert u de lade uit de printer en controleert u of er geen papiersnippers in de printer zijn achtergebleven. Vul de lade met onbeschadigd papier en duw de lade naar binnen totdat deze niet verder kan. Druk op het aanraakscherm van de printer op Bevestigen. wc53xx-079 wc53xx-080 4. 5.
Problemen oplossen 3. Plaats de lade met onbeschadigd papier terug. De invoerrand van het papier moet de ingang van de papierinvoer licht raken. wc7120-082 4. Druk op Bevestigen op het aanraakscherm van de printer. Papierstoringen in de AOD oplossen 1. Til de hendel op en open vervolgens de bovenklep van de AOD totdat deze niet verder kan. 2. Als het papier niet in de AOD is vastgelopen, trekt u het in de aangegeven richting naar buiten. wc53xx-062 wc53xx-092 3.
Problemen oplossen 4. Als het bericht op het aanraakscherm aangeeft dat u de binnenklep moet openen, tilt u de groene hendel op en opent u vervolgens de binnenklep. 5. Draai aan de knop om het papier aan de bovenkant te kunnen verwijderen. Trek het papier voorzichtig uit de AOD. 6. Sluit de binnenklep en sluit vervolgens de bovenklep van de AOD totdat deze vastklikt. Controleer of de klep zowel aan de voor- als achterkant goed is gesloten.
Problemen oplossen Papierstoringen achter klep A oplossen WAARSCHUWING: Voer deze handeling niet uit als de printer bezig is met kopiëren of afdrukken. WAARSCHUWING: Het gebied rondom de fuser kan heet zijn. Ga voorzichtig te werk om letsel te voorkomen. VOORZICHTIG: Raak de glanzende zwarte afdrukband aan de binnenkant van de klep niet aan. Als de afdrukband wordt aangeraakt, kan de afdrukkwaliteit afnemen of de afdrukband beschadigd raken. 1. Open zo nodig lade 5 (1).
Problemen oplossen 3. Verwijder het vastgelopen papier. Opmerking: Als het papier gescheurd is, moet u zorgen dat alle papiersnippers uit de printer worden verwijderd. wc53xx-071 4. Als het papier in de fusereenheid is vastgelopen, verwijdert u het papier in de aangegeven richting. Hendel A1 kan worden gebruikt om het papier uit de fuser te halen. WAARSCHUWING: Het gebied rondom de fuser kan heet zijn. Ga voorzichtig te werk om letsel te voorkomen. wc53xx-072 5. Sluit klep A.
Problemen oplossen 3. Verwijder het vastgelopen papier. Opmerkingen: • Er is mogelijk papier in de printer vastgelopen. Controleer grondig en verwijder eventueel vastgelopen papier. • Als het papier gescheurd is, moet u zorgen dat alle papiersnippers uit de printer worden verwijderd. wc53xx-075 4. Sluit klep B. Papierstoringen achter klep C oplossen 1. 2. Sluit zo nodig lade 5 (handmatige invoer). Til de hendel op en open vervolgens klep C.
Problemen oplossen 3. Verwijder het vastgelopen papier. Opmerkingen: • Er is mogelijk papier in de printer vastgelopen. Controleer grondig en verwijder eventueel vastgelopen papier. • Als het papier gescheurd is, moet u zorgen dat alle papiersnippers uit de printer worden verwijderd. wc53xx-076 4. Sluit klep C.
Problemen oplossen Papierstoringen in de 2-zijdige module D oplossen 1. Open zo nodig lade 5 (1). Til de ontgrendelingshendel (2) op en open tegelijkertijd de klep van de 2-zijdige module D (3). . wc53xx-083 2. Verwijder het vastgelopen papier. Opmerking: Als het papier gescheurd is, moet u zorgen dat alle papiersnippers uit de printer worden verwijderd. wc53xx-084 3. Sluit de klep van de 2-zijdige module D (1) en sluit vervolgens lade 5 (2).
Problemen oplossen Papierstoringen achter klep E oplossen WAARSCHUWING: Voer deze handeling niet uit als de printer bezig is met kopiëren of afdrukken. WAARSCHUWING: Het gebied rondom de fuser kan heet zijn. Ga voorzichtig te werk om letsel te voorkomen. VOORZICHTIG: Raak de glanzende zwarte afdrukband aan de binnenkant van de klep niet aan. Als de afdrukband wordt aangeraakt, kan de afdrukkwaliteit afnemen of de afdrukband beschadigd raken. 1. Open zo nodig lade 5 (1).
Problemen oplossen 3. Verwijder het vastgelopen papier. Opmerking: Als het papier gescheurd is, moet u zorgen dat alle papiersnippers uit de printer worden verwijderd. wc53xx-078 4. 5. Sluit klep E. Sluit klep A. Papierstoringen in de geïntegreerde kantoorafwerkeenheid oplossen 1. Open de bovenklep van de afwerkeenheid (1). Draai aan de knop (2) en verwijder het papier vervolgens door het in de aangegeven richting te trekken (3).
Problemen oplossen Papierstoringen in de LX-kantoorafwerkeenheid oplossen In dit gedeelte worden de volgende onderwerpen behandeld: • Papierstoringen onder de bovenklep op pagina 197 • Papierstoringen in de transportklep van de afwerkeenheid op pagina 198 Papierstoringen onder de bovenklep 1. Om de bovenklep van de afwerkeenheid te openen, tilt u de hendel op. wc53xx-087 wc53xx-088 2. Verwijder het vastgelopen papier.
Problemen oplossen Papierstoringen in de transportklep van de afwerkeenheid 1. Til de transportklep van de afwerkeenheid op om hem te openen. Opmerking: De klep zit vast aan een scharnier en kan niet uit de printer worden gehaald. wc53xx-090 2. Verwijder het vastgelopen papier. Opmerking: Als het papier gescheurd is, moet u zorgen dat alle papiersnippers uit de printer worden verwijderd. wc53xx-091 3. Sluit de transportklep van de afwerkeenheid.
Problemen oplossen 2. Verwijder de perforatorafvalcontainer bij R4. 3. Maak de afvalcontainer leeg. wc53xx-059 Opmerking: Als de afvalcontainer wordt verwijderd, moet de container altijd leeggemaakt worden voordat deze weer in de printer wordt geplaatst. wc53xx-060 4. Plaats de container en schuif hem helemaal terug in de afwerkeenheid. wc53xx-061 5. 6. Zoek eventueel vastgelopen papier op en verwijder het. Sluit de voorste transportklep en sluit vervolgens de transportklep van de afwerkeenheid.
Problemen oplossen Papierstoringen oplossen De printer is ontwikkeld om te functioneren met minimale papierstoringen wanneer uitsluitend door Xerox® ondersteunde papiersoorten worden gebruikt. Andere papiersoorten kunnen vaker papierstoringen tot gevolg hebben. Als ondersteunde media vaak in een bepaald gebied vastlopen, moet dat gebied waarschijnlijk worden schoongemaakt of gerepareerd.
Problemen oplossen Papierstoringen in 2-zijdige module Mogelijke oorzaken Oplossingen Er worden niet-ondersteunde media gebruikt van een ongeschikt formaat, een ongeschikte dikte of soort. Gebruik alleen media die door Xerox zijn goedgekeurd. Zie Ondersteunde media op pagina 53 voor meer informatie. Controleer de papierbaan in de 2-zijdige module nogmaals en zorg dat u al het vastgelopen papier hebt verwijderd. Zorg dat u niet meerdere soorten papier in de lade hebt geplaatst.
Problemen oplossen Mogelijke oorzaken Oplossingen Er worden niet-ondersteunde media gebruikt van een ongeschikt formaat, een ongeschikte dikte of soort. Vermijd het gebruik van niet-ondersteunde media. Gebruik media die door Xerox zijn goedgekeurd. Zie Ondersteunde media op pagina 53. Het vel met etiketten ligt verkeerd in de lade. Plaats de vellen met etiketten volgens de instructies van de fabrikant. De enveloppen liggen verkeerd in lade 5 (handmatige invoer).
Problemen oplossen Storingen bij nieten oplossen In dit gedeelte worden de volgende onderwerpen behandeld: • Storingen bij nieten in de geïntegreerde kantoorafwerkeenheid oplossen op pagina 203 • Storingen met de primaire nieteenheid in de LX-kantoorafwerkeenheid oplossen op pagina 205 • Storingen bij nieten in AVH-module van de LX-kantoorafwerkeenheid oplossen op pagina 207 Storingen bij nieten in de geïntegreerde kantoorafwerkeenheid oplossen WAARSCHUWING: Voer deze procedure niet uit terwijl de printer
Problemen oplossen 3. Controleer de binnenkant van de afwerkeenheid op eventuele losse nietjes en verwijder ze. 4. Open de klem van de nietcassette door deze stevig in de aangegeven richting te trekken. 5. Verwijder de vastgelopen nietjes (1) en druk de klem in de aangegeven richting totdat deze in de vergrendelde positie (2) vastklikt. wc53xx-046 wc53xx-097 WAARSCHUWING: De uiteinden van de vastgelopen nietjes zijn scherp. Verwijder de vastgelopen nietjes voorzichtig.
Problemen oplossen 6. Pak de nietcassette vast aan de oranje hendel en duw hem in de nietcassettehouder totdat hij vastklikt. wc53xx-049 7. Sluit de voordeur van de afwerkeenheid. Storingen met de primaire nieteenheid in de LX-kantoorafwerkeenheid oplossen WAARSCHUWING: Voer deze procedure niet uit wanneer de printer bezig is met kopiëren of afdrukken. 1. Open de voordeur van de afwerkeenheid. wc53xx-050 2. 3. De nieteenheid bevindt zich in de behuizing van de afwerkeenheid.
Problemen oplossen 4. Pak de nietcassette bij de oranje hendel vast en verwijder hem door hem stevig naar u toe te trekken. wc53xx-052 5. Controleer de binnenkant van de afwerkeenheid op eventuele losse nietjes en verwijder ze. 6. Open de klem van de nietcassette door deze stevig in de aangegeven richting te trekken. wc53xx-053 wc53xx-097 WAARSCHUWING: De uiteinden van de vastgelopen nietjes zijn scherp. Verwijder de vastgelopen nietjes voorzichtig.
Problemen oplossen 7. Verwijder de vastgelopen nietjes (1) en druk de klem in de aangegeven richting totdat deze in de vergrendelde positie (2) vastklikt. 2 1 wc53xx-098 8. Pak de nietcassette bij de oranje hendel vast en duw hem in de nieteenheid totdat hij vastklikt. 9. Sluit de voordeur van de afwerkeenheid. wc53xx-099 Storingen bij nieten in AVH-module van de LX-kantoorafwerkeenheid oplossen De nieteenheid van de AVH-module gebruikt twee nietcassettes, aangegeven met R2 en R3.
Problemen oplossen 2. Als u geen nietcassette kunt zien, pakt u de verticale panelen aan de linker- en rechterkant van de opening vast en schuift u ze voorzichtig naar het midden tot ze niet verder kunnen. wc53xx-055 3. Houd de oranje lipjes aan beide zijden van de nietcassette vast en trek de cassette uit de nieteenheid. wc53xx-056 WAARSCHUWING: De uiteinden van de vastgelopen nietjes zijn scherp. Verwijder de vastgelopen nietjes voorzichtig. 4.
Problemen oplossen 5. Houd de oranje lipjes aan beide zijden van de nietcassette vast en plaats de cassette in de oorspronkelijke positie in de nieteenheid. Opmerking: Als u problemen ondervindt bij het plaatsen van de cassette, moet u ervoor zorgen dat de cassette met de oranje lipjes naar boven is gericht. wc53xx-057 6. 7. Als u geen vastgelopen nietjes hebt gevonden, herhaalt u stap 3 tot 5 voor de andere nietcassette. Sluit de zijklep van de AVH-module.
Problemen oplossen Problemen met de afdrukkwaliteit VOORZICHTIG: De garantie, serviceovereenkomst en de Total Satisfaction Guarantee (volle-tevredenheidsgarantie) van Xerox® dekken geen schade die wordt veroorzaakt door het gebruik van niet-ondersteund papier of speciale media. De Total Satisfaction Guarantee (volle-tevredenheidsgarantie) van Xerox is beschikbaar in de Verenigde Staten en Canada. De dekking in andere regio's kan afwijken.
Problemen oplossen Problemen bij kopiëren en scannen Als de kopieer- of scankwaliteit niet goed is, kunt u het probleem oplossen door in de volgende tabel het symptoom te selecteren dat uw probleem het dichtst benadert. Als de kwaliteit van de kopieën niet beter wordt nadat u de desbetreffende actie hebt ondernomen, kunt u contact opnemen met het Xerox Welcome Centre of met uw leverancier. Symptoom Oplossing Lijnen en strepen alleen op kopieën die via de AOD worden gemaakt. Er ligt vuil op de glasplaat.
Problemen oplossen Problemen bij faxen Als de fax niet goed wordt verzonden of ontvangen, kunt u de volgende tabel raadplegen en de aangegeven handeling uitvoeren. Als de fax zelfs na het uitvoeren van de beschreven handelingen nog steeds niet goed wordt verzonden of ontvangen, moet u contact opnemen met het Xerox Welcome Centre.
Problemen oplossen Symptoom Oorzaak Oplossing Fax is niet verzonden. Mogelijk is het faxnummer niet juist. Controleer het faxnummer. Mogelijk is de telefoonlijn niet goed aangesloten. Controleer de aansluiting van de telefoonlijn. Als de telefoonlijn niet is aangesloten, doet u dit alsnog. Mogelijk is er een probleem met het faxapparaat van de ontvanger. Neem contact op met de ontvanger. Problemen bij het ontvangen van faxen Symptoom Oorzaak Oplossing Er staat niets op de ontvangen fax.
Problemen oplossen Symptoom Oorzaak Oplossing Faxen kunnen niet automatisch worden ontvangen. De printer is ingesteld om faxen handmatig te ontvangen. Stel de printer in op automatische ontvangst. Het geheugen is vol. Plaats papier in de printer als deze leeg is en druk vervolgens de faxen af die in het geheugen zijn opgeslagen. Mogelijk is de telefoonlijn niet goed aangesloten. Controleer de aansluiting van de telefoonlijn. Als de telefoonlijn niet is aangesloten, doet u dit alsnog.
Problemen oplossen Help-informatie In dit gedeelte worden de volgende onderwerpen behandeld: • Berichten op het bedieningspaneel op pagina 215 • Waarschuwingen op pagina 215 • Online Support-assistent op pagina 215 • Webbronnen op pagina 216 Berichten op het bedieningspaneel Xerox biedt meerdere automatische diagnoseprogramma's die u helpen om afdrukken van hoge kwaliteit voor al uw toepassingen te genereren. Het bedieningspaneel van het systeem biedt informatie en hulp bij het oplossen van problemen.
Problemen oplossen Webbronnen Bron Koppeling Technische ondersteuninginformatie voor de printer, met onder andere online technische ondersteuning, toegang tot de Recommended Media List (Lijst met aanbevolen media), toegang tot de Online Support-assistent, downloads van driver, documentatie en nog veel meer www.xerox.com/office/WC53XXsupport Verbruiksartikelen voor de printer www.xerox.com/office/WC53XXsupplies.
Printerspecificaties 10 In dit hoofdstuk worden de volgende onderwerpen behandeld: • Fysieke specificaties op pagina 218 • Omgevingsspecificaties op pagina 221 • Elektrische specificaties op pagina 222 • Prestatiegegevens op pagina 223 • Controllerspecificaties op pagina 224 Zie Ondersteunde media op pagina 53 voor mediaspecificaties en -mogelijkheden.
Printerspecificaties Fysieke specificaties Basiseenheid • • • • Breedte: 596 mm (23,5 in) (handmatige invoer gesloten) Diepte: 640 mm (25,1 inch) Hoogte: 1115 mm (43,9 inch) Gewicht: 85 kg (187,4 lb.) met onderzetkast 100 kg (220,5 lb.) met 2-ladenmodule (TLM) Basiseenheid met geïntegreerde kantoorafwerkeenheid • • • • Breedte: 642 mm (25,3 inch) Diepte: 640 mm (25,1 inch) Hoogte: 1115 mm (43,9 inch) Gewicht: 97 kg (213,8 lb.) met onderzetkast 112 kg (246,9 lb.
Printerspecificaties Ruimtevereisten Ruimtevereisten voor de printer in basisconfiguratie Opmerking: De ruimtevereisten veranderen niet als de optionele geïntegreerde afwerkeenheid wordt toegevoegd. 10 cm (3.9 in.) 206.7 cm (81.4 in.) 30.7 cm (12.1 in.) 177.8 cm (70.0 in.) wc53xx-117 Ruimtevereisten voor de printer met LX-kantoorafwerkeenheid en AVH-module 88.5 cm (34.8 in.) 10 cm (3.9 in.) 206.7 cm (81.4 in.) 217.4 cm (86.0 in.
Printerspecificaties Ruimtevereisten voor de printer met LX-kantoorafwerkeenheid, AHV-module en grote papierlade 88.5 cm (34.8 in.) 10 cm (3.9 in.) 206.7 cm (81.4 in.) 217.4 cm (86.0 in.
Printerspecificaties Omgevingsspecificaties Temperatuur In bedrijf: 10°–28°C /50°–83°F Als de luchtvochtigheid 85% is, moet de temperatuur 28° C/83° F of lager zijn. Relatieve luchtvochtigheid Bedrijf: 15%–85% Als de temperatuur 32°C /90° F is, moet de luchtvochtigheid 62,5% of minder zijn.
Printerspecificaties Elektrische specificaties • • • 222 120 V AC, +/- 10%, 60 Hz. Stroomverbruik: maximaal 1,58 kW 220–240 V AC, +/- 10%, 50 Hz.
Printerspecificaties Prestatiegegevens Resolutie Kopieermode: 600 x 600 dpi Afdrukmode, hoge snelheid: 600 x 600 dpi Afdrukmode, hoge kwaliteit: 1200 x 1200 dpi Afdruksnelheid Afdruksnelheden in pagina's per minuut (ppm) worden vermeld voor afdrukken met de lange kant eerst (LKE) op A4 en Letter-papier.
Printerspecificaties Controllerspecificaties Processor 667 MHz Geheugen • • 1 GB RAM standaard 2 GB RAM met optionele PostScript-kit Interface Ethernet 10/100/1000Base-TX aansluiting 224 WorkCentre 5300 Multifunctionele printer Handleiding voor de gebruiker
A Informatie over regelgeving In dit hoofdstuk worden de volgende onderwerpen behandeld: • Fundamentele regelgeving op pagina 226 • Regelgeving met betrekking tot het kopiëren van documenten op pagina 228 • Regelgeving met betrekking tot het faxen van documenten op pagina 231 • Veiligheidsinformatiebladen op pagina 235 • Energiespaarstand op pagina 236 WorkCentre 5300 Multifunctionele printer Handleiding voor de gebruiker 225
Informatie over regelgeving Fundamentele regelgeving Xerox heeft dit product getest aan de hand van standaarden voor elektromagnetische emissie en immuniteit. Deze standaarden zijn ontworpen om storingen die door dit product worden veroorzaakt of worden ontvangen in een normale kantooromgeving te beperken. Verenigde Staten (FCC-regels) Deze apparatuur is getest en voldoet aan de normen voor een digitaal apparaat van Klasse A conform Deel 15 van de FCC-regels.
Informatie over regelgeving Dit product is niet gevaarlijk voor de consument of de omgeving als het wordt gebruikt volgens de gebruikersinstructies. Om te voldoen aan de regels van de Europese Unie, moet gebruik worden gemaakt van afgeschermde interfacekabels. Een ondertekende kopie van de conformiteitsverklaring voor dit product kan bij Xerox worden aangevraagd. Informatie over ozon Tijdens het afdrukken komt er een kleine hoeveelheid ozon vrij.
Informatie over regelgeving Regelgeving met betrekking tot het kopiëren van documenten Verenigde Staten Het Congres heeft de reproductie van de volgende onderwerpen onder bepaalde omstandigheden wettelijk verboden. Personen die zich schuldig maken aan dergelijke reproducties, riskeren een geldboete of gevangenisstraf. 1.
Informatie over regelgeving 4. 5. 6. 7. 8. 9. Bewijzen van staatsburgerschap of naturalisatie. Buitenlandse naturalisatiebewijzen mogen worden gefotografeerd. Paspoorten. Buitenlandse paspoorten mogen worden gefotografeerd. Immigratiedocumenten. Registratiekaarten dienstplicht. Documenten m.b.t.
Informatie over regelgeving 7. 8. 9. Afgedrukte of zelfklevende stempels die voor belastingdoeleinden worden gebruikt door de Canadese regering of een Canadese provincie of door een regering van een andere staat dan Canada. Documenten, bestanden en gegevens die door de overheid worden bewaard en waar alleen door overheidsmedewerkers gecertificeerde kopieën van kunnen worden gemaakt, waarbij de kopie valselijk als een gecertificeerde kopie wordt gebruikt.
Informatie over regelgeving Regelgeving met betrekking tot het faxen van documenten Verenigde Staten Vereisten voor de kopregel van de fax Volgens de Wet op de Bescherming van Telefoongebruikers van 1991 is het onwettig om een computer of een ander elektronisch apparaat, inclusief een faxapparaat, te gebruiken voor het verzenden van berichten, tenzij aan de boven- en onderkant van elk bericht of op de eerste pagina van de verzending duidelijk wordt aangegeven op welke datum en op welk tijdstip het bericht
Informatie over regelgeving Als u de juiste service wilt bestellen bij het plaatselijke telecombedrijf, dient u mogelijk ook de volgende codes te vermelden: • Facility Interface Code (FIC) = 02LS2 • Service Order Code (SOC) = 9.0Y WAARSCHUWING: Vraag bij uw plaatselijk telefoonbedrijf na welke soort modulaire telefoonaansluiting op uw lijn is geïnstalleerd. Als dit apparaat op een niet-toegestane aansluiting wordt aangesloten, kan de apparatuur van het telefoonbedrijf beschadigd raken.
Informatie over regelgeving Canada Opmerking: Met het label Industry Canada wordt gecertificeerde apparatuur erkend. Deze certificering betekent dat de apparatuur voldoet aan bepaalde vereisten met betrekking tot de beveiliging, werking en veiligheid van telecommunicatienetwerken, zoals voorgeschreven in de desbetreffende documenten voor technische vereisten van terminalapparatuur. De Afdeling kan niet garanderen dat de apparatuur naar tevredenheid van de gebruiker werkt.
Informatie over regelgeving Dit product is getest aan de hand van de normen van ES 203 021-1, -2, -3, een specificatie voor terminalapparatuur voor gebruik op analoog-geschakelde telefoonnetwerken in de Europese Economische Ruimte. Aan deze normen wordt voldaan. Dit product biedt de mogelijkheid om de landcode zelf in te stellen. Raadpleeg de gebruikersdocumentatie voor deze procedure. Landcodes dienen te zijn ingesteld voordat u dit product op het netwerk aansluit.
Informatie over regelgeving Veiligheidsinformatiebladen Voor veiligheidsinformatiebladen met betrekking tot de printer gaat u naar: Noord-Amerika: www.xerox.com/msds Europese Unie: www.xerox.com/environment_europe Voor de telefoonnummers van het Xerox Welcome Centre gaat u naar www.xerox.com/office/worldcontacts.
Informatie over regelgeving Energiespaarstand Als ENERGY STAR®-partner heeft Xerox Corporation vastgesteld dat de basisconfiguratie van deze printer voldoet aan de ENERGY STAR-richtlijnen voor efficiënt energiegebruik. ENERGY STAR en het ENERGY STAR-keurmerk zijn gedeponeerde handelsmerken in de Verenigde Staten.
Recycling en weggooien B Deze hoofdstuk bevat richtlijnen en informatie over het recyclen en weggooien van producten in: • Alle landen op pagina 238 • Noord-Amerika op pagina 238 • Europese Unie op pagina 238 • Andere landen op pagina 241 WorkCentre 5300 Multifunctionele printer Handleiding voor de gebruiker 237
Recycling en weggooien Richtlijnen en informatie Alle landen Indien u verantwoordelijk bent voor het verwijderen van het Xerox®-product, houd er dan rekening mee dat het product mogelijk lood, perchloraat en andere stoffen bevat die om milieutechnische redenen alleen onder bepaalde voorwaarden mogen worden verwijderd. De aanwezigheid van deze stoffen is volledig in overeenstemming met de algemene voorschriften die van toepassing waren op het moment dat het product op de markt werd gebracht.
Recycling en weggooien Particuliere huishoudens van de EU-lidstaten kunnen gebruikte elektrische en elektronische apparatuur inleveren bij speciale inzamelingspunten zonder dat hiervoor kosten in rekening worden gebracht. Neem voor informatie contact op met het plaatselijke afvalverwerkingsbedrijf. In sommige lidstaten is uw plaatselijke dealer verplicht uw oude apparatuur bij aanschaf van nieuwe apparatuur kosteloos in te nemen. Raadpleeg uw dealer voor meer informatie.
Recycling en weggooien Informatie voor gebruikers over het inzamelen en afvoeren van oude apparatuur en gebruikte batterijen Deze symbolen op de producten en/of begeleidende documentatie betekenen dat gebruikte elektrische en elektronische producten en batterijen niet bij algemeen huishoudelijk afval weggegooid mogen worden.
Recycling en weggooien Verwijderen Batterijen mogen alleen worden vervangen door een servicedienst die door de FABRIKANT is goedgekeurd. Andere landen Neem voor informatie en richtlijnen contact op met de plaatselijke autoriteiten op het gebied van afvalverwerking.
Recycling en weggooien 242 WorkCentre 5300 Multifunctionele printer Handleiding voor de gebruiker