Quick Start Guide
Faxen
WorkCentre 5300 Multifunctionele printer
Handleiding voor de gebruiker
152
Faxen verzenden
Een fax sturen via de Interne fax van de printer:
1. Plaats het origineel op de glasplaat of in de AOD.
2. Druk op het bedieningspaneel op de toets Home Functies.
3. Druk op Fax.
4. Voer een van de volgende handelingen uit om het faxnummer van de ontvanger handmatig in
te voeren:
• Voer met behulp van het alfanumerieke toetsenblok het faxnummer in en druk vervolgens
op Toevoegen.
•Druk op Nieuwe ontvangers, voer het nummer in via het toetsenbord op het aanraakscherm,
druk op Toevoegen en druk vervolgens op Sluiten.
5. Gebruik een nummer dat al eerder in het adresboek is opgeslagen:
a. Druk op Adresboek.
b. Druk op Alle openbare vermeldingen tonen of Alle groepsvermeldingen tonen in
de vervolgkeuzelijst.
c. Druk op de pijlen om de volledige lijst te bekijken.
d. Druk op het gewenste adres.
e. Druk op Toevoegen en druk vervolgens op Sluiten.
Opmerkingen:
• Het adresboek kan alleen worden gebruikt als het adressen bevat. Zie
Adresboekvermeldingen toevoegen op pagina 162 voor meer informatie.
• Wanneer de lijst met individuele adressen in het adresboek wordt bekeken, kan de
functie Opvolgend kiezen worden gebruikt. Zie Opvolgend kiezen gebruiken op
pagina 163 voor meer informatie.
6. Een voorblad opnemen:
•Druk op Voorblad en druk vervolgens op Voorblad afdrukken.
• Als u een eerder gemaakte opmerking wilt toevoegen, drukt u op Opmerkingen en drukt u
vervolgens bij Opmerking in veld Aan: of Opmerking in veld Van: op een beschikbare
opmerking. Vervolgens drukt u op Opslaan. Zie Faxopmerkingen maken op pagina 165 voor
meer informatie.
•Druk op Opslaan.
7. Wijzig zo nodig de faxopties. Zie Faxopties selecteren op pagina 158 voor meer informatie.
8. Druk op de groene toets Start. De printer scant de pagina's en verzendt het document zodra alle
pagina's zijn gescand.