Operation Manual
3 Kopiëren
50
OPMERKING: De bovenstaande perforatie-opties worden weergegeven wanneer de
perforator voor 2 en 3 gaatjes is geïnstalleerd. Wanneer de perforator voor 2 en 4
gaatjes is geïnstalleerd, zijn de opties [Geen perforaties], [2 gaatjes], [4 gaatjes] en
[Boven] beschikbaar. Wanneer de perforator voor 4 gaatjes is geïnstalleerd, zijn de
opties [Geen perforaties], [4 gaatjes] en [Boven] beschikbaar.
Sets
• Sets - Het aangegeven aantal sets wordt in dezelfde
volgorde als de documenten afgeleverd. Bijvoorbeeld:
twee kopieën van een document met drie pagina's
worden afgeleverd in de volgorde 1-2-3, 1-2-3.
• Stapels - De kopieën worden in stapels afgeleverd
op basis van het aantal benodigde kopieën van ieder
document. Bijvoorbeeld: twee kopieën van een
document met drie pagina's worden afgeleverd in de
volgorde 1-1, 2-2, 3-3. Nieten is niet beschikbaar
wanneer [Stapels] is geselecteerd.
• Met scheidingsvellen - De kopieën worden in stapels afgeleverd op basis van het
aantal benodigde kopieën van elk document. Elke stapel wordt gescheiden door
een scheidingsvel. Selecteer de toets [Papierinvoer] om de papierlade met daarin
de scheidingsvellen aan te geven. Nieten is niet beschikbaar wanneer [Met
scheidingsvellen] is geselecteerd.
Afleveringsbestemming
Het scherm [Afleveringsbestemming] verschijnt. Selecteer een opvangbak voor de
kopieeropdracht.
Afdrukkwaliteit
In dit deel worden de toepassingen beschreven waarmee de kwaliteit van het
afdrukbeeld kan worden aangepast. Voor meer informatie over de beschikbare
toepassingen, kunt u de volgende informatie raadplegen:
Origineelsoort – pagina 51
Beeldopties – pagina 51
Achtergrondonderdrukking – pagina 52
1. Druk op het bedieningspaneel
op de toets <Alle functies>.
2. Selecteer [Kopiëren] op het
aanraakscherm.
3. Selecteer het tabblad
[Afdrukkwaliteit].
4. Stel de gewenste toepassing in.
5. Selecteer [Opslaan].










