Operation Manual
10 Woordenlijst
172
Slaapstand Een toestand waarbij het stroomverbruik wordt verlaagd
wanneer het apparaat geen handelingen uitvoert.
SMB Een afkorting van Server Message Block. Een protocol dat
wordt gebruikt om bestanden of printers op een Windows-
besturingssysteem te delen.
SMTP Simple Mail Transfer Protocol: Een communicatieprotocol
(een afspraak over de manier waarop gegevens worden
verzonden) dat vaak wordt gebruikt voor het verzenden en
ontvangen van e-mail.
Snelkiezen Een vorm van verkort kiezen van een telefoonnummer door
een code van 3 cijfers in te voeren.
SNMP Een afkorting van Simple Network Management Protocol.
Een protocol dat wordt gebruikt als hulpmiddel bij het beheren
van ingewikkelde netwerken.
SPX Een afkorting van Sequenced Packet Exchange. SPX is
onderdeel van NetWare. SPX zorg ervoor dat pakketten in de
juiste volgorde worden ontvangen en dat er geen fouten
optreden.
SSDP Een afkorting van Simple Service Discovery Protocol.
Standaardinstellingen Instellingen die in de fabriek op het apparaat worden ingesteld
en die door het apparaat worden gebruikt wanneer de
gebruiker geen instellingen aangeeft.
Standaardscherm Een scherm dat verschijnt wanneer het apparaat wordt
ingeschakeld of wanneer de toets <Alles wissen> is ingedrukt.
Het scherm verschijnt ook wanneer de toepassing [Auto
herstel standaardinstellingen] wordt gebruikt.
Stapels Een afleveringsprogrammering waarbij het aangegeven
aantal kopieƫn voor iedere pagina in een kopieerset wordt
afgeleverd in de volgorde waarop de documenten in de AOD
werden geplaatst. Voorbeeld: twee kopieƫn van een
document dat uit drie pagina's bestaat, worden afgeleverd als
pagina 1/kopie 1, pagina 1/kopie 2, pagina 2/kopie 1, pagina
2/kopie 2, pagina 3/kopie 1, pagina 3/kopie 2.
Start uitstellen Programmering waarbij het apparaat een document op een
later tijdstip verwerkt.
Startsnelheid Hiermee wordt de communicatiemode geselecteerd die wordt
gebruikt voor het verzenden naar een extern faxapparaat
vanaf G3 of F4800.
Subnetmasker Een masker dat wordt gebruikt om te identificeren welk deel
van een IP-adres het subnetmasker is en welk deel het
hostadres (of apparaatadres).
TBCP-filter Een afkorting van Tagged Binary Control Protocol. Dit filter is
alleen beschikbaar wanneer PostScript is ingeschakeld.
TCP/IP Een afkorting van Transmission Control Protocol/Internet
Protocol. TCP/IP is een set communicatieprotocollen die door
verschillende computerplatforms wordt ondersteund. TCP
regelt de gegevensoverdracht en IP regelt de route van de
gegevens. Het IP-adres is een uniek adres dat een apparaat
op een netwerk identificeert. Het IP-adres moet door de
systeembeheerder op het apparaat worden ingesteld.










