Operation Manual
Gedefinieerde termen
171
Profiel Een protocol voor het regelen van beeldresolutie,
papierformaat en andere kenmerken bij het verzenden of
ontvangen van faxen via internetfax. Welke profielen kunnen
worden gebruikt, hangt af van de internetfax van de externe
terminal. Ga na welk profieltype de externe internetfax-
terminal kan gebruiken, alvorens een profiel aan te geven.
Protocol De regels die het versturen en ontvangen van faxen
aansturen.
Puls-naar-toon Schakelen tussen kiestypes. Dit is handig wanneer u de
pulsmode nodig heeft om aan te sluiten en de toonmode voor
toegang tot een mailbox of een andere toepassing.
RAM De afkorting voor Random Access Memory, het geheugen
waaruit informatie kan worden opgehaald en waarin informatie
kan worden opgeslagen.
RARP Een afkorting van Reverse Address Resolution Protocol.
Dit is een methode voor het afleveren van IP-adressen naar
knooppunten op een netwerk. Wanneer een knooppunt wordt
ingeschakeld, wordt er een RARP-pakket met het
ethernetadres doorgestuurd. De RARP-server ontvangt het
pakket en stuurt het IP-adres terug naar het knooppunt.
Rechtstreeks faxen Hiermee kunnen pc-clients faxen via het apparaat versturen.
Resolutie De fijne details die op een gescand beeld kunnen worden
onderscheiden. Selecteer de standaardinstelling voor normale
documenten en de instellingen Fijn en Zeer fijn voor
documenten met meer details.
ROM Een afkorting van Read Only Memory, het geheugen dat
speciaal wordt gebruikt voor het opslaan en ophalen van
informatie.
Router Een apparaat dat netwerkpakketten doorverwijst naar het
segment van het netwerk waarvoor het pakket is bedoeld en
dat pakketten uitsluit die niet voor een segment zijn bedoeld.
Routers verminderen onnodig netwerkverkeer en regelen de
toegang tot segmenten van het netwerk.
Scannen Het registreren of lezen van een papieren document en het
omzetten van het optische beeld van het document in een
elektronisch beeld.
Scherm De display op het bedieningspaneel. Hier worden informatie
en instructies voor de gebruiker gegeven.
Scherpte Met scherpte wordt de hoeveelheid randdefinitie op de
afdrukken aangepast. Als het beeld enigszins onscherp is,
kan het beeld met een hogere scherptewaarde duidelijker
worden.
Serverfax Een faxfunctie waarbij een faxserver van een andere
leverancier wordt gebruikt.
Sets Een programmeringsoptie voor aflevering, waarbij elke
gekopieerde set in dezelfde volgorde wordt afgeleverd als
waarin deze in de AOD werd geplaatst. Voorbeeld: twee
kopieën van een document dat uit drie pagina's bestaat,
worden afgeleverd als pagina 1/kopie 1, pagina 2/kopie 1,
pagina 3/kopie 1, pagina 1/kopie 2, pagina 2/kopie 2, pagina
3/kopie 2.










