Xerox WorkCentre 4265 Multifunction Printer Imprimante multifonction User Guide Guide d'utilisation ® ® Italiano Guida per l’utente Svenska Användarhandbok Čeština Uživatelská příručka Deutsch Benutzerhandbuch Dansk Betjeningsvejledning Polski Przewodnik użytkownika Español Guía del usuario Suomi Käyttöopas Magyar Felhasználói útmutató Português Guia do usuário Nederlands Gebruikershandleiding Norsk Brukerhåndbok Türkçe Kullanıcı Kılavuzu Русский Руководство пользователя Ελληνικ
© 2014 Xerox Corporation. Alle rechten voorbehouden. Niet-gepubliceerde rechten voorbehouden op basis van de auteursrechten in de Verenigde Staten. De inhoud van de publicatie mag op generlei wijze worden gereproduceerd of verveelvoudigd zonder toestemming van Xerox Corporation.
Inhoud 1 Veiligheid 9 Veiligheid bij het gebruik van elektriciteit ........................................................................................................... 10 Algemene richtlijnen ............................................................................................................................................ 10 Netsnoer .............................................................................................................................................................
Inhoud De printer in- en uitschakelen........................................................................................................................... 36 Netwerkinstellingen configureren .......................................................................................................................... 37 Informatie over TCP/IP- en IP-adressen....................................................................................................... 37 Scannen inschakelen op de printer .........
Inhoud Afdrukfuncties ................................................................................................................................................................ 74 Op beide zijden van het papier afdrukken .................................................................................................. 74 Papieropties voor afdrukken selecteren .......................................................................................................
Inhoud Een map delen met Macintosh OS X versie 10.7 en later .................................................................... 107 Scannen naar een map op een netwerkcomputer ................................................................................. 107 Scan naar basismap ................................................................................................................................................... 108 Scannen naar een e-mailadres ...............................................
Inhoud Algemene problemen oplossen ............................................................................................................................. 140 Algemene voorzorgsmaatregelen................................................................................................................. 140 De printer opnieuw starten ............................................................................................................................. 141 Het inschakelen van de printer is mislukt.
Inhoud B Informatie over regelgeving 183 Basisregelgeving.......................................................................................................................................................... 184 FCC-regels in de Verenigde Staten ............................................................................................................... 184 Canada........................................................................................................................................
1 Veiligheid In dit hoofdstuk worden de volgende onderwerpen behandeld: • Veiligheid bij het gebruik van elektriciteit .............................................................................................................. 10 • Veiligheid bij de bediening ........................................................................................................................................... 12 • Veiligheid bij het onderhoud .........................................................................
Veiligheid Veiligheid bij het gebruik van elektriciteit Algemene richtlijnen WAARSCHUWINGEN: • • Duw geen objecten in sleuven of openingen van de printer. Aanraking van een spanningspunt of kortsluiting van een onderdeel kan brand of elektrische schokken tot gevolg hebben. Verwijder geen kleppen of beschermplaten die met schroeven zijn bevestigd, tenzij u optionele apparatuur installeert en instructies hebt ontvangen om dit te doen. Schakel de printer uit bij het uitvoeren van deze installaties.
Veiligheid Netsnoer • • • Gebruik het netsnoer dat bij de printer wordt geleverd. Sluit het netsnoer van de printer rechtstreeks aan op een stopcontact dat op de juiste wijze is geaard. Zorg dat beide uiteinden van het snoer goed zijn aangesloten. Vraag een elektricien om het stopcontact na te kijken als u niet weet of dit is geaard. Sluit de printer niet via een adapter aan op een stopcontact dat niet is geaard.
Veiligheid Veiligheid bij de bediening Uw printer en de bijbehorende verbruiksartikelen zijn getest en voldoen aan strenge veiligheidseisen. Ze zijn onderzocht en goedgekeurd door veiligheidsinstanties en voldoen aan de gestelde milieunormen. Als u de volgende veiligheidsvoorschriften in acht neemt, bent u verzekerd van een ononderbroken veilige werking van uw printer.
Veiligheid Printerlocatie • • • • • • • • • • Plaats de printer op een vlak, stevig en niet-vibrerend oppervlak dat sterk genoeg is om het gewicht te dragen. Zie Fysieke specificaties op pagina 176 als u het gewicht voor uw printerconfiguratie wilt vinden. Bedek of blokkeer de sleuven of openingen van de printer niet. Deze openingen zijn aangebracht om de printer te ventileren en om oververhitting van de printer te voorkomen.
Veiligheid Veiligheid bij het onderhoud • • • • Probeer geen onderhoudsprocedures uit te voeren die niet zijn beschreven in de documentatie die bij uw printer is geleverd. Gebruik geen schoonmaakmiddelen in spuitbussen. Gebruik voor het reinigen alleen een droge, pluisvrije doek. Verbruiksartikelen of items voor routineonderhoud mogen niet worden verbrand. Ga voor informatie over Xerox® recyclingprogramma's voor verbruiksartikelen naar www.xerox.com/gwa.
Veiligheid Printersymbolen Symbool Beschrijving Waarschuwing: Geeft een gevaar aan dat overlijden of ernstig letsel tot gevolg kan hebben, indien het niet voorkomen wordt. Let op: Geeft een verplichte actie aan, die genomen moet worden om schade aan het eigendom te voorkomen. Heet oppervlak op of in de printer. Wees voorzichtig om lichamelijk letsel te voorkomen. U mag het item niet verbranden. U mag de beeldverwerkingsmodule niet langer dan 10 minuten aan licht blootstellen.
Veiligheid Contactinformatie voor milieu, gezondheid en veiligheid Voor meer informatie over milieu, gezondheid en veiligheid met betrekking tot dit Xerox-product en verbruiksartikelen kunt u contact opnemen met de klantenservice: Verenigde Staten en Canada: 1-800-ASK-XEROX (1-800-275-9376) Europa: +44 1707 353 434 Voor productveiligheidsinformatie in de Verenigde Staten en Canada gaat u naar www.xerox.com/environment. Voor productveiligheidsinformatie in Europa gaat u naar www.xerox.
2 Toepassingen In dit hoofdstuk worden de volgende onderwerpen behandeld: • Onderdelen van de printer............................................................................................................................................ 18 • Informatiepagina's ......................................................................................................................................................... 24 • Energiespaarstand ...................................................................
Toepassingen Onderdelen van de printer In dit gedeelte worden de volgende onderdelen behandeld: • Aanzicht voorzijde............................................................................................................................................................ 18 • Aanzicht achterzijde........................................................................................................................................................ 21 • • • Interne onderdelen................................
Toepassingen Optionele afwerkeenheid, lade 2 en inlegmodule 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. Optionele afwerkeenheid voor 500 vel Voordeur afwerkeenheid USB-poort AOD voor 100 vel Bovenklep van de AOD Bedieningspaneel Zijklep Lade voor handmatige invoer met capaciteit van 100 vel 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16.
Toepassingen Alternatieve configuratie met laden 1-4 1. Lade voor handmatige invoer met capaciteit van 100 4. Optionele invoerlade 3 voor 520-vel vel 5. Optionele invoerlade 4 voor 520 vel 2. Lade 1 met capaciteit van 520 vellen 3.
Toepassingen Aanzicht achterzijde 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. Controlepaneel Klep controlepaneel Netsnoeraansluiting Aan/uit-schakelaar Rode LED Kaartlezersleuf Groene LED Interface afwerkeenheid 9. 10. 11. 12. 13. 14. Optioneel extern interfaceapparaat Ethernet-aansluiting USB-poort alleen voor service Direct Connect-poort voor afdrukken via USB Direct Connect-poort voor afdrukken via USB Telefoontoestelconnector voor optioneel faxpakket 15. Faxlijn in voor optioneel faxpakket Interne onderdelen 1. 2.
Toepassingen Optionele afwerkeenheid voor 500 vel 1. 2. 3. Verbindingskabel van afwerkeenheid Voordeur afwerkeenheid Nietcassette Bedieningspaneel Het bedieningspaneel bestaat uit een aanraakscherm en druktoetsen waarmee u de beschikbare functies op de printer kunt beheren. Het bedieningspaneel: • Toont de huidige status van de printer. • Geeft toegang tot afdrukfuncties. • Geeft toegang tot referentiemateriaal. • Geeft toegang tot hulpprogramma's en instellingen.
Toepassingen Item Naam Beschrijving 1 Aanraakscherm Het scherm toont informatie en geeft toegang tot printerfuncties. 2 Toets Startpagina Functies Met deze knop krijgt u toegang tot printerfuncties, zoals kopiëren, scannen en faxen via het aanraakscherm. 3 Toets Functies Met deze toets keert u terug naar de actieve functie vanuit de schermen Opdrachtstatus of Apparaatstatus, of naar een vooraf ingestelde functie.
Toepassingen Informatiepagina's Uw printer beschikt over een set informatiepagina's die afgedrukt kunnen worden. Er zijn informatiepagina's met configuratie- en fontinformatie, demopagina's enzovoort. Informatiepagina's afdrukken 1. 2. 3. Druk op de toets Apparaatstatus op het bedieningspaneel van de printer. Druk op het tabblad Apparaatinformatie op Zelfhulp. Als u een informatiepagina wilt afdrukken, selecteer dan een optie en druk op Afdrukken.
Toepassingen Energiespaarstand In de energiespaarstand wordt het energieverbruik beperkt wanneer de printer gedurende een gespecificeerde tijd niet wordt gebruikt. Energiespaarstanden Er zijn twee energiespaarstanden. • Energiespaarstand 1: Als de printer gedurende een bepaalde tijd niet is gebruikt, wordt het aanraakscherm donker en werkt de printer met een lager stroomverbuik.
Toepassingen Beheerfuncties In dit gedeelte worden de volgende onderdelen behandeld: • CentreWare Internet Services ..................................................................................................................................... 26 • Toegang tot CentreWare Internet Services ........................................................................................................... 26 • • • Het IP-adres van de printer opzoeken ............................................................
Toepassingen Het IP-adres van de printer opzoeken Als u de printerstuurprogramma's voor een op het netwerk aangesloten printer wilt installeren, hebt u het IP-adres van uw printer nodig. U hebt het IP-adres ook nodig voor toegang tot de instellingen van uw printer via CentreWare Internet Services. U kunt het IP-adres van de printer bekijken op het bedieningspaneel of op het configuratie-overzicht. Het IP-adres van de printer achterhalen via het bedieningspaneel van de printer: 1.
Toepassingen Meer informatie U kunt meer informatie over uw printer verkrijgen uit de volgende bronnen: Bron Locatie Installatiehandleiding Geleverd bij de printer. Andere documentatie voor uw printer www.xerox.com/office/WC4265docs Technische ondersteuningsgegevens voor uw printer, www.xerox.com/office/WC4265support waaronder on-line technische ondersteuning, Online Support Assistant (Online Support-assistent) en downloads voor drivers.
3 Installatie en instellingen In dit hoofdstuk worden de volgende onderwerpen behandeld: • Overzicht van installatie en instellingen .................................................................................................................. 30 • Een plaats kiezen voor de printer ............................................................................................................................... 31 • Printer configureren bij installatie .....................................................
Installatie en instellingen Overzicht van installatie en instellingen Controleer voordat u gaat afdrukken of de stekkers van de computer en de printer in het stopcontact zijn gestoken, of de computer en de printer zijn ingeschakeld en op elkaar zijn aangesloten. Configureer de eerste instellingen van de printer en installeer vervolgens de driversoftware en hulpprogramma's op uw computer.
Installatie en instellingen Een plaats kiezen voor de printer • Kies een stofvrije plaats met temperaturen tussen de 10 en 30°C (50–90°F) en een relatieve luchtvochtigheid tussen 20 en 80%. Opmerking: Plotselinge temperatuurverschillen kunnen van invloed zijn op de afdrukkwaliteit. Als een koude ruimte snel wordt verwarmd, kan er condensatie optreden in het apparaat, hetgeen direct van invloed is op de beeldoverdracht.
Installatie en instellingen Printer configureren bij installatie Gebruik nadat de printer is geïnstalleerd de productactiveringssleutelkaart om de configuratie te voltooien. De productactiveringssleutelkaart bepaalt de factureringsmodus. Opmerking: De productactiveringssleutelkaart is verpakt in een plastic koker in de doos bij de printer. Zo configureert u de printer met de productactiveringssleutelkaart: 1. Verwijder de plastic kaart met daarin de productactiveringssleutelkaart uit het buisje. 2.
Installatie en instellingen 4. 5. 6. Selecteer om te beginnen in de wizard Installatie de taal en toetsenbordindeling en druk daarna op Volgende. Volg de instructies op het scherm van de productactiveringsinstellingen. Plaats bij stap 2 van de wizard Installatie de productactiveringssleutelkaart in de kaartlezersleuf aan de achterkant van de printer. 7.
Installatie en instellingen De printer aansluiten In dit gedeelte worden de volgende onderdelen behandeld: • Een aansluitmethode selecteren ................................................................................................................................ 34 • De printer fysiek op het netwerk aansluiten .......................................................................................................... 35 • • • Via USB verbinding maken met een computer ..................................
Installatie en instellingen De printer fysiek op het netwerk aansluiten Gebruik een Ethernetkabel van het type Category 5 of beter om de printer op het netwerk aan te sluiten. Een Ethernet-netwerk wordt gebruikt voor een of meer computers en ondersteunt vele printers en systemen gelijktijdig. Een Ethernet-aansluiting verschaft rechtstreeks toegang tot printerinstellingen via CentreWare Internet Services. De printer aansluiten: 1. Sluit het netsnoer op de printer aan en steek de stekker in het stopcontact.
Installatie en instellingen De printer in- en uitschakelen De printer heeft een uitschakelingsknop op het aanraakscherm en een aan/uit-schakelaar aan de linkerkant. Met deuitschakelingsknop op het aanraakscherm worden de elektronische onderdelen van de printer op de juiste wijze uitgeschakeld. De aan/uit-schakelaar aan de zijkant van de printer regelt de hoofdvoeding naar de printer. Zo zet u de printer aan: 1. Zet de AAN/UIT-schakelaar aan.
Installatie en instellingen Netwerkinstellingen configureren In dit gedeelte worden de volgende onderdelen behandeld: • Informatie over TCP/IP- en IP-adressen.................................................................................................................. 37 Informatie over TCP/IP- en IP-adressen Computers en printers gebruiken overwegend TCP/IP-protocollen voor communicatie over een ethernetnetwerk.
Installatie en instellingen Scannen inschakelen op de printer Indien de printer is aangesloten op een netwerk, dan kunt u de scan versturen naar de volgende locaties. • FTP • SMB • HTTP • HTTPS • SFTP • Een e-mailadres • Een gedeelde map op uw computer Zie CentreWare Internet Services op pagina 26 voor meer informatie. Opmerking: Als uw printer is aangesloten met een USB-kabel, kunt u niet naar een e-mailadres of een netwerklocatie (een gedeelde map op uw computer) scannen.
Installatie en instellingen De software installeren In dit gedeelte worden de volgende onderdelen behandeld: • Vereisten van besturingssysteem .............................................................................................................................. 39 • Drivers en hulpprogramma's installeren - Windows ........................................................................................... 40 • • • Printerdrivers installeren voor Macintosh OS X versie 10.7 en later .................
Installatie en instellingen Drivers en hulpprogramma's installeren - Windows Voor toegang tot alle functies op uw printer, installeert u de Xerox®-printerdriver en de Xerox®-scandriver. De software van de printer- en scandrivers installeren: 1. Plaats de Software and Documentation disc (cd met software en documentatie) in het juiste station op uw computer. Het installatieprogramma start automatisch.
Installatie en instellingen Printerdrivers installeren voor Macintosh OS X versie 10.7 en later Installeer de Xerox-printerdriver voor toegang tot alle functies van uw printer. De software van de printerdriver installeren: 1. Plaats de Software and Documentation disc (cd met software en documentatie) in het juiste station op uw computer. 2. Dubbelklik op het schijfpictogram op uw bureaublad om het .dmg-bestand voor uw printer te bekijken. 3. Open het .
Installatie en instellingen Scandrivers voor Macintosh installeren Zo installeert u de software van de scandriver: 1. Ga voor het downloaden van de nieuwste driver naar www.xerox.com/office/WC4265drivers. 2. Download het toepasselijke pakket voor uw besturingssysteem. 3. Dubbelklik op het schijfpictogram op uw bureaublad om het .dmg-bestand voor uw printer te bekijken. 4. Open het bestand Scan Installer.dmg en ga naar het juiste installatiebestand voor uw besturingssysteem. 5.
Installatie en instellingen Overige drivers De volgende drivers kunnen worden gedownload van www.xerox.com/office/WC4265drivers. • De Xerox® Global Print Driver werkt met elke willekeurige printer op uw netwerk, met inbegrip van printers van andere merken. De printerdriver wordt bij installatie automatisch voor uw individuele printer geconfigureerd. • De Xerox® Mobile Express Driver werkt met elke willekeurige printer die voor uw computer beschikbaar is, mits deze standaard PostScript ondersteunt.
Installatie en instellingen De printer installeren als Web Services on Devices (webservices op apparaten) Met WSD (apparaten voor webservices) kan een client een extern apparaat en de bijbehorende services via een netwerk detecteren en openen. WSD biedt ondersteuning voor het detecteren, beheren en gebruiken van apparaten. Een WSD-printer installeren via de wizard Apparaat toevoegen: 1. Klik op uw computer op Start en selecteer Apparaten en printers. 2.
4 Papier en ander afdrukmateriaal In dit hoofdstuk worden de volgende onderwerpen behandeld: • Ondersteund papier ........................................................................................................................................................ 46 • Papier plaatsen ................................................................................................................................................................. 52 • Op speciaal papier afdrukken ..........................
Papier en ander afdrukmateriaal Ondersteund papier In dit gedeelte worden de volgende onderdelen behandeld: • Papier bestellen ................................................................................................................................................................ 46 • Algemene richtlijnen voor het plaatsen van papier ............................................................................................ 46 • • • Papier dat de printer kan beschadigen ...........................
Papier en ander afdrukmateriaal Papier dat de printer kan beschadigen Sommige papiersoorten en ander afdrukmateriaal kunnen de afdrukkwaliteit verminderen, meer papierstoringen veroorzaken of uw printer beschadigen.
Papier en ander afdrukmateriaal Ondersteunde papiersoorten en -gewichten Papierlade Papiersoorten Gewicht Handmatige invoer Gewoon Licht papier Bankpostpapier Geperforeerd Voorbedrukt Kringlooppapier Envelop Transparant Etiketten Karton Katoen Briefhoofdpapier 70-90 g/m² 60-69 g/m² 105-120 g/m² 60-90 g/m² 75-85 g/m² 60-85 g/m² 75-90 g/m² 138-146 g/m² 120-150 g/m² 90-163 g/m² 90 g/m² Gewoon Licht papier Bankpostpapier Geperforeerd Voorbedrukt Kringlooppapier Karton Katoen Briefhoofdpapier 70-90 g/m²
Papier en ander afdrukmateriaal Ondersteunde standaard papierformaten Lade Europese standaardformaten Noord-Amerikaanse standaardformaten Lade 1 en optionele laden 2-4 A4 (210 x 297 mm 8,3 x 11,7 inch).
Papier en ander afdrukmateriaal Ondersteunde papiersoorten en -gewichten voor automatisch 2-zijdig afdrukken Papiersoort Gewicht Licht papier 60-70 g/m² Kringlooppapier 60-85 g/m² Gewoon Briefhoofd Geperforeerd 70-90 g/m² Voorbedrukt 75-85 g/m² Ondersteunde standaard papierformaten voor automatisch 2-zijdig afdrukken Europese standaardformaten Noord-Amerikaanse standaardformaten A4 (210 x 297 mm 8,3 x 11,7 inch).
Papier en ander afdrukmateriaal Ondersteund papier voor automatisch nieten De volgende standaard papiersoorten worden ondersteund voor automatisch nieten: Papiersoort Gewicht Licht papier 60-70 g/m² Kringlooppapier 60-85 g/m² Gewoon Briefhoofd Geperforeerd Aangepast 70-90 g/m² Voorbedrukt 75-85 g/m² Bankpostpapier 105-120 g/m² Licht karton 106-163 g/m² De volgende standaard papierformaten worden ondersteund voor automatisch nieten: Europese standaardformaten Noord-Amerikaanse standaardforma
Papier en ander afdrukmateriaal Papier plaatsen In dit gedeelte worden de volgende onderdelen behandeld: • Papier in de handmatige invoer plaatsen............................................................................................................... 52 • Papier in invoerlade voor 520 vel plaatsen (lade 1-4)........................................................................................ 54 • Papier in de inlegmodule voor 2100 vel plaatsen ....................................................
Papier en ander afdrukmateriaal 5. 6. Plaats het papier in de lade. Plaats geperforeerd papier met de gaten naar de achterkant van de printer gericht. 7. Plaats briefhoofdpapier of voorbedrukt papier voor 1- of 2-zijdig afdrukken met de beeldzijde omlaag en voer het papier met de bovenkant eerst in de printer. Opmerking: Zorg dat het papier niet boven de maximumvullijn uitkomt. Als u te veel afdrukmateriaal in de lade plaatst, kunnen er storingen optreden. 8.
Papier en ander afdrukmateriaal Papier in invoerlade voor 520 vel plaatsen (lade 1-4) Zo plaatst u papier in de invoerlade voor 520 vel: 1. Trek de lade naar buiten tot deze niet meer verder kan. 2. De papierlengte- en breedtegeleiders naar buiten schuiven: a. Knijp de geleiderhendel van iedere geleider in. b. Schuif de geleiders net zo ver naar buiten tot ze niet verder kunnen. c. Laat de hendels los. 3.
Papier en ander afdrukmateriaal 4. Plaats het papier met de korte kant tegen de rechterkant van de lade: Opmerkingen: • Plaats het papier met de beeldzijde omhoog in de lade. • Plaats geperforeerd papier met de gaten naar de achterkant van de printer gericht. • Zorg dat het papier niet boven de maximumvullijn uitkomt. Als de lade te vol zit, kunnen papierstoringen optreden. 5. Stel de papiergeleiders in de lade af op het formaat van het papier. 6. Sluit de lade. 7.
Papier en ander afdrukmateriaal Papier in de inlegmodule voor 2100 vel plaatsen Zo plaatst u papier in papier in de inlegmodule: 1. Trek de lade naar buiten tot deze niet meer verder kan. 2. 56 U kunt de papiergeleiders ontgrendelen door de borgpennen van de zijgeleiders op te tillen en te verdraaien en vervolgens te verwijderen.
Papier en ander afdrukmateriaal 3. U kunt het formaat aanpassen door de papiergeleiders te verschuiven totdat de pijl is uitgelijnd op het vereiste papierformaat. In dit voorbeeld is de geleider ingesteld op en vergrendeld voor het papier JIS B5. 4. U kunt de papiergeleiders vergrendelen door de borgpennen In de gewenste sleuf te plaatsen en de pinnen naar links te verdraaien tot ze goed vastzitten. VOORZICHTIG: Forceer de pin niet, want deze kan breken. 5.
Papier en ander afdrukmateriaal 6. Plaats het papier met de korte kant tegen de rechterkant van de lade: Opmerkingen: • Plaats het papier met de beeldzijde omlaag in de lade. • Plaats geperforeerd papier met de gaten naar de achterkant van de printer gericht. • Zorg dat het papier niet boven de maximumvullijn uitkomt. Als u te veel afdrukmateriaal in de lade plaatst, kunnen er storingen optreden. 7. Sluit de lade. 8.
Papier en ander afdrukmateriaal Op speciaal papier afdrukken In dit gedeelte worden de volgende onderdelen behandeld: • Enveloppen ......................................................................................................................................................................... 59 • Richtlijnen voor afdrukken op enveloppen .............................................................................................................
Papier en ander afdrukmateriaal Enveloppen in invoerlade voor 520 vel plaatsen (lade 1-4) Zo plaatst u enveloppen in de invoerlade voor 520 vel: 1. Trek de lade naar buiten tot deze niet meer verder kan. 2. Verwijder papier uit de lade. 3. Plaats de enveloppen in de lade met de kleppen gesloten en omlaag en naar de achterkant van de lade gericht. 4. Pas de papiergeleiders aan tot ze de rand van de enveloppen net raken. 5. 6. Sluit de lade.
Papier en ander afdrukmateriaal Enveloppen in de handmatige invoer plaatsen 1. Open de handmatige invoer. 2. Breng de breedtegeleiders naar de randen van de lade. Opmerking: Als u enveloppen niet meteen in de handmatige invoer plaatst nadat ze uit de verpakking zijn gehaald, kunnen ze opbollen. Maak ze eerst weer plat, om papierstoringen te voorkomen. 3.
Papier en ander afdrukmateriaal 4. Plaats enveloppen met zelfklevende klep aan de korte zijde met de te bedrukken zijde omlaag, kleppen gesloten en voer de enveloppen met de klep als eerste de printer in. 5. Als u via het bedieningspaneel hierom wordt gevraagd, controleert u het papierformaat, de papiersoort en -kleur in het scherm Papierinstellingen. Druk als u klaar bent op Bevestigen. 6. Etiketten U kunt etiketten vanuit iedere lade bedrukken.
Papier en ander afdrukmateriaal Etiketten in invoerlade voor 520 vel plaatsen (lade 1-4) Zo plaatst u etiketten in de invoerlade voor 520 vel: 1. Verwijder al het papier uit de lade. 2. Plaats de etiketten met de beeldzijde omhoog en met de bovenrand naar rechts. 3. 4. 5. 6. Stel de geleiders af, zodat ze de randen van het papier net raken. Sluit de lade. Als u via het bedieningspaneel hierom wordt gevraagd, controleert u het papierformaat, de papiersoort en -kleur in het scherm Papierinstellingen.
5 Bezig met afdrukken In dit hoofdstuk worden de volgende onderwerpen behandeld: • Afdrukken - overzicht ...................................................................................................................................................... 66 • Afdrukopties selecteren ................................................................................................................................................. 67 • Opdrachten beheren .......................................................
Bezig met afdrukken Afdrukken - overzicht Controleer voordat u gaat afdrukken of de stekkers van de computer en de printer in het stopcontact zijn gestoken, of de computer en de printer zijn ingeschakeld en of ze zijn aangesloten op een actief netwerk. Zorg dat de juiste printerdriversoftware op uw computer is geïnstalleerd. Zie De software installeren op pagina 39 voor meer informatie. 1. Selecteer de juiste papierlade. 2. Plaats papier in de juiste lade. 3.
Bezig met afdrukken Afdrukopties selecteren In dit gedeelte worden de volgende onderdelen behandeld: • Help in de printerdriver .................................................................................................................................................. 67 • Afdrukopties in Windows .............................................................................................................................................. 68 • • Afdrukopties in Macintosh...............................
Bezig met afdrukken Afdrukopties in Windows Standaard afdrukopties voor Windows instellen Wanneer u in een willekeurige softwaretoepassing afdrukt, gebruikt de printer de instellingen voor de afdrukopdracht, die zijn opgegeven in het venster Voorkeursinstellingen. U kunt uw meestgebruikte afdrukopties instellen en deze opslaan, zodat u de instellingen niet telkens hoeft te wijzigen wanneer u afdrukt.
Bezig met afdrukken Een set veelgebruikte afdrukopties opslaan voor Windows U kunt een set opties definiëren en opslaan, zodat u deze kunt toepassen op toekomstige afdrukopdrachten. Een set afdrukopties opslaan: 1. Open het document in uw applicatie en klik op Bestand > Afdrukken. 2. Selecteer de printer en klik vervolgens op Eigenschappen. Klik op de tabbladen in het venster Eigenschappen en selecteer vervolgens op de gewenste instellingen. 3.
Bezig met afdrukken Een set veelgebruikte afdrukopties opslaan voor Macintosh U kunt een set opties definiëren en opslaan, zodat u deze kunt toepassen op toekomstige afdrukopdrachten. Een set afdrukopties opslaan: 1. Open het document in uw applicatie en klik op Bestand > Afdrukken. 2. Selecteer uw printer in de lijst met printers. 3. Selecteer de gewenste afdrukopties. 4. Selecteer Sla huidige instellingen opslaan als voorinstellingen om de instellingen op te slaan.
Bezig met afdrukken Zo maakt u een opdrachtkaart met de Xerox®-printerdriver met grafische gebruikersinterface: 1. Open de Xerox®-printerdriver met grafische gebruikersinterface. Opmerking: Typ xeroxprtmgr om de gebruikersinterface van de Xerox®-printerdriver te openen als root. 2. 3. 4. Selecteer de printer in het scherm Mijn printers. Klik in de bovenhoek op Printer bewerken en selecteer opties voor de afdrukopdracht. Klik op Opslaan als en sla hierna de opdrachtkaart op in de basismap.
Bezig met afdrukken Opdrachten beheren In dit gedeelte worden de volgende onderdelen behandeld: • Opdrachten beheren via het bedieningspaneel ................................................................................................... 72 • Beveiligde en vastgehouden afdrukopdrachten beheren................................................................................. 73 • Opdrachten beheren in CentreWare Internet Services...........................................................................
Bezig met afdrukken In het menu Afdrukken via kunt u lijsten bekijken met opgeslagen opdrachten, opdrachten die op een USB-stick zijn opgeslagen of opdrachten die in printermappen zijn opgeslagen. U kunt opdrachten in elk van deze lijsten selecteren en afdrukken. Zie Speciale typen afdrukopdrachten uitvoeren op pagina 77 om de opdracht uit te voeren. Opgeslagen opdrachten opnieuw uitvoeren: Druk op het bedieningspaneel op de knop Functies en daarna op Opgeslagen opdrachten opnieuw uitvoeren.
Bezig met afdrukken Afdrukfuncties In dit gedeelte worden de volgende onderdelen behandeld: • Op beide zijden van het papier afdrukken.............................................................................................................. 74 • Papieropties voor afdrukken selecteren .................................................................................................................. 74 • • • Meerdere pagina's op één vel papier afdrukken ...................................................
Bezig met afdrukken Meerdere pagina's op één vel papier afdrukken Wanneer u een document van meerdere pagina's afdrukt, kunt u meer dan één pagina op een vel papier afdrukken. Druk 1, 2, 4, 6, 9 of 16 pagina's per zijde af door Pagina's per vel te selecteren op het tabblad Pagina-opmaak. Pagina-opmaak bevindt zich op het tabblad Documentopties. Schalen U kunt het beeld tot minimaal 25% van het originele formaat verkleinen of tot maximaal 400% vergroten.
Bezig met afdrukken Katernen afdrukken Met 2-zijdig afdrukken kunt u een document in de vorm van een klein katern afdrukken. U kunt katernen maken met elk papierformaat dat wordt ondersteund voor 2-zijdig afdrukken. De driver verkleint elk paginabeeld automatisch en drukt vier paginabeelden op een vel papier af (aan iedere zijde twee paginabeelden). De pagina's worden in de juiste volgorde afgedrukt, zodat u deze kunt vouwen en nieten om het katern te maken.
Bezig met afdrukken Speciale opdrachttypen Met speciale opdrachttypen kunt u een afdrukopdracht vanaf uw computer verzenden en deze vervolgens via het bedieningspaneel van de printer afdrukken. Selecteer speciale opdrachttypen in de printerdriver, tabblad Afdrukopties onder Opdrachttype. Beveiligde afdruk Met Beveiligde afdruk kunt u een 4- tot 10-cijferige toegangscode aan een afdrukopdracht toewijzen wanneer deze naar de printer wordt verzonden.
Bezig met afdrukken Persoonlijke afdrukopdracht Gebruik het opdrachttype Persoonlijke afdruk om een afdrukopdracht onder uw gebuikersnaam op te slaan en deze vanaf het printerbedieningspaneel af te drukken. U hoeft geen opdrachtnaam of toegangscode in te voeren. Persoonlijke afdrukopdracht vrijgeven 1. 2. 3. 4. 5. Druk op het bedieningspaneel van de printer op Opdrachtstatus. Selecteer het tabblad Persoonlijke en beveiligde opdrachten. Druk op de map waarin de afdrukopdracht zich bevindt. Selecteer Toeg.
Bezig met afdrukken Opgeslagen opdrachten Met de opties in het venster Opgeslagen opdrachten kunt u de afdrukopdracht opslaan of uitvoeren en opslaan voor toekomstig gebruik. Afdrukken vanuit Opgeslagen opdrachten 1. 2. 3. 4. 5. 6. Druk op het bedieningspaneel op de knop Functies en daarna op Opgeslagen opdrachten opnieuw uitvoeren. Selecteer de naam van de opgeslagen opdracht die u wilt afdrukken. Selecteer OK. Selecteer het gewenste aantal afdrukken. Druk op de groene toets Start.
Bezig met afdrukken Vastgehouden afdrukopdrachten Opdrachten kunnen om verschillende redenen worden vastgehouden of gepauzeerd. Als het papier in de printer bijvoorbeeld op is, wordt de opdracht vastgehouden. Als u een proefopdracht verzendt, wordt het eerste exemplaar van de opdracht afgedrukt en blijven de overige exemplaren in de wachtrij staan totdat u ze vrijgeeft.
Bezig met afdrukken Afdrukken vanaf een USB-stick U kunt .pdf, .ps, .pcl, .prn, .tiff en .xps-bestanden rechtstreeks vanaf een USB-stick afdrukken. Opmerkingen: • Als USB-poorten zijn uitgeschakeld, kunt u geen USB-kaartlezer voor verificatie gebruiken, de software niet bijwerken en niet afdrukken vanaf een USB-stick. • De systeembeheerder moet deze toepassing eerst instellen voordat u deze kunt gebruiken. Voor meer informatie raadpleegt u de Handleiding voor de systeembeheerder op www.xerox.
6 Kopiëren In dit hoofdstuk worden de volgende onderwerpen behandeld: • Eenvoudig kopiëren ......................................................................................................................................................... 84 • Kopieerinstellingen selecteren ....................................................................................................................................
Kopiëren Eenvoudig kopiëren In dit gedeelte worden de volgende onderdelen behandeld: • Glasplaat ............................................................................................................................................................................. 84 • Richtlijnen voor de glasplaat ....................................................................................................................................... 85 • • • 1. 2. 3. 4. 5. 6. AOD ....................................
Kopiëren Richtlijnen voor de glasplaat De glasplaat ondersteunt papierformaten tot maximaal 216 x 356 mm (8,5 x 14 inch).
Kopiëren Kopieeropties aanpassen In dit gedeelte worden de volgende onderdelen behandeld: • Basisinstellingen ............................................................................................................................................................... 87 • Instellingen afdrukkwaliteit ......................................................................................................................................... 88 • Afwerking .....................................................
Kopiëren Basisinstellingen In dit gedeelte worden de volgende onderdelen behandeld: • Een papierlade selecteren ............................................................................................................................................. 87 • Afbeelding lichter of donkerder maken ................................................................................................................... 87 • 2-zijdig kopiëren instellen .................................................................
Kopiëren Instellingen afdrukkwaliteit In dit gedeelte worden de volgende onderdelen behandeld: • De origineelsoort opgeven............................................................................................................................................ 88 • Helderheid aanpassen.................................................................................................................................................... 88 • Achtergrondverschillen automatisch onderdrukken .....................
Kopiëren Afwerking Kopieën in sets U kunt kopieeropdrachten die uit meerdere pagina's bestaan automatisch in sets laten sorteren. Wanneer u bijvoorbeeld drie 1-zijdige sets kopieën maakt van een-document van zes pagina's, worden de kopieën in onderstaande volgorde afgedrukt:1, 2, 3, 4, 5, 6; 1, 2, 3, 4, 5, 6; 1, 2, 3, 4, 5, 6 Kopieën in stapels worden in de onderstaande volgorde afgedrukt: 1, 1, 1, 2, 2, 2, 3, 3, 3, 4, 4, 4, 5, 5, 5, 6, 6, 6 Setopties selecteren: 1.
Kopiëren Kopieerinstellingen selecteren In dit gedeelte worden de volgende onderdelen behandeld: • Uitvoeraanpassingen ..................................................................................................................................................... 90 • Instellingen afleveringsformaat ................................................................................................................................. 92 • • ID-kaart kopiëren .................................................
Kopiëren De randen van kopieën wissen U kunt de randen van uw kopieën wissen door de te wissen hoeveelheid aan de rechter-, linker-, boven- en onderrand op te geven. Zo wist u randen op kopieën: 1. Druk op de toets Startpagina Functies en druk vervolgens op Kopiëren. 2. Druk op Meer toepassingen > Randen wissen. 3. Selecteer een optie. 4. Selecteer OK. Pagina-opmaak Met Paginaopmaak plaatst u een opgegeven aantal pagina's op een of beide zijden van het papier.
Kopiëren Instellingen afleveringsformaat In dit gedeelte worden de volgende onderdelen behandeld: • Boek kopiëren selecteren............................................................................................................................................... 92 • Een katern maken ............................................................................................................................................................ 92 • • Omslagen toevoegen .....................................
Kopiëren Omslagen toevoegen U kunt de eerste en laatste pagina van uw kopieeropdracht op ander papier afdrukken, zoals gekleurd of zwaar papier. De printer selecteert het papier uit een andere lade. De omslagen kunnen blanco of bedrukt zijn. Opmerkingen: • Het papier dat voor de omslagen wordt gebruikt moet hetzelfde formaat hebben als het papier dat voor de rest van het document wordt gebruikt.
Kopiëren ID-kaart kopiëren U kunt beide zijden van een ID-kaart of klein document op één zijde van een vel papier kopiëren. Elke zijde wordt op dezelfde plek op de glasplaat gekopieerd. De printer slaat beide zijden op en drukt ze naast elkaar af op het papier. Een ID-kaart kopiëren: 1. Druk op de toets Startpagina Functies en druk vervolgens op ID-kaart kopiëren. 2.
Kopiëren Geavanceerde kopieertaken In dit gedeelte worden de volgende onderdelen behandeld: • Een kopieeropdracht opbouwen ................................................................................................................................ 95 Een kopieeropdracht opbouwen Met deze functie kunt u complexe kopieeropdrachten produceren van documenten met verschillende originelen, waarvoor verschillende kopieerinstellingen nodig zijn.
7 Bezig met scannen In dit hoofdstuk worden de volgende onderwerpen behandeld: • Eenvoudige scantaken ................................................................................................................................................... 98 • Scaninstellingen aanpassen....................................................................................................................................... 100 • Opslagopties selecteren................................................................
Bezig met scannen Eenvoudige scantaken De toepassing Scannen biedt verschillende methoden voor het scannen en opslaan van originele documenten. De scanprocedure die voor uw printer wordt gebruikt, is anders dan die van bureaubladscanners. Aangezien de printer doorgaans is aangesloten op een netwerk in plaats van een enkele computer, selecteert u een bestemming voor het gescande beeld op de printer. Zie Scaninstellingen aanpassen op pagina 100 voor meer informatie.
Bezig met scannen Glasplaat • Til de klep van de AOD omhoog en plaats de eerste pagina met de beeldzijde omlaag tegen de linkerbovenhoek van de glasplaat. • Lijn de originelen uit met het overeenkomstige papierformaat, dat op de rand van de glasplaat wordt aangegeven. • De glasplaat ondersteunt papierformaten tot maximaal 216 x 356 mm (8,5 x 14 inch). • De glasplaat detecteert de papierformaten Legal of Letter/A4 automatisch alsmede kleinere papierformaten.
Bezig met scannen Scaninstellingen aanpassen In dit gedeelte worden de volgende onderdelen behandeld: • De afdrukkleur instellen ............................................................................................................................................... 100 • Scanresolutie instellen.................................................................................................................................................. 100 • • • 2-zijdig scannen selecteren .......................
Bezig met scannen 2-zijdig scannen selecteren Met 2-zijdig scannen worden beide pagina's van het originele beeld gescand. 2-zijdig scannen instellen: 1. Druk op het bedieningspaneel van de printer op Alles wissen en daarna op Startpagina Functies. 2. Druk op Scannen naar en selecteer een optie. 3. Druk op 2-zijdig scannen. 4. Druk op 2-zijdig. 5. Als u het beeld op zijde 2 180 graden wilt roteren, selecteert u 2-zijdig en vervolgens Zijde 2 roteren. 6. Selecteer OK. Het bestandsformaat instellen 1. 2. 3.
Bezig met scannen Het oorspronkelijke formaat specificeren 1. 2. 3. 4. Druk op het bedieningspaneel van de printer op Alles wissen en daarna op Startpagina Functies. Druk op Scannen naar en selecteer een optie. Selecteer Origineelformaat en selecteer vervolgens een optie. Selecteer OK. Randen wissen Randen wissen gebruiken: 1. Druk op het bedieningspaneel van de printer op Alles wissen en daarna op Startpagina Functies. 2. Druk op Scannen naar en selecteer een optie. 3.
Bezig met scannen Scanopdracht opbouwen Met deze functie kunt u een gemengde groep originelen in één scanopdracht samenvoegen. Als u een scanopdracht opbouwt, zal ieder afzonderlijk onderdeel worden gescand als een afzonderlijke opdracht. U kunt op elk willekeurig moment op Alle segmenten verwijderen drukken om de opdracht te wijzigen. Een scanopdracht opbouwen: 1. Druk op het bedieningspaneel van de printer op Alles wissen en daarna op Startpagina Functies. 2.
Bezig met scannen Opslagopties selecteren De opties voor opslag voorzien in extra instellingen voor het benoemen van beelden, het selecteren van beeldindelingen en het selecteren van de procedure als een bestandsnaam al bestaat. De opties Documentbeheer en Bestemmingen toevoegen kunnen alleen worden gewijzigd nadat Scannen naar bestandsopslagplaatsen op het netwerk of Scannen naar basismap zijn ingesteld.
Bezig met scannen Scanbeeld naar een bestemming verzenden Voordat u een scan maakt en het scanbestand opslaat op een bestemming, configureert u de bestemmingsmappen op de server of deelt u de map op een PC. Bovendien moet er ten minste één scanbestemming in het adresboek staan. Als de scanbestemmingeigenschappen niet correct zijn geconfigureerd, is het pictogram Scannen naar grijs op het aanraakscherm. Zo scant u een beeld en verzendt u het scanbeeld naar een bestemming: 1.
Bezig met scannen Scannen naar een gedeelde map op een netwerkcomputer In dit gedeelte worden de volgende onderdelen behandeld: • Map op een Windows-computer delen .................................................................................................................. 106 • Een map delen met Macintosh OS X versie 10.7 en later ............................................................................... 107 • Scannen naar een map op een netwerkcomputer .........................................
Bezig met scannen Een map delen met Macintosh OS X versie 10.7 en later Klik in het menu Apple op Systeemvoorkeuren. Selecteer Delen. Selecteer Bestanden delen in het menu Service. Klik onder Gedeelde mappen op het plus-pictogram (+). Blader naar de map die u op het netwerk wilt delen en klik dan op Toevoegen. Als u toegangsrechten voor uw map wilt wijzigen, selecteer deze dan. De groepen worden actief. Klik in de lijst Gebruikers op Iedereen, en gebruik de pijltoetsen om Lezen & schrijven te selecteren.
Bezig met scannen Scan naar basismap Met de toepassing Scannen naar basismap kunt u een beeld naar uw eigen bestemming scannen. Opmerking: Als u de functie Scannen naar basismap wilt gebruiken, moet u zich aanmelden met een geldige gebruikersnaam en toegangscode. Een beeld scannen naar uw basismap: 1. Plaats het origineel op de glasplaat of in de AOD. 2. Druk op het bedieningspaneel van de printer op Alles wissen en daarna op Startpagina Functies. 3. Druk op Werkstroomscannen. 4.
Bezig met scannen Scannen naar een e-mailadres Als u deze toepassing gebruikt, worden de door u gescande beelden als e-mailbijlagen verzonden. Configureer de eigenschappen van de email SMTP en het Van-veld voordat u naar e-mail gaat scannen. Er dient ten minste één e-mailadres in het adresboek te staan. Als de e-maileigenschappen niet correct zijn geconfigureerd, is het E-mailpictogram grijs op het aanraakscherm. Een beeld scannen en naar een e-mailadres verzenden: 1.
Bezig met scannen Scannen naar een USB-stick U kunt een document scannen en het gescande bestand opslaan op een USB-stick. De functie Scannen naar USB produceert scans met de bestandsindelingen .jpg, .pdf en .tiff. Scannen naar een USB-stick: 1. Plaats het origineel op de glasplaat of in de dubbelzijdige AOD. 2. Steek de USB-stick in de USB-poort aan de zijkant van de printer. 3. Druk op USB > Scan naar USB. 4. Wijzig de scaninstellingen naar wens.
Bezig met scannen Scannen naar een computer Als de systeembeheerder Externe start inschakelt in CentreWare Internet Services, kunt u scanbeelden direct van de scanner naar een PC sturen. Met behulp van Microsoft Mediagalerie kunt u beelden scannen, importeren en opslaan via de printer. U kunt ook een afbeelding direct met de printer scannen en de scan opslaan in een computer met de meeste TWAIN-compatibele scantoepassingen. Scan naar een computer 1. 2.
8 Faxen In dit hoofdstuk worden de volgende onderwerpen behandeld: • Eenvoudige faxopdrachten ........................................................................................................................................ 114 • Faxopties selecteren ..................................................................................................................................................... 116 • Een fax in een lokale mailbox opslaan...........................................................
Faxen Eenvoudige faxopdrachten Een fax verzenden: 1. Plaats uw originelen: − Gebruik de glasplaat voor opdrachten die uit één pagina bestaan of voor originelen die niet via de AOD kunnen worden ingevoerd. Leg de eerste pagina van het document met de beeldzijde omlaag tegen de linkerbovenhoek van de glasplaat. − Gebruik de AOD voor documenten van één of meer pagina's. Verwijder alle nietjes en paperclips van de pagina's en plaats de pagina's met de beeldzijde omhoog in de AOD. 2.
Faxen AOD • Plaats de originelen met de beeldzijde omhoog en met pagina 1 bovenop. • Stel de papiergeleiders zo af dat ze net de originelen raken. • De AOD is geschikt voor papier met een gewicht van 50-105 g/m² (12,5–28 lb.) voor 2-zijdige pagina's. • De AOD ondersteunt papierformaten van 145 x 145 mm (5,7 x 5,7 inch) tot 216 x 356 mm (8,5 x 14 inch) voor 1-zijdige pagina's en 176 x 250 (6,93 x 9.84 inch) tot 216 x 356 mm (8,5 x 14 inch) voor 2-zijdige pagina's.
Faxen Faxopties selecteren In dit gedeelte worden de volgende onderdelen behandeld: • Formaat van het origineel opgeven ........................................................................................................................ 116 • Een uitgestelde fax verzenden .................................................................................................................................. 116 • • • Achtergrondverschillen automatisch onderdrukken ............................................
Faxen Achtergrondverschillen automatisch onderdrukken Wanneer u originelen scant die op dun papier zijn gedrukt, schijnen de beelden op de ene zijde van het papier door op de andere zijde. Met de instelling Auto-onderdrukking is de printer minder gevoelig voor variaties in lichte achtergrondkleuren. Auto-onderdrukking selecteren: 1. Druk op het bedieningspaneel van de printer op Alles wissen en daarna op Startpagina Functies. 2. Druk op Fax en selecteer een optie. 3.
Faxen Een faxopdracht opbouwen Met deze toepassing kunt u een groep originelen, elk met andere instellingen, faxen. Elk segment wordt geprogrammeerd en gescand en de beelden worden tijdelijk op de printer opgeslagen. Wanneer alle segmenten zijn opgeslagen, worden de afzonderlijke segmenten als één enkele opdracht gefaxt. Een faxopdracht opbouwen: 1. Druk op het bedieningspaneel van de printer op Alles wissen en daarna op Startpagina Functies. 2. Druk op Fax en selecteer een optie. 3.
Faxen Een fax in een lokale mailbox opslaan De systeembeheerder moet eerst een mailbox maken voordat u deze functie kunt gebruiken. Voor meer informatie raadpleegt u de System Administrator Guide (Handleiding voor de systeembeheerder) op www.xerox.com/office/WC4265docs. Een fax in een lokale mailbox opslaan: 1. Druk op het bedieningspaneel van de printer op Alles wissen en daarna op Startpagina Functies. 2. Druk op Fax > Mailboxen. 3. Druk op Opslaan in mailbox > Plaatselijke mailbox. 4.
Faxen Lokale mailboxdocumenten afdrukken Om deze functie te kunnen gebruiken, moet u eerst documenten in een mailbox opslaan. Zie Een fax opslaan in een lokale mailbox op pagina 119 voor meer informatie. Lokale mailboxdocumenten afdrukken: 1. Druk op het bedieningspaneel van de printer op Alles wissen en daarna op Startpagina Functies. 2. Druk op Fax > Mailboxen. 3. Druk op Afdrukken via mailbox. 4. Selecteer een optie. 5. Selecteer Afdrukken.
Faxen Een fax naar een externe mailbox verzenden 1. 2. 3. 4. Druk op het bedieningspaneel van de printer op Alles wissen en daarna op Startpagina Functies. Druk op Fax > Mailboxen. Druk op Opslaan in mailbox > Externe mailbox. Selecteer een optie en selecteer vervolgens OK.
Faxen Een fax opslaan voor lokaal of extern pollen Schakel Beveiligd of Onbeveiligd lokaal pollen in om faxdocumenten die op de ene printer zijn opgeslagen, beschikbaar te maken voor extern pollen door andere printers. Wanneer Beveiligd lokaal pollen is ingeschakeld, maakt u een lijst met faxnummers die u toegang geeft tot de opgeslagen faxen op de printer. Een fax opslaan: 1. Druk op het bedieningspaneel van de printer op Alles wissen en daarna op Startpagina Functies. 2. Druk op Fax > Pollen. 3.
Faxen Een externe fax pollen Als extern pollen is ingeschakeld, kunt u documenten ophalen die via lokaal pollen op een ander faxapparaat zijn opgeslagen. Opmerking: Als lokaal pollen is ingeschakeld, is extern pollen niet beschikbaar. Als u lokaal pollen wilt uitschakelen, drukt u op Lokaal pollen > Uit > Opslaan. Een externe fax pollen: 1. Druk op het bedieningspaneel van de printer op Alles wissen en daarna op Startpagina Functies. 2. Druk op Fax > Pollen. 3. Druk op Externe bestanden ophalen/afdrukken.
Faxen Opgeslagen faxen afdrukken of verwijderen 1. 2. 3. 124 Druk op het bedieningspaneel van de printer op Alles wissen en daarna op Startpagina Functies. Druk op Fax > Pollen. Druk op Lokaal bestandsbeheer en selecteer een optie.
Faxen Het adresboek gebruiken In dit gedeelte worden de volgende onderdelen behandeld: • Individuele vermelding aan het apparaatadresboek toevoegen ................................................................ 125 • Individuele adresboekvermelding bewerken ....................................................................................................... 125 Individuele vermelding aan het apparaatadresboek toevoegen U kunt maximaal 2000 contactpersonen opslaan in het apparaatadresboek.
9 Onderhoud In dit hoofdstuk worden de volgende onderwerpen behandeld: • De printer reinigen ......................................................................................................................................................... 128 • Verbruiksartikelen bestellen ....................................................................................................................................... 132 • De printer beheren...................................................................
Onderhoud De printer reinigen In dit gedeelte worden de volgende onderdelen behandeld: • Algemene voorzorgsmaatregelen............................................................................................................................ 128 • De buitenzijde reinigen ................................................................................................................................................ 129 • • De scanner reinigen.................................................................
Onderhoud De buitenzijde reinigen Reinig de buitenkant van de printer een keer per maand. • Veeg de papierlade, de opvangbak, het bedieningspaneel en andere onderdelen schoon met een vochtige, zachte doek. • Veeg de onderdelen na het reinigen af met een droge, zachte doek. • Voor hardnekkige vlekken brengt u een klein beetje niet-agressief schoonmaakmiddel op de doek aan en veegt u de vlek weg. VOORZICHTIG: Spuit geen schoonmaakmiddel rechtstreeks op de printer.
Onderhoud 4. Veeg het oppervlak van de glasplaat grondig schoon en droog. Opmerking: Gebruik glasreiniger voor de beste resultaten om vlekken en strepen te verwijderen. 5. Veeg de witte onderkant van de documentklep grondig schoon en droog. 6. Sluit de documentklep. Invoerrollen, scheidingsvlak en scannercomponenten reinigen Rommel en toner op de invoerrollen van de AOD, de scheidingsvlakken en scannercomponenten kunnen vlekken of ongewenste effecten op afdrukken veroorzaken.
Onderhoud Binnenkant reinigen Reinig de binnenkant van de printer regelmatig. Zo voorkomt u vlekken in de printer waardoor de afdrukkwaliteit achteruit kan gaan. Reinig de binnenkant van de printer wanneer u de afdrukmodule vervangt. Als u een papierstoring hebt verholpen of een tonercassette hebt vervangen, controleert u de binnenzijde van de printer voordat u de kleppen en deuren van de printer sluit. • Verwijder alle overige stukjes papier of afval.
Onderhoud Verbruiksartikelen bestellen In dit gedeelte worden de volgende onderdelen behandeld: • Verbruiksartikelen .......................................................................................................................................................... 132 • Artikelen voor routineonderhoud ............................................................................................................................. 132 • • • Wanneer moeten verbruiksartikelen worden besteld?...............
Onderhoud Wanneer moeten verbruiksartikelen worden besteld? Er verschijnt een waarschuwing op het bedieningspaneel wanneer de tonercassette of de Smart Kit-afdrukmodule bijna vervangen moeten worden. Zorg dat u de vervangende verbruiksartikelen in voorraad hebt. Om afdrukonderbrekingen te voorkomen, is het belangrijk dat u deze verbruiksartikelen bestelt wanneer het bericht voor de eerste keer wordt weergegeven.
Onderhoud Tonercassettes In dit gedeelte worden de volgende onderdelen behandeld: • Algemene voorzorgsmaatregelen............................................................................................................................ 134 • Tonercassette vervangen ............................................................................................................................................
Onderhoud Tonercassette vervangen Wanneer een tonercassette bijna leeg is, verschijnt er een desbetreffend bericht op het bedieningspaneel. Wanneer een tonercassette leeg is, stopt de printer en verschijnt er een bericht op het bedieningspaneel. Opmerking: Bij iedere tonercassette worden installatie-instructies geleverd. Printerstatusbericht Oorzaak en oplossing Status Laag tonerpeil Controleer of een nieuwe tonercassette beschikbaar is. De tonercassette is bijna leeg. Bestel een nieuwe tonercassette.
Onderhoud De printer beheren In dit gedeelte worden de volgende onderdelen behandeld: • De printer verplaatsen.................................................................................................................................................. 136 • Facturerings- en gebruiksinformatie.......................................................................................................................
Onderhoud 4. 5. Wees voorzichtig bij het verplaatsen van de printer om te voorkomen dat deze omver valt. Pak bij het optillen van de printer de aangegeven delen vast. Opmerkingen: • Houd de printer met twee personen vast om te voorkomen dat de printer valt of kantelt. Elke persoon houdt één hand onder de printer en de andere hand erop om de printer stabiel vast te houden.
10 Problemen oplossen In dit hoofdstuk worden de volgende onderwerpen behandeld: • Algemene problemen oplossen ................................................................................................................................ 140 • Papierstoringen............................................................................................................................................................... 146 • Problemen met de afdrukkwaliteit ..................................................
Problemen oplossen Algemene problemen oplossen In dit gedeelte worden de volgende onderdelen behandeld: • Algemene voorzorgsmaatregelen............................................................................................................................ 140 • De printer opnieuw starten ........................................................................................................................................ 141 • • • Het inschakelen van de printer is mislukt.............................
Problemen oplossen Wees voorzichtig bij reiniging VOORZICHTIG: • • • • Gebruik voor het reinigen van de printer geen organische of krachtige chemische oplosmiddelen of reinigingsmiddelen in spuitbussen. Giet of sprenkel vloeistoffen niet rechtstreeks op enig onderdeel van de printer. Gebruik de verbruiksartikelen en reinigingsmaterialen alleen zoals aangegeven in het hoofdstuk Onderhoud van deze handleiding. Spuit geen schoonmaakmiddel rechtstreeks op de printer.
Problemen oplossen Het inschakelen van de printer is mislukt Mogelijke oorzaken Oplossingen De AAN/UIT-schakelaar is niet ingeschakeld. Zet de AAN/UIT-schakelaar aan. Raadpleeg De printer in- en uitschakelen op pagina 36 voor meer informatie. Het netsnoer is niet goed op het stopcontact aangesloten. Schakel de printer uit en steek het netsnoer stevig in het stopcontact. Er is iets mis met het stopcontact waarop de printer is aangesloten.
Problemen oplossen Problemen met automatisch dubbelzijdig afdrukken Mogelijke oorzaken Oplossingen Niet-ondersteund of incorrect papier. Controleer of u een ondersteund papierformaat en -gewicht voor 2-zijdig afdrukken gebruikt. U kunt geen enveloppen en etiketten gebruiken voor 2-zijdig afdrukken.
Problemen oplossen De printer kan niet afdrukken Mogelijke oorzaken Oplossingen Storing op printer opgetreden. • U verwijdert het foutbericht door de instructies op het scherm te volgen. • Als het probleem aanhoudt, neemt u contact op met uw Xerox-vertegenwoordiger. De nietjes in de printer zijn op. Plaats papier in de lade. Een tonercassette is leeg. Vervang de lege tonercassette. De voordeur staat open.
Problemen oplossen Er is condensatie opgetreden in de printer Vocht kan binnen in de printer condenseren als de luchtvochtigheid boven de 85% is of als een koude printer een warme ruimte wordt gezet. Condensatie kan ook optreden in een printer als deze in een koude ruimte staat die snel wordt verwarmd. Mogelijke oorzaken Oplossingen De printer staat in een koude ruimte. • Laat de printer enkele uren op kamertemperatuur komen voordat u deze gaat gebruiken.
Problemen oplossen Papierstoringen In dit gedeelte worden de volgende onderdelen behandeld: • Papierstoringen minimaliseren .................................................................................................................................146 • Papierstoringen opzoeken .......................................................................................................................................... 147 • • Papierstoringen oplossen ......................................................
Problemen oplossen Vermijd het volgende: • Polyester gecoat papier dat speciaal voor inkjetprinters is ontworpen. • Gevouwen, gekreukt of buitengewoon omgekruld papier. • Het tegelijkertijd plaatsen van meer dan een soort, formaat of gewicht papier in een lade. • Te veel papier in de laden plaatsen. • Te veel papier in de opvangbak laten afleveren. Zie www.xerox.com/paper voor een gedetailleerde lijst van ondersteund papier.
Problemen oplossen Papierstoringen oplossen In dit gedeelte worden de volgende onderdelen behandeld: • Papierstoringen in lade 1 oplossen.......................................................................................................................... 148 • Papierstoringen in lade 2-4 oplossen...................................................................................................................... 150 • • • Papierstoringen oplossen in de inlegmodule voor 2100 vel ......................
Problemen oplossen 3. Plaats lade 1 in de printer en duw de lade helemaal naar binnen. 4. Als u via het bedieningspaneel hierom wordt gevraagd, controleert u het papierformaat, de papiersoort en -kleur in het scherm Papierinstellingen. Druk op Bevestigen. 5.
Problemen oplossen Papierstoringen in lade 2-4 oplossen Om het foutbericht op het bedieningspaneel te wissen moet alle papier uit de papierbaan worden verwijderd. 1. Verwijder lade 2 uit de printer. 2. Verwijder gekreukeld papier uit de lade en haal het overige vastgelopen papier uit de printer. 3. 4. Plaats lade 2 in de printer en duw de lade helemaal naar binnen. Open het binnenste en buitenste paneel als u daarom wordt gevraagd op het bedieningspaneel en verwijder het vastgelopen papier.
Problemen oplossen 5. 6. 7. Open het binnenste en buitenste paneel. Als u via het bedieningspaneel hierom wordt gevraagd, controleert u het papierformaat, de papiersoort en -kleur in het scherm Papierinstellingen. Druk op Bevestigen. Papierstoringen oplossen in de inlegmodule voor 2100 vel 1. 2. 3. Voordat u de papierlade uit de printer haalt, leest u het storingsbericht op het bedieningspaneel. Als er een andere storing wordt weergegeven, lost u die storing als eerste op.
Problemen oplossen 4. 5. 6. 7. Wanneer het papier gescheurd is, verwijdert u alle snippers uit de printer. Duw de lade volledig terug in de printer en sluit daarna het binnenste en buitenste paneel. Als u via het bedieningspaneel hierom wordt gevraagd, controleert u het papierformaat, de papiersoort en -kleur in het scherm Papierinstellingen. Druk op Bevestigen. Papierstoringen in optionele afwerkeenheid verhelpen 1. Open de voordeur van de afwerkeenheid. 2.
Problemen oplossen 4. 5. 6. Als het papier gescheurd is, moet u zorgen dat alle papiersnippers uit de afwerkeenheid worden verwijderd. Sluit de voordeur van de afwerkeenheid. U brengt de afwerkeenheid terug naar de oorspronkelijke positie door deze enigszins op te tillen en naar rechts te duwen totdat de afwerkeenheid op zijn plaats vast klikt. Papierstoringen in de AOD verhelpen 1. 2. Verwijder al het papier uit de AOD. Open de klep op de AOD.
Problemen oplossen 3. Als het papier is vastgelopen in de uitgang van de AOD, trekt u het naar buiten zoals aangegeven. 4. Til de klep van de AOD op voor toegang tot het vastgelopen papier om dit te kunnen verwijderen. 5. Trek voorzichtig aan de groene hendel om de klep aan de binnenkant van de AOD te openen. 6. Verwijder papier of vuil uit de papierbaan.
Problemen oplossen 7. Duw de klep aan de binnenkant van de AOD terug in de oorspronkelijke stand en vergrendel de hendel op zijn plaats. Opmerking: De magnetische rand van de witte plastic strip moet volledig tegen de metalen strip rusten. 8. Sluit de klep van de AOD.
Problemen oplossen Papierstoringen oplossen in de fuserzone Om het foutbericht op het bedieningspaneel te wissen moet alle papier uit de papierbaan worden verwijderd. 1. Open de rechter zijdeur voor toegang tot vastgelopen papier in het fusergebied. 2. Verwijder vastgelopen papier voorzichtig uit het fusergebied. WAARSCHUWING: Het gebied rondom de fuser kan heet zijn. Ga voorzichtig te werk om letsel te voorkomen. 3. 156 Sluit de deur aan de rechterkant.
Problemen oplossen Papierstoringen in het gebied voor dubbelzijdig afdrukken oplossen 1. Open de rechter zijdeur voor toegang tot vastgelopen papier in het gebied voor dubbelzijdig afdrukken. 2. Verwijder vastgelopen papier voorzichtig uit het gebied voor dubbelzijdig afdrukken. 3. Sluit de deur aan de rechterkant.
Problemen oplossen Papierstoringen in de handmatige invoer oplossen 1. Verwijder alle papier uit de handmatige invoer. Verwijder eventueel vastgelopen papier op de plaats waar de lade is verbonden met de printer. 2. Als het papier is gescheurd, controleert u of er soms papiersnippers in de printer zijn achtergebleven. Verwijder deze. Als u de papierresten niet gemakkelijk kunt verwijderen, neemt u contact op met uw Xerox-vertegenwoordiger. WAARSCHUWING: Het gebied rondom de fuser kan heet zijn.
Problemen oplossen Papierstoringen oplossen In dit gedeelte worden de volgende onderdelen behandeld: • Meerdere vellen bij elkaar naar binnen getrokken ............................................................................................ 159 • Verkeerd ingevoerd papier ......................................................................................................................................... 159 • • • Verkeerd ingevoerde etiketten en enveloppen .........................................
Problemen oplossen Verkeerd ingevoerde etiketten en enveloppen Mogelijke oorzaken Oplossingen Het vel met etiketten ligt met de verkeerde zijde omhoog in de lade. • Plaats etiketvellen in overeenstemming met de instructies van de fabrikant. • Plaats etiketten met de te bedrukken zijde omlaag in de handmatige invoer. • Plaats etiketten met de te bedrukken zijde omhoog in lade 1–4. • Plaats geen etiketten in de inlegmodule. Enveloppen zijn op de verkeerde manier in lade 1-4 geplaatst.
Problemen oplossen Problemen met de afdrukkwaliteit Uw printer is ontworpen om altijd afdrukken van hoge kwaliteit te produceren. Als u problemen met de afdrukkwaliteit tegenkomt, gebruikt u de informatie in dit gedeelte om deze problemen op te lossen. Ga voor meer informatie naar www.xerox.com/office/WC4265support.
Problemen oplossen Symptoom Oplossingen De afdrukken zijn te licht. • Controleer het tonerniveau op het bedieningspaneel, via de printerdriver of CentreWare Internet Services. Als de tonercassette bijna leeg is, vervangt u deze. • Zorg dat de tonercassette goedgekeurd is voor gebruik in deze printer en vervang de cassette zo nodig. Gebruik voor de beste resultaten een officiële Xerox-tonercassette. • Zorg dat afdrukkwaliteitsmodus niet is ingesteld op Tonerbesparing.
Problemen oplossen Symptoom Oplossingen Strepen op de afdrukken. • Vervang de Smart Kit-afdrukmodule. • Neem contact op met uw Xerox-vertegenwoordiger. De afdrukken lijken gespikkeld. • Controleer of het formaat, de soort en het gewicht van het papier kloppen. Zo niet, wijzig dan de papierinstellingen. • Controleer de luchtvochtigheid. Zie voor meer informatie Een plaats kiezen voor de printer op pagina 31. Beeldschaduwen op de afdrukken.
Problemen oplossen Symptoom Oplossingen Enveloppen kreukelen of vouwen bij het afdrukken. • De enveloppen moeten juist in de handmatige invoer of lade 1-4 worden geplaatst. • Volg de richtlijnen voor het afdrukken op enveloppen. Zie voor meer informatie Richtlijnen voor afdrukken op enveloppen op pagina 59. De bovenmarge is onjuist. • Controleer of het papier juist is geplaatst. • Controleer of de marges juist zijn ingesteld in de applicatie die u gebruikt.
Problemen oplossen Problemen bij kopiëren en scannen Als de kopieer- of scankwaliteit slecht is, raadpleegt u de volgende tabel. Symptomen Oplossingen Lijnen en strepen alleen op kopieën die via de Er ligt vuil op de glasplaat. Bij het scannen komt het papier uit de AOD worden gemaakt. AOD langs het vuil en zo ontstaan lijnen en strepen. Maak alle oppervlakten van glas schoon met een niet pluizende doek. Vlekken op kopieën die via de glasplaat zijn gemaakt. Er ligt vuil op de glasplaat.
Problemen oplossen Faxproblemen Opmerking: Als u geen faxen kunt verzenden en ontvangen, controleert u of u bent aangesloten op een goedgekeurde analoge of digitale telefoonlijn. Zo verhelpt u problemen met de faxverbinding: Problemen bij het verzenden van faxen Symptomen Oorzaken Oplossingen Het document wordt niet met de Het document is te dik, te dun of te AOD gescand. klein. Gebruik de glasplaat om de fax te verzenden. Het document wordt schuin gescand.
Problemen oplossen Problemen bij het ontvangen van faxen Symptomen Oorzaken Oplossingen Er staat niets op de ontvangen fax. Mogelijk is er een probleem met de telefoonverbinding of met het faxapparaat van de afzender. Controleer of er op de printer goede kopieën kunnen worden gemaakt. Als dit het geval is, vraagt u de afzender de fax opnieuw te verzenden. De afzender heeft de pagina's verkeerd geplaatst. Neem contact op met de afzender.
Problemen oplossen Help-informatie In dit gedeelte worden de volgende onderdelen behandeld: • Berichten op het bedieningspaneel ........................................................................................................................ 168 • Online Support Assistant (Online Support-assistent) ....................................................................................... 169 • Geïntegreerde hulpprogramma's voor het oplossen van problemen gebruiken ...................................
Problemen oplossen Storingsberichten en waarschuwingen bekijken op het bedieningspaneel Wanneer er een storing optreedt, verschijnt er een bericht op het bedieningspaneel met informatie over het probleem. Foutberichten waarschuwen u over situaties waarin de printer niet kan afdrukken of de afdrukprestaties slechter zullen zijn.Als er meer dan één storing optreedt, wordt er slechts één op het bedieningspaneel weergegeven. Zo bekijkt u een lijst van de huidige storingen op het bedieningspaneel: 1.
Problemen oplossen Geïntegreerde hulpprogramma's voor het oplossen van problemen gebruiken U kunt verscheidene geïntegreerde hulpprogramma's gebruiken, zoals Informatiepagina's en CentreWare Internet Services voor het oplossen van problemen met de afdrukkwaliteit en papierstoringen. Beschikbare informatiepagina's Informatiepagina's bevatten belangrijke gegevens voor het verhelpen van problemen of het analyseren van het printergebruik.
Problemen oplossen CentreWare Internet Services CentreWare Internet Services is de beheer- en configuratiesoftware die op de interne webserver van de printer is geïnstalleerd. Hiermee kunt u de printer via een webbrowser configureren en beheren. CentreWare Internet Services vereist: • Een TCP/IP-verbinding tussen de printer en het netwerk in Windows-, Macintosh-, UNIX- of Linux-omgevingen. • TCP/IP en HTTP ingeschakeld op de printer.
A Specificaties In deze bijlage vindt u informatie over: • Printerconfiguraties en -opties .................................................................................................................................. 174 • Fysieke specificaties ...................................................................................................................................................... 176 • Omgevingsspecificaties ................................................................................
Specificaties Printerconfiguraties en -opties Standaardconfiguraties Model Omvat WorkCentre Multifunctionele printer 4265/S Standaardfuncties WorkCentre Multifunctionele printer 4265/X • Standaardfuncties • Fax WorkCentre Multifunctionele printer 4265XF • • • • • Standaardfuncties Fax Afwerkeenheid voor 500 vel Inlegmodule voor 2100 vel Eén extra invoereenheid voor 520 vel Standaardfuncties Afdruksnelheid Standaardmodus ondersteunt maximaal 55 ppm voor Letter en 53 ppm voor A4 Snelheid 2-zijdig
Specificaties Scanresolutie • Optisch: 600 x 600 dpi • Verbeterd: Maximaal 4800 x 4800 dpi Maximumscanformaat • Glasplaat: 216 x 356 mm, 8,5 x 14 inch • Automatische doorvoer dubbelzijdige originelen: 216 x 356 mm, 8,5 x 14 inch Bestandsindelingen E-mail en scan • • • • Bedieningspaneel 4,3 inch LCD-aanraakscherm en navigatie via toetsenbord Connectiviteit Externe toegang JPEG TIFF PDF XPS • Universele seriële bus (USB 2.
Specificaties Fysieke specificaties Benodigde vrije ruimte voor standaardconfiguratie 176 ® ® Xerox WorkCentre 4265-multifunctionele printer Handleiding voor de gebruiker
Specificaties Benodigde vrije ruimte voor standaard configuratie met optionele afwerkeenheid ® ® Xerox WorkCentre 4265-multifunctionele printer Handleiding voor de gebruiker 177
Specificaties Benodigde vrije ruimte voor standaard configuratie met optionele invoereenheden 178 ® ® Xerox WorkCentre 4265-multifunctionele printer Handleiding voor de gebruiker
Specificaties Benodigde vrije ruimte voor standaard configuratie met optionele afwerkeenheid en invoereenheden Gewichten en afmetingen Breedte 62,17 cm (24,5 inch) Diepte 51,13 cm (20,1 inch) Hoogte 62,40 cm (24,6 inch) Gewicht S-configuratie 42,41 kg (93,63 lb.) Gewicht X-configuratie 42,53 kg (93,89 lb.
Specificaties Omgevingsspecificaties Temperatuur • • • Temperatuur bij gebruik: 10-32°C (50-90°F) Optimale temperatuur: 16-30°C (61-86°F) Temperatuur bij opslag: van –20 tot 40°C (–4 tot 104°F) Relatieve luchtvochtigheid • • • Minimaal/maximaal bereik luchtvochtigheid: 10–90%, minder dan 90% in de verpakking Optimale luchtvochtigheid: 30–70% Luchtvochtigheid bij gebruik: 20 – 80% relatieve luchtvochtigheid Hoogte Gebruik de printer voor optimale prestaties op een hoogte van maximaal 3100 meter (10.
Specificaties Elektrische specificaties Stroomvoorziening en spanningsfrequentie Stroomvoorziening Spanningsfrequentie 110–127 V wisselstroom +/-10%, (99–140 V wisselstroom) 50 Hz 60 Hz 220–240 V wisselstroom +/-10%, (198–264 V wisselstroom) 50 Hz 60 Hz Stroomverbruik • • • Energiespaarstand (slaapstand): Minder dan 1,5 W Continu afdrukken: Minder dan 900 W Gereed/Stand-by: Minder dan 30 W Deze printer verbruikt geen stroom wanneer de aan/uit-schakelaar is uitgezet, ook al is de printer wel op een
Specificaties Prestatiespecificaties Opwarmtijd printer: • Inschakelen: 60 seconden • Vanuit energiespaarstand: 15 seconden Afdruksnelheid Maximumafdruksnelheden voor 1-zijdig continu afdrukken zijn 55 ppm voor Letter (8,5 x 11 inch) en 53 ppm voor A4 (210 x 297 mm). De afdruksnelheid wordt door diverse factoren beïnvloed: • 2-zijdig afdrukken: De maximum afdruksnelheden voor 2-zijdig continu afdrukken zijn 50 ppm voor Letter (8,5 x 11 inch) en 48 ppm voor A4 (210 x 297 mm).
B Informatie over regelgeving In deze bijlage vindt u informatie over: • Basisregelgeving............................................................................................................................................................. 184 • Regelgeving met betrekking tot het kopiëren van documenten.................................................................. 189 • Regelgeving met betrekking tot het faxen van documenten.......................................................................
Informatie over regelgeving Basisregelgeving Xerox heeft deze printer getest aan de hand van standaarden voor elektromagnetische emissie en immuniteit. Deze standaarden zijn ontworpen om storingen die door deze printer worden veroorzaakt of worden ontvangen, in een normale kantooromgeving te beperken. FCC-regels in de Verenigde Staten Deze apparatuur is getest en voldoet aan de normen voor een digitaal apparaat van Klasse A conform Deel 15 van de FCC-regels.
Informatie over regelgeving Europese Unie Het CE-merk op dit product symboliseert de verklaring van conformiteit van Xerox met de volgende van toepassing zijnde richtlijnen van de Europese Unie vanaf de aangegeven data: • 12 december 2006: Richtlijn betreffende laagspanning 2006/95/EC • 15 december 2004: Richtlijn betreffende elektromagnetische compatibiliteit 2004/108/EC • 9 maart 1999: Richtlijn betreffende radioapparatuur en telecommunicatie-apparatuur 1999/5/EG Deze printer is niet gevaarlijk voor de c
Informatie over regelgeving Introductie De volgende informatie is ontwikkeld ter ondersteuning van gebruikers en is vrijgegeven met betrekking tot de Europese Richtlijn betreffende energie-gerelateerde producten, met name het Lot 4-onderzoek naar beeldverwerkingapparatuur. Deze richtlijn verplicht fabrikanten om zich tot verbetering van milieuprestaties van de desbetreffende producten en ondersteunt het EU-actieplan voor energiezuinigheid.
Informatie over regelgeving Stroomverbruik en activeringstijd De hoeveelheid elektriciteit die een product verbruikt, is afhankelijk van de manier waarop het apparaat wordt gebruikt. Dit product is zodanig ontworpen en geconfigureerd dat u uw elektriciteitskosten kunt verlagen. Na de laatste afdruk schakelt het apparaat over op de modus Gereed In deze modus kan het apparaat meteen weer afdrukken. Als het product enige tijd niet is gebruikt, schakelt het apparaat over op een energiespaarstand.
Informatie over regelgeving Lärmemission Maschinenlärminformations-Verordnung 3. GPSGV: Der höchste Schalldruckpegel beträgt 70 dB(A) oder weniger gemäß EN ISO 7779. Importeur Xerox GmbH Hellersbergstraße 2-4 41460 Neuss Deutschland RoHS-regelgeving in Turkije Ter naleving van artikel 7 (d), certificeren we hierbij dat de printer voldoet aan de EEE-regelgeving. "EEE yönetmeliğine uygundur.
Informatie over regelgeving Regelgeving met betrekking tot het kopiëren van documenten Verenigde Staten Het Congres heeft de reproductie van de volgende onderwerpen onder bepaalde omstandigheden wettelijk verboden. Personen die zich schuldig maken aan dergelijke reproducties, riskeren een geldboete of gevangenisstraf. 1. Obligaties of effecten van de Amerikaanse overheid, zoals: − Schuldcertificaten. − Nationale bankbiljetten. − Dividendbewijs van schuldbrieven.
Informatie over regelgeving 4. 5. 6. 7. 8. 9. Bewijzen van staatsburgerschap of naturalisatie. Buitenlandse naturalisatiebewijzen mogen worden gefotografeerd. Paspoorten. Buitenlandse paspoorten mogen worden gefotografeerd. Immigratiedocumenten. Registratiekaarten dienstplicht. Documenten m.b.t. selectieve dienstinlijving die een van de volgende gegevens van de ingeschreven persoon bevat: − Inkomsten. − Strafblad. − Lichamelijke of geestelijke aandoening. − Afhankelijkheidsstatus.
Informatie over regelgeving • • Documenten, bestanden en gegevens die bij de overheid worden bewaard en waar alleen door overheidsmedewerkers gecertificeerde kopieën van kunnen worden gemaakt, waarbij de kopie valselijk als een gecertificeerde kopie wordt gebruikt. Auteursrechtelijk materiaal of handelsmerken van elke willekeurige soort zonder de toestemming van de eigenaar van het auteursrecht of het handelsmerk.
Informatie over regelgeving Regelgeving met betrekking tot het faxen van documenten Verenigde Staten Vereisten voor de kopregel van de fax Volgens de Wet op de Bescherming van Telefoongebruikers van 1991 is het onwettig om een computer of een ander elektronisch apparaat, inclusief een faxapparaat, te gebruiken voor het verzenden van berichten, tenzij aan de boven- en onderkant van elk bericht of op de eerste pagina van de verzending duidelijk wordt aangegeven op welke datum en op welk tijdstip het bericht
Informatie over regelgeving Als u de juiste service wilt bestellen bij het plaatselijke telefoonbedrijf, dient u mogelijk ook de onderstaande codes te vermelden: • Facility Interface Code (FIC) = 02LS2 • Service Order Code (SOC) = 9.0Y VOORZICHTIG: Vraag bij uw plaatselijk telefoonbedrijf na welke soort modulaire telefoonaansluiting op uw lijn is geïnstalleerd. Als dit apparaat op een niet-toegestane aansluiting wordt aangesloten, kan de apparatuur van het telefoonbedrijf beschadigd raken.
Informatie over regelgeving Canada Dit product is in overeenstemming met de toepasselijke technische specificaties voor Industry Canada. Reparatiewerkzaamheden aan gecertificeerde apparatuur dienen te worden gecoördineerd door een door de leverancier geautoriseerde vertegenwoordiger. Reparatiewerkzaamheden of wijzigingen door de gebruiker aan dit apparaat of storingen in dit apparaat kunnen voor de telefoonmaatschappij een aanleiding zijn om de gebruiker te verzoeken het apparaat los te koppelen.
Informatie over regelgeving Nieuw-Zeeland 1. 2. 3. 4. 5. 6. Met een Telepermit voor terminalapparatuur wordt uitsluitend aangegeven dat Telecom accepteert dat het apparaat voldoet aan de minimale voorwaarden voor aansluiting op het Telecom-netwerk. Een Telepermit duidt op generlei wijze op een goedkeuring van het product door Telecom, geeft geen enkele garantie en er wordt bovendien niet geïmpliceerd dat het product compatibel is met alle netwerkdiensten van Telecom met een Telepermit.
Informatie over regelgeving Veiligheidsinformatiebladen Voor veiligheidsinformatiebladen met betrekking tot de printer gaat u naar: • Noord-Amerika: www.xerox.com/msds • Europese Unie: www.xerox.com/environment_europe Voor de telefoonnummers van het Xerox Welcome Centre gaat u naar www.xerox.com/office/worldcontacts.
Recycling en weggooien C In deze bijlage vindt u informatie over: • Alle landen ........................................................................................................................................................................ 198 • Noord-Amerika ................................................................................................................................................................ 199 • Europese Unie ............................................................
Recycling en weggooien Alle landen Als u verantwoordelijk bent voor het wegdoen van uw Xerox-product, houd er dan rekening mee dat de printer lood, kwik, perchloraat en andere stoffen kan bevatten die om milieutechnische redenen alleen onder bepaalde voorwaarden mogen worden afgevoerd. De aanwezigheid van deze stoffen is volledig in overeenstemming met de algemene voorschriften die van toepassing waren op het moment dat het product op de markt werd gebracht.
Recycling en weggooien Noord-Amerika Xerox heeft een programma opgezet voor het terugnemen en hergebruiken/recyclen van apparatuur. Neem contact op met uw Xerox vertegenwoordiger (1-800-ASK-XEROX) om na te gaan of dit Xerox-product in het programma is opgenomen. Ga voor meer informatie over de milieuprogramma's van Xerox naar www.xerox.com/environment of neem contact op met de plaatselijke autoriteiten voor informatie over recycling en afvalverwerking.
Recycling en weggooien Europese Unie Sommige apparatuur kan zowel thuis als in een zakelijke omgeving worden gebruikt. Huishoudelijk gebruik Als dit symbool op uw apparatuur is aangebracht, betekent dit dat de apparatuur niet bij het normale huisvuil mag worden weggegooid. In overeenstemming met de Europese wetgeving moeten elektrische en elektronische apparaten waarvan de bruikbaarheidsduur is verlopen, gescheiden van het huishoudelijk afval worden weggegooid.
Recycling en weggooien Inzamelen en weggooien van apparatuur en batterijen Deze symbolen op de producten en/of begeleidende documentatie betekenen dat gebruikte elektrische en elektronische producten en batterijen niet bij algemeen huishoudelijk afval weggegooid mogen worden. Voor een juiste behandeling, herwinning en recycling van oude producten en gebruikte batterijen brengt u deze naar de juiste inzamelingspunten, in overeenstemming met nationale regelgeving en richtlijnen 2002/96/EC en 2006/66/EC.
Recycling en weggooien Andere landen Neem voor informatie en richtlijnen contact op met de plaatselijke autoriteiten op het gebied van afvalverwerking.