Xerox® WorkCentre 4250/4260 Handleiding voor de gebruiker
© 2013 Xerox Corporation. Alle rechten voorbehouden. XEROX® en XEROX en Beeldmerk® zijn handelsmerken van Xerox Corporation in de Verenigde Staten en/of andere landen. Productnamen en handelsmerken van andere bedrijven worden hierbij erkend. Versie 5.
Inhoudsopgave Welkom.....................................................................................................................................1 Inleiding. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2 Over deze handleiding . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4 Gerelateerde informatiebronnen .
Inhoudsopgave Bestanden opslaan..........................................................................................................127 Geavanceerde instellingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 128 Opmaakaanpassing . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 130 Bestands-/mapbeheer . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Inhoudsopgave Specificaties.......................................................................................................................213 Apparaatspecificaties . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 214 Elektrische specificaties . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 217 Toepassingsspecificaties . . . . . . . . . . . . .
Inhoudsopgave iv Handleiding voor de gebruiker van Xerox WorkCentre 4250/4260
1 Welkom Hartelijk dank voor uw keuze van een apparaat in de Xerox WorkCentre 4250/4260-serie. Deze producten zijn ontwikkeld met het oog op gebruiksvriendelijkheid. Neem even de tijd om deze Handleiding voor de gebruiker te lezen, zodat u optimaal gebruik kunt maken van het apparaat. De Handleiding voor de gebruiker biedt een overzicht van de toepassingen en opties die op het apparaat beschikbaar zijn, afhankelijk van de configuratie.
1 Welkom Inleiding Apparaten in de Xerox WorkCentre 4250- en 4260-serie zijn digitale apparaten waarmee u kunt kopiëren, afdrukken, faxen en scannen. Welke toepassingen en functies op het apparaat beschikbaar zijn, is afhankelijk van het aangeschafte model: Xerox WorkCentre 4250 Met dit model kunt u digitaal kopiëren. Dit model is ook voorzien van een AOD, een papierlade en een handmatige invoer, en biedt daarnaast de mogelijkheid om 2zijdig te kopiëren.
1 Welkom Xerox WorkCentre 4260S Met dit model kan digitaal worden gekopieerd, afgedrukt, gemaild en gescand. Het apparaat ondersteunt scannen naar en afdrukken vanaf een USB-stick en heeft de mogelijkheid om afdruk- en kopieerbestanden op het apparaat op te slaan. Er worden 55 pagina's per minuut gekopieerd en afgedrukt in Letter-formaat (53 ppm in A4-formaat).
1 Welkom Over deze handleiding In deze Handleiding voor de gebruiker worden sommige termen gebruikt: • Papier is hetzelfde als afdrukmateriaal. • Document is hetzelfde als origineel • Xerox WorkCentre 4250/4250S/4250X/4250XF/4260S/4260X/4260XF is hetzelfde als het apparaat. In de volgende tabel vindt u meer informatie over de conventies die in deze handleiding worden gebruikt. Conventie Beschrijving Voorbeeld Cursief Wordt gebruikt om scherm- of tabbladtitels aan te duiden.
1 Welkom De meeste optieschermen hebben drie toetsen voor de bevestiging of annulering van uw keuzen. • Met de toets Ongedaan maken worden de standaardwaarden hersteld in het huidige scherm die zichtbaar waren toen het scherm werd geopend. • Met de toets Annuleren wordt het scherm in de oorspronkelijke staat hersteld en keert u terug naar het vorige scherm. • Met de toets Opslaan worden de selecties opgeslagen en keert u terug naar het vorige scherm..
1 Welkom Gerelateerde informatiebronnen Informatie over deze productlijn vindt u: 1. In deze Handleiding voor de gebruiker 2. In de Beknopte gebruikshandleiding 3. Op de Cd voor de systeembeheerder 4. Op de Xerox-website http://www.xerox.
1 Welkom Klantenondersteuning Als u tijdens of na de installatie van het product hulp nodig hebt, kunt u de Xerox-website bezoeken voor online oplossingen en ondersteuning: http://www.xerox.com Mocht u daarna nog vragen hebben, neem dan telefonisch contact op met onze deskundige medewerkers van het Xerox Welcome Centre of met een Xeroxvertegenwoordiger in uw regio. Zorg dat u het serienummer bij de hand hebt als u belt.
1 Welkom Veiligheid Lees deze veiligheidsbepalingen aandachtig door voordat u dit apparaat gaat gebruiken, zodat u precies weet hoe u het apparaat veilig kunt gebruiken. Uw Xerox-product en -verbruiksmaterialen zijn ontworpen en getest op basis van strenge veiligheidsvoorschriften. Deze betreffen onder meer goedkeuring door officiële instanties en conformiteit met algemeen gangbare milieunormen. Lees de volgende instructies zorgvuldig door voordat u het product gaat gebruiken.
1 Welkom 2. Voer geen onderhoudsprocedures uit die niet in de klantendocumentatie wordt beschreven. WAARSCHUWING: Gebruik geen reinigingsmiddelen in spuitbussen. Reinigingsmiddelen in spuitbussen kunnen ontploffen of zijn brandbaar bij gebruik in elektromechanische apparatuur. 3. Gebruik verbruiksartikelen en reinigingsmaterialen alleen zoals in deze handleiding voor de gebruiker wordt beschreven. 4. Verwijder geen kleppen of beschermplaten die vastgeschroefd zijn.
1 Welkom WAARSCHUWING: De metalen oppervlakken in het fusergebied zijn heet. Wees voorzichtig bij het verwijderen van papierstoringen uit dit gebied en vermijd het aanraken van metalen oppervlakken. Wat u niet mag doen • Gebruik nooit een geaarde verloopstekker om het apparaat op een niet-geaard stopcontact aan te sluiten. • Probeer nooit een onderhoudsprocedure uit te voeren die niet specifiek in deze documentatie is beschreven. • Blokkeer nooit de ventilatiekanalen.
1 Welkom 8. Omzeil of inactiveer de elektrische of mechanische veiligheidsschakelaars niet. 9. Duw geen objecten in sleuven of openingen op het apparaat. Dit kan leiden tot een elektrische schok of brand. 10. Blokkeer de ventilatiekanalen niet. Deze kanalen worden gebruikt om uw Xerox-apparaat goed af te koelen. Voeding 1. Dit product moet worden aangesloten op het type elektrische voeding dat op het gegevensplaatje van het apparaat wordt vermeld.
1 Welkom Kwaliteitsnormen Het product is geproduceerd conform een geregistreerd ISO9002kwaliteitssysteem. Als u aanvullende veiligheidsinformatie over dit XEROX-product of XEROXverbruiksmaterialen vereist, kunt u ons via het volgende nummer bereiken: EUROPA: +44 (0) 1707 353434 VS/CANADA: 1 800 928 6571 Veiligheidsnormen EUROPA: Dit XEROX-product is goedgekeurd door de volgende instelling conform de genoemde veiligheidsnormen.
1 Welkom Als u meer informatie wenst over ozon, kunt u de Xerox-publicatie 'Ozone' in de Verenigde Staten en Canada via het nummer 1-800-828-6571 aanvragen. In andere landen dient u contact op te nemen met uw erkende plaatselijke dealer of serviceverlener. Verbruiksartikelen • Bewaar alle verbruiksartikelen volgens de instructies die op de verpakking of houder zijn vermeld. • Houd alle verbruiksartikelen buiten het bereik van kinderen. • Gooi tonercassettes of tonercontainers nooit in een open vuur weg.
1 Welkom U kunt bij uw XEROX Limited-vertegenwoordiger een volledige verklaring van overeenstemming krijgen waarin de relevante richtlijnen en de normen waarnaar wordt verwezen, zijn opgenomen. WAARSCHUWING: Als dit apparaat wordt gebruikt in de nabijheid van industriële, wetenschappelijke en medische apparatuur, kan het noodzakelijk zijn dat de externe straling van deze apparatuur wordt beperkt of dat er speciale maatregelen worden getroffen om de straling af te zwakken.
1 Welkom Informatie betreffende de Amerikaanse regelgeving voor de faxkit-optie (alleen WorkCentre 4250, 4250S, 4250X, 4250XF, 4260S, 4260X, 4260XF) Modelnummer: XRX-FAXKIT Vereisten faxidentificatie: Volgens de 'Telephone Consumer Protection Act' van 1991 is het wettelijk verboden om een bericht te verzenden via een computer of een ander elektronisch apparaat, inclusief een faxapparaat, tenzij in de bovenmarge of ondermarge van elke verzonden pagina of op de eerste pagina van het verzonden bericht duide
1 Welkom (03 is bijvoorbeeld een REN van 0,3). Het REN wordt voor eerdere producten afzonderlijk op de label weergegeven. Als dit Xerox-apparaat schade aan het telefoonnetwerk veroorzaakt, zal de telefoonmaatschappij u vooraf waarschuwen dat het mogelijk nodig is om de service tijdelijk stop te zetten. Als een voorafgaande waarschuwing echter praktisch gezien niet haalbaar is, zal de telefoonmaatschappij de klant zo snel mogelijk waarschuwen.
1 Welkom Reparatiewerkzaamheden aan gecertificeerde apparatuur dienen te worden gecoördineerd door een door de leverancier geautoriseerde onderhoudsmonteur. Reparatiewerkzaamheden of wijzigingen door de gebruiker aan dit apparaat of storingen in dit apparaat kunnen voor de telefoonmaatschappij een aanleiding zijn om de gebruiker te verzoeken het apparaat los te koppelen.
1 Welkom Dit product is getest en compatibel bevonden met TBR21 of ES 103 021-1/2/3 of ES 203 021-1/2/3, technische specificaties voor terminalapparatuur voor gebruik in analoge telefoonnetwerken binnen de Europese Economische Ruimte. Het product kan zodanig geconfigureerd worden dat het compatibel is met de telefoonnetwerken van andere landen. Neem contact op met uw Xeroxvertegenwoordiger als het apparaat op het netwerk van een ander land moet worden aangesloten.
1 Welkom Postzegels, al dan niet afgestempeld (Postzegels mogen worden gefotografeerd voor filatelistische doeleinden op voorwaarde dat de verveelvoudiging in zwart-wit is en kleiner is dan 75% of groter is dan 150% van de lineaire afmetingen van het origineel). Postwissels Wissels, cheques of geldwissels getrokken door of op gemachtigde functionarissen van de Verenigde Staten.
1 Welkom WAARSCHUWING: In bepaalde staten is het ook verboden om de volgende zaken te verveelvoudigen: autoregistratiebewijzen, rijbewijzen en eigendomscertificaten van auto's. Deze lijst is niet uitputtend. Raadpleeg uw advocaat in geval van twijfel.
1 Welkom Recycling en verwijdering van het product Europese Unie Informatie voor gebruikers over het verzamelen en weggooien van oude apparatuur en gebruikte batterijen. Deze symbolen op de producten en/of bijbehorende documenten betekenen dat gebruikte elektrische en elektronische producten en batterijen niet bij het gewone huisvuil mogen worden gezet.
1 Welkom Noord-Amerika Xerox heeft een wereldwijd programma voor inzameling en hergebruik/recycling van apparatuur. Neem contact op met uw Xerox-vertegenwoordiger om te zien of dit Xerox-product ook onder het programma valt. Breng voor meer informatie over de milieuprogramma's van Xerox een bezoek aan http://www.xerox.com/environment.
2 Aan de slag Neem voordat u het apparaat gebruikt, even de tijd om uzelf vertrouwd te maken met de verschillende toepassingen en opties.
2 Aan de slag Apparaatoverzicht Locatie van componenten AOD, lade 1, 2, grote papierlade en afwerkeenheid AOD Bedieningspaneel Handmatige invoer USB-poort Papierlade 1 Papierlade 2 Afwerkeenheid Grote papierlade (lade 3) Glasplaat, gebruikersinterface en bedieningspaneel Documentregistratiepunt Aanraakscherm voor gebruikersinterface 24 Glasplaat Cijfertoetsen Bedieningspaneel Handleiding voor de gebruiker van Xerox WorkCentre 4250/4260
2 Aan de slag Modellen en componenten WorkCentre 4250 WorkCentre 4250S/ 4260S WorkCentre 4250X/ 4260X WorkCentre 4250XF/ 4260XF Standaard Standaard Standaard Standaard Direct afdrukken/ afdrukken via netwerk Standaard Standaard Standaard Scannen Standaard Standaard Standaard E-mail Standaard Standaard Standaard Digitaal kopiëren Fax Optioneel Optioneel Standaard Standaard Papierlade 1 en handmatige invoer- Standaard Standaard Standaard Standaard Papierlade 2 Optioneel Opti
2 Aan de slag Overzicht van het bedieningspaneel Opdrachtstatus Functies Homepage functies Display en Aan-/afmelden Help aanraakscherm Aan/uitknop Alle wissen Afdrukken onderbreken Stop Apparaatstatus Taal 26 Kiespauze Invoer annuleren Cijfertoetsen Start Toepassing Beschrijving Functies Geeft de standaardtoepassing op het aanraakscherm weer. Homepage functies Geeft de beschikbare toepassingen op het aanraakscherm weer. Opdrachtstatus De voortgangsinformatie van de opdracht.
2 Aan de slag Toepassing Beschrijving Aan/uit-knop Geeft aan wanneer het apparaat in de energiespaarstand staat. Raak een willekeurige toets op het aanraakscherm aan om het apparaat weer te activeren. Als u de aan/uit-knop aanraakt, verschijnen de energiebesparingsopties op het aanraakscherm. Met de aan/uit-knop kan de gebruiker direct de energiespaarstand (slaapstand) activeren of het apparaat uitschakelen via de pop-up met opties.
2 Aan de slag Papier plaatsen Er zijn desgewenst aanvullende papierladen beschikbaar. De instructies voor het plaatsen van papier zijn voor alle papierladen hetzelfde. 1. Trek de papierlade voorzichtig open. Papierlade 1 Maximale vullijn Zijgeleider Achtergeleider 2. Waaier het papier goed uit en plaats het in de lade. Zorg dat de stapel niet boven de maximum vullijn uitsteekt. 3.
2 Aan de slag Papier in de grote papierlade plaatsen 1. Trek de papierlade voorzichtig open. Grote papierlade Uitlijnpijl Vergrendelingspen Uitlijngeleider papierformaat Vergrendelingspen Maximale vullijn Achtergeleider Zijgeleider 2. Til de vergrendelingspennen omhoog, draai ze om en verwijder ze uit beide zijgeleiders. 3. Schuif de zijgeleiders in de juiste positie. Lijn de pijl uit met het gewenste papierformaat. 4.
2 Aan de slag 5. Til de hendel van de achterste geleider op en lijn de geleider uit met het gewenste papierformaat. 6. Waaier het papier goed uit en plaats het in de lade. Zorg dat de stapel niet uitsteekt boven de maximum vullijn. 7. Sluit de papierlade. 8. Volg de instructies op het aanraakscherm om het papierformaat, de papiersoort en de kleur te bevestigen.
2 Aan de slag Aanmelden/afmelden De systeembeheerder kan bepaalde verificatie- en accountadministratietoepassingen lokaal en via het netwerk inschakelen, zodat gebruikers eerst moeten worden geverifieerd voordat ze het apparaat kunnen gebruiken. Indien verificatie is ingeschakeld: 1. Gebruik de cijfertoetsen en/of het toetsenbord om een 4-cijferige toegangscode in te voeren en druk vervolgens op Invoeren. 2. Voltooi de opdracht. 3. Selecteer de toets Aan-/afmelden op het aanraakscherm om u af te melden.
2 Aan de slag Apparaatinformatie De toepassing Apparaatinformatie geeft het volgende weer: • Apparaatinformatie • Storingen • Service-informatie Druk op de toets Apparaatinformatie links van de gebruikersinterface. Toets Apparaatinformatie Apparaatinformatie Op het tabblad Apparaatinformatie wordt de volgende informatie weergegeven: Algemene informatie Netwerkinformatie 32 Dit gedeelte bevat het serienummer van het apparaat en informatie over klantenondersteuning.
2 Status papierlade Aan de slag Hiermee wordt de volgende informatie over elke papierlade weergegeven: Status • Formaat, bijvoorbeeld A4 (zoals vooraf ingesteld door de systeembeheerder) • Soort, bijvoorbeeld geperforeerd en gewoon (zoals vooraf ingesteld door de systeembeheerder) • Kleur (zoals vooraf ingesteld door de systeembeheerder) Apparaatgegevens Selecteer de toets Apparaatgegevens om nuttige informatie te bekijken die door de systeembeheerder is ingesteld: • Gegevens Xerox Welcome Centre • Tel
2 Aan de slag Rapportpagina's 34 Hiermee kan de gebruiker de volgende rapporten afdrukken: Rapport Beschrijving Xerox Welcome Centre bellen Hierin worden het fouten- en storingsoverzicht voor het apparaat weergegeven. Helplijst Hierin wordt een lijst met toetsen van het bedieningspaneel, de fabrieksinstellingen en beschikbare opties weergegeven. Foutberichten Hierin wordt een lijst met fouten voor het apparaat weergegeven.
2 Aan de slag Rapport Beschrijving Junkfaxlijst Hiermee worden de faxnummers weergegeven die door de systeembeheerder als junkfaxnummers zijn gedefinieerd. Opdrachten in wachtrij Toont de faxopdrachten in het geheugen van het apparaat die nog moeten worden verzonden of afgedrukt. Dit rapport vermeldt ook welk percentage van het geheugen in het apparaat nog beschikbaar is.
2 Aan de slag Service-informatie Op het tabblad Service-informatie wordt de huidige status van door de klant te vervangen verbruiksartikelen en van door de monteur te vervangen verbruiksartikelen weergegeven. Tonercassette Fuser Invoerrol - lade(n) Bias-transferrol (BTR) Hiermee wordt het resterende aantal beelden weergegeven dat met de huidige toner kan worden gemaakt. Hiermee kan het aantal beelden worden weergegeven dat met de huidige fuser is afgedrukt.
2 Aan de slag Uw apparaat aanpassen Het apparaat kan worden aangepast aan de manier waarop er in uw werkomgeving wordt gewerkt. Met behulp van het menu Hulpprogramma's systeembeheer kan uw systeem- of apparaatbeheerder het apparaat instellen, aanpassen en onderhouden. Nadat het apparaat is geïnstalleerd, wordt aanbevolen om de instellingen en opties volledig naar wens van de gebruikers aan te passen.
2 Aan de slag Aanvullende informatie Start de online-Help: Voor extra Help Druk wanneer u wilt op de optie Help om de schermen voor de online-Help op te roepen. Berichten, scherminstructies en afbeeldingen bieden aanvullende informatie. Wanneer u meer hulp nodig hebt bij het gebruik van het apparaat kunt u het volgende doen: 1) Raadpleeg de Beknopte gebruikshandleiding of de cd voor systeembeheerders in het cd-pakket dat met het apparaat is meegeleverd.
3 Kopiëren Dit hoofdstuk bevat informatie over het kopieerscherm en de beschikbare kopieertoepassingen.
3 Kopiëren Kopieerprocedure In dit gedeelte wordt de basisprocedure voor het maken van kopieën beschreven. Volg de onderstaande stappen. De documenten plaatsen – pagina 40 De toepassingen selecteren – pagina 41 Het aantal invoeren – pagina 43 De kopieeropdracht starten – pagina 43 Scherm Opdrachtstatus – pagina 43 De kopieeropdracht stoppen – pagina 45 OPMERKING: Als de verificatietoepassing is ingeschakeld, hebt u wellicht een account nodig voordat u het apparaat kunt gebruiken.
3 Kopiëren Glasplaat: In de volgende stappen wordt uitgelegd hoe u de originelen op de glasplaat kunt plaatsen: 1. Til de AOD op. Registratiepijl 2. Plaats het origineel met de beeldzijde naar beneden op de glasplaat, waarbij het is uitgelijnd met de punt van de registratiepijl linksboven bij de glasplaat. 3. Laat de AOD zakken. 2 De toepassingen selecteren Het scherm Kopiëren is standaard het eerste scherm dat op het apparaat wordt weergegeven.
3 Kopiëren 2. Selecteer Kopiëren in het aanraakscherm. Controleer of het scherm Kopiëren wordt weergegeven. 3. Druk op de toets Alle wissen van het bedieningspaneel om alle eerdere selecties te annuleren. Het bedieningspaneel keert nu naar het standaard beginscherm terug. 4. Selecteer de toets voor de vereiste toepassing. Toepassing Beschrijving Kopiëren Gebruik dit tabblad om de standaardopties voor een kopieeropdracht te selecteren, zoals de opties voor verkleinen/vergroten en 2-zijdig kopiëren.
3 Kopiëren 3 Het aantal invoeren Het maximumaantal kopieën is 999. Voer met de cijfertoetsen op het bedieningspaneel het vereiste aantal kopieën in. Het opgegeven aantal wordt in de rechterbovenhoek van het scherm weergegevenAls u een onjuiste invoer wilt annuleren, drukt u op de wistoets C en voert u het juiste aantal in.. 4 De kopieeropdracht starten Druk op de toets Start. Elk origineel wordt slechts één keer gescand. Het gevraagde aantal kopieën wordt in de rechterbovenhoek van het scherm weergegeven.
3 Kopiëren 2. Een van de volgende opties selecteren: Wachtrij Beschrijving Alle opdrachten Hiermee worden alle opdrachten in de wachtrij weergegeven. Kopieer-, afdruk- en faxontvangstopdrachten Hiermee worden alle actieve kopieer-, afdruk- en faxontvangstopdrachten weergegeven. Scan- en faxverzendopdrachten Hiermee worden alle actieve scan- en faxverzendopdrachten weergegeven. 3. Selecteer de vereiste opdracht om het scherm Status van uw opdracht weer te geven.
3 Kopiëren Met de toets Opdrachtgegevens kan informatie worden weergegeven, zoals de eigenaar, status, het opdrachttype, de verzendingstijd etc. 4. Selecteer Sluiten om naar het scherm Status van uw opdracht terug te keren. 5. Selecteer Sluiten om naar het scherm Opdrachtstatus terug te keren. 6. Selecteer Standaardinstellingen scherm om naar het vooringestelde scherm voor opdrachtwachtrijen terug te keren.
3 Kopiëren 4) Selecteer Verwijderen in de lijst Opdrachtfuncties. 5) Selecteer Bevestigen om de opdracht te verwijderen of Annuleren om naar het vorige scherm terug te keren.
3 Kopiëren Kopiëren De beschikbare tabbladen waarop u de kopieertoepassingen kunt selecteren, zijn: 1) Kopiëren 2) Afdrukkwaliteit 3) Opmaakaanpassing 4) Afleveringsformaat Afhankelijk van de ingeschakelde opties en de configuratie van het apparaat, moet u misschien op de toets Homepage functies drukken en Kopiëren selecteren om de tabbladen voor de toepassing Kopiëren weer te geven. Tabblad Kopiëren Het tabblad Kopiëren is het standaard kopieerscherm.
3 Kopiëren Auto%: Hiermee kan het beeld op de kopieën op basis van het formaat van het origineel en het geselecteerde afdrukpapier worden verkleind of vergroot. Voorinstellingen: Hierbij zijn de meest gebruikte percentages voor verkleinen/vergroten al vooraf ingesteld. Deze vooraf ingestelde opties kunnen door uw systeembeheerder of apparaatbeheerder aan individuele vereisten worden aangepast. Selecteer de toets Meer... om alle opties voor Verkleinen/vergroten weer te geven.
3 Kopiëren 2-zijdig kopiëren Er kunnen van 1- of 2-zijdige originelen automatisch 2-zijdige kopieën worden gemaakt. 1 1-zijdig: Gebruik deze optie voor 1-zijdige originelen wanneer er 1-zijdige kopieën moeten worden afgedrukt. 1 2-zijdig: Gebruik deze optie voor 1-zijdige originelen wanneer er 2-zijdige kopieën moeten worden afgedrukt. 1 2-zijdig, zijde 2 roteren: Met deze optie kunnen er 2-zijdige kopieën worden gemaakt van 1-zijdige originelen en wordt het beeld op elke tweede zijde 180 graden geroteerd.
3 Kopiëren Afdrukkwaliteit Op het tabblad Afdrukkwaliteit kunt u de kopieertoepassingen vinden waarmee de weergave van het beeld op de afdrukken kan worden aangepast. Selecteer een van de bovenste toetsen om een toepassing te selecteren. Wanneer u alle opties voor een toepassing wilt bekijken, selecteert u de gewenste optie. Er kunnen voor elke kopieeropdracht indien nodig twee of meer opties worden geselecteerd. Origineelsoort Gebruik deze toepassing om de kwaliteit van de afdruk te verbeteren.
3 Kopiëren Achtergrondonderdrukking Gebruik deze optie om de donkere achtergrond die ontstaat wanneer gekleurd papier of krantenpapier wordt gekopieerd, automatisch te verminderen of te verwijderen.
3 Kopiëren Opmaakaanpassing Op het tabblad Opmaakaanpassing kunt u de kopieertoepassingen vinden waarmee de weergave van het beeld op de afdrukken kan worden aangepast. Origineelformaat Selecteer deze toepassing om op te geven hoe het apparaat het papierformaat van het origineel moet vaststellen. Automatische registratie: Als u deze optie gebruikt, herkent het apparaat automatisch het formaat van de originelen die via de AOD worden ingevoerd.
3 Kopiëren Voorinstellingen: Gebruik deze optie om de afmetingen van het documentscangebied op te geven wanneer er een scan via de glasplaat wordt gemaakt. Er zijn verschillende standaard afmetingen die bij veelgebruikte documentformaten en -richtingen horen. Aangepast formaat: Gebruik deze optie om de scanafmetingen met behulp van de schuifblokjes handmatig in te stellen. Gemengde origineelformaten: Gebruik deze toepassing om een document met originelen van verschillende formaten te kopiëren.
3 Kopiëren Beeldverschuiving Met deze toepassing kan de positie van het beeld op de pagina worden aangepast. Uit: Hiermee wordt de positie van het beeld niet aangepast. Auto-centreren: Hiermee wordt het scanbeeld automatisch op de afgedrukte pagina gecentreerd. Kantlijnverschuiving: Hiermee kan een bindrand voor het document worden gemaakt. Het beeld kan hoger of lager op de pagina worden geplaatst of naar links of rechts worden verschoven.
3 Kopiëren Alle randen (minimum): Hiermee wordt aan alle randen van de kopieën evenveel gewist (minimaal 1 mm). Alle randen (maximum): Hiermee wordt aan alle randen van de kopieën evenveel gewist (maximaal 1 mm). Wissen bij klein origineel: Gebruik deze optie om 6 mm (0,25 inch) van de rand van het document te wissen. Beeld van gaatjes wissen: Gebruik deze optie om het donkere beeld van perforaties van de linker- en rechterkant van het document te wissen.
3 Kopiëren Afleveringsformaat Het tabblad Afleveringsformaat heeft verschillende opties om het eindresultaat te beïnvloeden. Katern maken Gebruik deze toepassing om boekjes te maken van een opeenvolgende set een- of tweezijdige originelen. Het apparaat genereert automatisch 2-zijdige afdrukken, die als ze gevouwen worden een katern vormen met alle pagina's in de juiste volgorde. Ook worden de beelden verkleind en correct gepositioneerd, zodat deze op het geselecteerde papier passen.
3 Kopiëren OPMERKING: Voer de originelen via de AOD in en zorg ervoor dat Origineelformaat op het tabblad Beeldaanpassing is ingesteld op Automatische registratie. Uit: De toepassing is uitgeschakeld. Aan: Gebruik deze optie om de toepassing Katern maken in te schakelen. Er zijn nog twee opties beschikbaar wanneer Katern maken wordt ingeschakeld. Optie Beschrijving 1-zijdige originelen Selecteer deze optie wanneer de originelen aan één zijde bedrukt zijn.
3 Kopiëren Transparanten met scheidingsvellen Met deze toepassing kunt u blanco of bedrukte scheidingsvellen tussen de transparanten van een set toevoegen. Plaats de transparanten altijd in de handmatige invoer. Opdrachten met transparanten worden altijd enkelzijdig in een set zonder afwerking afgeleverd. Het aantal bij deze toepassing kan alleen op 1 worden ingesteld.
3 Kopiëren Pagina-opmaak Deze toepassing kan worden gebruikt om twee of meer documenten in een verkleind formaat op één vel te kopiëren. Deze toepassing is ideaal voor handouts, storyboards of documenten die voor archiefdoeleinden worden gebruikt. OPMERKING: De originelen moeten voor deze toepassing in de AOD worden geplaatst. 1-op-1: Hiermee kan een origineel op één vel worden gekopieerd. 2-op-1: Hiermee kunnen twee aparte originelen op één vel worden gekopieerd.
3 Kopiëren Opdracht opslaan Gebruik deze toepassing om bestanden en opdrachtinstellingen op te slaan. Uit: De toepassing is uitgeschakeld. Kopiëren en opslaan: Gebruik deze optie om de originele documenten te kopiëren en in het geheugen van het apparaat op te slaan om later op te halen. Alleen opslaan: Sla de originelen in het geheugen van het apparaat op om later op te halen. Er wordt geen afdruk gemaakt.
3 Kopiëren ID-kaart kopiëren Gebruik deze toepassing om beide zijden van een ID-document, bijvoorbeeld een rijbewijs, op één zijde van het papier te kopiëren. 1. Selecteer Homepage functies om het scherm Homepage functies weer te geven. 2. Selecteer ID-kaart kopiëren om het scherm ID-kaart kopiëren weer te geven. 3. Configureer de afdruk om de kwaliteit van de kopie te verbeteren. Papiertoevoer: Gebruik de opties voor Papiertoevoer om een papierlade voor de kopieeropdracht te selecteren.
3 62 Kopiëren Handleiding voor de gebruiker van Xerox WorkCentre 4250/4260
4 Faxen Het kan zijn dat de faxtoepassing niet op uw apparaat beschikbaar is. Dit hangt af van uw configuratie. De optionele functies Interne fax en Serverfax kunnen worden geïnstalleerd, maar er kan slechts een van de twee functies tegelijk worden ingeschakeld. OPMERKING: Indien beide faxtoepassingen zijn geïnstalleerd, is Interne fax de standaardtoepassing. De systeembeheerder stelt de standaardfaxtoepassing in. In dit hoofdstuk vindt u informatie over de beschikbare faxopties.
4 Faxen Tabblad Faxen in de gebruikersinterface Tabblad 1: Faxen (interne fax) Faxen - Basis (serverfax) Toepassing Deeltoepassing en/opties Interne fax Snelkiezen Ja Toevoegen (meerdere bestemmingen) Ja Handmatig kiezen Ja Opnieuw kiezen Ja Serverfax Zie pagina 63 (interne fax) of pagina 63 (serverfax) voor meer informatie. Tabblad 2: Afdrukkwaliteit Zie pagina 77 (interne fax) of pagina 88 (serverfax) voor meer informatie.
4 Tabblad Faxen in de gebruikersinterface Toepassing Deeltoepassing en/opties Interne fax Serverfax Ja Tabblad 3: Opmaakaanpassing Zie pagina 78 (interne fax) of pagina 89 (serverfax) voor meer informatie. Origineelformaat Automatische registratie Voorinstellingen Aangepast scangebied Ja Tabblad 4: Faxopties Zie pagina 79 (interne fax) of pagina 90 (serverfax) voor meer informatie.
4 Faxen Faxprocedure In dit gedeelte wordt de basisprocedure voor het verzenden van faxen beschreven. Volg de onderstaande stappen.
4 Er kunnen maximaal 100 vellen bankpostpapier van 80 g/m² worden geplaatst. Het gewicht kan variëren tussen 50 - 120 g/m². Zie Apparaatspecificaties in het hoofdstuk Specificaties op pagina 214 voor volledige specificaties van de AOD. Faxen 3. Plaats de stapel in het midden van de papiergeleiders, waarbij u de linkerrand met de AOD-lade uitlijnt. Plaats de papiergeleiders zodanig dat ze net de rand van de originelen raken. 4.
4 Faxen 1. Druk op het bedieningspaneel op de toets Homepage functies. Toets Homepage functies 2. Selecteer Faxen in het aanraakscherm. Controleer of het scherm Faxen wordt weergegeven. OPMERKING: Hieronder is het scherm Interne fax weergegeven. 3. Druk zo nodig eenmaal op het bedieningspaneel op de toets Alle wissen om alle eerdere selecties te annuleren. Het bedieningspaneel keert nu naar het standaard beginscherm terug. 4. Selecteer de toets voor de gewenste toepassing.
4 Faxen Toepassing Beschrijving Opmaakaanpassing Gebruik dit tabblad om de opmaak van de faxen (zoals het origineelformaat etc.) aan te passen. Faxopties Gebruik dit tabblad om de geavanceerde faxtoepassingen op te roepen, zoals rapporten, mailboxen en polinstellingen. Selecteer indien nodig één van de tabbladen en configureer de faxinstellingen. Hieronder vindt u meer informatie over de individuele tabbladen: • Faxen op pagina 73. • Afdrukkwaliteit op pagina 77. • Opmaakaanpassing op pagina 78.
4 Faxen 4 Het nummer kiezen Selecteer een kiesoptie om het faxnummer in te voeren. Interne fax Optie Beschrijving Kiezen via toetsen Gebruik deze optie om het nummer met de cijfertoetsen in te voeren. Handmatig kiezen Hiermee hoort u eerst een kiestoon voordat u het faxnummer gaat invoeren. Snelkiezen Hiermee kunt u opgeslagen nummers snel in het adresboek kiezen. Opnieuw kiezen Hiermee kunt u het laatste gekozen nummer of de nummers op een lijst met eerder gekozen nummers bellen.
4 Faxen 6 Scherm Opdrachtstatus Wanneer u de voortgang van uw faxopdracht wilt volgen, drukt u op de toets Opdrachtstatus van het bedieningspaneel om het scherm Opdrachtstatus weer te geven. In het standaardscherm Opdrachtstatus worden alle onvoltooide opdrachten weergegeven, waaronder de faxopdracht in de wachtrij. Als er geen onvoltooide opdrachten zijn, wordt het bericht “Geen actieve opdrachten” weergegeven.
4 Faxen 1. Klik op Afdrukken in uw applicatie. 2. Klik op uw apparaat om het als printer te selecteren. 3. Klik op de toets Eigenschappen of Voorkeuren. 4. Klik op Fax in het vervolgkeuzemenu Opdrachttype. 5. Klik op de toets Ontvanger toevoegen of de toets Toevoegen uit telefoonboek om een ontvanger toe te voegen. 6. Klik op OK om de door u geselecteerde ontvanger te bevestigen. 7. Klik op OK om uw selecties in het venster Afdrukvoorkeuren te bevestigen. 8.
4 Faxen Faxen Gebruik de opties op het tabblad Faxen om het telefoonnummer van de ontvanger in te voeren en de standaardinstellingen voor uw faxopdracht te selecteren. Kiesopties Gebruik de kiesopties om het nummer of de nummers van het bestemmingsfaxapparaat voor de faxopdracht in te voeren. Afzonderlijke faxnummers kunnen via de cijfertoetsen, een aangesloten telefoontoestel of met behulp van de functie Snelkiezen worden ingevoerd of ze kunnen uit het adresboek worden gekozen.
4 Faxen Snelkiezen Snelkiesnummers worden automatisch gegenereerd wanneer een faxnummer in het adresboek wordt opgeslagen. Met snelkiesnummers kunt u tijd besparen doordat u niet steeds het hele faxnummer hoeft in te voeren. Als u Snelkiezen wilt gebruiken, voert u het gewenste snelkiesnummer van 3 cijfers in. Wilt u het snelkiesnummer voor een vermelding in het adresboek vinden, dan selecteert u de optie Groepskiezen en bladert u door het adresboek om de toegewezen nummers te bekijken.
4 Faxen Zo kunt u het gewenste teken selecteren: 1. Voer het faxnummer via het harde toetsenblok rechts van het aanraakscherm in. 2. Selecteer indien nodig een kiesteken in het aanraakscherm. 3. Selecteer de toets Teken toevoegen. 4. Herhaal deze stappen zo nodig en selecteer de toets Opslaan wanneer u klaar bent. 5. Druk op de toets Start om de fax te verzenden. Adresboek Het adresboek bevat een lijst met adressen, nummers en andere gegevens die voor u en/of het bedrijf van belang zijn.
4 Faxen 7. Selecteer de toets Opslaan opnieuw om de vermelding in het adresboek op te slaan en naar het scherm Instellingen terug te keren. U kunt maximaal 200 vermeldingen opslaan. Instellingen groepsadresboek Op het tabblad Faxen selecteert u de toets Adresboek om een nieuwe vermelding in het groepsadresboek te maken of om een vermelding te bewerken: 1. Selecteer Groepen in de keuzelijst. 2.
4 Faxen De beschikbare opties zijn: Optie Beschrijving Tekst Gebruik deze optie voor originelen met tekst of lijntekeningen. Foto en tekst Gebruik deze optie voor hoogwaardige lithografische afbeeldingen of ongerasterde foto's met tekst. Foto Gebruik deze optie voor ongerasterde foto's. Resolutie De resolutie beïnvloedt de weergave van de fax bij de ontvanger. Een hogere resolutie verbetert de kwaliteit van foto's. Een lagere resolutie heeft echter een kortere verzendtijd als gevolg.
4 Faxen Achtergrondonderdrukking Gebruik deze optie om de donkere achtergrond die ontstaat wanneer gekleurd papier of krantenpapier wordt gekopieerd, automatisch te verminderen of te verwijderen. Kleurenmode Gebruik deze optie om de fax in zwart-wit of in kleur te verzenden.. Optie Beschrijving Zwart/wit Hiermee wordt een zwart-wit afbeelding verzonden. Full color Hiermee wordt een gekleurde afbeelding verzonden. Selecteer de toets Opslaan om uw selecties in de kleurenmode te bevestigen.
4 Voorinstellingen Aangepast formaat Gemengde origineelformaten Faxen Gebruik deze optie om de afmetingen van het documentscangebied op te geven wanneer er een scan via de glasplaat wordt gemaakt. Er zijn verschillende standaard afmetingen die bij veelgebruikte documentformaten en -richtingen horen. Gebruik deze optie om de scanafmetingen met behulp van de schuifblokjes handmatig aan te passen. Gebruik deze toepassing om een document met originelen van verschillende formaten te kopiëren.
4 Faxen Opslaan voor pollen Met deze optie kan de gebruiker documenten scannen en opslaan. Op het moment dat een extern apparaat het apparaat polt, kan het externe apparaat het gescande document ophalen. Er kunnen toegangscodes worden ingesteld om te regelen welke apparaten toegang tot de opgeslagen documenten hebben. Opslaan voor pollen Alle afdrukken Alle verwijderen Opgeslagen documenten worden na een geslaagde poll niet verwijderd.
4 Faxen U kunt alleen een externe mailbox pollen als u het mailboxnummer van de ontvanger kent. Gebruik de cijfertoetsen om het nummer van de mailbox die u wilt pollen in het invoerveld Mailboxnummer in te voeren. Als de externe mailbox met een toegangscode is beveiligd, gebruikt u de cijfertoetsen om de toegangscode in het invoerveld Toegangscode in te voeren. Als de opgegeven toegangscode niet overeenkomt met de toegangscode van de externe mailbox, mislukt het pollen.
4 Faxen Documenten in een mailbox worden gekenmerkt als opgeslagen voor pollen, afdrukken of verwijderen door de gebruiker. Wanneer u toegang tot een mailbox wilt krijgen, dient u een mailboxnummer van 3 cijfers en indien toepasselijk een mailboxtoegangscode van 4 cijfers in te voeren. Neem voor meer informatie contact op met de systeembeheerder. OPMERKING: De systeembeheerder kan instellen hoelang documenten in de mailbox opgeslagen blijven.
4 Faxen Voer het faxnummer van de ontvanger op het bedieningspaneel in of selecteer de toets Groepskiezen en selecteer de ontvanger in het adresboek. Groepsadresboek is niet beschikbaar wanneer u naar een externe mailbox faxt, omdat er slechts één telefoonnummer tegelijk kan worden ingevoerd. Als deze toepassing is ingeschakeld, wordt er een bevestigingrapport afgedrukt zodra de documenten naar de externe mailbox zijn verzonden.
4 Faxen Toepassingen van Doorsturen naar fax/e-mail Met de toepassing Doorsturen naar fax/e-mail kunnen binnenkomende of uitgaande faxen automatisch naar een ander faxnummer of e-mailadres worden doorgestuurd. De systeembeheerder configureert de toepassing via de webinterface. De systeembeheerder kan ook de optie voor het afdrukken van een lokaal exemplaar inschakelen. Er wordt dan een lokaal exemplaar van de doorgestuurde of ontvangen fax of e-mail afgedrukt.
4 Faxen Serverfax In dit gedeelte vindt u meer informatie over de toepassingen van Serverfax. • Faxen - Basis op pagina 85. • Afdrukkwaliteit op pagina 88. • Opmaakaanpassing op pagina 89. • Faxopties op pagina 90. OPMERKING: Zie Interne fax op pagina 72 voor informatie over Interne fax. Faxen - Basis Gebruik de opties op het tabblad Faxen om het telefoonnummer van de ontvanger in te voeren en de standaardinstellingen voor uw faxopdracht te selecteren.
4 Faxen Kiezen via toetsen Gebruik deze optie om het nummer met de cijfertoetsen in te voeren. Het ingevoerde nummer verschijnt in het faxvenster. Als er een onjuiste vermelding wordt ingevoerd, gebruikt u de toets C om het nummer te verwijderen en voert u vervolgens het juiste nummer in. Gebruik de optie Kiezen via toetsen als u de cijfertoetsen weer voor het invoeren van faxnummers wilt gebruiken nadat u eerst andere methoden hebt gebruikt.
4 Faxen Faxdirectory De faxdirectory bevat een lijst met nummers die voor u en/of het bedrijf van belang zijn. Gebruik de pijltoetsen omhoog/omlaag om naar de gewenste ontvanger te gaan. Markeer de ontvanger in de lijst en selecteer vervolgens de toets Toevoegen aan ontvangers. Ga verder met deze procedure tot u alle vereiste ontvangers hebt toegevoegd. De ingevoerde nummers worden in de lijst met Ontvangers weergegeven.
4 Faxen Origineelsoort Gebruik deze optie om de kwaliteit van de fax te verbeteren gebaseerd op het soort origineel dat wordt gescand. De beschikbare opties zijn: Optie Beschrijving Tekst Gebruik deze optie voor originelen met tekst of lijntekeningen. Foto en tekst Gebruik deze optie voor hoogwaardige lithografische afbeeldingen of ongerasterde foto's met tekst. Foto Gebruik deze optie voor ongerasterde foto's. Resolutie De resolutie beïnvloedt de weergave van de fax bij de ontvanger.
4 Faxen Achtergrondonderdrukking Gebruik deze optie om de donkere achtergrond die ontstaat wanneer gekleurd papier of krantenpapier wordt gekopieerd, automatisch te verminderen of te verwijderen. Opmaakaanpassing Origineelformaat Selecteer deze toepassing om op te geven hoe het apparaat het papierformaat van het origineel moet vaststellen. Automatische registratie Gebruik deze optie om het apparaat het formaat van de originelen die via de AOD worden ingevoerd, automatisch te laten herkennen.
4 Faxen Faxopties Het tabblad Faxopties, dat beschikbaar is met de serverfax, bevat aanvullende faxtoepassingen die bij het verzenden van faxdocumenten kunnen worden gebruikt. Uitgesteld verzenden Hiermee kunt u de tijd van een faxverzending of -poll specificeren. Deze optie kan worden gebruikt om de verzending van een faxopdracht voor een periode van maximaal 23 uur en 59 minuten te vertragen, door het tijdstip te specificeren waarop de fax moet worden verzonden.
5 Netwerkscannen Dit hoofdstuk bevat informatie over de opties voor Netwerkscannen. Netwerkscannen is een standaardtoepassing op de WorkCentre 4250S/4260S, 4250X/4260X en 4250XF/4260XF. Met Netwerkscannen kunt u een elektronisch beeldbestand maken. Als de optie Netwerkscannen is ingeschakeld, kan een papieren origineel in een elektronisch bestand worden omgezet. Het elektronische bestand kan daarna worden opgeslagen, als fax worden verzonden of via e-mail worden verzonden.
5 Netwerkscannen Scanprocedure In dit gedeelte wordt de basisprocedure voor het scannen beschreven. Volg de onderstaande stappen.
5 Netwerkscannen Glasplaat: In de volgende stappen wordt uitgelegd hoe u de originelen op de glasplaat kunt plaatsen: 1. Til de AOD op. Registratiepijl 2. Plaats het origineel met de beeldzijde naar beneden op de glasplaat, waarbij het is uitgelijnd met de punt van de registratiepijl linksboven bij de glasplaat. 3. Laat de AOD zakken. 1 Netwerkscannen selecteren Druk op de toets Homepage functies en selecteer Netwerkscannen uit de weergegeven opties. 1.
5 Netwerkscannen 2. Selecteer Netwerkscannen in het aanraakscherm. Controleer of het scherm Netwerkscannen wordt weergegeven. OPMERKING: Als de verificatietoepassing is ingeschakeld, hebt u wellicht een account nodig voordat u het apparaat kunt gebruiken. Neem voor meer informatie of als u een account wilt verkrijgen, contact op met de systeembeheerder. 2 Netwerkscansjablonen selecteren Bij het netwerkscannen worden vooraf ingestelde sjablonen gebruikt die door de systeembeheerder zijn gemaakt.
5 Netwerkscannen Toepassing Beschrijving Geavanceerde instellingen Gebruik de toepassingen op dit tabblad voor het bijwerken van nieuw gemaakte sjablonen of het tijdelijk wijzigen van de scaninstellingen die de weergave en stijl beïnvloeden (bijvoorbeeld de instellingen voor afdrukkwaliteit, resolutie, bestandsindeling, etc).
5 Netwerkscannen 6 De netwerkscanopdracht stoppen Volg de onderstaande stappen om een geactiveerde scanopdracht handmatig te annuleren. 1. Druk op de toets Stop van het bedieningspaneel om de huidige scanopdracht te annuleren. 2. Als u een opdracht in de wachtrij wilt annuleren, drukt u op het bedieningspaneel op de toets Opdrachtstatus om het scherm Actieve opdrachten weer te geven. 3. Selecteer de relevante opdracht in de wachtrij. 4. Selecteer Verwijderen in de lijst Opdrachtfuncties. 5.
5 Netwerkscannen Netwerkscanbronnen Er kan aanvullende scansoftware aan de scancapaciteiten van het apparaat worden toegevoegd: FreeFlow™ SMARTsend™ Software voor scannen en routering via de server, die diverse Xeroxmultifunctionele apparaten ondersteunt. Papieren documenten kunnen via één scan worden omgezet in elektronische bestanden en naar meerdere bestemmingen worden verzonden: e-mail, documentopslagplaatsen, netwerkmappen, zelfs externe printers.
5 Netwerkscannen Netwerkscannen Er zijn twee belangrijke informatiegebieden onder het tabblad Netwerkscannen: Sjablonenlijst en Sjabloongegevens. Zie Sjabloonoverzicht op pagina 99 en Opslagplaatsen op pagina 99 voor meer informatie over sjablonen. Sjabloonbestemmingen In de lijst met sjabloonbestemmingen worden alle sjablonen weergegeven die momenteel beschikbaar zijn voor de gebruiker. Na installatie wordt de standaard fabriekssjabloon ’DEFAULT’ (in hoofdletters) in de sjablonenlijst weergegeven.
5 Netwerkscannen Gegevens In het gedeelte Gegevens aan de rechterkant van het scherm vindt u informatie over de geselecteerde sjabloon. Telkens wanneer u een ander sjabloonbestand selecteert, wordt dit gebied bijgewerkt, zodat de informatie over de geselecteerde sjabloon wordt weergegeven. OPMERKING: Wijzigingen in de sjabloon die u op het apparaat hebt aangebracht zijn van tijdelijke aard. Permanente wijzigingen dienen te worden gemaakt met het hulpprogramma waarin de sjabloon werd gemaakt.
5 Netwerkscannen Afleveringskleur Gebruik deze optie om originelen in zwart/wit, grijsschaal of full color te scannen. Optie Beschrijving Full color Gebruik deze optie om gekleurde originelen te scannen. Grijsschaal Gebruik deze optie om een origineel met verscheidene grijstinten te scannen. Zwart/wit Gebruik deze optie om een zwart-wit origineel te scannen. 2-zijdig netwerkscannen Deze toepassing wordt gebruikt om aan te geven of de originelen 1- of 2-zijdig zijn.
5 Netwerkscannen Resolutie Beschrijving 100 x 100 dpi Levert een klein bestand op. Dit wordt aanbevolen voor eenvoudige tekstdocumenten. 200 x 200 dpi Aanbevolen voor tekstdocumenten en lijntekeningen met een gemiddelde kwaliteit. 300 x 300 dpi Aanbevolen voor tekstdocumenten en lijntekeningen van hoge kwaliteit. Kan ook worden gebruikt voor foto's en afbeeldingen van gemiddelde kwaliteit. Dit is de standaardresolutie en de beste keuze voor de meeste documenten.
5 Netwerkscannen Geavanceerde instellingen Met het tabblad Geavanceerde instellingen kunt u net gemaakte netwerksjablonen bijwerken of de scansjabloon tijdelijk aanpassen om het uiterlijk en de stijl van het scanbeeld te verbeteren. Lichter/donkerder Hiermee kunt u de afdruk lichter of donkerder maken. Achtergrondonderdrukking Gebruik deze optie om de donkere achtergrond die ontstaat wanneer gekleurd papier of krantenpapier wordt gekopieerd, automatisch te verminderen of te verwijderen.
5 Netwerkscannen Optie Beschrijving Hogere kwaliteit Gebruik deze optie voor beelden van hoge kwaliteit en grotere beeldbestanden. Maximumkwaliteit Gebruik deze optie voor de beste afdrukkwaliteit en de grootste beeldbestanden. OPMERKING: Grote bestanden zijn niet zo geschikt om te delen of over het netwerk te verzenden vanwege de hoge verwerkingseisen die deze aan systeembronnen stellen.
5 Netwerkscannen Opmaakaanpassing Gebruik deze toepassing om de informatie met betrekking tot uw origineel tijdelijk te wijzigen. Origineelformaat Selecteer deze toepassing om op te geven hoe het apparaat het papierformaat van het origineel moet vaststellen. OPMERKING: Als de toets Gemengde origineelformaten niet zichtbaar is op uw apparaat, wordt aanbevolen originelen met hetzelfde formaat te gebruiken.
5 Netwerkscannen Tot rand scannen Gebruik deze toepassing om de kwaliteit van een origineel te verbeteren dat gescheurd of gerafeld is aan de randen, geperforeerd of geniet is of andere onvolkomenheden vertoont. Als Tot rand scannen is ingesteld op Aan, scant het apparaat het beeld tot de randen van het origineel. Als Tot rand scannen op Uit is ingesteld, wordt er automatisch een klein blanco kader rond de scanranden toegevoegd om ongelijkmatige lijnen rond de randen te voorkomen.
5 Netwerkscannen Opslagopties Gebruik deze toepassing om de bestandsbestemmingen, indelingen en metagegevens te beheren. Bestandsnaam Gebruik deze optie om de bestandsnaam van de standaardsjabloon te wijzigen. Typ de bestandsnaam via het toetsenblok van het zachte aanraakscherm en selecteer vervolgens de toets Opslaan.
5 Netwerkscannen Optie Beschrijving Niet opslaan Gebruik deze optie om de scanbewerking af te breken als er al een bestand is met de naam die u aan het net scanbeeldbestand wilt geven. Datum aan naam toevoegen Gebruik deze optie als u wilt dat het apparaat het nieuwe bestand (of de nieuwe map) een unieke naam, samen met de huidige datum en tijd, geeft.
5 Netwerkscannen 108 Handleiding voor de gebruiker van Xerox WorkCentre 4250/4260
6 E-mail Scannen naar e-mail is een standaardtoepassing op de WorkCentre 4250S/4260S, 4250X/4260X en 4250XF/4260XF. Dit hoofdstuk bevat informatie over de opties die beschikbaar zijn in E-mail. Wanneer de toepassing is ingeschakeld, kunnen gescande beelden als bijlage bij een e-mail naar de opgegeven e-mailontvanger of groep ontvangers worden verzonden. Toegang tot de toepassingen van E-mail is mogelijk via de toets Homepage functies op het bedieningspaneel.
6 E-mail E-mailprocedure In dit gedeelte wordt de basisprocedure voor het verzenden van e-mails vanaf het apparaat beschreven. Volg de onderstaande stappen: De documenten plaatsen – pagina 110 De toepassingen selecteren – pagina 111 De adresgegevens invoeren op pagina 113. Geavanceerde instellingen op pagina 116.
6 E-mail Glasplaat: In de volgende stappen wordt uitgelegd hoe u de originelen op de glasplaat kunt plaatsen: 1. Til de AOD op. Registratiepijl 2. Plaats het origineel met de beeldzijde naar beneden op de glasplaat, waarbij het is uitgelijnd met de punt van de registratiepijl linksboven bij de glasplaat. 3. Laat de AOD zakken. 1 De toepassingen selecteren Druk op de toets Homepage functies en selecteer E-mail uit de weergegeven opties.
6 E-mail 2. Selecteer E-mail in het aanraakscherm. Controleer of het scherm E-mail wordt weergegeven. OPMERKING: Als de verificatietoepassing is ingeschakeld, hebt u wellicht een account nodig voordat u het apparaat kunt gebruiken. Neem voor meer informatie of als u een account wilt verkrijgen, contact op met de systeembeheerder. 3. Druk op de toets Alle wissen van het bedieningspaneel om alle eerdere selecties te annuleren. Het bedieningspaneel keert nu naar het standaard beginscherm terug. 4.
6 E-mail Toepassing Beschrijving Geavanceerde instellingen Gebruik de toepassingen op dit tabblad om de geavanceerde e-mailinstellingen op te roepen (zoals de instellingen voor beeldopties, resolutie, bestandsindeling, etc). Opmaakaanpassing Gebruik de toepassingen op dit tabblad om de opmaak te wijzigen (bijv. het origineelformaat, randen wissen etc.). E-mailopties Gebruik de toepassingen op dit tabblad om de bestandsindeling te selecteren.
6 E-mail Zelf het e-mailadres invoeren 1. Kies in het scherm E-mail de toets Nieuwe ontvangers. Het toetsenbordscherm Nieuwe ontvangers verschijnt. OPMERKING: Selecteer de Shift-toets op het scherm om hoofdletters of kleine letters, diakritische tekens of speciale tekens weer te geven. Kies de toets Toetsenbordindeling op het toetsenbordscherm om de taal te wijzigen. 2. Typ een geldig e-mailadres en selecteer de toets Toevoegen. 3. Als u meer ontvangers wilt toevoegen, herhaalt u de vorige stap. 4.
6 E-mail Ontvangers toevoegen met behulp van adresboeken 1. Kies in het scherm E-mail de toets Adresboek. Het toetsenbordscherm Nieuwe ontvanger verschijnt. 2. Voer de eerste paar tekens voor de naam van de ontvanger of het e-mailadres in en selecteer de toets Zoeken. Het Xerox-apparaat geeft nu een lijst met namen weer die aan uw zoekopdracht voldoen. 3. Kies de gewenste ontvanger in de lijst en selecteer de toets Toevoegen. 4. Als alle ontvangers zijn toegevoegd, selecteert u de toets Sluiten.
6 E-mail 3 Geavanceerde instellingen Hieronder vindt u meer informatie over de geavanceerde instellingen die beschikbaar zijn op elk van de tabbladen: Geavanceerde instellingen op pagina 121. Opmaakaanpassing op pagina 123. E-mailopties op pagina 124. 4 De e-mailopdracht starten Druk op de toets Start. Elk document wordt slechts eenmaal gescand en het apparaat verzendt de scans als een e-mailbijlage.
6 E-mail E-mail Het scherm E-mail bevat de basisinformatie die nodig is om een document als e-mailbijlage te verzenden. Met het scherm E-mail kunt u de informatie met betrekking tot het origineel tijdelijk wijzigen. Door deze instellingen te wijzigen, kunt u een optimale scankwaliteit voor elk e-mailorigineel verkrijgen. Gebruik de volgende opties om de gegevens van de ontvanger in te voeren. Van... Deze toets geeft informatie over de afzender, waaronder het e-mailadres. Selecteer de toets Van...
6 E-mail Optie Beschrijving Bcc: Gebruik het toetsenbord in het aanraakscherm om het e-mailadres van de ontvanger in te voeren aan wie u deze e-mail ook wilt sturen, zonder dat diens naam en adres in de e-mail zichtbaar zijn voor andere ontvangers. Gegevens Gebruik deze optie om de gegevens van de geselecteerde ontvanger te bekijken.
6 E-mail 2-zijdig scannen Deze toepassing wordt gebruikt om aan te geven of er 1 of 2 zijden van het origineel worden gescand. U kunt ook de richting voor 2-zijdige originelen programmeren. Optie Beschrijving 1-zijdig origineel Gebruik deze optie voor originelen die aan één zijde zijn bedrukt. 2-zijdig origineel Gebruik deze optie voor originelen die aan beide zijden zijn bedrukt.
6 E-mail Resolutie Beschrijving 400 x 400 dpi Aanbevolen voor foto's en afbeeldingen van gemiddelde kwaliteit. Levert beelden van goede kwaliteit en de bestanden zijn kleiner dan bij de resolutie 600 x 600. 600 x 600 dpi Aanbevolen voor gebruik bij foto's en afbeeldingen van hoge kwaliteit. Levert de grootste beeldbestanden, maar ook de hoogste afdrukkwaliteit. Als Kleurenmode wordt geselecteerd, is de maximumresolutie 300 x 300 dpi.
6 E-mail Geavanceerde instellingen Met het tabblad Geavanceerde instellingen kunt u de scansjabloon tijdelijk aanpassen om het uiterlijk en de stijl van het gescande e-mailbeeld te verbeteren. Lichter/donkerder Hiermee kunt u de afdruk lichter of donkerder maken. Achtergrondonderdrukking Gebruik deze optie om de donkere achtergrond die ontstaat wanneer gekleurd papier of krantenpapier wordt gekopieerd, automatisch te verminderen of te verwijderen.
6 E-mail Resolutie Beschrijving 200 x 200 dpi Aanbevolen voor tekstdocumenten en lijntekeningen met een gemiddelde kwaliteit. 300 x 300 dpi Aanbevolen voor tekstdocumenten en lijntekeningen van hoge kwaliteit. Kan ook worden gebruikt voor foto's en afbeeldingen van gemiddelde kwaliteit. Dit is de standaardresolutie en de beste keuze voor de meeste documenten. 400 x 400 dpi Aanbevolen voor foto's en afbeeldingen van gemiddelde kwaliteit.
6 E-mail Opmaakaanpassing Met het tabblad Opmaakaanpassing kunt u de scansjabloon tijdelijk aanpassen om het uiterlijk en de stijl van het gescande e-mailbeeld te verbeteren. Origineelformaat Selecteer deze toepassing om op te geven hoe het apparaat het papierformaat van het origineel moet vaststellen. Automatische registratie Handmatig ingevoerd formaat Gebruik deze optie om het apparaat het formaat van de originelen te laten herkennen die via de AOD worden ingevoerd.
6 E-mail E-mailopties Gebruik deze toepassing om het e-mailadres in Antwoord aan te wijzigen en aan te geven welke bestandsindeling voor het gescande e-mailbeeld nodig is. Bestandsformaat Gebruik deze optie om de bestandsindeling van het scanbeeld in te stellen. 124 Optioneel Beschrijving PDF Portable Document Format. Met behulp van de juiste software kan de ontvanger het document bekijken of afdrukken, ongeacht het computerplatform.
6 E-mail Antwoord aan Met de toepassing Antwoord aan verandert u het standaard e-mailadres waar het antwoord naartoe wordt gestuurd. Bericht Gebruik deze optie om een nieuwe berichttekst toe te voegen. In de berichttekst kunnen maximaal 80 tekens worden gebruikt en de tekst wordt in het aanraakscherm onder het veld Bericht weergegeven.
6 E-mail 126 Handleiding voor de gebruiker van Xerox WorkCentre 4250/4260
7 Bestanden opslaan Met de toepassing Bestanden opslaan kunt u papieren documenten scannen en het resultaat als elektronisch bestand in een map op een USB-stick plaatsen. De opgeslagen opdracht kan vervolgens later van de USB-stick worden opgehaald voor afdrukken en delen. Met de toepassing Bestanden opslaan kunt u een opdracht in de volgende indelingen opslaan: PDF, TIFF, Multi-Page TIFF en JPEG.
7 Bestanden opslaan Geavanceerde instellingen Met het tabblad Geavanceerde instellingen kunt u het uiterlijk en de stijl van uw bewaarde bestand verbeteren. Lichter/donkerder Hiermee kunt u de afdruk lichter of donkerder maken. Achtergrondonderdrukking Gebruik deze optie om de donkere achtergrond die ontstaat wanneer gekleurd papier of krantenpapier wordt gekopieerd, automatisch te verminderen of te verwijderen. Resolutie Resolutie beïnvloedt de weergave van het scanbeeld.
7 Bestanden opslaan Resolutie Beschrijving 200 x 200 dpi Aanbevolen voor tekstdocumenten en lijntekeningen met een gemiddelde kwaliteit. 300 x 300 dpi Aanbevolen voor tekstdocumenten en lijntekeningen van hoge kwaliteit. Kan ook worden gebruikt voor foto's en afbeeldingen van gemiddelde kwaliteit. Dit is de standaardresolutie en de beste keuze voor de meeste documenten. 400 x 400 dpi Aanbevolen voor foto's en afbeeldingen van gemiddelde kwaliteit.
7 Bestanden opslaan Opmaakaanpassing Gebruik dit tabblad om de informatie met betrekking tot uw origineel te wijzigen. Origineelformaat Selecteer deze toepassing om op te geven hoe het apparaat het papierformaat van het origineel moet vaststellen. OPMERKING: Als de toets Gemengde origineelformaten niet zichtbaar is op uw apparaat, wordt aanbevolen originelen met hetzelfde formaat te gebruiken.
7 Bestanden opslaan Tot rand scannen Gebruik deze toepassing om de kwaliteit van een origineel te verbeteren dat gescheurd of gerafeld is aan de randen, geperforeerd of geniet is of andere onvolkomenheden vertoont. Als Tot rand scannen is ingesteld op Aan, scant het apparaat het beeld tot de randen van het origineel. Als Tot rand scannen op Uit is ingesteld, wordt er automatisch een klein blanco kader rond de scanranden toegevoegd om ongelijkmatige lijnen rond de randen te voorkomen.
7 Bestanden opslaan Bestands-/mapbeheer Gebruik dit tabblad voor het beheer van de bestanden en mappen op de USB-stick. Kies een van de volgende opties: 132 Optie Beschrijving Openen Gebruik deze optie om een geselecteerd bestand of een geselecteerde map te openen. Nieuwe map Gebruik deze optie om een map te maken. Nieuwe naam geven Gebruik deze optie om een nieuwe naam aan een bestand of map te geven.
7 Bestanden opslaan Bestandsopslagprocedure 1 De documenten plaatsen U kunt de documenten die u wilt scannen op de glasplaat of in de AOD plaatsen. De AOD: In de volgende stappen wordt uitgelegd hoe u de documenten in de AOD kunt plaatsen: 1. Voordat u de originelen in de AOD plaatst, moet u controleren of deze in een goede staat verkeren en alle nietjes en paperclips zijn verwijderd. 2. Plaats de originelen zorgvuldig met de beeldzijde naar boven in de AOD. 3.
7 Bestanden opslaan 2 Toepassing Bestanden opslaan selecteren Met behulp van een USB-schijf 1. Plaats de USB-stick in de voorkant van het apparaat. 2. Druk op het bedieningspaneel op de toets Homepage functies. 3. Selecteer de toets Opslaan op USB. 4. De hoofddirectory op de USB wordt nu weergegeven. 5. Selecteer de map waar u uw scan wilt opslaan. 6. Selecteer de toets OK. 7. Wijzig zo nodig de Bestandsnaam.... Gebruik het aanraakscherm om de nieuwe bestandsnaam in te voeren.
7 Bestanden opslaan OPMERKING: Als de bestandsnaam gelijk is aan de naam van een ander bestand in de geselecteerde map, voegt het systeem automatisch gegevens aan de bestandsnaam toe, om te voorkomen dat twee bestanden dezelfde naam krijgen of dat het huidige bestand wordt overschreven. 8. Selecteer de toets Bestandsformaat... om de indeling te wijzigen. Optie Beschrijving TIFF (1 bestand per pagina) Tagged Image File Format.
7 Bestanden opslaan 11. Selecteer de toets Origineelsoort voor toegang tot de opties: OPMERKING: Gebruik deze toepassing om het type origineel te selecteren. Optie Beschrijving Foto en tekst Gebruik deze optie voor originelen met foto's en tekst. Tekst Gebruik deze optie voor originelen met tekst of lijntekeningen. Foto Gebruik deze optie voor ongerasterde foto's of afgedrukte halftoonoriginelen van hoge kwaliteit. 12.
7 Bestanden opslaan Met behulp van de functie Kopiëren Met deze toepassing worden kopieën van de originelen in een apparaat-specifieke indeling op het apparaat opgeslagen. 1. Druk op de toets Homepage functies en selecteer Kopiëren op het aanraakscherm. Controleer of het scherm Kopiëren wordt weergegeven. 2. Selecteer het tabblad Afleveringsformaat. 3. Selecteer de toets Opdracht opslaan....
7 Bestanden opslaan 4. Selecteer een optie: • Kopiëren en opslaan - uw opdracht wordt in een map opgeslagen en afgedrukt • Alleen opslaan - uw opdracht wordt in een map opgeslagen, zodat u hem later kunt afdrukken 5. Selecteer het vak Naamloos om een specifieke bestandsnaam in te voeren. 6. Selecteer de toets Opslaan als u klaar bent. 7. Selecteer een van de andere tabbladen voor de gewenste toepassing.
7 Bestanden opslaan 4 Scherm Opdrachtstatus Wanneer u de voortgang van uw scanopdracht wilt volgen, drukt u op het bedieningspaneel op de toets Opdrachtstatus om het scherm Opdrachtstatus weer te geven. In het standaardscherm Opdrachtstatus worden alle onvoltooide opdrachten weergegeven. Als er geen onvoltooide opdrachten zijn, wordt het bericht “Geen actieve opdrachten” weergegeven. Zie Scherm Opdrachtstatus in het hoofdstuk Kopiëren op pagina 43 voor meer informatie over het scherm Opdrachtstatus.
7 Bestanden opslaan Bestanden opslaan vanaf het werkstation Met deze toepassing worden afdrukopdrachten op de interne schijf van het apparaat opgeslagen. Afdrukopdrachten worden opgeslagen in een indeling die gereed is om te worden afgedrukt. Bestanden opslaan met behulp van de printerdriver 1. Open een document op uw werkstation. 2. Klik op Bestand en dan op Afdrukken. 3. Selecteer het printerpictogram voor uw apparaat. 4. Klik op de toets Eigenschappen of Voorkeuren. 5.
8 Bestanden afdrukken Met de toepassing Bestanden afdrukken kunt u vooraf opgeslagen opdrachten zo vaak als nodig is selecteren en afdrukken. Opdrachten kunnen op het apparaat of op een USB-schijf worden opgeslagen.
8 Bestanden afdrukken Bestanden afdrukken 1 De toepassingen selecteren 1. Druk op de toets Homepage functies en selecteer Bestanden afdrukken om de toepassing Bestanden afdrukken weer te geven. 2. Selecteer de map of het bestand dat u wilt afdrukken. Als u een map hebt aangeraakt, wordt deze map geopend, zodat u de af te drukken bestanden kunt selecteren.
8 Bestanden afdrukken 3. Selecteer de opgeslagen opdrachttitel om het document aan de afdruklijst toe te voegen. Er verschijnt een pop-upmenu.: Toevoegen Opdracht aan afdruklijst toevoegen. Menu sluiten. Menu sluiten en terugkeren naar lijst met opgeslagen opdrachten. 4. Selecteer Toevoegen om de opdracht aan de afdruklijst toe te voegen. 5. Herhaal de bovenstaande stappen om meer opdrachten toe te voegen. 6. Selecteer Gereed als de gewenste opdrachten aan de afdruklijst zijn toegevoegd. 7.
8 Bestanden afdrukken Afdrukken vanaf USB 1 Plaats de USB-schijf. 1. Plaats de USB-stick in de USB-poort aan de voorkant van het apparaat. USB-poort 2. Selecteer de toets Afdrukken vanaf USB in het scherm USB-opties.
8 Bestanden afdrukken 3. Selecteer de map of het bestand dat u wilt afdrukken. Als u een map hebt aangeraakt, wordt deze map geopend, zodat u de af te drukken bestanden kunt selecteren. 4. Selecteer de opgeslagen opdrachttitel om het document aan de afdruklijst toe te voegen. Er verschijnt een pop-upmenu.: Toevoegen Opdracht aan afdruklijst toevoegen. Menu sluiten. Menu sluiten en terugkeren naar lijst met opgeslagen opdrachten. 5. Selecteer Toevoegen om de opdracht aan de afdruklijst toe te voegen.
8 Bestanden afdrukken 1 De opdracht(en) opslaan Druk op de toets Start. OPMERKING: Verwijder de USB-stick pas uit het apparaat nadat het afdrukken is voltooid. 2 Scherm Opdrachtstatus Wanneer u de voortgang van uw scanopdracht wilt volgen, drukt u op het bedieningspaneel op de toets Opdrachtstatus om het scherm Opdrachtstatus weer te geven. In het standaardscherm Opdrachtstatus worden alle onvoltooide opdrachten weergegeven.
8 Bestanden afdrukken 3 De opdracht stopzetten Volg de onderstaande stappen om een geactiveerde opdracht handmatig te annuleren. 1. Druk op de toets Stop van het bedieningspaneel om de huidige kopieeropdracht te annuleren. 2. Als u een opdracht in de wachtrij wilt annuleren, drukt u op het bedieningspaneel op de toets Opdrachtstatus om het scherm Actieve opdrachten weer te geven. 3. Selecteer de toepasselijke opdracht in de wachtrij om het scherm Status van uw opdracht weer te geven. 4.
8 Bestanden afdrukken 148 Handleiding voor de gebruiker van Xerox WorkCentre 4250/4260
9 Afdrukken De Xerox WorkCentre 4250S/4260S, 4250X/4260X en 4250XF/4260XF-printer maakt hoogwaardige afdrukken van elektronische documenten. U kunt de printer via uw pc starten door de juiste printerdriver te installeren. Een printerdriver converteert de code in het elektronische document naar instructies die de printer kan interpreteren.
9 Afdrukken Afdrukprocedure In dit gedeelte wordt de basisprocedure voor het afdrukken beschreven. OPMERKING: Als de verificatietoepassing is ingeschakeld, hebt u wellicht een account nodig voordat u het apparaat kunt gebruiken. Neem voor meer informatie of als u een account wilt verkrijgen, contact op met de systeembeheerder. U kunt documenten vanaf uw pc afdrukken met behulp van de meegeleverde printerdrivers.
9 Afdrukken 2. Klik op OK om uw selecties te bevestigen. 3. Klik op OK om het document af te drukken.
9 Afdrukken Afdrukken op papier met aangepaste formaten In dit gedeelte wordt de procedure voor het afdrukken op papier met aangepaste formaten beschreven. 1 Papier met aangepast formaat plaatsen 1. Plaats papier met aangepast formaat in uw apparaat. 2. Volg de aanwijzingen op het aanraakscherm om het papierformaat en de papiersoort te bevestigen. Selecteer Afdrukken vanaf uw pc. 1. Klik op Afdrukken in uw applicatie. 2.
9 Afdrukken OPMERKING: Zorg er altijd voor dat het relevante papier in uw apparaat is geplaatst. Voorbladen worden nog steeds op het standaard papierformaat afgedrukt, tenzij u deze optie uitschakelt. Uw document afdrukken 1. Klik op OK om uw selecties te bevestigen. 2. Klik op OK om het document af te drukken.
9 Afdrukken Printerdrivers Hier volgt een overzicht van de toepassingen die op de Windows-printerdriver beschikbaar zijn, andere printerdrivers zien er mogelijk anders uit. Raadpleeg de online-Help in de printerdriversoftware voor meer informatie over een specifieke toepassing. Besturingsopties Een aantal opties komt op alle printerdriverschermen voor: 154 Optie Beschrijving OK Hiermee slaat u alle nieuwe instellingen op en sluit u de driver of het dialoogvenster.
9 Afdrukken Papier/aflevering Wordt gebruikt om opties te selecteren zoals het opdrachttype en de papiervereisten. Welke toepassingen beschikbaar zijn, hangt af van de opties die op uw apparaat zijn ingeschakeld. Klik gewoon op het schuifblokje voor de optie of op het pictogram van de betreffende optie om de instelling ervan te wijzigen. Kies uit een van de volgende opdrachttypen: Wachtrij Beschrijving Normale afdruk De opdracht wordt direct afgedrukt en er is geen toegangscode nodig.
9 Afdrukken 156 Wachtrij Beschrijving Proefafdruk Er wordt één exemplaar van de opdracht als proefafdruk gemaakt. De resterende exemplaren van de opdracht blijven in de printer opgeslagen totdat u op het bedieningspaneel van de printer opdracht geeft ze af te drukken. Uitgestelde afdruk De opdracht wordt uitgevoerd op het tijdstip dat u aangeeft. Als u dit opdrachttype kiest, verschijnt het dialoogvenster Uitgestelde afdruk, zodat u kunt aangeven op welk tijdstip de opdracht moet worden uitgevoerd.
9 Afdrukken Opmaak/watermerk Wordt gebruikt om de opmaak van een document te wijzigen en watermerken toe te voegen. Er kunnen twee of meer documenten op één pagina worden afgedrukt van 2-op-1 tot 16-op-1. U kunt ook katernen maken. Gebruik de optie Watermerk om bijvoorbeeld de tekst CONCEPT of VERTROUWELIJK op elke pagina af te drukken. Met deze toepassing kunt u ook het formaat en de positie van het watermerk aanpassen.
9 Afdrukken Geavanceerd Klik op dit tabblad voor toegang tot de opties die compatibel zijn met Adobe® PostScript® 3TM en geavanceerde programmeertoepassingen voor uw afdrukopdracht. Gebruik de schuifblokjes om door de opties te bladeren. Wanneer u op een plusteken klikt, worden extra opties zichtbaar.
10 Papier en ander afdrukmateriaal In dit hoofdstuk komt u meer te weten over de verschillende soorten papier en papierformaten die op het apparaat kunnen worden gebruikt, de papierladen die beschikbaar zijn en de soorten en formaten van het papier dat in elke lade kan worden geplaatst.
10 Papier en ander afdrukmateriaal De apparaten in de Xerox WorkCentre 4250- en 4260-serie bevatten standaard een papierlade en een handmatige invoer. Afhankelijk van het model kunt u tevens een tweede papierlade en een grote papierlade als standaard aanschaffen.
10 Papier en ander afdrukmateriaal Papier plaatsen Papier gereed maken voor plaatsing Waaier de randen van de stapel papier goed uit voor u het papier in de lade plaatst. Hierdoor worden vellen die aan elkaar plakken losgeschud en wordt de kans op papierstoringen verkleind. OPMERKING: Wanneer u papier- en invoerstoringen wilt voorkomen, dient u het papier pas uit de verpakking te verwijderen wanneer u het gaat gebruiken.
10 Papier en ander afdrukmateriaal Er kunnen maximaal 520 vellen bankpostpapier van 80 g/m² in de papierladen worden geplaatst. 3. Waaier het papier goed uit en plaats het in de lade. Als u briefhoofdpapier plaatst, dient u ervoor te zorgen dat het ontwerp naar boven is gericht en dat de bovenrand van het vel aan de rechterkant is geplaatst. Zijgeleider VOORZICHTIG: Zorg dat de stapel niet boven de maximum vullijn uitsteekt. 4.
10 Wanneer u vanaf de pc afdrukt, moet u de toets Papier selecteren selecteren om het juiste papierformaat, de juiste papierkleur en -soort te specificeren. Wanneer u de papiergegevens niet bevestigt, kunnen er vertragingen bij het afdrukken optreden. Papier en ander afdrukmateriaal 6. Op het scherm van de gebruikersinterface zijn aan de rechterzijde de huidige instellingen van de papiertoevoer voor lade 1 te zien. Druk op de toets Formaat, Type en/of Kleur om de instellingen zo nodig te wijzigen.
10 Papier en ander afdrukmateriaal 3. Plaats het afdrukmateriaal met de afdrukzijde naar boven gericht en tegen de rechterrand van de lade. OPMERKING: Houd transparanten bij de randen vast en raak de te bedrukken zijde niet aan. Handmatige invoer 4. Pas de papiergeleider aan de breedte van de stapel afdrukmateriaal aan. Controleer of u niet te veel afdrukmateriaal hebt geplaatst. Deze stapel mag niet boven de maximum vullijn uitsteken. Papiergeleider Maximum vullijn 5.
10 Papier en ander afdrukmateriaal Envelopmode 1. Laat de handmatige invoer (aan de rechterkant van het product) zakken. Klap vervolgens het uitbreidingsstuk voor de ondersteuning van het papier uit. Verwijder de krulling van enveloppen voordat u ze in de handmatige invoer plaatst. 2. Maak een stapel enveloppen gereed voor plaatsing door ze naar voren en achteren te buigen en ze uit te waaieren. Maak er vervolgens op een plat oppervlak een rechte stapel van. 3.
10 Papier en ander afdrukmateriaal Als de instellingen juist zijn, selecteert u de toets Bevestigen. Zie Het papierformaat instellen in het hoofdstuk Papier en ander afdrukmateriaal op pagina 167.
10 Papier en ander afdrukmateriaal Het papierformaat instellen Elke keer dat u een papierlade opent en sluit, vraagt het apparaat u het te gebruiken papier te identificeren. OPMERKING: Het scherm met de gegevens over de papierlade voor elke lade kan met behulp van de instellingen in Hulpprogramma's worden uitgeschakeld. Elke lade is standaard geconfigureerd voor het weergeven van het scherm met informatie over papierladen.
10 Papier en ander afdrukmateriaal Specificaties van afdrukmateriaal Richtlijnen voor afdrukmateriaal Wanneer u papier, enveloppen of andere speciaal afdrukmateriaal selecteert of plaatst, dient u de volgende richtlijnen op te volgen: • Het afdrukken op vochtig, gekruld, gekreukt of gescheurd papier, kan papierstoringen en een slechte afdrukkwaliteit veroorzaken. • Gebruik alleen kopieerpapier van een hoge kwaliteit.
10 Papier en ander afdrukmateriaal • Zorg bij het plaatsen van papier dat de stapel niet boven de maximale vullijn uitsteekt. • Controleer of de kleefstof van de etiketten gedurende 0,1 seconde een fusertemperatuur van 200 oC (392 oF) kan verdragen. • Zorg ervoor dat er geen kleefstof tussen de etiketten zit. VOORZICHTIG: Blootgestelde gebieden kunnen ervoor zorgen dat etiketten tijdens het afdrukken losraken, waardoor er papierstoringen kunnen optreden.
10 170 Papier en ander afdrukmateriaal Handleiding voor de gebruiker van Xerox WorkCentre 4250/4260
11 Instellingen In dit hoofdstuk worden enkele van de voornaamste instellingen beschreven die u naar wens kunt aanpassen. Het hoofdstuk is met name bedoeld voor de systeembeheerder van het apparaat. Het wijzigen van deze instellingen is gemakkelijk, en u kunt er tijdens het werken met het apparaat veel tijd mee besparen.
11 Instellingen Hulpprogramma's starten Alle toepassingen voor het instellen van het apparaat bevinden zich in het menu Hulpprogramma's dat via de toets Aan-/afmelden en Apparaatstatus op het bedieningspaneel kan worden geopend. 1. Druk op het bedieningspaneel op de toets Aan-/afmelden. 2. Gebruik de cijfertoetsen om de standaardtoegangscode in te voeren: 1111. Selecteer Invoeren in het aanraakscherm. 3. Druk op de toets Apparaatstatus. 4. Selecteer het tabblad Hulpprogramma's.
11 Instellingen Overzicht menu Hulpprogramma's Enkele van of alle volgende opties kunnen afhankelijk van de apparaatinstellingen op het scherm van de mode Hulpprogramma's worden opgeroepen: Toepassing Toepassingsopties Submenu met toepassingsopties Apparaatinstellingen Algemeen Energiespaarstand Datum en tijd instellen Tijdzone Standaardtaal Xerox Welcome Centre Systeembeheerderrapporten Hoogtebijstelling Conflictbeheer Tests en resets Testpatronen afdrukkwaliteit Test gebruikersinterfacetoets Test
11 Instellingen Toepassing Toepassingsopties Submenu met toepassingsopties Opdrachtvellen Voorbladen Foutpagina's Scanstatuspagina's Papierkeuze Standaardwaarden toepassingen Standaardwaarden fax (OPMERKING: alleen beschikbaar als Interne fax is ingeschakeld) Standaardw. kopiëren Functie-activeringen E-mail Netwerkscannen Netwerkaccountadministratie Op verzoek overschrijven van harde schijf Interne fax Serverfax USB-poortFaxinstellingen Kopieerinstellingen Voorinstell.
11 Instellingen Lokalisatie Voordat u het apparaat in gebruik neemt, worden tijdens de installatie van het apparaat de onderstaande lokalisatie-instellingen opgegeven. Wanneer uw vereisten veranderen, dient u deze instellingen misschien opnieuw in te stellen of aan te passen. Datum en tijd instellen Voor bepaalde toepassingen en functies van het apparaat is het vereist dat de datum en tijd bekend zijn, bijvoorbeeld voor de koptekst van een fax en voor het configuratieblad.
11 Instellingen Tijdzone Selecteer de gewenste tijdzone met behulp van de schuifblokjes omhoog/omlaag die zich aan de linkerkant bevinden, en selecteer wanneer u klaar bent Opslaan. U kunt in de Beknopte gebruikshandleiding informatie over de instelling van de tijdzone vinden. Hulpprogramma's > Apparaatinstellingen > Algemeen > Tijdzone Afmetingen instellen Voor de afmetingen die op het aanraakscherm worden gebruikt, kunt u kiezen uit inches of millimeters.
11 Instellingen Standaard papierformaat instellen Met de instellingen voor Standaard papierformaat kunt u het standaard papierformaat programmeren. Stel het standaard formaat in op 8,5 x 11 inch (Letter- en Legal-formaat) of A4 (297 x 210 mm).
11 Instellingen Hoogtebijstelling Het xerografische proces waarmee in het apparaat afdrukken worden gemaakt, wordt door de luchtdruk beïnvloed. De luchtdruk is mede afhankelijk van de hoogte van de locatie van het apparaat boven zeeniveau. Het apparaat kan verschillen in luchtdruk automatisch compenseren als u deze toepassing inschakelt. Hulpprogramma's > Apparaatinstellingen > Algemeen > Hoogtebijstelling Stelt u de hoogte in, dan kunt u de efficiëntie en prestaties van het apparaat optimaliseren.
11 Instellingen Fax-instellingen Met de Faxinstellingen kunt u de faxinstellingen aanpassen. Hulpprogramma's > Gebruikersinterface > Faxinstellingen Standaardwaarden faxverzending Met de standaardwaarden voor verzending kunt u de faxverzendingsinstellingen aanpassen. Hulpprogramma's > Gebruikersinterface > Faxinstellingen > Standaardwaarden verzending OPMERKING: De volgende toepassingen zijn alleen beschikbaar als Interne fax is ingeschakeld.
11 Instellingen Groepsverzending Met de toepassing Groepsverzending kunt u in één keer faxopdrachten tegelijk naar dezelfde bestemmingsfax verzenden. Dit beperkt de verbindingstijd en leidt tot lagere telefoonkosten. Selecteer Aan om deze toepassing in te schakelen. Selecteer Uit om de toepassing uit te schakelen. Als deze toepassing is ingeschakeld, ontvangt u een pop-up tijdens het faxen van een document waarin u wordt gevraagd te bevestigen of u de fax onmiddellijk wilt versturen.
11 Autom. verkleinen Instellingen Wanneer u een fax ontvangt die langer is dan het geselecteerde papier, kan het apparaat het document automatisch verkleinen om het op het papier te passen. Wilt u dit doen, dan moet de toepassing Autom. verkleinen zijn ingeschakeld. Selecteer desgewenst AAN of UIT. Als Autom.
11 Instellingen Wanneer er een fax wordt ontvangen, wordt u gevraagd een toegangscode van vier cijfers in te voeren (de standaardinstelling is 1111). Deze code kan vervolgens door de gebruiker worden gebruikt om binnen gekomen faxen uit de wachtrij vrij te geven. Junk-faxpreventie Met dit hulpprogramma kan de apparaatbeheerder het ontvangen van ongewenste faxen (junk-faxen) voorkomen. De standaardinstelling voor Junk-faxpreventie is UIT, zodat de inkomende faxen niet worden gefilterd.
11 Beveiligd pollen Instellingen Het apparaat kan worden geprogrammeerd om documenten bij afwezigheid van de gebruiker te verzenden wanneer het wordt gepold. Wanneer deze optie is ingeschakeld, is er een toegangscode voor pollen vereist om toegang te verkrijgen tot documenten die voor Beveiligd pollen zijn opgeslagen. U kunt toegangscodes aan de lijst Toegangscodes voor pollen toevoegen, eruit verwijderen of erin opslaan.
11 Instellingen • Rondzendrapport: Hierin wordt gerapporteerd of een fax al dan niet naar twee of meer bestemmingen is verzonden. Dit rapport kan worden afgedrukt na elke verzending of alleen wanneer een verzendingsfout optreedt. • Multipolrapport: Hierin wordt gerapporteerd of een fax al dan niet naar twee of meer bestemmingen is gepold. Dit rapport kan worden afgedrukt na elke verzending of alleen wanneer een verzendingsfout optreedt.
11 Instellingen De papierladen instellen Papierinstellingen Standaardpapier Met de instellingen voor Standaardpapier kunt u een standaardtype en -kleur papier instellen. Normaal gesproken is dit de meest gebruikte papiersoort voor dit apparaat, en de papiersoort die wordt gebruikt wanneer er geen ander specifieke papiersoort is geselecteerd.
11 Instellingen Instellingen lade Auto lade Wanneer de toets Aan is geselecteerd, selecteert de toepassing Auto lade automatisch de papierlade met het papierformaat dat het meest overeenkomt met het papierformaat van het origineel. Dit kan op het scherm Kopiëren - basis worden onderdrukt door de gewenste lade handmatig te selecteren. Wanneer de toets Uit is geselecteerd, wordt de toets Auto lade op het scherm Kopiëren uitgeschakeld. De ladeselectie is standaard op lade 1 ingesteld.
11 Instellingen Voorinstellingen apparaat Voorinstellingen Kopiëren - Basis Met deze toepassing kunnen de 2 standaardpercentages voor verkleinen of vergroten worden gedefinieerd die worden weergegeven in het deelvenster Verkleinen/vergroten van het scherm Kopiëren (zie het onderwerp Voorinstellingen verkleinen/vergroten).
11 Instellingen Hulpprogramma's > Gebruikersinterface > Kopieerinstellingen > Voorinstellingen verkleinen/vergroten 188 Handleiding voor de gebruiker van Xerox WorkCentre 4250/4260
11 Instellingen Standaardinstellingen wijzigen Wijzigt u de standaardinstellingen van de gebruiker, zodat deze met de behoeften van de gebruikers in overeenstemming zijn, dan kan het apparaat gebruiksvriendelijker worden gemaakt en kunnen de effectiviteit en productiviteit worden verhoogd. Duur energiespaarstand instellen Met dit hulpprogramma kan de systeembeheerder de standaardtijd van 30 minuten wijzigen, die verstrijkt tussen de stand standby en de energiespaarstand.
11 Instellingen Standaardtoepassing en prioriteit Gebruik deze toepassing om de prioriteit van de toepassingen Kopiëren, ID-kaart kopiëren, Netwerkscannen, Faxen en E-mail te wijzigen. De functie met de hoogste prioriteit wordt als standaardfunctie op het apparaat weergegeven. Alle andere functies kunnen via de toets Homepage functies worden opgeroepen.
11 Instellingen Software Software-reset Met dit hulpprogramma kan de software van het apparaat opnieuw worden ingesteld zonder dat het apparaat hoeft te worden uit- en weer aangezet. Hulpprogramma's > Apparaatinstellingen > Tests en resets > Software-reset Met deze functie kunt u de software van het systeem opnieuw instellen. Selecteer de toets Systeemsoftware resetten.
11 Instellingen Standaardinstellingen voor de door klant vervangbare eenheden Door de klant vervangbare eenheden zijn modules in het apparaat die u wanneer nodig zelf kunt vervangen. Het apparaat controleert het aantal gemaakte kopieën voor onderhoudsdoeleinden. Met deze informatie kunt u de productiviteit van het apparaat en de afdrukkwaliteit beter handhaven. Wanneer een module bijna aan vervanging toe is, wordt er een bericht weergegeven waarin u wordt geadviseerd een nieuwe module te bestellen.
11 Instellingen Als u de tonercassette vervangt wanneer u daartoe instructies krijgt via het bericht op het scherm, neemt het apparaat aan dat u een nieuwe tonercassette hebt geplaatst en worden de tonerverbruikstellers op nul gezet. Als u echter een nieuwe tonercassette plaatst voordat het bericht wordt weergegeven, dient u de tonerverbruikstellers handmatig op nul in te stellen door de toets Bevestigen dat nieuwe tonercassette is geïnstalleerd te selecteren.
11 Instellingen Accountadministratie Met Accountadministratie kan de systeembeheerder het gebruik van het apparaat bijhouden en toegang tot de toepassingen regelen.
11 Instellingen OPMERKING: De toepassing Netwerkaccountadministratie kan niet worden gecombineerd met enige andere accountadministratietoepassing. Als Netwerkaccountadministratie op het apparaat wordt gebruikt, kunt u XSA of Extern interfaceapparaat niet inschakelen of gebruiken.
11 Instellingen De XSA-toepassing kan niet worden gecombineerd met enige andere accountadministratietoepassing. Als XSA op het apparaat is ingeschakeld, kunt u Extern interfaceapparaat of Netwerkaccountadministratie niet inschakelen. Lees de System Administrator Guide (handleiding voor de systeembeheerder) of neem contact op met uw systeembeheerder voor meer informatie over deze toepassing.
11 Instellingen Beveiligingsinstellingen Hulpprogramma's > Beveiligingsinstellingen Verificatie Bewerkingsrechten opdracht Schakel met behulp van deze toepassing de Bewerkingsrechten opdracht voor Alle gebruikers of Alleen systeembeheerders in. U stelt hiermee de bevoegdheid voor algemene gebruikers of systeembeheerders in om opdrachten uit de afdrukwachtrij op het apparaat te verwijderen.
11 Instellingen Op verzoek overschrijven van harde schijf Op verzoek overschrijven van harde schijf is een beveiligingsmaatregel voor klanten die zich zorgen maken over de mogelijkheid dat geheime of persoonlijke documenten onrechtmatig worden opgeroepen en gekopieerd. Met de toepassing Op verzoek overschrijven van harde schijf kan de systeembeheerder op verzoek alle overgebleven beeldgegevens uit het geheugen van het apparaat verwijderen.
11 Instellingen Apparaattests Als u storingen op het apparaat dient te rapporteren, kan het ondersteuningsteam van het Xerox Welcome Centre u wellicht door de stappen in de volgende apparaattests leiden om de prestaties van het apparaat en het scherm van de gebruikersinterface te controleren. Testpatronen afdrukkwaliteit Gebruik de schuifblokjes om een van de 19 beschikbare testpatronen te selecteren. Selecteer de toets Toepassing om 1-zijdige of 2-zijdige afdrukken van de beschikbare laden te testen.
11 Instellingen Test aanraakgebied Met de test voor het aanraakgebied wordt gecontroleerd of alle aanraakgebieden van het scherm goed reageren. 1. Selecteer Start test om de test te starten. Raak vervolgens het scherm aan. Als het scherm goed werkt, schakelt het te selecteren gebied telkens als het gebied wordt aangeraakt tussen wit en zwart. 2. Druk op het toetsenblok op 1 om aan te geven dat de test goed is verlopen. Druk op het toetsenblok op 2 om aan te geven dat de test niet goed is verlopen.
11 Instellingen 3. Selecteer de toets Succesvol als alle LED's op het bedieningspaneel goed werken. Selecteer de toets Mislukt als een van de LED's op het bedieningspaneel niet goed werkt. Videogeheugentest Tijdens de Videogeheugentest wordt gecontroleerd of het geheugen dat de videocontroller gebruikt, goed functioneert. 1. Selecteer Start test om de test te starten. Er verschijnt een bericht dat aangeeft of de test wel of niet is geslaagd.
11 Instellingen Telefoonnummers voor het Xerox Welcome Centre en verbruiksartikelen De telefoonnummers voor het Xerox Welcome Centre en verbruiksartikelen kunnen worden ingesteld om de gebruiker toegang te verlenen tot nummers en gegevens die van belang zijn om het apparaat zonder oponthoud te laten functioneren.
11 Instellingen Optionele functies U kunt afhankelijk van uw apparaatconfiguratie wellicht toegang tot de volgende diensten hebben. Met dit hulpprogramma kunt u opties, indien geïnstalleerd, op elk moment in- of uitschakelen. In de meeste gevallen hoeft u het apparaat niet opnieuw te starten. Hulpprogramma's > Gebruikersinterface > Functie-activeringen Netwerkscannen Zie Netwerkscannen op pagina 98 voor meer informatie over netwerkscannen.
11 Instellingen Zie het hoofdstuk Bestanden afdrukken voor informatie over het afdrukken van gescande documenten vanaf een USB-stick. Op verzoek overschrijven van harde schijf Zie Op verzoek overschrijven van harde schijf op pagina 198 voor informatie over de toepassing Op verzoek overschrijven van harde schijf.
12 Onderhoud U bereikt optimale prestaties met het apparaat door routineonderhoud uit te voeren. Er worden in dit hoofdstuk instructies gegeven voor alle vereiste onderhoudstaken.
12 Onderhoud Verbruiksartikelen Verbruiksartikelen zijn items op het apparaat die moeten worden aangevuld of vervangen, zoals papier, nietjes en door de klant te vervangen eenheden. Als u Xerox-verbruiksartikelen wilt bestellen, neem dan contact op met de plaatselijke Xerox-vertegenwoordiger. Zorg ervoor dat u de volgende informatie bij de hand hebt: naam van uw bedrijf, productnummer en serienummer van het apparaat.
12 Onderhoud bestellen en wanneer u deze dient te plaatsen. Zie Bestelbericht tonercassette op pagina 192 voor meer informatie over het instellen van het waarschuwingsbericht. Als deze toepassing is ingeschakeld, wordt er een bericht op het scherm weergegeven waarin u wordt geadviseerd de tonercassette te vervangen. Als u de tonercassette nu wilt vervangen, opent u de voorklep. De instructies op het scherm geven aan hoe u een nieuwe cassette dient te plaatsen.
12 Onderhoud 9. Sluit de zijklep. 10. Selecteer de toets Bevestigen op het scherm van het apparaat. Als de voorklep na het plaatsen van een nieuwe tonercassette niet kan worden gesloten, controleert u of de tonercassette correct is geplaatst en vergrendeld. Wanneer er een nieuwe tonercassette is geplaatst, worden de tonerverbruiksteller en het bericht automatisch door het apparaat op nul gezet.
12 Onderhoud Nietcassette Hier ziet u hoe u een gebruikte nietcassette kunt verwijderen en door een nieuwe nietcassette kunt vervangen. 1. Open de klep van de nietcassette aan de voorkant van het apparaat. 2. Trek aan de hendel om de lege nietcassette te verwijderen. Klep nietcassette 3. Haal de gebruikte nietcassette uit de houder. 4. Gooi de gebruikte nietcassette weg. 5. Haal de nieuwe nietcassette uit de doos. 6. Zorg ervoor dat de nietstrips op de bovenkant van de stapel compleet en vlak zijn.
12 Onderhoud Apparaat reinigen WAARSCHUWING: NOOIT organische of sterke chemische oplosmiddelen of reinigingsmiddelen in een spuitbus voor het reinigen van het apparaat gebruiken. NOOIT vloeistof direct op een oppervlak gieten. Verbruiksartikelen en reinigingsmiddelen uitsluitend gebruiken op de in deze documentatie beschreven wijze. Alle reinigingsmaterialen buiten het bereik van kinderen houden. WAARSCHUWING: NOOIT schoonmaakmiddelen in spuitbussen onder druk op of in dit apparaat gebruiken.
12 Onderhoud Het bedieningspaneel en het aanraakscherm Reinig het aanraakscherm en het bedieningspaneel regelmatig om deze vrij te houden van stof en vuil. Wanneer u vingerafdrukken en vegen wilt verwijderen, reinigt u het aanraakscherm en het bedieningspaneel als volgt: 1. Gebruik een zachte, niet-pluizende doek, licht bevochtigd met water. 2. Veeg het hele gebied schoon, inclusief het aanraakscherm. 3. Veeg eventuele resten weg met een schone doek of papieren doekje.
12 212 Onderhoud Handleiding voor de gebruiker van Xerox WorkCentre 4250/4260
13 Specificaties Dit hoofdstuk bevat de specificaties voor het apparaat. Gebruik de specificaties hieronder om uzelf vertrouwd te maken met de mogelijkheden van het apparaat. Het apparaat voldoet aan strenge specificaties en eisen voor goedkeuring en certificatie. Deze specificaties zijn opgesteld om de veiligheid van gebruikers te waarborgen en om ervoor te zorgen dat het apparaat volledig functioneel is.
13 Specificaties Apparaatspecificaties Apparaatconfiguraties Specificatie WorkCentre 4250-series Specificatie WorkCentre 4260-serie Hardwareconfiguratie Processor DAOD of klep van de glasplaat Papierladen 1-2 en handmatige invoer Processor DAOD of klep van de glasplaat Papierladen 1-2 en handmatige invoer Afmetingen van het apparaat Afmetingen onderstel: breedte 472 x diepte 478 x hoogte 543 mm Afmetingen onderstel: breedte 472 x diepte 478 x hoogte 543 mm Gewicht van het apparaat Ongeveer 19 kg.
13 Specificaties Grote papierlade Toepassing Specificatie Invoercapaciteit 2100 vellen bankpostpapier van 80 g/m² Papiergewichten 60 tot 145 g/m² Papierformaten 8,5 x 11 inch, 8,5 x 14 inch, Officio, 8,5 x 13 inch, A4, ISO B5, JIS B5, 8,5 x 5,5 inch, 7,25 x 10,5 inch, A5 Toepassing Specificatie Invoercapaciteit 100 vellen bankpostpapier van 80 g/m² per lade 20 transparanten 10 enveloppen Papiergewichten 60 tot 163 g/m² Papierformaten Lengte minimaal 148, maximaal 356 mm Breedte minimaal 98,
13 Specificaties Afleveringsmodules Opvangbak Toepassing Specificatie Invoercapaciteit 500 vellen bankpostpapier van 80 g/m² Toepassing Specificatie Nietjes 1500 nietjes per cassette, maximaal 50 vellen, 1 nietpositie Afwerking 216 Handleiding voor de gebruiker van Xerox WorkCentre 4250/4260
13 Specificaties Elektrische specificaties Toepassing Specificatie WorkCentre 4250-series Specificatie WorkCentre 4260-serie Frequentie 50/60 Hz 50/60 Hz Spanning 110 - 127 V en 220 - 240 V (wisselstroom) 110 - 127 V en 220 - 240 V (wisselstroom) Gemiddelde stroomverbruik Energiespaarstand: 20 watt Stand-by: 120 watt 1-zijdig afdrukken: 785 watt 2-zijdig afdrukken: 785 watt Energiespaarstand: 20 watt Stand-by: 120 watt 1-zijdig afdrukken: 800 watt 2-zijdig afdrukken: 800 watt Handleiding voor
13 Specificaties Toepassingsspecificaties Faxen Toepassing Specificatie Snelheid faxverzending 33,6 Kbps Type telefoonlijn Standaard analoge openbaar geschakelde telefoonlijn of gelijkwaardig Communicatiemode Super G3, IYU G3 Maximale resolutiecapaciteit 406 x 392 dpi Standaard faxgeheugen Opgeslagen op HDD = 80G Effectieve scanbreedte 208 mm Maximale afdrukbreedte 216 mm Goedkeuringen aansluiting EU/EER: gecertificeerd voor TBR21 VS: goedgekeurd voor FCC Pt 68 Canada: goedgekeurd voor DO
13 Specificaties Scannen Toepassing Specificatie Max.
13 220 Specificaties Handleiding voor de gebruiker van Xerox WorkCentre 4250/4260
14 Problemen oplossen De kwaliteit van de afdrukken en kopieën kan door verschillende factoren worden beïnvloed. Volg voor optimale resultaten de onderstaande richtlijnen op: • Plaats het apparaat nooit in direct zonlicht of in de buurt van een warmtebron zoals een radiator. • Voorkom abrupte veranderingen in de omgeving van het apparaat.
14 Problemen oplossen Storingen verhelpen Wanneer er een papierstoring optreedt, biedt het scherm instructies om de storing te verhelpen. Volg de instructies op het scherm om de storing te verhelpen. OPMERKING: Afdrukken die voor het verhelpen van de storing zijn verwijderd, worden automatisch opnieuw gemaakt zodra de papierstoring is verholpen. Papierstoringen De plaats van de papierstoring wordt op het scherm met de storingsinformatie aangegeven.
14 Problemen oplossen Papierstoringen in AOD-gebied 1. Til de hendel van de AOD op om het deksel van de AOD te openen. Hendel van de AOD Interne AOD-klep 2. Optillen om de interne AOD-klep te openen. 3. Verwijder eventueel vastgelopen papier. 4. Sluit de deksels van de AOD. 5. Leg de documenten weer in dezelfde volgorde als bij het begin van de opdracht en plaats ze vervolgens opnieuw. De documenten worden automatisch weer door de AOD gevoerd om te worden afgedrukt.
14 Problemen oplossen Papierstoringen in het zijklepgebied 1. Open de zijklep van het apparaat en verwijder papier dat eventueel in het gebied is vastgelopen. Papierstoringsgebied Fusergebied WAARSCHUWING: De metalen oppervlakken in het fusergebied zijn heet. Wees voorzichtig bij het verwijderen van papierstoringen uit dit gebied en vermijd het aanraken van metalen oppervlakken. 2. Sluit de achterklep. Papierstoringen in afwerkeenheidsgebied 1. Open het deksel van de afwerkeenheid. 2.
14 Problemen oplossen 4. Plaats de afwerkeenheid weer op zijn oorspronkelijke plek en sluit de deur van de afwerkeenheid. OPMERKING: Als u er niet in slaagt de storing te verhelpen, neemt u voor hulp contact op met het Xerox Welcome Centre (Zie Telefoonnummers voor het Xerox Welcome Centre en verbruiksartikelen in het hoofdstuk Instellingen op pagina 202).
14 Problemen oplossen Fout- en storingscodes Als er een storing in het apparaat optreedt of als het apparaat onjuist wordt gebruikt, wordt er een bericht op het scherm van de gebruikersinterface weergegeven waarin de aard van de fout wordt aangegeven. Volg de instructies op het scherm om de fout te verhelpen. Als de storing zich blijft voordoen, zet u het apparaat uit en weer aan. Als het probleem zich blijft voordoen, belt u het Xerox Welcome Centre.
14 Aflevering DAOD Problemen oplossen Fouten en storingen Beschrijving Oplossing Tonercassette niet geplaatst De tonercassette is niet geplaatst of is niet goed geplaatst. Plaats de tonercassette. Als deze al is geïnstalleerd, controleert u of deze goed is geplaatst. Als het probleem zich blijft voordoen, belt u het Xerox Welcome Centre. Fout bij aanvoer toner Toner wordt niet goed aangevoerd. Controleer of de tonercassette goed is geïnstalleerd.
14 228 Problemen oplossen Handleiding voor de gebruiker van Xerox WorkCentre 4250/4260
Index Audio lijnmonitor, Fax-instellingen 179 Auto-centreren, Beeldverschuiving 54 Autom.
Index Katern maken 56 Kiesopties F Faxspecificaties Beeldcompressie 219 Goedkeuringen aansluiting Overdrachtsnelheid 218 Resolutiecapaciteit 218 Type telefoonlijn 218 Handmatig kiezen 73, 86 Kiestekens 74, 86 Kiezen via toetsen 73, 86 Opnieuw kiezen 74 Snelkiezen 74 218 Foutcorrectiemode, Instellen 184 Foutcorrectiemode, Instellingen Faxontvangst 184 Kleurenmode, Faxen 78 Kleurenscannen, E-mail 118 Kopiëren Verkleinen/vergroten G Gaatjes wissen, Randen wissen 55 Gemengde origineelformaten, Origineelf
Index R T Reinigen Bedieningspaneel/aanraakscherm DAOD en opvangbak 211 Glasplaat 210 211 Resolutie, E-mail 121 Resolutie, Faxen 77, 88 Tekst verzendkopregel 180 Telefoonnummers voor Xerox Welcome Centre en verbruiksartikelen 202 Tonercassette 206 Tot rand scannen, E-mail 123 U S Scheidingsvellen transparanten 58 Serverfax 63 SMart-afdrukmodule 208 Snelkiezen, Fax-instellingen 179 Software Resets 191 Specificaties van afdrukmateriaal 168 Standaard afleveringsopties, Instellingen Faxontvangst 181 S
Index 232 Handleiding voor de gebruiker van Xerox WorkCentre 4250/4260