Operation Manual
9 Instellingen
Xerox WorkCentre 4150 Handleiding voor de gebruiker 137
Koptekst
ontvangen
Selecteer Inschakelen om een tijdaanduiding, paginanummer en het nummer
voor het verzendende faxapparaat bovenaan alle ontvangen faxopdrachten af
te laten drukken.
Opvangbak voor
ontvangen faxen
Selecteer lade 1, lade 2 of de handmatige invoer voor inkomende faxen.
Standaard
afleveringsopties
Afhankelijk van het geïnstalleerde uitvoerapparaat kunt u inkomende faxen
nieten, perforeren of 2-zijdig afdrukken. Dit hulpprogramma wordt gebruikt
om
de afwerkopties voor de inkomende faxen in te stellen.
Wanneer u de gewenste afwerking wilt instellen, selecteert u de toets Geniet
of de toets 2-zijdig en vervolgens selecteert u de toets AAN. Beide opties
kunnen desgewenst worden ingeschakeld.
Met de optie Nieten kunt u een enkel nietje in de linkerbovenhoek van faxen
aanbrengen. Als de faxopdracht uit 1 vel of meer dan 50 vellen bestaat,
worden de vellen niet geniet. Wanneer de optie 2-zijdig is ingeschakeld,
wordt
er in de richting kop/kop afgedrukt (als een boek).
E-mailen/fax
doorsturen
Met deze toepassing kunnen inkomende en uitgaande faxen automatisch
naar een andere ontvanger worden doorgestuurd, zowel per fax als e-mail.
Naar e-mailadres doorsturen
Selecteer Alle faxen doorsturen, Verzonden faxen doorsturen of
Ontvangen faxen doorsturen.
Selecteer Afleveringsformaat PDF of Afleveringsformaat TIFF.
Voer e-mailadressen voor doorsturen en de instellingen voor Opslaan in.
Naar fax doorsturen
Selecteer Alle faxen doorsturen, Verzonden faxen doorsturen of
Ontvangen faxen doorsturen.
Voer het faxnummer voor doorsturen en de instellingen voor Opslaan in.
Beveiligde
ontvangst
Voor een betere beveiliging van inkomende faxen kan de apparaatbeheerder
met behulp van deze toepassing regelen wanneer en hoe de faxen worden
afgedrukt.
Als u een fax bij ontvangst wilt laten afdrukken, moet u de toepassing
Beveiligde ontvangst uitschakelen. U selecteert de toets AAN als u de
inkomende fax wilt vasthouden totdat een toegangscode is ingevoerd.
De
instellingen van Afdrukken met toegangscode kan via de cijfertoetsen
worden gewijzigd. Raak Opslaan aan om de wijzigingen te bevestigen.
Wanneer er een fax wordt ontvangen, wordt u gevraagd een toegangscode
van vier cijfers in te voeren (de standaardinstelling is 1111). Deze code kan
vervolgens door de gebruiker worden gebruikt om binnen gekomen faxen
uit
de wachtrij vrij te geven.