Xerox WorkCentre 4150 Handleiding voor de gebruiker Versie 5.0 24.03.
Vertaald door: Xerox GKLS European Operations Bessemer Road Welwyn Garden City Hertfordshire AL7 1BU Verenigd Koninkrijk ©2006 by Xerox Corporation. Alle rechten voorbehouden. De auteursrechtelijke bescherming waarop aanspraak wordt gemaakt, omvat alle vormen en zaken van auteursrechtelijk beschermd materiaal en informatie die thans of in de toekomst van rechtswege is toegestaan.
Inhoudsopgave 1 Welkom ................................................................................................. 1 Inleiding. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2 Over deze handleiding . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3 Gerelateerde informatiebronnen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Inhoudsopgave Opmaak/watermerk . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 113 Geavanceerd . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 114 8 Papier en ander afdrukmateriaal.....................................................115 Papier plaatsen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 117 Het papierformaat instellen . .
1 Welkom Hartelijk dank voor de aanschaf van de Xerox WorkCentre 4150. Dit product is ontworpen met het oog op optimale gebruiksvriendelijkheid. Neem toch even de tijd om deze Handleiding voor de gebruiker te lezen, zodat u vertrouwd raakt met alle mogelijkheden van het apparaat. De Handleiding voor de gebruiker biedt een overzicht van de toepassingen en opties die mogelijk op het apparaat beschikbaar zijn.
1 Welkom Inleiding De Xerox WorkCentre 4150 is een digitaal apparaat waarmee u kunt kopiëren, afdrukken, faxen en naar e-mail kunt scannen. Welke toepassingen en functies op het apparaat beschikbaar zijn, is afhankelijk van het aangeschafte model: Xerox WorkCentre 4150 Dit model is een digitaal kopieerapparaat, waarmee 45 pagina's per minuut kunnen worden gekopieerd. Het is standaard voorzien van een AOD, papierlade en een handmatige invoer en biedt daarnaast de mogelijkheid voor 2-zijdig kopiëren.
1 Welkom Over deze handleiding In deze Handleiding voor de gebruiker worden sommige termen door elkaar gebruikt voor hetzelfde begrip: • Papier is een synoniem voor afdrukmateriaal. • Document is een synoniem voor origineel. • Xerox WorkCentre 4150, 4150s, 4150x of 4150xf is een synoniem voor het apparaat. In de volgende tabel vindt u meer informatie over de conventies die in deze handleiding worden gebruikt.
1 Welkom De meeste optieschermen hebben drie toetsen voor de bevestiging of annulering van uw keuzen. • Met de toets Ongedaan maken worden in het huidige scherm de standaardwaarden hersteld die zichtbaar waren toen het scherm werd geopend. • Met de toets Annuleren wordt het scherm in de oorspronkelijke staat hersteld en keert u terug naar het vorige scherm. • Met de toets Opslaan worden de selecties opgeslagen en keert u terug naar het vorige scherm.
1 Welkom Gerelateerde informatiebronnen Informatie over deze productlijn vindt u: 1. In deze Handleiding voor de gebruiker 2. In de Handleiding Aan de slag 3. In de Beknopte installatiehandleiding 4. Op de CD voor de systeembeheerder 5. Op de Xerox-website http://www.xerox.
1 Welkom Klantenondersteuning Als u tijdens of na de installatie van het product hulp nodig hebt, kunt u de Xerox-website bezoeken voor on line oplossingen en ondersteuning: http://www.xerox.com Mocht u daarna nog vragen hebben, neem dan telefonisch contact op met onze deskundige medewerkers van het Xerox Welcome Centre of met een Xerox-vertegenwoordiger in uw regio. Zorg dat u het serienummer bij de hand hebt als u belt.
1 Welkom Veiligheid Lees deze veiligheidsbepalingen aandachtig door voordat u dit apparaat gaat gebruiken, zodat u precies weet hoe u het apparaat veilig kunt gebruiken. Uw Xerox-product en -verbruiksmaterialen zijn ontworpen en getest volgens strenge veiligheidsvoorschriften. Deze betreffen onder meer goedkeuring door officiële instanties en conformiteit met algemeen gangbare milieunormen. Lees de volgende instructies zorgvuldig door voordat u het product gaat gebruiken.
1 Welkom • Plaats geen voorwerpen op het stroomsnoer. Plaats het product niet op een plek waar mensen mogelijk op het snoer kunnen stappen of erover kunnen struikelen. • Het gebruik van een verlengsnoer voor dit product wordt niet aanbevolen of goedgekeurd. Als er een goed geaard verlengsnoer moet worden gebruikt, dient u na te gaan welke bouwvoorschriften en verzekeringstechnische eisen van toepassing zijn. Sluit niet teveel apparaten op hetzelfde verlengsnoer aan (zie het toegestane aantal ampères).
1 Welkom • Schakel veiligheidsschakelaars nooit uit. Apparaten zijn zo gebouwd dat de gebruiker geen toegang heeft tot onveilige gebieden. Er worden panelen, beschermplaten en veiligheidsschakelaars verstrekt om ervoor te zorgen dat het apparaat niet kan worden gebruikt als de behuizing is geopend. • Kom niet met uw handen in de buurt van het fusergebied, bij de achteruitvoer. Deze is heet, waardoor u uw handen kunt branden. • Deze apparatuur moet op een juist geaard stopcontact worden aangesloten.
1 Welkom Informatie in verband met laserveiligheid VOORZICHTIG: Het gebruik van bedieningselementen, aanpassingen of het uitvoeren van een procedure die afwijkt van de procedures die in deze handleiding worden beschreven, kan leiden tot blootstelling aan gevaarlijk laserlicht. De apparatuur voldoet wat betreft de laser aan de prestatienormen voor laserproducten, zoals die door overheden en (inter)nationale instanties voor laserproducten van klasse 1 zijn vastgesteld.
1 Welkom – Verander de richting en verplaats de ontvangstantenne. – Vergroot de afstand tussen de apparatuur en de ontvanger. – Sluit het apparaat aan op een ander circuit dan dat van de ontvanger. – Raadpleeg de dealer of een ervaren radio-/tv-technicus voor hulp. Er moeten afgeschermde verbindingskabels bij dit apparaat worden gebruikt om te blijven voldoen aan de FCC-richtlijnen in de VS.
1 Welkom U kunt bij uw erkende lokale dealer een volledige verklaring van overeenstemming krijgen waarin de relevante richtlijnen en de normen waarnaar wordt verwezen, zijn opgenomen. Als dit apparaat wordt gebruikt in de nabijheid van industriële, wetenschappelijke en medische apparatuur, kan het noodzakelijk zijn dat de externe straling van het apparaat wordt beperkt of dat er speciale maatregelen worden getroffen om de straling af te zwakken.
1 Welkom van het apparaat, het bedrijf/individu dat of de entiteit die het bericht verzendt. (Het opgegeven telefoonnummer mag geen 900-nummer zijn of een ander nummer waarvoor hogere kosten in rekening worden gebracht dan die voor lokale of interlokale gesprekken.) De landenlocatie, het telefoonnummer die het apparaat identificeert, de koptekstinformatie (bedrijfsnaam), het gedrag voor verzending en ontvangst en het kiestype moeten worden ingevoerd wanneer de interne faxkit wordt geïnstalleerd.
1 Welkom Als dit Xerox-apparaat schade aan het telefoonnetwerk veroorzaakt, zal de telefoonmaatschappij u vooraf waarschuwen dat het mogelijk nodig is om de service tijdelijk stop te zetten. Als een voorafgaande waarschuwing praktisch gezien niet haalbaar is, zal de telefoonmaatschappij de klant zo snel mogelijk waarschuwen. Men zal u ook meedelen dat u het recht hebt om een klacht in te dienen bij de FCC als u van mening bent dat dit nodig is.
1 Welkom Gebruikers dienen er omwille van hun eigen veiligheid voor te zorgen dat de elektrische randaarde van de stroomvoorziening, de telefoonlijnen en interne metalen waterleidingssystemen, indien aanwezig, met elkaar zijn doorverbonden. Deze voorzorgsmaatregel is met name in landelijke gebieden van belang. VOORZICHTIG: Gebruikers moeten niet proberen dergelijke verbindingen zelf aan te sluiten, maar moeten contact opnemen met het bevoegde inspectiebureau of een elektricien.
1 Welkom De certificering van dit apparaat wordt ongeldig als het wordt gewijzigd of aangesloten op externe besturingssoftware of op externe besturingsapparatuur waarvoor Xerox geen toestemming heeft verleend of die niet door Xerox zijn goedgekeurd. Illegale kopieën Het Amerikaanse parlement heeft wetten uitgevaardigd die het verveelvoudigen van de volgende zaken in bepaalde omstandigheden verbieden. Wie deze wetten overtreedt, riskeert een boete of gevangenisstraf.
1 Welkom • 'Adjusted compensation Certificates' voor veteranen van de wereldoorlogen. • Obligaties of effecten van een buitenlandse overheid, bank of rechtspersoon. • Auteursrechtelijk beschermd materiaal, tenzij de eigenaar van het auteursrecht zijn goedkeuring heeft gegeven of tenzij de verveelvoudiging onder de bepalingen van de copyrightwet inzake 'geoorloofd gebruik' of bibliotheekreproductierechten valt.
1 Welkom Conformiteit met milieu-eisen VS Energy Star Als ENERGY STAR-partner heeft XEROX vastgesteld dat (de basisconfiguratie van) dit product in overeenstemming is met de ENERGY STAR-richtlijnen voor zuinig energiegebruik. ENERGY STAR en het ENERGY STAR-merk zijn gedeponeerde Amerikaanse handelsmerken.
1 Welkom Recycling en verwijdering van het product Als u zelf zorg draagt voor de verwijdering van uw Xerox-product, houd er dan rekening mee dat het product lood, kwik en andere materialen bevat die in bepaalde landen of staten wellicht moeten worden verwijderd conform specifieke milieuvoorschriften. De aanwezigheid van lood en kwik is volledig in overeenstemming met de wereldwijde regelgeving die van kracht was op het moment dat het product op de markt kwam.
1 Welkom Noord-Amerika Xerox heeft een programma voor inzameling en hergebruik/recycling van apparatuur. Neem contact op met uw Xerox-vertegenwoordiger om te zien of dit Xerox-product ook onder het programma valt. Ga voor meer informatie over de milieuprogramma's van Xerox naar www.xerox.com/environment of neem contact op met de plaatselijke autoriteiten voor informatie over recycling en afvalverwerking. In de VS kunt u de website van Electronic Industries Alliance raadplegen: www.eiae.org.
2 Aan de slag Neem voordat u het apparaat gebruikt even de tijd om uzelf vertrouwd te maken met de verschillende toepassingen en opties. Gebruik de instructies in de afzonderlijk meegeleverde beknopte installatiehandleiding om het apparaat uit te pakken en gebruiksklaar te maken.
2 Aan de slag Apparaatoverzicht Locatie van componenten Configuratie met laden 1, 2, 3 en 4 en korte standaard AOD Bedieningspaneel Afwerkeenheid Papierlade 1 Papierlade 2 AAN/UIT-schakelaar Papierladen 3 en 4 Korte standaard Configuratie met opvangbak, lade 1 en handmatige invoer Configuratie met laden 1 en 2 en standaard met kabinet Opvangbak Configuratie met lade 1 en handmatige invoer en afwerkeenheid Handmatige invoer Afwerkeenheid 22 Standaard met kabinet Xerox WorkCentre 4150 Handleidin
2 Aan de slag Glasplaat, gebruikersinterface en bedieningspaneel Glasplaat Documentregistratiepunt Aanraakscherm voor gebruikersinterface Xerox WorkCentre 4150 Handleiding voor de gebruiker Cijfertoetsen Bedieningspaneel 23
2 Aan de slag Modellen en componenten WorkCentre 4150 WorkCentre 4150s WorkCentre 4150x WorkCentre 4150xf 50-vels DAOD Standaard Standaard Standaard Standaard Papierlade 1 en handmatige invoerlade Standaard Standaard Standaard Standaard Digitaal kopiëren Standaard Standaard Standaard Standaard Netwerkafdrukken - Standaard Standaard Standaard Netwerkscannen - Optioneel Optioneel Optioneel Faxen Optioneel Optioneel Standaard Standaard Scannen naar e-mail - Standaard Stand
2 Aan de slag Overzicht van het bedieningspaneel Opdrachtstatus Diensten Display en aanraakscherm Help Taal Toegang Energiespaarstand Alle wissen Afdrukken onderbreken Helderheid scherm Apparaatstatus Cijfertoetsen Invoer annuleren Stop Start Toepassing Beschrijving Diensten Toont de opdrachttoepassingen op het scherm. Opdrachtstatus Toont de voortgangsinformatie van de opdracht. Apparaatstatus Toont de huidige status van het apparaat.
2 Aan de slag Toepassing Beschrijving Afdrukken onderbreken Druk op deze toets om de huidige afdrukopdracht te stoppen en een lokale opdracht uit te voeren. Stop Druk op deze toets om de huidige opdracht te annuleren. Start Druk op deze toets om met de lokale opdracht te beginnen. Helderheid scherm Hiermee kunt u het aanraakscherm van het bedieningspaneel lichter of donkerder maken. Het apparaat inschakelen 1. Sluit het stroomsnoer op het apparaat en een stopcontact aan.
2 Aan de slag Papier plaatsen LEr zijn desgewenst aanvullende papierladen beschikbaar. De instructies voor het plaatsen van papier zijn voor alle papierladen hetzelfde. 1. Trek de papierlade open. Maximum vullijn Achtergeleider Zijgeleiders 2. Waaier het papier goed uit en plaats het in de lade. Zorg dat de stapel niet boven de maximum vullijn uitsteekt. 3. Verplaats de geleiders zodanig dat ze net de papierstapel raken. 4. Sluit de lade.
2 Aan de slag 1. Wanneer de auditron is ingeschakeld, moet u een toegangscode van 4 cijfers met behulp van de cijfertoetsen invoeren. Selecteer vervolgens Invoeren. 2. Wanneer Netwerkaccountadministratie is ingeschakeld, voert u een geldige gebruikers-ID en account-ID in. Selecteer vervolgens Invoeren.. 3. Voltooi de opdracht. 4. Zo kunt u uzelf afmelden: 1) Druk op Toegang op het bedieningspaneel. 2) Selecteer Afmelden in het aanraakscherm.
2 Aan de slag Selecteer links van de gebruikersinterface de toets Apparaatstatus. Toets Apparaatstatus Apparaatinformatie Op het tabblad Apparaatinformatie wordt de volgende informatie weergegeven: Serienummer Totaal afgedrukte beelden Apparaatgegevens Serienummer van het apparaat. Gebruik deze optie wanneer u contact opneemt met Xerox-ondersteuning. Geeft het totaal aantal afgedrukte beelden weer.
2 Aan de slag Raadpleeg Telefoonnummers voor Xerox Welcome Centre en verbruiksartikelen in het hoofdstuk Instellingen op pagina 169 voor meer informatie over hoe dit scherm kan worden ingesteld. In het scherm Apparaatgegevens wordt ook het volgende weergegeven: Configuratie apparatuuropties: In dit scherm wordt weergegeven welke apparatuuropties, zoals papierladen, afwerkeenheid en fax, er op het apparaat zijn geïnstalleerd.
2 Aan de slag Rapport Beschrijving Systeemconfiguratie Hierin worden de huidige hardware- en softwareconfiguratie van het apparaat weergegeven.
2 Aan de slag Foutberichten Op het tabblad Foutberichten wordt informatie over apparaatfouten en -storingen weergegeven. Alle storingen Hiermee kan een beschrijving van de storing worden weergegeven en instructies over hoe de storing kan worden verholpen. Actief-statussen Hiermee kan een lijst met actieve foutberichten worden weergegeven. Probleemoverzicht Hiermee kunnen alle storingsberichten worden weergegeven en wanneer ze plaatsvonden.
2 SMart Kit-afdrukmodule Aan de slag Hiermee kan de resterende bruikbaarheidsduur van de afdrukmodule worden weergegeven Fuser Hiermee kan het aantal beelden worden weergegeven dat met de huidige fuser is afgedrukt. Invoerroller – lade(n) Hiermee kan het aantal beelden worden weergegeven dat met de huidige lade-invoerroller is afgedrukt. Origineelinvoerroller Hiermee kan het aantal beelden worden weergegeven dat met de huidige origineelinvoerroller is afgedrukt.
2 Aan de slag Hulpprogramma's voor systeembeheer omvatten: Systeeminstellingen Fax-instellingen Standaardwaarden scherm Online/Offline Toegang en accountadministratie Optionele services Standaardwaarden toepassingen Software-reset Connectiviteit en netwerkinstellingen Telefoonnummers voor Xerox Welcome Centre en verbruiksartikelen Beheer verbruiksartikelen Beheer Energiespaarstand Apparaattests Aanvullende informatie Start de online-Help: Druk wanneer u wilt op de optie Help om de schermen v
3 Kopiëren Dit hoofdstuk bevat informatie over het kopieerscherm en de beschikbare kopieertoepassingen. Enkele van de hier besproken toepassingen zijn optionele toepassingen en zijn misschien niet van toepassing op uw apparaatconfiguratie.
3 Kopiëren Kopieerprocedure In dit gedeelte wordt de basisprocedure voor het maken van kopieën beschreven. Volg de onderstaande stappen. De documenten plaatsen – pagina 36 De toepassingen selecteren – pagina 37 Het aantal invoeren – pagina 39 De kopieeropdracht starten – pagina 39 Scherm Opdrachtstatus – pagina 39 De kopieeropdracht stoppen – pagina 41 OPMERKING: Als de toepassing Verificatie is ingeschakeld, hebt u misschien een accountnummer nodig voordat u het apparaat kunt gebruiken.
3 L Er kunnen maximaal 50 vellen bankpostpapier van 80 g/m2 worden geplaatst. Het gewicht kan variëren tussen 50 – 120 g/m2. Zie Elektrische specificaties in het hoofstuk Specificaties op pagina 186 voor volledige specificaties van de AOD. Kopiëren 3. Plaats de stapel in het midden van de papiergeleiders, waarbij u de linkerrand met de AOD-lade uitlijnt. Plaats de papiergeleiders zodanig dat ze net de rand van de originelen raken. 4.
3 Kopiëren 1. Druk op de toets Alle functies in het aanraakscherm. 2. Selecteer Kopiëren in het aanraakscherm. Controleer of het scherm Kopiëren wordt weergegeven. OPMERKING: Als de toepassing Verificatie is ingeschakeld, hebt u misschien een accountnummer nodig voordat u het apparaat kunt gebruiken. Neem voor meer informatie of wanneer u een accountnummer wilt verkrijgen, contact op met de getrainde operateur of de systeembeheerder. 3.
3 Kopiëren 3 Het aantal invoeren Het maximumaantal kopieën is 999. Voer met de cijfertoetsen op het bedieningspaneel het vereiste aantal kopieën in. Het opgegeven aantal wordt in de rechterbovenhoek van het scherm weergegeven. OPMERKING: Als u een onjuiste invoer wilt annuleren, drukt u op de wistoets C en voert u het juiste aantal in. 4 De kopieeropdracht starten Druk op de toets Start. Elk origineel wordt slechts één keer gescand.
3 Kopiëren 2. Druk op Andere wachtrijen om de volledige lijst met wachtrijen weer te geven. Wachtrij Beschrijving Onvoltooide afdrukopdrachten Hiermee worden alle afdrukopdrachten in de wachtrij weergegeven. Onvoltooide nietafdrukopdrachten Hiermee worden alle soorten opdrachten, behalve afdrukopdrachten, in de wachtrij weergegeven, zoals fax- en e-mailopdrachten. Alle onvoltooide opdrachten Hiermee worden alle soorten afdrukopdrachten in de wachtrij weergegeven.
3 Kopiëren • Met de toets Opdrachtgegevens kan er informatie worden weergegeven, zoals de eigenaar, status, het opdrachttype en de verzendingstijd. 4. Selecteer Sluiten om naar het scherm Status van uw opdracht terug te keren. 5. Selecteer Sluiten om naar het scherm Opdrachtwachtrij terug te keren. 6. Druk op Standaardweergave om naar het vooraf ingestelde standaardscherm met opdrachten in de wachtrij terug te keren.
3 Kopiëren Kopieertoepassingen De beschikbare tabbladen waarop u de kopieertoepassingen kunt selecteren, zijn: 1) Kopiëren – Basis 2) Beeldaanpassing 3) Afleveringsformaat Afhankelijk van de ingeschakelde opties en de configuratie van het apparaat, moet u misschien Alle functies en Kopiëren selecteren om de tabbladen voor de kopieertoepassing weer te geven. Tabblad Kopiëren – Basis Het tabblad Kopiëren – Basis is het standaard kopieerscherm.
3 Kopiëren Druk op de toets Meer… om alle opties voor Verkleinen/vergroten weer te geven. Selecteer een percentage voor de vereiste verkleining of vergroting. Gebruik de pijltoetsen omhoog/omlaag om het percentage voor Verkleinen/ vergroten in stappen van 1% aan te passen. Papiertoevoer Gebruik de opties voor Papiertoevoer om een papierlade voor de kopieeropdracht te selecteren.
3 Kopiëren 2-zijdig kopiëren Er kunnen van 1- of 2-zijdige originelen automatisch 2-zijdige kopieën worden gemaakt. 1 1-zijdig: Gebruik deze optie voor 1-zijdige originelen wanneer er 1-zijdige kopieën moeten worden afgedrukt. 1 2-zijdig: Gebruik deze optie voor 1-zijdige originelen wanneer er 2-zijdige kopieën moeten worden afgedrukt.
3 Kopiëren Aflevering Aflevering wordt gebruikt om de afwerkopties voor de opdracht te selecteren. Welke opties beschikbaar zijn, hangt af van de afwerkeenheid die is geïnstalleerd. Sets: Selecteer Sets voor kopieën die in sets zijn gesorteerd, zodat de volgorde overeenkomt met die van de originelen, bijvoorbeeld (1,2,3 / 1,2,3). Stapels: Selecteer Stapels voor kopieën die in stapels van aparte pagina's zijn gesorteerd, bijvoorbeeld (1,1,1 / 2,2,2 / 3,3,3).
3 Kopiëren Afdrukkwaliteit Gebruik deze toepassing om de kwaliteit van de afdruk te verbeteren. De optie Origineelsoort wordt gebruikt om de kopieerkwaliteit van de afdruk te verbeteren op basis van het soort origineel dat wordt gescand. Soort Beschrijving Tekst Gebruik deze optie voor originelen met tekst of lijntekeningen. Foto Gebruik deze optie voor ongerasterde foto's of afgedrukte halftoonoriginelen.
3 Kopiëren UIT: Gebruik deze optie om de toepassing uit te schakelen. Linkerpagina: Gebruik deze optie om de linkerpagina van een gebonden document te scannen en te kopiëren. Rechterpagina: Gebruik deze optie om de rechterpagina van een gebonden document te scannen en te kopiëren. Beide pagina's: Gebruik deze optie om beide pagina's van een gebonden document te scannen en te kopiëren.
3 Kopiëren Gemengde origineelformaten: Gebruik deze toepassing om een document met originelen in verschillende formaten te kopiëren. De originelen dienen een gelijke breedte te hebben, bijvoorbeeld 8,5 x 11 inch KKE en 5,5 x 8,5 inch LKE. Plaats de originelen bij gebruik van deze toepassing in de AOD. Randen wissen Gebruik deze toepassing om de kwaliteit van een origineel te verbeteren dat aan de randen gescheurd of gerafeld is, geperforeerd of geniet is of andere onvolkomenheden vertoont.
3 Kopiëren Auto-centreren: Hiermee wordt het gescande beeld automatisch op de afgedrukte pagina gecentreerd. Kantlijnverschuiving: Hiermee kan een bindrand voor het document worden gemaakt. Het beeld kan hoger of lager op de pagina worden geplaatst en/of naar links of rechts worden verschoven. Gebruik de pijltoetsen omhoog/ omlaag en links/rechts om in te stellen hoeveel het beeld dient te worden verschoven.
3 Kopiëren Omslagen Gebruik deze toepassing om automatisch omslagen toe te voegen aan de sets kopieën met papier uit een andere lade dan die met het kopieerpapier. Omslagen moeten hetzelfde formaat hebben en in dezelfde richting zijn geplaatst als het papier voor het hoofdgedeelte van de opdracht. Geen omslagen: De toepassing is uitgeschakeld. Vooromslag: Gebruik deze optie om een vooromslag aan de kopieën toe te voegen. Achteromslag: Gebruik deze optie om een achteromslag aan de kopieën toe te voegen.
3 Kopiëren Geen scheidingsvellen transparanten: De toepassing is uitgeschakeld. Blanco scheidingsvellen transparanten: Gebruik deze optie om na elke transparant een blanco vel te plaatsen. Bedrukte scheidingsvellen transparanten: Gebruik deze optie om op het scheidingsvel hetzelfde beeld als op de transparant af te drukken. Transparanten: Deze toets is niet werkzaam. Transparanten kunnen alleen via de handmatige invoer worden ingevoerd.
3 Kopiëren ID-kaart kopiëren Gebruik deze toepassing om beide zijden van een ID-document, bijvoorbeeld een rijbewijs, op één zijde van het papier te kopiëren. 1. Selecteer Alle functies om het scherm Alle functies weer te geven. 2. Selecteer ID-kaart kopiëren om het scherm ID-kaart kopiëren weer te geven. 3. Configureer de afdruk om de kwaliteit van de kopie te verbeteren. Papiertoevoer: Gebruik de opties voor Papiertoevoer om een papierlade voor de kopieeropdracht te selecteren.
4 Faxen Faxen is een optionele toepassing die op uw apparaat mogelijk niet beschikbaar is. Er zijn twee soorten faxtoepassingen: Interne fax en Serverfax. Hoewel beide faxtoepassingen naast elkaar kunnen worden geïnstalleerd, kan er slechts één faxtoepassing zijn ingeschakeld. De systeembeheerder stelt de standaardfaxtoepassing in. Dit hoofdstuk bevat informatie over de beschikbare opties bij beide faxtoepassingen.
4 Faxen Serverfax Wanneer deze toepassing op het apparaat is ingeschakeld, kunt u faxen verzenden en ontvangen zonder een speciale telefoonaansluiting voor het apparaat. De beelden worden vanaf het apparaat en via uw netwerk naar een faxserver verzonden die deze naar het apparaat met het ingevoerde faxnummer doorstuurt. Als het scherm Faxen – Basis eruitziet als in de onderstaande afbeelding, is de toepassing Serverfax ingeschakeld.
4 Faxen Faxprocedure In dit gedeelte wordt de basisprocedure voor het verzenden van faxen beschreven. Volg de onderstaande stappen. De documenten plaatsen – pagina 55 De toepassingen selecteren – pagina 57 Het nummer kiezen – pagina 58 De faxopdracht starten – pagina 58 Scherm Opdrachtstatus – pagina 59 De faxopdracht stoppen – pagina 59 OPMERKING: Als de toepassing Verificatie is ingeschakeld, hebt u misschien een accountnummer nodig voordat u het apparaat kunt gebruiken.
4 L Faxen Er kunnen maximaal 50 vellen bankpostpapier van 80 g/m2 worden geplaatst. Het gewicht kan variëren tussen 50 – 120 g/m2. Zie Elektrische specificaties in het hoofstuk Specificaties op pagina 186 voor volledige specificaties van de AOD. 3. Plaats de stapel in het midden van de papiergeleiders, waarbij u de linkerrand met de AOD-lade uitlijnt. Plaats de papiergeleiders zodanig dat ze net de rand van de originelen raken. 4.
4 Faxen 2 De toepassingen selecteren Het scherm Kopiëren is standaard het eerste scherm dat op het apparaat wordt weergegeven. Als het scherm Opdrachtstatus of Apparaatstatus wordt weergegeven, drukt u op de toets Alle functies. Als het aanraakscherm andere opties zoals E-mail weergeeft, selecteert u Alle functies en vervolgens Faxen bij de weergegeven items. Er kunnen verschillende faxtoepassingen voor uw faxopdracht worden geselecteerd.
4 Faxen 4. Selecteer de toets voor de gewenste toepassing. Toepassing Beschrijving Faxen – Basis Gebruik dit tabblad om de standaardopties voor een faxopdracht te selecteren, zoals de kiesopties, en de opties voor de resolutie en het type opdracht. Beeldaanpassing Gebruik dit tabblad om de vormgeving van de afdrukken aan te passen, zoals via de afdrukkwaliteit en de kleurenmode.
4 Faxen 5 Scherm Opdrachtstatus Wanneer u de voortgang van uw faxopdracht wilt volgen, drukt u op de toets Opdrachtstatus van het bedieningspaneel om het scherm Opdrachtstatus weer te geven. In het standaardscherm Opdrachtstatus worden alle onvoltooide opdrachten weergegeven, waaronder de faxopdracht in de wachtrij. Als er geen onvoltooide opdrachten zijn, wordt het bericht weergegeven waarin staat dat er geen actieve opdrachten zijn.
4 Faxen Faxen – Basis Het tabblad Faxen – Basis is het standaardscherm van Interne fax. Gebruik de opties op het scherm om het telefoonnummer van de ontvanger in te voeren en om de standaardinstellingen voor de faxopdracht te selecteren. Kiesopties Gebruik de kiesopties om het nummer of de nummers van het bestemmingsfaxapparaat voor de faxopdracht in te voeren.
4 Snelkiezen Faxen Snelkiesnummers worden automatisch gegenereerd wanneer een faxnummer in de individuele kieslijst wordt opgeslagen. Met snelkiesnummers kunt u tijd besparen doordat u niet steeds het hele faxnummer hoeft in te voeren. Wanneer u Snelkiezen wilt gebruiken, selecteert u de optie Snelkiezen en voert u het gewenste snelkiesnummer van 3 cijfers in.
4 Faxen Teken Beschrijving Pauze [,] Deze optie geeft het apparaat de gelegenheid tijdens automatisch kiezen van een binnenlijn naar een buitenlijn over te schakelen. Voeg voor een langere pauzetijd verscheidene pauzes toe. Voer voor kostencodenummers een pauze tussen het faxnummer en het kostencodenummer in. Scheidingsteken privé-gegevens [/] Hiermee wordt vertrouwelijke informatie beschermd. Voor wanneer er bijvoorbeeld een speciale kostencode of creditcardnummer voor een gesprek is vereist.
4 Faxen Beeldaanpassing Het tabblad Beeldaanpassing bevat opties waarmee u de weergave en stijl van het faxdocument kunt verbeteren. Afdrukkwaliteit Origineelsoort Gebruik deze optie om de kwaliteit van de fax te verbeteren gebaseerd op het soort origineel dat wordt gescand. De beschikbare opties zijn: Optie Beschrijving Tekst Gebruik deze optie voor originelen met tekst of lijntekeningen.
4 Faxen OPMERKING: Achtergrondonderdrukking is uitgeschakeld wanneer het origineelsoort Foto is. Wanneer UIT is geselecteerd, wordt Achtergrondonderdrukking uitgeschakeld. Kleurenmode Gebruik deze optie om de fax in zwart-wit of in kleur te verzenden.. Optie Beschrijving Zwart/wit Hiermee wordt een zwart-witafbeelding verzonden. Full Color Hiermee wordt een gekleurde afbeelding verzonden. Selecteer de toets Opslaan om uw selectie in de kleurenmode te bevestigen.
4 Faxen Extra faxtoepassingen Het tabblad Extra faxtoepassingen bevat aanvullende faxtoepassingen die bij het verzenden van faxdocumenten kunnen worden gebruikt. Wanneer u alle opties voor een toepassing wilt bekijken, selecteert u de gewenste toepassing. U kunt voor elke faxopdracht indien nodig twee of meer opties selecteren. Faxverzendtoepassingen Selecteer deze toepassing om de opties op te roepen waarmee u extra overdrachtstoepassingen voor de faxopdracht kunt instellen.
4 Faxen Selecteer AAN om deze optie in te schakelen. De opdracht die onder Prioriteiten verzenden is gekozen, wordt in de opdrachtwachtrij als de opdracht met de hoogste prioriteit weergegeven (behalve voor de opdracht die momenteel wordt uitgevoerd). Uitgesteld verzenden Met Uitgesteld verzenden kunt u de tijd van een faxverzending of -poll specificeren.
4 Faxen U kunt een mailbox gebruiken die zich op hetzelfde apparaat bevindt als dat u gebruikt (lokale mailbox) of een mailbox die op een extern apparaat (externe mailbox) is ingesteld. Lokale mailboxen kunnen zowel opgeslagen als ontvangen documenten bevatten. De opgeslagen documenten worden door de gebruiker van het apparaat in de lokale mailbox opgeslagen; ontvangen documenten worden door een extern faxapparaat in de lokale mailbox geplaatst.
4 Faxen Mailboxdocumenten verwijderen Hiermee kunt u alle documenten die in een mailbox zijn opgeslagen verwijderen. OPMERKING: Wanneer de toets Mailboxdocumenten verwijderen of Mailboxdocumenten afdrukken wordt geselecteerd, worden zowel ontvangen documenten als opgeslagen documenten die zich in de mailbox bevinden, verwijderd of afgedrukt. 1. Voer het mailboxnummer in (max. 20 cijfers). 2. Voer de mailboxtoegangscode in (code van 4 cijfers in). 3. Druk op Start.
4 Opslaan voor pollen Faxen Met deze optie kan de gebruiker documenten scannen en opslaan. Op het moment dat een extern apparaat het apparaat polt, kan het externe apparaat het gescande document ophalen. Er kunnen toegangscodes worden ingesteld om te regelen welke apparaten toegang tot de opgeslagen documenten hebben. Opslaan voor pollen Opgeslagen documenten worden na een geslaagde poll verwijderd. Pol-documenten afdrukken Hiermee kunnen documenten die voor pollen zijn opgeslagen, worden afgedrukt.
4 Faxen U kunt alleen een externe mailbox pollen als u het mailboxnummer van de ontvanger kent. Gebruik de cijfertoetsen om het nummer van de mailbox dat u wilt pollen in het invoerveld Mailboxnummer in te voeren. Als de externe mailbox met een toegangscode is beveiligd, gebruikt u de cijfertoetsen om de toegangscode in het invoerveld Toegangscode in te voeren. Als de opgegeven toegangscode niet overeenkomt met de toegangscode van de externe mailbox, mislukt het pollen.
4 Faxen Rapport Beschrijving Fax rondzenden Hiermee wordt aangegeven of een specifieke uitgaande faxopdracht met meerdere bestemmingen al dan niet goed is verzonden. Faxprotocol Hiermee worden details van communicatie op laag niveau voor de laatst verzonden of ontvangen fax weergegeven. Fax multipollen Hiermee wordt aangegeven of een specifieke uitgaande pol-faxopdracht met meerdere bestemmingen al dan niet goed is verzonden.
4 Faxen Instellingen Individuele kieslijst Extra faxtoepassingen > Instellingen kieslijst > Individueel Zo kunt u een vermelding voor een individuele kieslijst maken of een vermelding bewerken: 1. Voer via het scherm Instellingen Individuele kieslijst een kieslijstnummer in of selecteer er één in de kieslijst. 2. Selecteer de toets Bewerken. 3. Typ het faxnummer (inclusief alle kiestekens) met behulp van de cijfertoetsen in. 4. Selecteer de toets Volgende. 5. Selecteer de toets Bewerken. 6.
5 Netwerkscannen Dit hoofdstuk bevat informatie over de opties voor Netwerkscannen. Met Netwerkscannen kunt u een elektronisch beeldbestand maken. Netwerkscannen is een optionele toepassing die alleen beschikbaar is op de modellen WorkCentre 4150s, 4150x en 4150xf. Als de optie Netwerkscannen is ingeschakeld, kan een papieren origineel in een elektronisch bestand worden omgezet. Het elektronisch bestand kan daarna worden opgeslagen, als fax worden verzonden of via e-mail worden verzonden.
5 Netwerkscannen Netwerkscanprocedure In dit gedeelte wordt de basisprocedure voor netwerkscannen beschreven. Volg de onderstaande stappen.
5 Netwerkscannen Glasplaat: In de volgende stappen wordt uitgelegd hoe u de originelen met op de glasplaat kunt plaatsen: 1. Til de AOD op. Registratiepijl 2. Plaats het origineel met de beeldzijde naar beneden op de glasplaat, waarbij het is uitgelijnd met de punt van de registratiepijl linksboven bij de glasplaat. 3. Laat de AOD zakken. 2 Selecteer Netwerkscannen Het scherm Kopiëren is standaard het eerste scherm dat op het apparaat wordt weergegeven.
5 Netwerkscannen 2. Selecteer Netwerkscannen in het aanraakscherm. Controleer of het scherm Scannen wordt weergegeven. OPMERKING: Als de toepassing Verificatie is ingeschakeld, hebt u misschien een accountnummer nodig voordat u het apparaat kunt gebruiken. Neem voor meer informatie of wanneer u een accountnummer wilt verkrijgen, contact op met de getrainde operateur of de systeembeheerder.
5 Netwerkscannen 2. Selecteer de toets voor de gewenste toepassing. Toepassing Beschrijving Netwerkscannen Gebruik deze toepassing om de vereiste sjabloon te selecteren. Basisinstellingen Gebruik deze toepassing om de informatie betreffende het origineel tijdelijk te wijzigen, zoals de instellingen voor kleurenscannen, 2-zijdige originelen en scanvoorinstellingen.
5 Netwerkscannen 6 Scherm Opdrachtstatus Wanneer u de voortgang van uw netwerkscanopdracht wilt volgen, drukt u op de toets Opdrachtstatus van het bedieningspaneel om het scherm Opdrachtstatus weer te geven. In het standaardscherm Opdrachtstatus worden alle onvoltooide opdrachten weergegeven, waaronder de netwerkscanopdrachten in de wachtrij. Als er geen onvoltooide opdrachten zijn, wordt het bericht weergegeven waarin staat dat er geen actieve opdrachten zijn.
5 Netwerkscannen Scanbronnen Er kan aanvullende scansoftware aan de netwerkscancapaciteiten van het apparaat worden toegevoegd: FreeFlow™ SMARTsend™ CentreWare Internetservices Hiermee kan Netwerkscannen op het netwerk worden geïnstalleerd, geconfigureerd en beheerd. FreeFlow™ SMARTsend™ bestaat uit onderdelen die samen de gescande documenten vormen en deze op de eindbestemming bezorgen. Neem voor meer informatie contact op met uw Xerox-verkoopvertegenwoordiger.
5 Netwerkscannen Netwerkscannen Er zijn twee belangrijke informatiegebieden onder het tabblad Netwerkscannen: Sjabloonnamen en Bestemmingsgegevens. Zie het hoofstuk Sjabloonoverzicht op pagina 81 en Opslagplaatsen op pagina 81. voor meer informatie over sjablonen Sjabloonnamen In Sjabloonnamen worden de sjablonen weergegeven die op het apparaat zijn opgeslagen. Na installatie wordt de standaard fabriekssjabloon DEFAULT (in hoofdletters) in de lijst Sjabloonnamen weergegeven.
5 Netwerkscannen Bestemmingsgegevens In het gedeelte Bestemmingsgegevens aan de rechterkant van het scherm vindt u informatie over de geselecteerde sjabloon. Telkens wanneer u een ander sjabloonbestand selecteert, wordt dit gebied bijgewerkt, zodat de informatie over de geselecteerde sjabloon wordt weergegeven. OPMERKING: Wijzigingen in de sjabloon die u op het apparaat hebt aangebracht zijn van tijdelijke aard.
5 Netwerkscannen Basisinstellingen Met het tabblad Basisinstellingen kunt u tijdelijk de informatie aangaande het origineel wijzigen. Door deze instellingen te wijzigen kunt u een optimale scankwaliteit voor elk origineel verkrijgen. Kleurenscannen Gebruik deze optie om zwart-witoriginelen en vierkleurenoriginelen te scannen. Optie Beschrijving Full Color Gebruik deze optie om gekleurde originelen te scannen. Zwart/wit Gebruik deze optie om een zwart-witorigineel te scannen.
5 Netwerkscannen Origineelsoort Gebruik deze toepassing om het type origineel te selecteren. Optie Beschrijving Foto en tekst Gebruik deze optie voor originelen met foto's en tekst. Foto Tekst Gebruik deze optie voor ongerasterde foto's of afgedrukte halftoonoriginelen van hoge kwaliteit. Gebruik deze optie voor originelen met tekst of lijntekeningen. Voorinstellingen scannen Gebruik deze opties om automatisch de optimale instellingen voor uw opdracht te laten kiezen.
5 Netwerkscannen Geavanceerde instellingen Met het tabblad Geavanceerde instellingen kunt u tijdelijk de scansjabloon aanpassen om het uiterlijk en de stijl van het gescande beeld te verbeteren. Beeldopties Gebruik deze toepassing voor een betere kwaliteit van de gescande originelen. Optie Beschrijving Lichter/donkerder Hiermee kunt u de afdruk lichter of donkerder maken. Wanneer u de afdruk donkerder wilt maken, moet u de pijltoets omlaag selecteren.
5 Netwerkscannen Optie Beschrijving Handmatig ingevoerd formaat Gebruik deze optie om de afmetingen van het documentscangebied op te geven wanneer er een scan via de glasplaat wordt gemaakt. Er zijn verschillende afmetingen die bij veelgebruikte documentformaten en -richtingen horen. Selecteer een standaardformaat of gebruik Keuze om de scanafmetingen handmatig in te stellen. Gebruik deze optie om het origineel tot aan de randen te scannen.
5 Netwerkscannen Bestandsformaat Gebruik de optie Bestandsformaat wanneer het document in een andere bestandsindeling dan de standaardindeling bij de sjabloon dient te worden verzonden. Optioneel Beschrijving PDF Portable Document Format. Met behulp van de juiste software kan de ontvanger het document bekijken of afdrukken, ongeacht het computerplatform. PDF-bestanden kunnen gewoonlijk met Adobe Acrobat Readers worden geopend. Multipage TIFF Tagged Image File Format.
5 Netwerkscannen Opties Gebruik deze toepassing om tijdelijk de instellingen voor het gescande beeldbestand op de bestemmingsserver te wijzigen. Documentnaam Gebruik deze optie om de documentnaam van de standaardsjabloon te wijzigen. Typ de documentnaam via het zachte toetsenblok van het aanraakscherm en selecteer vervolgens de toets Opslaan. Velden van Documentbeheer De velden van Documentbeheer bieden informatie die met de gescande documenten in het opdrachtenlog wordt gearchiveerd.
5 Netwerkscannen Als bestand al bestaat Wanneer bij het wijzigen van de documentnaam blijkt dat er al een bestand met dezelfde naam bestaat, dan bepaalt deze toepassing of er wordt opgeslagen. 88 Optie Beschrijving Nieuwe bestandsnaam Bij deze optie wordt de gebruiker gevraagd de naam van het nieuwe bestand te wijzigen. Overschrijven Met deze optie wordt het oude bestand automatisch met het nieuwe bestand overschreven.
5 Netwerkscannen Bestemmingen vernieuwen Gebruik deze toepassing als u wilt dat een recentelijk gemaakte of bijgewerkte sjabloon wordt weergegeven en als u niet kunt wachten tot het systeem de lijst automatisch bijwerkt. OPMERKING: Het bijwerken van sjablonen kan enige minuten duren. Er kunnen maximaal 250 sjablonen worden weergegeven. Druk op de toets Sjabloonlijst bijwerken om met het vernieuwen te beginnen.
5 90 Netwerkscannen Xerox WorkCentre 4150 Handleiding voor de gebruiker
6 Scannen naar e-mail Scannen naar e-mail is een standaardtoepassing op de WorkCentre 4150s, 4150x en 4150xf. Dit hoofdstuk bevat informatie over de opties die beschikbaar zijn in E-mail. Wanneer de toepassing is ingeschakeld, kunnen gescande beelden als bijlage bij een e-mail naar de opgegeven email-ontvanger of groep ontvangers worden verzonden. Toegang tot de toepassingen van E-mail is mogelijk via de toets Services op het bedieningspaneel.
6 Scannen naar e-mail Procedure voor scannen naar e-mail In dit gedeelte wordt de basisprocedure voor het verzenden van e-mails vanaf het apparaat beschreven. Volg de onderstaande stappen.
6 L Er kunnen maximaal 50 vellen bankpostpapier van 80 g/m2 worden geplaatst. Het gewicht kan variëren tussen 50 – 120 g/m2. Zie Elektrische specificaties in het hoofstuk Specificaties op pagina 186 voor volledige specificaties van de AOD. Scannen naar e-mail 3. Plaats de stapel in het midden van de papiergeleiders, waarbij u de linkerrand met de AOD-lade uitlijnt. Plaats de papiergeleiders zodanig dat ze net de rand van de originelen raken. 4.
6 Scannen naar e-mail 1. Druk op de toets Alle functies in het aanraakscherm. 2. Selecteer E-mail in het aanraakscherm. Controleer of het scherm E-mail wordt weergegeven. OPMERKING: Als de toepassing Verificatie is ingeschakeld, hebt u misschien een accountnummer nodig voordat u het apparaat kunt gebruiken. Neem voor meer informatie of wanneer u een accountnummer wilt verkrijgen, contact op met de getrainde operateur of de systeembeheerder. 3.
6 Scannen naar e-mail Toepassing Beschrijving E-mail Gebruik dit tabblad om de standaardopties voor een e-mailopdracht te selecteren, zoals de opties voor adresvelden, onderwerpregels en berichttekst. Basisinstellingen Gebruik dit tabblad om de instellingen van de e-mailoriginelen in te voeren, zoals de instellingen voor kleurenscannen, 2-zijdige originelen en soort.
6 Scannen naar e-mail 5 Scherm Opdrachtstatus 1. Wanneer u de voortgang van uw e-mailopdracht wilt weergeven, drukt u op de toets Opdrachtstatus van het bedieningspaneel. In het standaardscherm Opdrachtstatus worden alle onvoltooide opdrachten weergegeven, waaronder de opdracht scan voor e-mail in de wachtrij. Als er geen onvoltooide opdrachten zijn, wordt het bericht weergegeven waarin staat dat er geen actieve opdrachten zijn.
6 Scannen naar e-mail E-mail Verzenden Gebruik de opties voor Verzenden om ontvangersinformatie in te voeren. Van Deze optie biedt informatie over de zender. OPMERKING: Als u via de verificatiemode toegang tot E-mail hebt gekregen, is de informatie aan de aanmeldingsnaam gekoppeld. Aan Gebruik het toetsenblok in het aanraakscherm om het e-mailadres van de ontvanger in te voeren.
6 Scannen naar e-mail Alles verwijderen Gebruik deze optie om alle adressen uit de Adreslijst te verwijderen. OPMERKING: Het e-mailonderwerp en de berichttekst worden niet verwijderd. Adreslijst Toont alle adressen van ontvangers die voor de huidige opdracht Scannen naar e-mail zijn ingevoerd. Er kunnen maximaal 128 adressen van ontvangers in de lijst worden ingevoerd. Een e-mailadres invoeren U kunt het e-mailadres met het toetsenblok in het aanraakscherm of het adresboek invoeren.
6 Scannen naar e-mail Basisinstellingen Met het tabblad Basisinstellingen kunt u tijdelijk de informatie aangaande het origineel wijzigen. Wanneer u deze instellingen wijzigt, kunt u een optimale scankwaliteit voor elk e-mailorigineel verkrijgen. Kleurenscannen Gebruik deze optie om de e-mailopdracht in zwart-wit of in kleur te verzenden.. Optie Beschrijving Zwart/wit Hiermee wordt een zwart-witafbeelding verzonden. Full Color Hiermee wordt een gekleurde afbeelding verzonden.
6 Scannen naar e-mail Origineelsoort Gebruik deze toepassing om de stijl van het origineel te selecteren. Optie Beschrijving Foto en tekst Gebruik deze optie voor originelen met foto's en tekst. Foto Gebruik deze optie voor ongerasterde foto's of afgedrukte halftoonoriginelen van hoge kwaliteit. Tekst Gebruik deze optie voor originelen met tekst of lijntekeningen. Voorinstellingen scannen Pas een scanvoorinstelling toe om uw scan op basis van het papiersoort te optimaliseren.
6 Scannen naar e-mail Geavanceerde instellingen Met het tabblad Geavanceerde instellingen kunt u tijdelijk de scansjabloon aanpassen om het uiterlijk en de stijl van het gescande e-mailbeeld te verbeteren. Beeldopties Gebruik deze toepassing om de kwaliteit van de gescande originelen te verbeteren. Lichter/donkerder Achtergrondonderdrukking Hiermee kunt u de afdruk lichter of donkerder maken. Wanneer de afdruk donkerder dient te zijn, drukt u op de pijltoets omlaag.
6 Scannen naar e-mail Origineelformaat Gebruik deze optie om het formaat van het origineeldocument in te voeren of om het apparaat het formaat van de originelen en gescande documenten automatisch te laten herkennen. Automatische registratie Handmatig ingevoerd formaat Gebruik deze optie om het apparaat het formaat van de originelen te laten herkennen die via de AOD worden ingevoerd. Gebruik deze optie om de maten op te geven van het documentscangebied wanneer er een scan via de glasplaat wordt gemaakt.
6 Scannen naar e-mail Resolutie Beschrijving 72 x 72 dpi Met deze optie produceert u het kleinste beeldbestand. Dit wordt aanbevolen voor documenten die elektronisch worden bekeken of opgeslagen. 100 x 100 dpi Levert een klein bestand op. Dit wordt aanbevolen voor eenvoudige tekstdocumenten. 200 x 200 dpi Aanbevolen voor tekstdocumenten en lijntekeningen met een gemiddelde kwaliteit. 300 x 300 dpi Aanbevolen voor tekstdocumenten en lijntekeningen van hoge kwaliteit.
6 Scannen naar e-mail Bestandsformaat Gebruik deze optie om de bestandsindeling voor het gescande beeld in te stellen. PDF Multi-page TIFF Single-page TIFF JPEG 104 Portable Document Format. Met behulp van de juiste software kan de ontvanger het document bekijken of afdrukken, ongeacht het computerplatform. PDF-bestanden kunnen gewoonlijk met Adobe Acrobat Readers worden geopend. (Kleurenscannen, alleen kleurenoptie). Multi-page Tagged-Image File Format.
6 Scannen naar e-mail Kwaliteit/bestandsgrootte Met de instellingen van Kwaliteit/bestandsgrootte kunt u tussen de kwaliteit en de bestandsgrootte van het gescande beeld kiezen. Een klein bestandsformaat biedt een enigszins verminderde afdrukkwaliteit, maar is de beste optie wanneer het bestand via een netwerk wordt gedeeld. Met een groter bestandsformaat hebt u een betere afdrukkwaliteit, maar is er meer tijd nodig om het bestand via het netwerk te verzenden.
6 Scannen naar e-mail 106 Xerox WorkCentre 4150 Handleiding voor de gebruiker
7 Afdrukken De Xerox WorkCentre 4150 -printer maakt hoogwaardige afdrukken van elektronische documenten. U kunt de printer via uw pc starten door de juiste printerdriver te installeren. Een printerdriver converteert de code in het elektronische document naar instructies die de printer kan interpreteren. OPMERKING: U vindt in de schermen van de printerdriver en in de elektronische handleidingen voor de gebruiker die bij de printerdrivers worden geleverd meer gedetailleerde informatie over het afdrukken.
7 Afdrukken Afdrukprocedure In dit gedeelte wordt de basisprocedure voor het afdrukken beschreven. OPMERKING: Als de toepassing Verificatie is ingeschakeld, hebt u misschien een accountnummer nodig voordat u het apparaat kunt gebruiken. Neem voor meer informatie of wanneer u een accountnummer wilt verkrijgen, contact op met de getrainde operateur of de systeembeheerder. Wanneer het apparaat op een netwerk is aangesloten, kunnen documenten vanaf uw pc via de meegeleverde printerdrivers worden afgedrukt.
7 Afdrukken 2. Klik op OK om uw selectie te bevestigen. 3. Klik op OK om het document af te drukken.
7 Afdrukken Printerdrivers Hier volgt een overzicht van de toepassingen die op de Windows-printerdriver beschikbaar zijn, andere printerdrivers zien er mogelijk anders uit. Raadpleeg de online-Help in de printerdriversoftware voor meer informatie over een specifieke toepassing. Besturingsopties Een aantal opties komt op alle printerdriverschermen voor: OK Annuleren Standaardinstellingen Help 110 Hiermee slaat u alle nieuwe instellingen op en sluit u de driver of het dialoogvenster.
7 Afdrukken Papier/aflevering Wordt gebruikt om opties te selecteren zoals het soort opdracht en de afleveringsvereisten. Welke toepassingen beschikbaar zijn, hangt af van de opties die op uw apparaat zijn ingeschakeld. Klik gewoon op de pijltoets voor de optie of op het pictogram van de betreffende optie om de instelling ervan te wijzigen.
7 Afdrukken Beeldopties Gebruik de opties in dit tabblad om de weergave van uw afdrukopdracht te wijzigen. Deze toepassing kan ook worden gebruikt om conceptversies af te drukken door de optie Toner besparen te kiezen.
7 Afdrukken Opmaak/watermerk Wordt gebruikt om de opmaak van een document te wijzigen en watermerken toe te voegen. Er kunnen meerdere afdrukken op één pagina worden afgedrukt van 2-op-1 tot 16-op-1. U kunt ook katernen maken. Gebruik de optie Watermerk om bijvoorbeeld de tekst CONCEPT of VERTROUWELIJK op elke pagina af te drukken. Met deze toepassing kunt u ook het formaat en de positie van het watermerk aanpassen.
7 Afdrukken Geavanceerd Op dit tabblad kunt u de PostScript-opties en geavanceerde programmeertoepassingen voor de afdrukopdracht instellen. Gebruik de pijltoetsen om door de opties te bladeren. Wanneer u op een plusteken klikt, kunt u extra opties zichtbaar maken.
8 Papier en ander afdrukmateriaal In dit hoofdstuk komt u meer te weten over de verschillende soorten papier en papierformaten die op het apparaat kunnen worden gebruikt, de papierladen die beschikbaar zijn en de soorten en formaten van het papier dat in elke lade kan worden geplaatst.
8 Papier en ander afdrukmateriaal De Xerox WorkCentre 4150 biedt standaard één papierlade en een handmatige invoer. Er kunnen desgewenst nog drie andere laden worden aangeschaft.
8 Papier en ander afdrukmateriaal Papier plaatsen Papier gereed maken voor plaatsing Waaier de randen van de stapel papier goed uit voor u het papier in de lade plaatst. Hierdoor worden vellen die aan elkaar plakken losgeschud en wordt de kans op papierstoringen verkleind. OPMERKING: Wanneer u papier- en invoerstoringen wilt voorkomen, dient u het papier pas uit de verpakking te verwijderen wanneer u het gaat gebruiken.
8 Papier en ander afdrukmateriaal LEr kunnen maximaal 520 vellen bankpostpapier van 80 g/m2 in de papierladen worden geplaatst. 3. Waaier het papier goed uit en plaats het in de lade. Als u briefhoofdpapier plaatst, dient u ervoor te zorgen dat het ontwerp naar boven is gericht en dat de bovenrand van het vel aan de rechterkant is geplaatst. Maximum vullijn Zijgeleider VOORZICHTIG: Zorg dat de stapel niet boven de maximum vullijn uitsteekt. 4.
8 Papier en ander afdrukmateriaal De handmatige invoer gebruiken De handmatige invoer bevindt zich aan de rechterkant van het apparaat. Wanneer deze niet wordt gebruikt, kan deze worden gesloten om het product compacter te maken. Gebruik de handmatige invoer om transparanten, etiketten, enveloppen of briefkaarten af te drukken en daarnaast voor een snelle plaatsing van papier met soorten of formaten dat zich momenteel niet in de papierlade bevindt.
8 Papier en ander afdrukmateriaal 4. Pas de papiergeleider aan de breedte van de stapel afdrukmateriaal aan. Controleer of u niet te veel afdrukmateriaal hebt geplaatst. Deze stapel mag niet boven de maximum vullijn uitsteken. Papiergeleider Maximum vullijn 5. Het scherm van de gebruikersinterface toont aan de linkerzijde de huidige instellingen van de papiertoevoer voor de handmatige invoer.
8 Papier en ander afdrukmateriaal Het papierformaat instellen Telkens wanneer u nieuw papier in de papierladen plaatst, wordt het scherm Lade-informatie op de gebruikersinterface weergegeven. De huidige lade-instellingen worden aan de linkerzijde van de gebruikersinterface getoond. Formaat wijzigen Selecteer het vereiste papierformaat in de meegeleverde lijst. Gebruik de pijltoetsen omhoog/omlaag om alle opties te bekijken. Sla uw selectie op en keer terug naar het scherm Lade-informatie.
8 Papier en ander afdrukmateriaal Soort en kleur wijzigen Selecteer het vereiste papiersoort en de papierkleur in de meegeleverde lijst. Gebruik de pijltoetsen omhoog/omlaag om alle opties te bekijken. Sla uw selectie op en keer terug naar het scherm Lade-informatie. Bevestigen Druk op de toets Bevestigen wanneer de lade-instellingen op de gebruikersinterface juist zijn en om naar het standaard toepassingenscherm te gaan.
8 Papier en ander afdrukmateriaal Specificaties van afdrukmateriaal Richtlijnen voor afdrukmateriaal Wanneer u papier, enveloppen of andere speciaal afdrukmateriaal selecteert of plaatst, dient u de volgende richtlijnen op te volgen: • Het afdrukken op vochtig, gekruld, gekreukt of gescheurd papier, kan papierstoringen en een slechte afdrukkwaliteit veroorzaken. • Gebruik alleen kopieerpapier van een hoge kwaliteit.
8 Papier en ander afdrukmateriaal • Bewaar ongebruikt afdrukmateriaal bij temperaturen tussen 15 °C en 30 °C (59 °F en 86 °F ). De relatieve luchtvochtigheid moet tussen 10% en 70% liggen. • Plaats niet meer dan 20 vellen met transparanten of 10 enveloppen per keer in de handmatige invoer. • Controleer of de kleefstof van de etiketten voor 0,1 seconde een fusertemperatuur van 200 oC (392 oF) kan verdragen. • Zorg ervoor dat er geen kleefstof tussen de etiketten zit.
9 Instellingen In dit hoofdstuk worden enkele van de voornaamste instellingen beschreven die u naar wens kunt aanpassen. Het hoofdstuk is met name bedoeld voor de getrainde operateur en de systeembeheerder van het apparaat. Het wijzigen van deze instellingen is gemakkelijk, en u kunt er tijdens het werken met het apparaat veel tijd mee besparen.
9 Instellingen Hulpprogramma's starten Alle toepassingen voor het instellen van het apparaat bevinden zich in het menu Hulpprogramma's dat via de toets Toegang op het bedieningspaneel kan worden geopend. 1. Selecteer de toets Toegang op het bedieningspaneel. 2. Het menu Hulpprogramma's is met een toegangscode beveiligd. Gebruik de cijfertoetsen om de standaardtoegangscode in te voeren: 1111. Selecteer Invoeren in het aanraakscherm. OPMERKING: 1111 is de in de fabriek ingestelde standaardtoegangscode.
9 Instellingen Overzicht menu Hulpprogramma's Enkele van of alle volgende opties kunnen afhankelijk van de apparaatinstellingen via het scherm van de mode Hulpprogramma's worden opgeroepen: Toepassing Toepassingsopties Submenu met toepassingsopties Systeeminstellingen Instellingen papierlade Ladebevestigings-berichten (pagina 141) Standaardpapier (pagina 141) Papiervervanging (pagina 141) Auto lade wisselen Timers Time-out systeem Onvoltooide scan Timeout vastgehouden opdracht Audiotonen Storings
9 Instellingen Toepassing Toepassingsopties Toegang en accountadministratie Verificatiemode Submenu met toepassingsopties Instelling auditron (pagina 150) Auditroninitialisatie Gebruikersaccounts en toegangsrechten Auditronrapporten Auditron-groepaccounts Algemene auditronaccounts Instelling Netwerkaccountadministratie Verificatie Netwerkaccountadministratie Display-modus aanmelden netwerkaccountadministratie Verificatie-instellingen Netwerkaccountadministratie Instelling extern interfaceapparaat
9 Toepassing Toepassingsopties Telefoonnummers voor Xerox Welcome Centre en verbruiksartikelen (pagina 169) Telefoonnummer Xerox Welcome Center Instellingen Submenu met toepassingsopties Telefoonnummer voor verbruiksartikelen Eigendomstagnummer klant Xerox-eigendomstagnummer Optionele functies (pagina 170) Netwerkscannen E-mail Op verzoek overschrijven van harde schijf Netwerkaccountadministratie Direct overschrijven van harde schijf Serverfax Interne fax Apparaattests Testpatronen afdrukkwalitei
9 Instellingen Toepassing Toepassingsopties Submenu met toepassingsopties Fax-instellingen Standaardwaarden faxverzending (pagina 134) Instelling Auto opnieuw kiezen Snelkiezen Groepsverzending Audio lijnmonitor Kostenbesparing Belsignaalvolume Tekst verzendkopregel Fax-landinstelling (pagina 135) Standaard ontvangstwaarden (pagina 136) Vertraging Auto antwoorden Belvolume Autom.
9 Instellingen Lokalisatie Voordat u het apparaat in gebruik neemt, worden tijdens de installatie van het apparaat de onderstaande lokalisatie-instellingen opgegeven. Wanneer uw vereisten veranderen, dient u deze instellingen misschien opnieuw in te stellen of aan te passen. Datum en tijd instellen Voor bepaalde toepassingen en functies van het apparaat is het vereist dat de datum en tijd bekend zijn, bijvoorbeeld voor de koptekst van een fax en voor het configuratieblad.
9 Instellingen Tijdzone Selecteer de gewenste tijdzone met behulp van de pijltoetsen omhoog/ omlaag die zich aan de linkerkant bevinden, en selecteer wanneer u klaar bent Opslaan. U kunt in de beknopte installatiehandleiding informatie over de instelling van de tijdzone vinden. Ga naar Hulpprogramma's > Systeeminstellingen > Tijd en datum > Tijdzone Afmetingen instellen Voor de afmetingen die op het aanraakscherm worden gebruikt, kunt u kiezen uit inches of millimeters.
9 Instellingen Hoogtebijstelling Het xerografische proces waarmee in het apparaat afdrukken worden gemaakt, wordt door de luchtdruk beïnvloed. De luchtdruk is mede afhankelijk van de hoogte van de locatie van het apparaat boven zeeniveau. Het apparaat kan verschillen in luchtdruk automatisch compenseren als u deze toepassing inschakelt. Ga naar Hulpprogramma's > Systeeminstellingen > Meer > Hoogtebijstelling Stelt u de hoogte in, dan kunt u de efficiëntie en prestaties van het apparaat optimaliseren.
9 Instellingen Fax-instellingen Dit zijn de opties die op het scherm Fax-instellingen beschikbaar zijn. Selecteer Meer om naar scherm 2 te navigeren en selecteer meer faxinstellingsopties. Ga naar Hulpprogramma's > Meer > Meer > Fax-instellingen Standaardwaarden faxverzending Met de standaardwaarden voor verzending kunt u de faxverzendingsinstellingen aanpassen.
9 Instellingen De audio-lijnmonitor stelt de gebruiker echter in staat de voortgang van de communicatie te volgen en het kiezen van het faxnummer en het begin van de handshake-procedure te horen. Dit wordt wel 'meeluisteren' genoemd. Als u de audiomonitor wilt horen, selecteert u de toets AAN. Selecteer Opslaan om de instelling te bevestigen. U hoort nu bij elke verzending het geluid van het nummer kiezen en de handshake-procedure.
9 Instellingen Ga naar Hulpprogramma's > Systeeminstellingen > Meer > Meer > Fax-landinstelling Standaard ontvangstwaarden Met de verschillende opties in het gedeelte Standaard ontvangstwaarden kunt u de wijze waarop gefaxte documenten worden ontvangen, aanpassen. Ga naar Hulpprogramma's > Meer > Meer > Fax-instellingen > Standaard ontvangstwaarden Vertraging Auto antwoorden Met dit hulpprogramma kan de apparaatbeheerder een vertraging instellen voordat het apparaat een oproep aanneemt.
9 Koptekst ontvangen Instellingen Selecteer Inschakelen om een tijdaanduiding, paginanummer en het nummer voor het verzendende faxapparaat bovenaan alle ontvangen faxopdrachten af te laten drukken. Opvangbak voor ontvangen faxen Selecteer lade 1, lade 2 of de handmatige invoer voor inkomende faxen. Standaard afleveringsopties Afhankelijk van het geïnstalleerde uitvoerapparaat kunt u inkomende faxen nieten, perforeren of 2-zijdig afdrukken.
9 Instellingen Junk-faxpreventie Met dit hulpprogramma kan de apparaatbeheerder het ontvangen van ongewenste faxen (junk-faxen) voorkomen. Dit wordt gedaan door alleen faxen te ontvangen die van nummers uit de kieslijst afkomstig zijn. De standaardinstelling voor Junk-faxpreventie is UIT, zodat de inkomende faxen niet worden gefilterd. Selecteer de toets AAN om de toepassing in te schakelen.
9 Beveiligd pollen Instellingen Het apparaat kan worden geprogrammeerd om documenten bij afwezigheid van de gebruiker te verzenden wanneer het wordt gepold. Wanneer deze optie is ingeschakeld, is er een toegangscode voor pollen vereist om toegang te verkrijgen tot documenten die voor Beveiligd pollen zijn opgeslagen. Voeg toegangscodes aan de lijst Toegangscodes voor pollen toe, verwijder deze of sla deze op.
9 Instellingen Ga naar Hulpprogramma's > Meer > Meer > Fax-instellingen > Lijnconfiguratie Faxrapporten Met deze functie kunt u de toepassing Auto-afdrukken voor de volgende rapporten in- of uitschakelen: • Verzend-/ontvangstrapport: Hierin worden details over onlangs verzonden en ontvangen faxen gerapporteerd. • Bevestigingsrapport: Hierin wordt de verzendingsstatus gerapporteerd. Dit rapport kan worden afgedrukt na elke verzending of alleen wanneer een verzendingsfout optreedt.
9 Instellingen De papierladen instellen Ladebevestigings-berichten Met deze toepassing wordt het ladebevestigingsbericht op het scherm weergegeven. Het ladebevestigingsbericht verschijnt wanneer nieuw papier in de laden wordt geplaatst. De gebruiker moet het formaat en de soort van het nieuwe papier bevestigen.
9 Instellingen Auto lade wisselen Wanneer de toets AAN is geselecteerd, selecteert de toepassing Auto lade wisselen automatisch de papierlade met het papierformaat dat het meest overeenkomt met het papierformaat van het origineel. Dit kan op het scherm Kopiëren – basis worden onderdrukt door de gewenste lade handmatig te selecteren. Wanneer de toets UIT is geselecteerd, wordt de toets Auto lade wisselen op het scherm Kopiëren – basis uitgeschakeld. De ladeselectie is standaard op lade 1 ingesteld.
9 Instellingen Voorinstellingen apparaat Voorinstellingen verkleinen/vergroten Met deze toepassing kan de apparaatbeheerder de 6 standaard verkleiningsof vergrotingsfactoren instellen. Wanneer het venster Voorinstellingen verkleinen/vergroten wordt geopend, worden de standaardpercentages voor verkleinen en vergroten weergegeven. Deze percentages zorgen voor een proportionele verkleining of vergroting van het beeld.
9 Instellingen Voorinstellingen Kopiëren – Basis Met deze toepassing kunnen de 2 standaardpercentages voor verkleinen of vergroten worden gedefinieerd die worden weergegeven in het deelvenster Verkleinen/vergroten van het scherm Kopiëren – basis (zie het onderwerp Voorinstellingen verkleinen/vergroten).
9 Instellingen Standaardinstellingen wijzigen Wijzigt u de standaardinstellingen van de gebruiker, zodat deze met de behoeften van de gebruikers in overeenstemming zijn, dan kan het apparaat gebruiksvriendelijker worden gemaakt en kunnen de effectiviteit en productiviteit worden verhoogd. Duur energiespaarstand instellen Met dit hulpprogramma kan de systeembeheerder instellen hoeveel tijd verstrijkt tussen de stand standby en de stand Laag stroomverbruik.
9 Instellingen Standaardtaal Gebruik deze toepassing om de taal van de gebruikersinterface in te stellen. Standaardwaarden en prioriteitenvolgorde Gebruik deze toepassing om een dienst in de lijst selecteren en gebruik de toetsen om de prioriteit te verhogen of te verlagen. De dienst met de hoogste prioriteit wordt weergegeven als de standaardservice op het apparaat in het pad Toepassingen. De volgende twee diensten worden als toetsen in het pad Toepassingen weergegeven.
9 Instellingen Software Software-reset Met dit hulpprogramma kan de software van het apparaat opnieuw worden ingesteld zonder dat het apparaat hoeft te worden uit- en weer aangezet. Ga naar Hulpprogramma's > Meer > Software-reset Met deze functie kunt u de software van het systeem opnieuw instellen. Selecteer de toets Systeemsoftware resetten.
9 Instellingen Standaardinstellingen voor de door klant vervangbare eenheden Door de klant vervangbare eenheden zijn modules in het apparaat die u wanneer nodig zelf kunt vervangen. Het apparaat controleert het aantal gemaakte kopieën voor onderhoudsdoeleinden. Met deze informatie kunt u de productiviteit van het apparaat en de afdrukkwaliteit beter handhaven. Wanneer een module bijna aan vervanging toe is, wordt er een bericht weergegeven waarin u wordt geadviseerd een nieuwe module te bestellen.
9 Instellingen Ga naar Hulpprogramma's > Meer > Beheer verbruiksartikelen > Bestelbericht voor tonercassette Wanneer Status tonercassette is ingeschakeld, analyseert het apparaat het tonergebruik om het resterende percentage toner te voorspellen. De informatie wordt op het scherm Apparaatstatus – Service-informatie weergegeven.
9 Instellingen Accountadministratie Met Accountadministratie kan de systeembeheerder het gebruik van het apparaat bijhouden en toegang tot de toepassingen regelen. Er zijn vier accountadministratie-opties: • Auditron (alleen op de WorkCentre 4150-configuratie (digitaal kopieerapparaat) beschikbaar.
9 Instellingen Op deze manier kunnen er logboeken van alle kopieer- en faxopdrachten worden bijgehouden. Zo kunnen de kosten bijvoorbeeld bij de afzonderlijke afdelingen of klanten in rekening worden gebracht. Er kunnen grenzen worden gesteld aan het aantal kopieën dat per accounthouder is toegestaan.
9 Instellingen Binnen de auditron kunnen aan meerdere gebruikers beheerdersrechten worden toegewezen. De auditron biedt de mogelijkheid auditrongegevens in rapportvorm af te drukken om het gebruik te onderhouden of te controleren. Auditron instellen Wanneer u de auditron wilt instellen, moet u eerst het gewenste type auditron selecteren. Dit wordt Verificatie genoemd. Na verificatie van de auditron dient de auditron te worden geïnitialiseerd.
9 Instellingen Ga naar Hulpprogramma's > Toegang en accountadministratie > Instelling interne auditron > Auditroninitialisatie 1. Selecteer in het scherm Toegang en accountadministratie de toets Instelling interne auditron. 2. Selecteer de toets Auditroninitialisatie.
9 Instellingen Accountbeheer Het beheer van auditronaccounts vereist het instellen van accounts, de toegangscodes, de limieten en de toegangsniveaus. De accounts kunnen naderhand worden gewijzigd of geïnactiveerd. Gebruikersaccounts en toegangsrechten instellen Het instellen van gebruikersaccounts vereist het instellen van een account, toegangscode, limieten en toegangsrechten.
9 Instellingen De Gebruikerscode en Groepsaccount kunnen worden ingevoerd of gewijzigd door het gewenste invoergebied te selecteren en het nieuwe nummer met de aantaltoetsen te typen. Veld Beschrijving Gebruikerscode De lengte van een geldige gebruikerscode is tussen 3 en 12 tekens. Voorloopnullen en de tekens * en # worden herkend. Als de gebruikerscode niet uniek is, wordt er een bericht weergegeven. Groepsnummer Een geldig groepsnummer heeft een waarde tussen 1 en 255.
9 Instellingen Algemene accounts Het aantal kopieën voor alle algemene accounts kan worden bekeken of op 0 worden ingesteld. Er kan geen limiet aan algemene accounts worden toegewezen. Ga naar Hulpprogramma's > Toegang en accountadministratie > Instelling interne auditron > Algemene auditronaccounts 1. Selecteer de toets Algemene auditronaccounts. De informatie op het scherm heeft betrekking op de momenteel geselecteerde algemene account.
9 Groepsaccounts Instellingen Het aantal kopieën voor alle groepsaccounts kan worden bekeken of op 0 worden ingesteld. Er kan geen limiet aan groepsaccounts worden toegewezen. Ga naar Hulpprogramma's > Toegang en accountadministratie > Instelling interne auditron > Auditron-groepsaccounts 1. Selecteer de toets Auditron-groepsaccounts. De informatie op het scherm heeft betrekking op de momenteel geselecteerde groepsaccount.
9 Instellingen Groepsaccounts en algemene accounts kunnen niet worden geïnactiveerd. Ga naar Hulpprogramma's > Toegang en accountadministratie > Instelling interne auditron > Gebruikersaccounts en toegangsrechten 1. Wanneer u een gebruikersaccount wilt inactiveren, gaat u naar het Hulpprogramma's-pad en selecteert u de toets Gebruikersaccounts en toegangsrechten in het scherm Instelling interne auditron. 2. Selecteer de toets Gebruikersaccounts en toegangsrechten.
9 Auditronaanmelding Instellingen Wanneer de auditron is ingeschakeld, moet u uzelf aanmelden om de toepassingen Kopiëren – Basis en Interne fax te kunnen gebruiken, aangezien de aantallen alleen voor deze toepassingen worden bijgehouden. Alle overige functies zijn vrij toegankelijk. Aan elke gebruiker worden door de auditronbeheerder toegangsrechten en een numerieke toegangscode toegewezen.
9 Instellingen Algemene accounts 1. Als u over een algemene account beschikt, selecteert u de toets Aanmelden bij een algemene account om het scherm Aanmelden met algemene account weer te geven. 2. Gebruik de aantaltoetsen om het nummer van de algemene account in te voeren die u voor deze opdracht wilt gebruiken. 3. Selecteer de toets Invoeren. Er is geen limiet voor het aantal pogingen voor het invoeren van een geldig algemeen accountnummer.
9 Instellingen Auditronafmelding Nadat u een sessie hebt voltooid, dient u uzelf af te melden door op de toets Toegang van het bedieningspaneel te drukken. Het scherm Afmelden Accountadministratie/Verificatie wordt dan geopend. Gebruik dit scherm om uw huidige groepsaccount of algemene account te wijzigen zonder u af te melden.
9 Instellingen Veld Beschrijving Totaal Toont het totaal aantal beelden dat voor de account is bijgewerkt. Deze sessie Toont het aantal beelden voor de huidige sessie. Resterend Toont op basis van de accountlimieten het aantal beelden dat nog met de huidige account kan worden gemaakt. De toets Groepsaccount is altijd beschikbaar. Als u niet bij een groepsaccount bent aangemeld, worden in de tabel de totalen voor uw standaardgroep weergegeven.
9 Instellingen Het rapport toont het totaal aantal kopieën dat door alle gebruikersaccounts, groepsaccounts en algemene accounts is gemaakt sinds de accounts voor het laatst op nul zijn gezet. Afmelden Accountadministratie/Verificatie Als u toegang hebt tot andere groepsaccounts dan de standaard groepsaccount of tot algemene accounts, kunt u uzelf hier aanmelden. U kunt de toets Tellers bekijken gebruiken om de totalen weer te geven voor de accounts waarbij u momenteel bent aangemeld.
9 Instellingen XSA kan via Internetservices, de interne webbrowser van het apparaat, worden ingesteld. Systeembeheerders maken accounts en specificeren limieten voordat gebruikers het apparaat mogen starten. XSA wordt via CentreWare Internetservices geconfigureerd en er is geen extra software voor nodig. Wanneer XSA is ingesteld, moeten gebruikers hun accountdetails op het apparaat invoeren om het apparaat te kunnen gebruiken.
9 Instellingen Op verzoek overschrijven van harde schijf Op verzoek overschrijven van harde schijf is een beveiligingsmaatregel voor klanten die zich zorgen maken over de mogelijkheid dat geheime of persoonlijke documenten onrechtmatig worden opgeroepen en gedupliceerd. Met de toepassing Op verzoek overschrijven van harde schijf kan de systeembeheerder op verzoek alle overgebleven beeldgegevens uit het geheugen van het apparaat verwijderen. Dit proces neemt ongeveer 15 minuten in beslag.
9 Instellingen Apparaattests Als u storingen op het apparaat dient te rapporteren, kan het ondersteuningsteam van het Xerox Welcome Centre u wellicht door de stappen in de volgende apparaattests leiden om de prestaties van het apparaat en het scherm van de gebruikersinterface te controleren. Testpatronen afdrukkwaliteit Gebruik de pijltoetsen om een van de 19 beschikbare testpatronen te selecteren. Selecteer de toets Toepassing om 1-zijdige of 2-zijdige afdrukken van de beschikbare laden te testen.
9 Instellingen 1. Selecteer Start Test om met de test te starten. Raak vervolgens het scherm aan. Als het scherm goed werkt, schakelt het te selecteren gebied telkens als het gebied wordt aangeraakt tussen wit en zwart. 2. Druk op het toetsenblok op 1 om aan te geven dat de test goed is verlopen. Druk op het toetsenblok op 2 om aan te geven dat de test niet goed is verlopen.
9 Instellingen Videogeheugentest Tijdens de Videogeheugentest wordt gecontroleerd of het geheugen dat de video-controller gebruikt, goed functioneert. 1. Selecteer Start Test om met de test te starten. Er verschijnt een bericht dat aangeeft of de test wel of niet is geslaagd. Gebruikersinterface resetten Wanneer de gebruikersinterface opnieuw wordt gestart, begint het apparaat met een zelftest. De gebruikersinterface stopt gedurende een aantal seconden voordat het startproces begint.
9 Instellingen Telefoonnummers voor het Xerox Welcome Centre en verbruiksartikelen De telefoonnummers voor het Xerox Welcome Centre en verbruiksartikelen kunnen worden ingesteld om de gebruiker toegang te verlenen tot nummers en gegevens die van belang zijn om het apparaat zonder oponthoud te laten functioneren.
9 Instellingen Optionele diensten U kunt afhankelijk van uw apparaatconfiguratie wellicht toegang tot de volgende diensten hebben. Met dit hulpprogramma kunt u opties, indien geïnstalleerd, op elk moment in- of uitschakelen. In de meeste gevallen hoeft u het apparaat niet opnieuw te starten. Ga naar Hulpprogramma's > Optionele diensten Netwerkscannen Zie het hoofstuk Netwerkscannen op pagina 73 voor meer informatie over netwerkscannen.
9 Instellingen Serverfax Met de toepassing Serverfax kunnen gebruikers documenten via de telefoonlijn, zonder een speciale telefoonaansluiting voor het apparaat, naar faxapparaten verzenden. Het document wordt naar de faxserver verzonden die het document op zijn beurt naar de door de gebruiker opgegeven bestemmingsfaxnummers verstuurt. Raadpleeg de cd voor systeembeheerders voor meer informatie. Interne fax Wanneer u Interne fax inschakelt, wordt Serverfax (indien ingeschakeld) uitgeschakeld.
9 Instellingen 172 Xerox WorkCentre 4150 Handleiding voor de gebruiker
10 Onderhoud U bereikt optimale prestaties met het apparaat door routineonderhoud uit te voeren. Er worden in dit hoofdstuk instructies gegeven voor alle vereiste onderhoudstaken.
10 Onderhoud Verbruiksartikelen Verbruiksartikelen zijn items op het apparaat die moeten worden aangevuld of vervangen, zoals papier, nietjes en door de klant te vervangen eenheden. Als u Xerox-verbruiksartikelen wilt bestellen, neem dan contact op met de plaatselijke Xerox-vertegenwoordiger. Zorg ervoor dat u de volgende informatie bij de hand hebt: naam van uw bedrijf, productnummer en serienummer van het apparaat.
10 Onderhoud Vervangbare eenheden Er zijn 3 eenheden op het apparaat die door de klant kunnen worden vervangen: • Tonercassette • SMart Kit™-afdrukmodule • Nietjes Er verschijnt een bericht op het aanraakscherm van het apparaat wanneer een van de bovenstaande items dient te worden bijbesteld. Dit bericht is een waarschuwing dat het artikel bijna aan vervanging toe is. U moet een artikel alleen vervangen wanneer er een bericht verschijnt waarin dit wordt opgedragen.
10 Onderhoud 1. Open de klep aan de rechterkant. 2. Open de voorklep. 3. Draai de vergrendelingshendel naar rechts. Vergrendelingshendel 4. Til de vergrendeling op om de tonercassette te bevrijden en verwijder de gebruikte tonercassette vervolgens. Vergrendeling In de instructies die met de nieuwe tonercassette zijn meegeleverd, wordt aangegeven hoe u de gebruikte tonercassette dient weg te gooien. WAARSCHUWING: Installeer alleen de juiste tonercassette van Xerox in het apparaat. 5.
10 Onderhoud 6. Wanneer u de nieuwe tonercassette wilt plaatsen, schuift u de bovenkant van de cassette in de twee groeven aan de bovenkant van de cassettesleuf. 7. Draai de vergrendelingshendel naar links. 8. Sluit de voorklep. 9. Sluit de klep aan de rechterkant. 10.Druk op de toets Bevestigen op het scherm van het apparaat. LAls de voorklep na het plaatsen van een nieuwe tonercassette niet kan worden gesloten, controleert u of de tonercassette correct is geplaatst en vergrendeld.
10 Onderhoud WAARSCHUWING: Verwijder de tonercassette voordat u probeert de SMart Kit™-afdrukmodule te verwijderen. 1. Open de klep aan de rechterkant. 2. Open de voorklep. 3. Draai de vergrendelingshendel naar rechts. Vergrendelingshendel 4. Til de vergrendeling op om de tonercassette te bevrijden en verwijder de tonercassette vervolgens.
10 Onderhoud 5. Knijp in de vergrendelingsklem en verwijder de gebruikte SMart Kit™-afdrukmodule. Vergrendelingsklem 6. Houd de SMart Kit™-afdrukmodule bij u vandaan om morsen van eventuele tonerresten te vermijden en gooi de module weg volgens de instructies die u aantreft in de verpakking van de nieuwe SMart Kit™-afdrukmodule. WAARSCHUWING: Alleen de juiste Xerox SMart Kit™-afdrukmodule in het apparaat plaatsen. 7. Haal de nieuwe SMart Kit™-afdrukmodule uit de verpakking. 8.
10 Onderhoud 1. Open de klep linksvoor. Nieteenheid 2. Gebruik de hendel om de nieteenheid uit het apparaat te trekken. Verwijder de nieteenheid. 3. Til het lege doosje voor nietjes uit de nieteenheid. WAARSCHUWING: Ervoor zorgen dat u de juiste nieteenheid voor het apparaat hebt. Eenheden voor gelijksoortige Xerox-apparaten lijken misschien hetzelfde, maar WERKEN NIET in uw apparaat. 4. Haal het nieuwe doosje met nietjes uit de verpakking. 5. Plaats het doosje met nietjes in de nieteenheid. 6.
10 Onderhoud Apparaat reinigen WAARSCHUWING: NOOIT organische of sterke chemische oplosmiddelen of reinigingsmiddelen in een spuitbus voor het reinigen van het apparaat gebruiken. NOOIT vloeistof direct op een oppervlak gieten. Verbruiksartikelen en reinigingsmiddelen uitsluitend gebruiken op de in deze documentatie beschreven wijze. Alle reinigingsmaterialen buiten het bereik van kinderen houden. WAARSCHUWING: NOOIT schoonmaakmiddelen in spuitbussen onder druk op of in dit apparaat gebruiken.
10 Onderhoud Het bedieningspaneel en het aanraakscherm Reinig het aanraakscherm en het bedieningspaneel regelmatig om deze vrij te houden van stof en vuil. Wanneer u vingerafdrukken en vegen wilt verwijderen, reinigt u het aanraakscherm en het bedieningspaneel als volgt: 1. Gebruik een zachte, niet-pluizende doek, licht bevochtigd met water. 2. Veeg het hele gebied schoon, inclusief het aanraakscherm. 3. Veeg eventuele resten weg met een schone doek of papieren doekje.
11 Specificaties Dit hoofdstuk bevat de specificaties voor het apparaat. Gebruik de specificaties hieronder om uzelf vertrouwd te maken met de mogelijkheden van het apparaat. Het apparaat voldoet aan strenge specificaties en eisen voor goedkeuring en certificering. Deze specificaties zijn opgesteld om de veiligheid van gebruikers te waarborgen en om ervoor te zorgen dat het apparaat volledig functioneel is.
11 Specificaties Apparaatspecificaties Apparaatconfiguraties Toepassing Specificatie Hardwareconfiguratie Processor DAOD of klep van de glasplaat Papierladen 1-4 en handmatige invoer Opvangbak of afwerkeenheid Afmetingen van het apparaat Zonder afwerkeenheid: breedte 498 x diepte 390 x hoogte 284 mm Met afwerkeenheid: breedte 726 x diepte 390 x hoogte 300 mm Gewicht van het apparaat 45 kilo zonder afwerkeenheid 65 kilo met afwerkeenheid Toegang Vanaf voorzijde en beide zijkanten Kopieersnelheid
11 Lade 5 (handmatige invoer) Specificaties Toepassing Specificatie Invoercapaciteit Circa 100 vellen bankpostpapier van 80 g/m2 Papiergewichten 60 tot 90 g/m2 Papierformaten B5 – KKE tot 11" x 14" US Legal (176 mm x 250 mm tot 279 mm x 356 mm) Auto-formaatdetectie Ja OPMERKING: De papierstapel mag niet hoger zijn dan 10 mm AOD Toepassing Specificatie Invoercapaciteit Circa 50 vellen bankpostpapier van 80 g/m2 Papiergewichten 50 tot 105 g/m2 Papierformaten B5 – KKE tot 11" x 14" US Lega
11 Specificaties Elektrische specificaties 186 Toepassing Specificatie Frequentie 50/60 Hz Spanning 110 – 127 VAC en 220 – 240 VAC Stroomverbruik Maximumgemiddelde – 1,33 KVA (bij 110 VAC), 1,524 KVA (bij 127 VAC), 1,76 KVA (bij 220 VAC), 1,92 KVA (bij 240 VAC) Xerox WorkCentre 4150 Handleiding voor de gebruiker
11 Specificaties Toepassingsspecificaties Faxen Toepassing Specificatie Overdrachtsnelheid fax Automatische terugval: 33,6 Kbps Type telefoonlijn Standaard analoge openbaar geschakelde telefoonlijn of gelijkwaardig Compatibiliteit Super G3, ECM, G3 Maximale resolutiecapaciteit 406 x 392 dpi Standaard faxgeheugen 16 MB Effectieve scanbreedte 208 mm Maximale afdrukbreedte 216 mm Beeldcompressie JBIG, MH, MR, MMR Opnieuw kiezen (pogingen/intervallen) 0 tot 14 pogingen/1 tot 25 minuten Goe
11 Specificaties Scannen OPMERKING: (alleen beschikbaar op Xerox WorkCentre 4150s, 4150x en 4150xf). Toepassing Specificatie Type verbinding Standaard Ethernet (802.11b via derden) Snelheid CCD/45 bpm Max.
12 Problemen oplossen De kwaliteit van de afdrukken en kopieën kan door verschillende factoren worden beïnvloed. Volg voor optimale resultaten de onderstaande richtlijnen op: • Plaats het apparaat nooit in direct zonlicht of in de buurt van een warmtebron zoals een radiator. • Voorkom abrupte veranderingen in de omgeving van het apparaat.
12 Problemen oplossen Storingen verhelpen Wanneer er een papierstoring optreedt, biedt het scherm instructies om de storing te verhelpen. Volg de instructies op het scherm om de storing te verhelpen. OPMERKING: Afdrukken die voor het verhelpen van de storing zijn verwijderd, worden automatisch opnieuw afgedrukt zodra de papierstoring is verholpen. Papierstoringen Op het scherm met de storingsinformatie wordt de plaats van de papierstoring aangegeven.
12 Problemen oplossen 1. Open de kleppen van het apparaat en gebruik de groene hendels en knoppen zoals aangegeven om het vastgelopen papier te verwijderen. 2. Zorg ervoor dat alle hendels die worden gebruikt om papierstoringen te verhelpen in de juiste positie worden teruggezet. Documentstoringen 1. Verwijder alle documenten van de AOD en de glasplaat. 2. Leg de documenten weer in dezelfde volgorde als bij het begin van de opdracht en plaats ze vervolgens opnieuw.
12 Problemen oplossen Storingen in de nieteenheid Op het scherm met de storingsinformatie worden problemen met de nieteenheid aangegeven. 1. Open de klep linksvoor. 2. Trek aan de hendel om de nieteenheid uit het apparaat te verwijderen. 3. Til de voorklep van de nieteenheid op. WAARSCHUWING: Scherpe objecten. Voorkom letsel. 4. Verhelp de storing in de nieteenheid. 5. Laat de voorklep van de nieteenheid zakken. 6. Zorg ervoor dat de nieteenheid met de juiste kant naar boven wordt geplaatst.
12 Problemen oplossen Fout- en storingscodes Als er een storing in het apparaat optreedt of als het apparaat onjuist wordt gebruikt, wordt er een bericht op het scherm van de gebruikersinterface weergegeven waarin de aard van de fout wordt aangegeven. Volg de instructies op het scherm om de fout te corrigeren. Als de storing zich blijft voordoen, zet u het apparaat uit en weer aan. Als het probleem zich blijft voordoen, belt u het Xerox Welcome Centre.
12 Problemen oplossen Vervangbare eenheden 194 Fouten en storingen Beschrijving Oplossing Toner bijna op Tonercassette is bijna leeg. Open de zijklep en de voorklep aan de rechterkant. Verwijder de tonercassette en schud deze voorzichtig. Wanneer u dit doet, kan het afdrukken tijdelijk worden hervat. Plaats de tonercassette terug. Bestel een tonercassette. Toner op Tonercassette is leeg. Open de zijklep en de voorklep aan de rechterkant. Vervang de tonercassette door een nieuwe tonercassette.
12 Fouten en storingen Beschrijving Afwerkeenheid Papierstoring in de DAOD Problemen oplossen Oplossing afwerkeenheid Het kopieerpapier is in de afwerkeenheid vastgelopen. Open de voorklep van de afwerkeenheid en verwijder het vastgelopen papier in het gebied van de afwerkeenheid en de fuser. Volle opvangbak Opvangbak is vol. Verwijder afdrukken uit de opvangbak. Nietcassette niet geplaatst Nietcassette is niet geplaatst. Plaats de nietcassette. Klep open Klep afwerkeenheid is open.
12 196 Problemen oplossen Xerox WorkCentre 4150 Handleiding voor de gebruiker
Index Audio lijnmonitor, Fax-instellingen 134 Auditron Numeriek 2-zijdig kopiëren 44 2-zijdig scannen, E-mail 99 Aanmelding 159 Accountbeheer 154 Afmelding 161 Algemene accounts 151 Alle tellers op nul zetten 153 Gebruikersaccounts 151 Gebruikerstoegang 158 Groepsaccounts 151 Initialisatie 152 Master-account 151 Pad-opties 159 Tellers bekijken 161 Verificatie 152 A Accountadministratie Auditron 150 Extern interfaceapparaat 164 Netwerkaccountadministratie 163 Xerox standaard accountadministratie Achter
Index E J Junk-fax, Instellingen Faxontvangst 138 Elektrische specificaties Frequentie 186 Stroomverbruik 186 Voltage 186 K E-mailen/fax doorsturen, Instellingen Faxontvangst 137 Externe code, Instellingen Faxontvangst 138 Externe fax pollen, Faxen 69 Externe mailbox pollen, Faxen 69 Kader wissen, Randen wissen 48 Kantlijnverschuiving, Beeldverschuiving 49 Katern maken 49 Kiesopties Handmatig kiezen 60 Kiestekens 61 Kiezen via toetsen 60 Opnieuw kiezen 61 Snelkiezen 61 Verzendlijst 61 F Faxrapporten
Index P T Prioriteit verzenden, faxen 65 Tekst verzendkopregel 135 Telefoonnummers voor Xerox Welcome Centre en verbruiksartikelen 169 Tot rand scannen, E-mail 103 R Rapporten, Auditron 162 Reinigen Bedieningspaneel/aanraakscherm DAOD en opvangbak 182 Glasplaat 181 182 Resolutie, E-mail 102 Resolutie, Faxen 62 Rugwit, Randen wissen 48 U Uitgesteld verzenden, Faxen 66 V S Vertraging Auto antwoorden, Instellingen Faxontvangst 136 Vervangen Scheidingsvellen transparanten 50 Serverfax 54 Snelkiezen,
Index 200 Xerox WorkCentre 4150 Handleiding voor de gebruiker