Operation Manual

Xerox WorkCentre 4118 Handleiding voor de gebruiker Pagina 5-11
Fax (alleen 4 in 1 model)
Fax/geheugen
z Gebruiken om
een fax vanuit
het geheugen te
verzenden.
Nr. Gebruiken om het
faxnummer van het
externe apparaat in
te voeren.
¾ Druk op [Menu/Afsluiten].
¾ Gebruik de navigatietoetsen om
[Faxtoepassingen] te selecteren en druk
op [Invoeren].
¾ Selecteer [Fax/geheugen] en druk op [Invoeren].
¾ Voer het faxnummer van het externe apparaat in.
Druk op [Invoeren].
¾ Nog een nummer? verschijnt. Voer, indien nodig,
nog een nummer in en druk op [Invoeren].
¾ Wanneer alle nummers zijn ingevoerd worden
de originelen gescand en in het geheugen
opgeslagen. De fax wordt vervolgens vanuit het
geheugen verzonden.
Uitgesteld
z Gebruiken om
een bepaald
tijdstip in te
stellen waarop
de fax moet
worden
verzonden.
z Wanneer er
meer dan een
fax in het
geheugen van
de fax is
opgeslagen,
verschijnt het
statusbericht
Uitgesteld.
¾ Druk op [Menu/Afsluiten].
¾ Gebruik de navigatietoetsen om
[Faxtoepassingen] te selecteren en druk
op [Invoeren].
¾ Selecteer [Uitgesteld] en druk op [Invoeren].
¾ Voer het faxnummer in met de aantaltoetsen of
via snelkiezen en druk op [Invoeren]. Voer, indien
nodig, nog een nummer in. Selecteer [Nee]
wanneer alle nummers zijn ingevoerd en druk
op [Invoeren].
¾ Voer een naam in voor de opdracht en druk
vervolgens op [Invoeren].
¾ Op het scherm verschijnt het huidige tijdstip. Voer
een tijdstip in voor de uitgestelde fax en druk
op [Invoeren].
Indien u een tijdstip eerder dan het huidige tijdstip
instelt, dan wordt het document de volgende dag
op het ingestelde tijdstip verzonden.
De originelen worden naar het geheugen gescand
voor verzending.