Operation Manual

Faxen
144 Xerox
®
WorkCentre
®
3655-multifunctionele printer
Handleiding voor de gebruiker
Zo voegt u een ontvanger toe aan het apparaatadresboek m.b.v. de faxfunctie:
1. Druk op het bedieningspaneel van de printer op de toets Startpagina Functies.
2. Als u een faxadresboekvermelding wilt toevoegen, selecteert u Fax.
3. Selecteer het veld Faxnummer invoeren en voer met het toetsenbord op het aanraakscherm
het nummer in.
4. Voeg de ontvanger toe aan het adresboek door op Nieuw contact maken te klikken. Het
pictogram Nieuw contact maken verschijnt als een blauw boekje met een groen plusteken (+).
5. Selecteer Nieuw contact maken.
6. Voer een van de volgende handelingen uit om contactinformatie in te voeren:
Voer de naam in die in het adresboek moet verschijnen.
U kunt naam en bedrijfsgegevens toevoegen voor het nieuwe item, rechts naast het veld
Contactpersoon, door op de knop i te drukken. Voer een naam in het veld Voornaam,
Achternaam of Bedrijf in en druk op OK.
Als u een e-mailadres wilt invoeren voor de contactpersoon, drukt u op het veld rechts van het
groene faxpictogram. Voer het adres met het toetsenbord op het aanraakscherm in.
Als u een Internetfaxnummer wilt invoeren voor de contactpersoon, druk dan op het veld
rechts van het blauw Internetfaxpictogram. Gebruik de alfanumerieke toetsen om het
nummer in te voeren.
Opmerkingen:
De eerste vermelding in een van de velden wordt de weergavenaam voor de
contactgegevens.
Het eerder ingevoerde faxnummer wordt rechts van het groene faxpictogram weergegeven.
7. Als u een contactpersoon favoriet wilt maken, rechts naast de velden voor het algemene
adresboek, E-mail, Fax of Internetfax, klikt u op het bijbehorende sterretje.
8. Druk op OK om de gegevens van de contactpersoon in het apparaatadresboek op te slaan.
Favorieten in het apparaatadresboek bewerken of verwijderen
1. Druk op het bedieningspaneel van de printer op de toets Startpagina Functies.
2. Selecteer E-mail of Internetfax.
3. Afhankelijk van de printerinstellingen wordt één van de twee opties weergegeven. Selecteer
Apparaatadresboek of Netwerkadresboek.
4. Selecteer onder Namen een naam van een contactpersoon.
5. Druk op Gegevens.
6. Als u de weergavenaam van de contactpersoon wilt wijzigen, druk dan op de knop i, bewerk de
informatie in de velden en druk op OK.
7. Selecteer het veld recht van het e-mailpictogram om het e-mailadres in te voeren. Voer het adres
met het toetsenbord op het aanraakscherm in.
8. Als u een faxnummer wilt invoeren voor de contactpersoon, druk dan op het veld rechts van het
groene faxpictogram. Gebruik de alfanumerieke toetsen om het nummer in te voeren.
9. Als u een Internetfaxnummer wilt invoeren voor de contactpersoon, druk dan op het veld rechts
van het blauw Internetfaxpictogram. Gebruik de alfanumerieke toetsen om het nummer in te
voeren.
10. Als u een contactpersoon favoriet wilt maken, rechts naast de velden voor het algemene
adresboek, E-mail, Fax of Internetfax, klikt u op het bijbehorende sterretje.
11. Druk op OK om de gegevens van de contactpersoon in het apparaatadresboek op te slaan.