Operation Manual
Table Of Contents
- Veiligheid
 - Toepassingen
 - Installatie en instellingen
- Overzicht van installatie en instellingen
 - Een plaats kiezen voor de printer
 - De printer aansluiten
 - Netwerkinstellingen configureren
 - Scannen inschakelen op de printer
 - De software installeren
- Vereisten van besturingssysteem
 - De printerdrivers op een Windows-netwerkprinter installeren
 - De printerdrivers voor een Windows USB-printer installeren
 - Printerdrivers installeren - Macintosh OS X versie 10.5 en later
 - Scandrivers voor Macintosh installeren
 - Drivers en hulpprogramma's installeren - UNIX en Linux
 - Overige drivers
 
 - De printer installeren als een apparaat voor webservices
 
 - Papier en ander afdrukmateriaal
- Ondersteund papier
- Aanbevolen media
 - Papier bestellen
 - Algemene richtlijnen voor het plaatsen van papier
 - Papier dat de printer kan beschadigen
 - Richtlijnen voor papieropslag
 - Ondersteunde papiersoorten en -gewichten
 - Ondersteunde standaard papierformaten
 - Ondersteunde papiersoorten en -gewichten voor automatisch 2-zijdig afdrukken
 - Ondersteunde standaard papierformaten voor automatisch 2-zijdig afdrukken
 - Ondersteunde aangepaste papierformaten
 
 - Papier plaatsen
 - Papier in de handmatige invoer plaatsen
 - Op speciaal papier afdrukken
 
 - Ondersteund papier
 - Bezig met afdrukken
- Afdrukken - overzicht
 - Afdrukopties selecteren
 - Afdrukfuncties
- Op beide zijden van het papier afdrukken
 - Richting
 - Papieropties voor afdrukken selecteren
 - Modus Briefhoofd duplex inschakelen
 - Meerdere pagina's op één vel papier afdrukken
 - Katernen afdrukken
 - Afdrukkwaliteit
 - Lichtheid
 - Watermerken afdrukken
 - Schalen
 - Spiegelbeelden afdrukken
 - Afdrukken vanaf een USB-stick
 - Speciale opdrachttypen afdrukken
 
 - met aangepaste papierformaten
 
 - Kopiëren
 - Bezig met scannen
- Originelen plaatsen om te scannen
 - Scannen naar een USB-stick
 - Scannen naar een map op een Windows-computer die via USB is aangesloten
 - Scannen naar een map op een Macintosh-computer die via USB is aangesloten
 - Scannen naar een gedeelde map op een netwerkcomputer
 - Scannen naar een e-mailadres
 - Scannen naar WSD (Web Services on Devices)
 - Beelden scannen naar een applicatie op een computer die via USB is aangesloten
 - Scaninstellingen aanpassen
 
 - Faxen
- De printer configureren voor faxen
 - Documenten plaatsen voor faxen
 - Fax vanaf de printer verzenden
 - Uitgestelde fax verzenden
 - Een voorblad met een fax verzenden
 - Fax vanaf uw computer verzenden
 - Een beveiligde fax afdrukken
 - Een extern faxapparaat pollen
 - Handmatig verzenden, ontvangen of pollen met OpHaak
 - Het faxadresboek bewerken
- Contactpersonen aan het faxadresboek toevoegen of bewerken in CentreWare Internet Services
 - Groepen aan het faxadresboek toevoegen of bewerken in CentreWare Internet Services
 - Contactpersonen aan het faxadresboek toevoegen of bewerken op het bedieningspaneel
 - Groepen aan het faxadresboek toevoegen of bewerken op het bedieningspaneel
 - Het hulpprogramma Adresboek-editor gebruiken
 
 
 - Onderhoud
- De printer reinigen
 - Verbruiksartikelen bestellen
 - De printer beheren
- Aantal pagina's controleren
 - Papiersoort aanpassen
 - De transfereenheid aanpassen
 - De fuser aanpassen
 - De densiteit aanpassen
 - Grafieken afdrukken
 - De ontwikkelaar reinigen
 - De transfereenheid reinigen
 - De toner bijvullen
 - Het NVM initialiseren
 - De afdrukkenteller initialiseren
 - De transfereenheid op nul zetten
 - De fuser opnieuw instellen
 - Opslag wissen
 - Apparaatgeheugen wissen
 - De hoogte aanpassen
 - Elektrostatisch geheugen verminderen
 - Behandeling spookbeelden inschakelen
 - Opdrachthistorie wissen
 - Het aanraakscherm aanpassen
 - De printer verplaatsen
 
 
 - Problemen oplossen
- Algemene problemen oplossen
- Printer gaat niet aan
 - De printer stelt zichzelf vaak opnieuw in of schakelt vaak uit
 - Printer drukt niet af
 - Het afdrukken duurt te lang
 - Document wordt uit de verkeerde lade afgedrukt
 - Problemen met automatisch dubbelzijdig afdrukken
 - De printer maakt vreemde geluiden
 - Papierlade kan niet worden gesloten
 - Er is condensatie opgetreden in de printer
 
 - Papierstoringen
 - Help-informatie
 
 - Algemene problemen oplossen
 - Specificaties
 - Informatie over regelgeving
- Basisregelgeving
 - Regelgeving met betrekking tot het kopiëren van documenten
 - Regelgeving met betrekking tot het faxen van documenten
 - Veiligheidsinformatiebladen
 
 - Recycling en weggooien
 
Onderhoud 
138  Xerox
®
 WorkCentre
®
 3615 multifunctionele zwart-wit printer 
  Handleiding voor de gebruiker 
4.  Selecteer Fuser bijstellen. 
5.  Druk op de vermelding van het papier dat moet worden bijgesteld, op (-) of (+) en daarna op OK. 
De densiteit aanpassen 
Met de functie Densiteit aanpassen regelt u hoeveel toner er voor het afdrukken wordt gebruikt. U 
kunt de densiteit aanpassen naar lichter om toner te besparen, en naar zwaarder om uw afdrukken 
beter zichtbaar (vet) te maken. Met een positieve aanpassing worden de afdrukken donkerder, en met 
een negatieve aanpassing worden de afdrukken lichter. U kunt deze optie ook gebruiken als 
compensatie voor verschillende papiersoorten en diktes. 
De densiteit aanpassen: 
1.  Druk op de toets Apparaatstatus op het bedieningspaneel van de printer. 
2.  Druk op Hulpprogramma's en druk op Beheerinstell. 
3.  Selecteer Serviceprogramma's. 
4.  Raak Densiteit aanpassen aan. 
5.  Raak de gewenste instelling voor densiteit aan van donkerder naar lichter en druk vervolgens op 
OK. 
Grafieken afdrukken 
Met de functie Grafieken worden verschillende grafieken afgedrukt die u kunt gebruiken voor het 
helpen oplossen van afdrukproblemen. 
Een grafiek afdrukken: 
1.  Druk op de toets Apparaatstatus op het bedieningspaneel van de printer. 
2.  Druk op Hulpprogramma's en druk op Beheerinstell. 
3.  Selecteer Serviceprogramma's. 
4.  Selecteer Grafiek. 
5.  Selecteer een optie: 
−  Pitch-grafiek: drukt een paginagrote halftoongrafiek en een pitch-meetgrafiek af die als 
liniaal kan worden gebruikt om de afstand tussen herhalende defecten te meten. Om te 
bepalen welk onderdeel het defect veroorzaakt, vergelijkt u de halftoongrafiek of uw 
afdrukvoorbeeld met de maten die op de grafiek worden weergegeven. 
−  Volledige pagina effen: drukt een 1-zijdige of 2-zijdige effen zwarte grafiek af die u kunt 
gebruiken om variaties in densiteit waar te nemen. 
−  Uitlijngrafiek: drukt een uitlijngrafiek voor afbeeldingen af die u kunt gebruiken om de 
uitlijning van afbeeldingen op de pagina te controleren. 
6.  Selecteer Afdrukken. 
De ontwikkelaar reinigen 
Met de functie Ontwikkelaar reinigen wordt de motor van de ontwikkelaar gestart en de toner in de 
tonercassette geschud. Met Ontwikkelaar reinigen kunt toner uit een cassette reinigen vlak voordat u 
deze gaat vervangen, of de toner verversen nadat u een tonercassette hebt vervangen. 
De ontwikkelaars reinigen: 
1.  Druk op de toets Apparaatstatus op het bedieningspaneel van de printer. 
2.  Druk op Hulpprogramma's en druk op Beheerinstell. 
3.  Selecteer Serviceprogramma's. 










