Operation Manual

Inleiding
Xerox WorkCentre 3550
Handleiding voor de gebruiker
64
Inleiding
Met de scantoepassing zet u tekst en afbeeldingen om in digitale bestanden die u op uw computer
kunt opslaan of naar een opslagplaats kunt sturen. Uw apparaat kan via USB of een netwerk scannen
naar een computer of server, of rechtstreeks naar een USB-geheugenapparaat. Voor de toepassing
Scannen zijn de volgende opslagopties beschikbaar:
USB: met deze optie kunt u een beeld scannen en opslaan op een USB-geheugenapparaat dat in
de USB-poort is geplaatst.
Lokale PC: deze optie wordt gebruikt als het apparaat via een USB-kabel op een PC is
aangesloten. Voordat deze optie kan worden gebruikt, moet de scannerdriver op de computer
worden geïnstalleerd. De gescande gegevens worden vervolgens opgeslagen in de map Mijn
documenten op de verbonden computer.
Netwerk-PC: met deze optie worden de gescande gegevens opgeslagen op een netwerk-PC in de
map Mijn documenten.
SMB: hiermee kunt u een beeld scannen en naar een gedeelde map op een SMB-server sturen.
FTP: hiermee kunt u een beeld scannen en naar een FTP-server sturen.
Raadpleeg de Handleiding voor de systeembeheerder voor informatie over het instellen en
configureren van de functie Scannen.
Scanmethoden
Met uw apparaat kunt u op de volgende manieren beelden scannen met gebruik van een lokale
verbinding:
TWAIN: de communicatie tussen de computersoftware en het scanapparaat wordt geregeld door
TWAIN-drivers. Als u een beeld scant, wordt de geselecteerde toepassing gestart zodat u het
scanproces kunt beheren. U kunt deze functie gebruiken via een lokale verbinding of een
netwerkverbinding.
Raadpleeg Scannen met TWAIN op pagina 72.
WIA: staat voor Windows Images Acquisition. Om deze functie te kunnen gebruiken, moet uw
computer via een USB-kabel met het apparaat zijn verbonden.
Raadpleeg Scannen met de WIA-driver op pagina 73.