Operation Manual

Problemen oplossen
Xerox WorkCentre 3550
Handleiding voor de gebruiker
185
Problemen met papierinvoer
Probleem Voorgestelde oplossing
Papier loopt vast tijdens het
afdrukken.
Verwijder het vastgelopen papier. (Zie Papierstoringen op pagina 174.)
Papier kleeft aan elkaar. Controleer de maximale papiercapaciteit van de lade. (Zie Papiertoe-
voer op pagina 207.)
Zorg dat u een geschikte papiersoort gebruikt. (Zie Soorten afdrukmate-
riaal op pagina 134.)
Haal het papier uit de lade en buig het of waaier het uit.
In vochtige omstandigheden kunnen bepaalde papiersoorten aan
elkaar blijven kleven.
Invoerprobleem met een aantal
vellen tegelijk.
Er kan niet meer dan één papiersoort tegelijk in de lade worden
geplaatst. Plaats alleen papier van hetzelfde soort en hetzelfde formaat
en gewicht.
Afdrukpapier wordt niet
ingevoerd.
Verwijder eventuele verstoppingen in het apparaat.
Het papier werd niet goed in de lade gelegd. Verwijder het papier en
plaats het op de juiste manier in de lade.
Er ligt te veel papier in de lade. Verwijder het teveel aan papier.
Het papier is te dik. Gebruik alleen papier dat aan de specificaties voor
het apparaat voldoet. (Zie Papiertoevoer op pagina 207.)
Gebruik de handmatige invoer als u speciaal papier gebruikt.
Als een origineel niet wordt ingevoerd in het apparaat, moet de rubber-
mat van de AOD mogelijk worden vervangen. Neem contact op met het
Xerox Welcome Centre.
Het papier blijft vastlopen. Er ligt te veel papier in de lade. Verwijder het teveel aan papier. Gebruik
de handmatige invoer als u speciaal papier gebruikt.
U gebruikt een verkeerde papiersoort. Gebruik alleen papier dat aan de
specificaties voor het apparaat voldoet. (Zie Soorten afdrukmateriaal
op pagina 134.)
Er zitten mogelijk materiaalresten in het apparaat. Open de voorklep en
de tonercassette en verwijder eventuele resten. Plaats de tonercassette.
Als een origineel niet wordt ingevoerd in het apparaat, moet de rubber-
mat van de AOD mogelijk worden vervangen. Neem contact op met het
Xerox Welcome Centre.
Transparanten plakken aan
elkaar in de papieruitvoer.
Gebruik alleen transparanten die speciaal voor laserprinters zijn
bedoeld. Verwijder elke transparant zodra deze is uitgevoerd.
Enveloppen trekken scheef of
worden niet goed ingevoerd.
Zorg dat de papiergeleiders aan beide kanten van de envelop goed zijn
ingesteld (ze moeten de envelop net raken).