Operation Manual

Problemen oplossen_83
Kopieerproblemen
Vouwen of kreuken Plaats het papier op de juiste manier in de
lade.
Controleer de papiersoort en de kwaliteit van
het papier. Zie pagina 34.
Draai de papierstapel in de lade om. Probeer
ook eens het papier 180° te draaien in de
lade.
Achterkant van
afdrukken is vuil
Een tonercassette lekt mogelijk. Reinig de
binnenkant van het apparaat. Zie pagina 65.
Effen kleur of zwarte
pagina’s
Mogelijk is de printercassette niet goed
geplaatst. Verwijder de cassette en plaats
deze opnieuw.
Mogelijk is de printercassette defect en moet
ze worden vervangen. Verwijder de
printercassette en plaats een nieuwe.
Zie pagina 68.
Het apparaat moet mogelijk worden
gerepareerd. Neem contact op met de
klantenservice.
Losse toner Reinig de binnenkant van het apparaat.
Zie pagina 65.
Controleer de papiersoort en de kwaliteit van
het papier. Zie pagina 34.
Verwijder de printercassette en plaats een
nieuwe. Zie pagina 68.
Lost dit het probleem niet op, dan moet het
apparaat mogelijk worden hersteld. Neem
contact op met de klantenservice.
Openingen in tekens Letters worden onvolledig afgedrukt omdat er
witte plekken verschijnen op plaatsen die zwart
zouden moeten zijn:
Als dit probleem optreedt bij transparanten,
probeert u een ander soort transparant.
Omwille van de samenstelling van de
transparanten zijn enkele onvolledige tekens
normaal.
Misschien drukt u af op de verkeerde kant
van het papier. Verwijder het papier en draai
het om.
Het papier voldoet mogelijk niet aan de
papierspecificaties. Zie pagina 34.
TOESTAND VOORGESTELDE OPLOSSINGEN
A
A
Horizontale strepen Controleer bij horizontale zwarte strepen of
vegen het volgende:
Mogelijk is de printercassette niet goed
geplaatst. Verwijder de cassette en plaats
deze opnieuw.
Misschien is de printercassette defect.
Verwijder de printercassette en plaats een
nieuwe. Zie pagina 68.
Lost dit het probleem niet op, dan moet het
apparaat mogelijk worden hersteld. Neem
contact op met de klantenservice.
Krullen Als het afgedrukte papier opkrult of als het
papier niet wordt ingevoerd, doet u het
volgende:
Draai de papierstapel in de lade om.
Probeer ook eens het papier 180° te draaien
in de lade.
Stel de resolutie van de printer anders in en
probeer het opnieuw. Ga naar de
printereigenschappen, klik op het tabblad
Papier en stel het type in op Dun papier.
Raadpleeg Software voor meer informatie.
Gerbuik de functie Papier stapel..
Zie pagina 39.
Er verschijnt
voortdurend een
onbekende
afbeelding op enkele
vellen, er zit losse
toner op de afdruk,
of de afdruk is te
licht of vuil.
Waarschijnlijk gebruikt u de printer op een
hoogte van 1.000 meter of meer.
Dergelijke hoogten kunnen de afdrukkwaliteit
beïnvloeden (bijv. losse toner of lichte afdruk).
U kunt deze optie instellen in de eigenschappen
van het printerstuurprogramma op het tabblad
Hulpprogramma Printerinstellingen of
Printer. Zie pagina 30.
TOESTAND VOORGESTELDE OPLOSSINGEN
Kopieën zijn te licht
of te donker.
Gebruik Tonersterkte om de achtergrond van
kopieën lichter of donkerder te maken.
Vegen, strepen of
vlekken op de
kopieën.
•Gebruik Tonersterkte om de achtergrond
van uw kopieën lichter of donkerder te
maken, als de fout zich op het origineel
bevindt.
Als het origineel geen afwijkingen vertoont,
moet u de scannereenheid reinigen.
Zie pagina 66.
Kopie staat scheef. Zorg ervoor dat het origineel op de glasplaat
ligt met de bedrukte zijde naar onder en in de
automatische documentinvoer met de
bedrukte zijde naar boven.
Controleer of het kopieerpapier op de juiste
manier in het apparaat werd geplaatst.
Afgedrukte kopieën
zijn blanco.
Zorg ervoor dat het origineel op de glasplaat ligt
met de bedrukte zijde naar onder en in de
automatische documentinvoer met de bedrukte
zijde naar boven.
TOESTAND VOORGESTELDE OPLOSSINGEN
AaBbCc
AaBbCc
AaBbCc
AaBbCc
AaBbCc