Operation Manual

62 _Gebruik van een USB-flashgeheugen
5. Druk op Start .
Ongeacht de toets die u indrukt, wordt de kleurenmodus bepaald zoals
ingesteld. (Zie "Aangepast scannen naar USB" op pagina 62.)
Uw apparaat begint het origineel te scannen en vraagt daarna of u een
andere pagina wilt scannen.
6. Druk op OK als Ja verschijnt om meer pagina’s te scannen. Plaats een
origineel en druk op Start .
Ongeacht de toets die u indrukt, wordt de kleurenmodus bepaald zoals
ingesteld. (Zie "Aangepast scannen naar USB" op pagina 62.)
Of druk op de pijl-links/rechts om Nee te selecteren en druk vervolgens
op OK.
Na het scannen kunt u het USB-geheugenapparaat uit het apparaat
verwijderen.
Aangepast scannen naar USB
U kunt het formaat, de grootte en de kleurenmodus van afbeeldingen
instellen telkens als u ze naar een USB-geheugenapparaat scant.
1. Druk op Scannen/E-mail .
2. Druk op Menu tot Scanfunctie op de onderste regel op het display
verschijnt, en druk op OK.
3. Druk op OK wanneer USB-geheugen verschijnt.
4. Druk op de pijl-links/rechts tot de instellingsoptie verschijnt en druk
vervolgens op OK.
U kunt de volgende opties instellen:
Scanformaat: hiermee stelt u de afbeeldingsgrootte in.
•Oorspr. type:
hiermee stelt u het documenttype van het origineel in.
Resolutie: hiermee stelt u de afbeeldingsresolutie in.
Scankleur: hiermee stelt u de kleurenmodus in. Als u Mono
selecteert in deze optie, kunt u JPEG niet selecteren in
Scanindeling.
Scanindeling: hiermee stelt u de bestandsindeling in waarin de
afbeelding moet worden opgeslagen. Als u TIFF of PDF selecteert,
hebt u de mogelijkheid om meerdere pagina’s te scannen. Als u
JPEG selecteert in deze optie, kunt u Mono niet selecteren in
Scankleur.
5. Druk op de pijl-links/rechts tot de gewenste status verschijnt en druk
vervolgens op OK.
6. Herhaal stappen 4 en 5 om andere opties in te stellen.
7. Druk zodra u klaar bent op Stop/Clear om terug te keren naar
gereedmodus.
U kunt de standaardscaninstellingen wijzigen. Zie pagina 47 voor meer
informatie.
Afdrukken vanaf een USB-geheugenapparaat
U kunt bestanden die opgeslagen zijn op een USB-geheugenapparaat
rechtstreeks afdrukken. U kunt TIFF-, BMP-, JPEG-, PDF- en PRN-
bestanden afdrukken.
Bestandstypen die de door de optie Rechtstreeks afdrukken worden
ondersteund:
PRN: compatibel met Xerox PCL 6.
U kunt PRN-bestanden maken door het selectievakje Afdrukken naar
bestand in te schakelen wanneer u een document afdrukt. Het
document wordt dan niet afgedrukt, maar als een PRN-bestand
opgeslagen. Alleen PRN-bestanden die op deze wijze zijn gemaakt,
kunnen rechtstreeks vanuit het USB-geheugen worden afgedrukt.
Raadpleeg Software om te weten hoe u een PRN-bestand moet maken.
BMP: BMP niet-gecomprimeerd
TIFF: TIFF 6.0 Baseline
JPEG: JPEG Baseline
PDF: PDF 1.4 en ouder (alleen WorkCentre 3220)
Om een document af te drukken vanaf een
USB-geheugenapparaat
1. Sluit een USB-geheugenapparaat aan op de USB-geheugenpoort van
uw apparaat.
2. Druk op Direct USB .
Uw apparaat detecteert automatisch het geheugenapparaat en leest de
gegevens in die erop zijn opgeslagen.
3. Druk op de pijl-links/rechts tot USB-afdruk verschijnt en druk
vervolgens op OK.
4. Druk op de pijl-links/rechts tot de gewenste map of het gewenste
bestand verschijnt en druk vervolgens op OK.
Als D voor de naam van een map staat, bevinden er zich één of meer
bestanden of mappen in de geselecteerde map.
5. Als u een bestand hebt geselecteerd, gaat u door met de volgende stap.
Als u een map hebt geselecteerd, drukt op de pijl-links/rechts tot het
gewenste bestand verschijnt.
6. Druk op de pijl-links/rechts om het aantal afdrukken te selecteren of in te
voeren.
7. Druk op Start om het geselecteerde bestand af te drukken.
Nadat het bestand is afgedrukt wordt u op het display gevraagd of u nog
iets wilt afdrukken.
8. Druk op OK wanneer Ja verschijnt voor een andere afdruktaak en
herhaal de procedure vanaf stap 2.
Of druk op de pijl-links/rechts om Nee te selecteren en druk vervolgens
op OK.
9. Druk op Stop/Clear om terug te keren naar gereedmodus.
Voor het afdrukken kunt u het papierformaat en de lade kiezen.
(Zie "Papierformaat en -type instellen" op pagina 40.)