Operation Manual
40 _Originelen en afdrukmateriaal plaatsen
Papierformaat en -type instellen
Nadat u het papier in de lade hebt geplaatst moet u het papierformaat en
-type instellen met behulp van de toetsen op het bedieningspaneel. Deze
instellingen zijn van toepassing op de kopieer- en faxmodus. Als u afdrukt
vanaf een computer, selecteert u het papierformaat en de papiersoort in het
desbetreffende programma.
1. Druk op Menu tot Systeeminst. op de onderste regel op het display
verschijnt en druk op OK.
2. Druk op de pijl-links/rechts tot Papierinstel. verschijnt en druk
vervolgens op OK.
3. Druk op OK wanneer Papierformaat verschijnt.
4. Druk op de pijl-links/rechts tot de gewenste papierlade verschijnt en druk
op OK.
5. Druk op de pijl-links/rechts tot het gewenste papierformaat verschijnt en
druk op OK.
6. Druk op de pijl-links/rechts tot Type papier verschijnt en druk
vervolgens op OK.
7. Druk op de pijl-links/rechts tot de gewenste papierlade verschijnt en druk
op OK.
8. Druk op de pijl-links/rechts tot de gebruikte papiersoort verschijnt en
druk op OK.
9. Druk op Stop/Clear om terug te keren naar gereedmodus.