Operation Manual
36 _Originelen en afdrukmateriaal plaatsen
Formaten van afdrukmedia die in elke modus
worden ondersteund
Richtlijnen voor het kiezen en bewaren van
afdrukmaterialen
Houd de volgende richtlijnen in acht bij de keuze van papier, enveloppen of
andere afdrukmaterialen:
• Gebruik alleen afdrukmaterialen die beantwoorden aan de specificaties
op pagina 35.
• Als u probeert af te drukken op vochtig, gekruld, gekreukeld of
gescheurd papier, kan dit papierstoringen en een slechte afdrukkwaliteit
tot gevolg hebben.
• Voor een optimale afdrukkwaliteit gebruikt u uitsluitend hoogwaardig
kopieerpapier dat speciaal wordt aanbevolen voor laserprinters.
• Vermijd de volgende afdrukmaterialen:
- papier met reliëf, perforaties of een oppervlak dat te ruw of te glad is,
- wisbaar bankpostpapier,
- kettingpapier,
- synthetisch papier en warmtegevoelig papier,
- zelfdoorschrijvend en calqueerpapier.
Bij het gebruik van deze papiersoorten kan het papier vastlopen, kunnen
er chemicaliën vrijkomen en kan de printer schade oplopen.
• Laat afdrukmaterialen in hun verpakking tot u ze gebruikt. Bewaar ze op
pallets of planken, niet op de vloer. Plaats geen zware voorwerpen
bovenop het papier, ongeacht of het zich in de verpakking bevindt.
Vermijd vocht of andere omstandigheden waardoor het papier kan gaan
krullen of kreuken.
• Bewaar ongebruikte afdrukmaterialen op een temperatuur tussen 15 °C
en 30 °C. De relatieve luchtvochtigheid moet tussen 10% en 70% liggen.
• Bewaar ongebruikte afdrukmaterialen in een vochtbestendige
verpakking, zoals een plastic doos of zak om te voorkomen dat het
papier door vocht en stof wordt aangetast.
• Plaats speciale afdrukmedia vel per vel in de lade voor handmatige
invoer om papierstoringen te vermijden.
• U kunt voorkomen dat afdrukmaterialen, zoals transparanten en vellen
met etiketten, aan elkaar blijven kleven door elk vel te verwijderen zodra
het is afgedrukt.
Richtlijnen voor speciale afdrukmaterialen
MODUS FORMAAT INVOER
Kopieermodus Letter, A4, Legal,
Oficio, US Folio,
Executive, JIS B5,
A5, A6
• lade 1
• optionele lade 2
• handmatige invoer
Afdrukmodus Het apparaat
ondersteunt alle
formaten
• lade 1
• optionele lade 2
• handmatige invoer
Faxmodus Letter, A4, Legal • lade 1
• optionele lade 2
Dubbelzijdig
afdrukken
a
a.Alleen 75 tot 90 g/m
2
bankpostpapier.
Letter, A4, Legal,
US Folio, Oficio
• lade 1
• optionele lade 2
• handmatige invoer
TYPE
AFDRUK-
MATERIAAL
RICHTLIJNEN
Enveloppen • Of enveloppen goed worden bedrukt is afhankelijk
van de kwaliteit van de enveloppen. Houd bij de
keuze van enveloppen rekening met de volgende
factoren:
- Gewicht: het gewicht van het enveloppenpapier
mag niet meer dan 90 g/m
2
bedragen om te
vermijden dat er een papierstoring optreedt.
- Ontwerp: voor het afdrukken moeten de
enveloppen plat worden gelegd. Ze mogen niet
meer dan 6 mm omkrullen en mogen geen lucht
bevatten.
- Toestand: de enveloppen mogen niet gekreukt,
gescheurd of anderszins beschadigd zijn.
- Temperatuur: u moet enveloppen gebruiken die
bestand zijn tegen de hitte en druk die tijdens het
afdrukproces in het apparaat ontstaan.
• Gebruik alleen goed gevormde enveloppen met
scherpe vouwen.
• Gebruik geen afgestempelde enveloppen.
• Gebruik geen enveloppen met sluithaakjes,
knipsluitingen, vensters, gecoate binnenbekleding,
zelfklevende sluitingen of andere synthetische
materialen.
• Gebruik geen beschadigde enveloppen of
enveloppen van slechte kwaliteit.
• Controleer of de naad aan beide uiteinden van de
envelop helemaal doorloopt tot in de hoek.
1 Aanvaardbaar
2 Onaanvaardbaar
• Enveloppen met een verwijderbare strip of met
meer dan één zelfklevende vouwbare klep moeten
van een kleefmiddel zijn voorzien dat gedurende
0,1 seconde bestand is tegen de fixeertemperatuur
van het apparaat. Raadpleeg de specificaties van
uw apparaat voor de fixeertemperatuur (zie
pagina 92). De extra kleppen en strips kunnen
kreuken, scheuren en papierstoringen veroorzaken
en kunnen zelfs de fixeereenheid beschadigen.
• Voor de beste afdrukkwaliteit plaatst u de marges
niet dichter dan 15 mm van de rand van de envelop.
• Druk niet af op de plaats waar de naden van de
envelop samenkomen.