Operation Manual

Aan de slag_31
Datum en tijd instellen
De huidige datum en tijd worden weergegeven op het display wanneer het
apparaat is ingeschakeld en klaar is voor gebruik. Op al uw faxberichten
worden de datum en de tijd afgedrukt.
1. Druk op Menu tot Systeeminst. op de onderste regel op het display
verschijnt, en druk op OK.
2. Druk op OK wanneer Apparaatinst. verschijnt.
3. Druk op de pijl-links/rechts tot Datum en tijd verschijnt en druk
vervolgens op OK.
4. Voer de juiste tijd en datum in met behulp van het numeriek klavier.
Maand = 01 tot 12
Dag = 01 tot 31
Jaar = vereist vier cijfers
Uur = 01 tot 12 (12-uursnotatie)
00 tot 23 (24-uursnotatie)
Minuut = 00 tot 59
U kunt ook de pijl-links/rechts gebruiken om de cursor onder het
nummer te plaatsen dat u wilt corrigeren. Daarna kunt u een nieuw
nummer invoeren.
5. Druk op
*, # of een willekeurige cijfertoets om VM of NM te selecteren
voor de 12-uursnotatie.
Als de cursor niet onder de VM of NM-indicator staat, kunt u de cursor
onmiddellijk naar de indicator verplaatsen door op
* of #-toets te
drukken.
U kunt de klok ook instellen op de 24-uursnotatie (voorbeeld: 01:00 NM
wordt dan weergegeven als 13:00). Raadpleeg het volgende hoofdstuk
voor meer informatie.
6. Druk op OK om datum en tijd op te slaan.
Als u een verkeerd cijfer hebt ingevoerd verschijnt er Buiten bereik en
gaat het apparaat niet door met de volgende stap. Voer in dat geval het
juiste cijfer in.
7. Druk op Stop/Clear om terug te keren naar gereedmodus.
De kloknotatie wijzigen
U kunt uw apparaat zo instellen dat de tijd wordt weergegeven in de
12-uursnotatie of de 24-uursnotatie.
1. Druk op Menu tot Systeeminst. op de onderste regel op het display
verschijnt, en druk op OK.
2. Druk op OK wanneer Apparaatinst. verschijnt.
3. Druk op de pijl-links/rechts tot Klokmodus verschijnt en druk vervolgens
op OK.
4.
Druk op de pijltoetsen om de andere modus te selecteren en druk op
OK
.
5. Druk op Stop/Clear om terug te keren naar gereedmodus.
De standaardmodus wijzigen
Uw apparaat werd vooraf ingesteld op faxmodus. U kunt de
standaardmodus afwisselend instellen op faxmodus en kopieermodus.
1. Druk op Menu tot Systeeminst. op de onderste regel op het display
verschijnt, en druk op OK.
2. Druk op OK wanneer Apparaatinst. verschijnt.
3. Druk op de pijl-links/rechts tot Standaardmodus verschijnt en druk
vervolgens op OK.
4. Druk op de pijltoetsen tot de standaardmodus verschijnt en druk
vervolgens op OK.
5. Druk op Stop/Clear om terug te keren naar gereedmodus.
Geluiden instellen
U kunt de volgende geluidsinstellingen aanpassen:
Toetsgeluid: schakelt het geluid van de toetsen aan of uit. Als deze
optie ingesteld is op Aan
, hoort u een geluid telkens wanneer er een
toets wordt ingedrukt.
Waarsch.geluid: schakelt het alarmsignaal aan of uit. Als deze optie
ingesteld is op Aan
, hoort u een alarmsignaal wanneer er een fout
optreedt of na verzending van een fax.
Luidspreker: schakelt weergave van geluiden van de telefoonlijn via de
luidspreker (bijvoorbeeld een kiestoon of een faxsignaal) aan of uit. Als
deze optie is ingesteld op Communicatie, wat "Normaal" betekent, blijft
de luidspreker aan tot het andere apparaat reageert.
Belsignaal: stelt het volume van de beltoon in. Het beltoonvolume kunt
u instellen op Uit, Laag, Midden of Hoog.
Luidspreker, beltoon, toetsgeluid en alarmgeluid
1. Druk op Menu tot Systeeminst. op de onderste regel op het
display verschijnt, en druk op OK.
2. Druk op de pijl-links/rechts tot Geluid/Volume verschijnt en druk
vervolgens op OK.
3. Druk op de pijl-links/rechts tot de geluidsoptie verschijnt en druk
vervolgens op OK.
4. Druk op de pijl-links/rechts tot de gewenste status of het gewenste
volume voor het geselecteerde geluid verschijnt en druk vervolgens
op OK.
5. Herhaal indien nodig de stappen 3 tot en met 5 om andere geluiden
in te stellen.
6. Druk op Stop/Clear om terug te keren naar gereedmodus.
Luidsprekervolume
1. Druk op On Hook Dial . U hoort een kiestoon uit de
luidspreker.
2. Druk op de pijl-links/rechts tot u het gewenste volume hoort.
3. Druk op Stop/Clear om de wijziging op te slaan en terug te keren
naar gereedmodus.
Tekens via het numerieke toetsenblok invoeren
U zult voor verschillende taken namen en nummers moeten invoeren. Bij de
installatie van uw apparaat moet u bijvoorbeeld uw naam of de naam van
uw bedrijf en uw faxnummer invoeren. Wanneer u faxnummers of
e-mailadressen in het geheugen opslaat, kunt u ook de bijhorende namen
invoeren.
Alfanumerieke tekens invoeren
1. Als u gevraagd wordt om een letter in te voeren zoekt u de toets met
het gewenste teken. Druk een aantal keren op deze toets tot de
gewenste letter op het display verschijnt.
Om bijvoorbeeld de letter O in te voeren, drukt u op 6 waarop MNO
staat afgebeeld.
Elke keer dat u op 6 drukt, verschijnt op het display een andere
letter, M, N, O, m, n, o en tot slot 6.
U kunt speciale tekens invoeren, zoals een spatie, plus-teken
enzovoort. Meer informatie vindt u in het gedeelte hieronder.
De datumnotatie kan verschillen van land tot land.
U kunt het volume regelen met behulp van On Hook Dial .
U kunt het volume van de luidspreker alleen wijzigen als de
telefoonlijn open is.