Operation Manual

Aan de slag_27
Macintosh
Linux
Het netwerk installeren
U moet de netwerkprotocollen installeren op het apparaat om het te kunnen
gebruiken als netwerkprinter. U kunt de basisnetwerkinstellingen opgeven
via het bedieningspaneel van het apparaat.
Inleiding
Zodra u de printer met behulp van een RJ-45 Ethernet-kabel op een
netwerk hebt aangesloten kunt u de printer met andere netwerkgebruikers
delen.
U moet de netwerkprotocollen installeren op het apparaat om het te kunnen
gebruiken als netwerkprinter. Protocollen kunnen op de volgende twee
manieren worden ingesteld:
Via netwerkbeheerprogramma’s
U kunt de instellingen van de afdrukserver van uw apparaat
configureren en het apparaat beheren met behulp van de volgende
meegeleverde programma’s:
CentreWare IS
: CentreWare Internet Services is de ingebouwde
HTTP-servertoepassing in WorkCentre 3220 of WorkCentre 3210.
CentreWare Internet Services laat beheerders toe om systeem- en
netwerkinstellingen op WorkCentre 3210 of WorkCentre 3210 aan te
passen conform hun bureaubladinstellingen. De gebruiker zal het
IP-adres van WorkCentre 3220of WorkCentre 3210 nodig hebben om
toegang te krijgen tot CWIS. Een groot aantal functies die beschikbaar
zijn in CentreWare Internet Services vereisen een gebruikersnaam en
wachtwoord van de beheerder. De standaardgebruikersnaam is
admin
en het standaardwachtwoord
1111
. Een gebruiker hoeft tijdens
een browsersessie de gebruikersnaam en het wachtwoord maar één
keer in te voeren.
Met deze ingebouwde webserver kunt u:
- de netwerkparameters voor het apparaat configureren zodat u een
verbinding kunt maken met diverse netwerkomgevingen,
- e-mailinstellingen aanpassen en een adresboek installeren voor
scannen naar e-mail,
- instellingen voor afdrukken, kopiëren en faxen aanpassen.
SetIP: hulpprogramma waarmee u een netwerkinterface kunt
selecteren en handmatig IP-adressen kunt configureren voor gebruik
met het TCP/IP-protocol. Raadpleeg Software. U kunt alleen de
IPv4-instelling voor SetIP gebruiken.
Via het bedieningspaneel
U kunt de volgende basisnetwerkparameters instellen via het
bedieningspaneel van het apparaat:
TCP/IP configureren
EtherTalk configureren
Ondersteunde besturingssystemen
De volgende tabel toont de netwerkomgevingen die het apparaat
ondersteunt:
BESTURINGS-
SYSTEEM
VEREISTEN (AANBEVOLEN)
PROCESSOR RAM
VRIJE
HDD-
RUIMTE
Mac OS X
10.3 ~ 10.4
Intel-
processor
Power PC
G4/G5
128 MB voor een
Mac op basis van
Power PC
(512 MB)
512 MB voor een
Mac op basis van
Intel (1 GB)
1 GB
Mac OS X 10.5 Intel-
processor
867 MHz of
snellere
Power PC
G4/G5
512 MB (1 GB) 1 GB
ONDERDEEL VEREISTEN
Besturingssysteem RedHat 8.0, 9.0 (32 bit)
RedHat Enterprise Linux WS 4, 5 (32/64 bit)
Fedora Core 1 ~ 7 (32/64 bit)
Mandrake 9.2 (32 bit), 10.0, 10.1 (32/64 bit)
Mandriva 2005, 2006, 2007 (32/64 bit)
SuSE Linux 8.2, 9.0, 9.1 (32 bit)
SuSE Linux 9.2, 9.3, 10.0, 10.1, 10.2 (32/64 bit)
SuSE Linux Enterprise Desktop 9, 10 (32/64 bit)
Ubuntu 6.06, 6.10, 7.04 (32/64 bit)
Debian 3.1, 4.0 (32/64 bit)
Processor Pentium IV 2,4 GHz (IntelCore2)
RAM 512 MB (1.024 MB)
Vrije HDD-ruimte 1 GB (2 GB)
U moet een swap-partitie van minstens 300 MB maken om met
grote gescande afbeeldingen te kunnen werken.
Het Linux-stuurprogramma voor de scanner ondersteunt de
maximale optische resolutie.
ONDERDEEL VEREISTEN
Netwerkinterface Ethernet 10/100 Base-TX
Netwerkbesturingssysteem Windows 2000/XP/2003/Vista
Diverse Linux-besturingssystemen
Mac OS 10.3 ~ 10.5