Operation Manual

Uw printer gebruiken met een Macintosh
40
Het IP-adres van uw printer verschijnt in
Printer List (Printerlijst)
en wordt ingesteld als standaardprinter.
9
Klik op
Add (Toevoegen)
.
Voor een via USB aangesloten Macintosh
1
Volg de aanwijzingen op "Software voor Macintosh installeren" op
pagina 38 om het PPD-bestand en de filterbestanden op uw
computer te installeren.
2
Open de map
Programma's
en kies
Utilities (Hulpprogramma’s)
en
Print Setup Utility (Hulpprogramma printerinstellingen)
.
Voor MAC OS 10.5: open Systeemvoorkeuren in de map
Programma's en klik op Afdrukken en faxen.
3
Klik op
Add (Toevoegen)
in de
Printer List (Printerlijst)
.
Voor MAC OS 10.5: klik op het pictogram
+
, waarna een
venster verschijnt..
4
Voor MAC OS 10.3: selecteer het tabblad
USB
.
Voor MAC OS 10.4: klik op Standaardkiezer en zoek de
USB-verbinding.
Voor MAC OS 10.5: klik op Standaard en zoek de USB-
verbinding..
5
Selecteer
de naam van uw printer
.
6
MAC OS 10.3: Als de automatische selectiefunctie niet goed werkt,
selecteert u
Xerox
bij
Printer Model (Printermodel)
en de
naam
van uw printer
bij
Model Name (Modelnaam)
.
MAC OS 10.4: Als de automatische selectiefunctie niet goed
werkt, selecteert u
Xerox
bij Print Using(Druk af via) en de
naam van uw printer
bij Model (Model).
Selecteer als de automatische selectiefunctie niet goed werkt
bij MAC OS 10.5 Selecteer besturingsbestand… en de
naam van uw printer in Print Using(Druk af via).
Uw printer verschijnt in
Printer List (Printerlijst)
en wordt
ingesteld als standaardprinter.
7
Klik op
Add (Toevoegen)
.
Installatieopties
Nadat u de printer hebt ingesteld, kunt u een aantal gedetailleerdere
opties instellen.
1
Open de map
Programma's
en kies
Utilities (Hulpprogramma’s)
en
Print Setup Utility (Hulpprogramma printerinstellingen)
Voor MAC OS 10.5: open Systeemvoorkeuren in de map
Programma's en klik op Afdrukken en faxen.
2
Selecteer het model van uw printer.
3
Klik op
Show Info
.
Klik voor MAC OS 10.5 op Options & Supplies....
4
Selecteer het tabblad
Installatieopties
.
Selecteer het tabblad Driver voor MAC OS 10.5.
5
Configureer alle items in het venster
Installatieopties
.
Lade n
: Als het apparaat een optionele lade n heeft, moet u
de naam van de lade controleren.
Duplex-eenheid: Als het apparaat een duplex-eenheid heeft,
moet u dit item controleren.
Printergeheugen: Als u extra printergeheugen hebt
geïnstalleerd, moet u de grootte van het geheugen
configureren.
6
Selecteer
Apply Change
.