Operation Manual
Problemen oplossen_79
Andere problemen oplossen
In het onderstaande overzicht vindt u een aantal mogelijke problemen met 
de bijhorende oplossingen. Voer de stappen uit in de aangegeven volgorde 
tot het probleem is verholpen. Neem contact op met de klantenservice als 
het probleem zich blijft voordoen.
Papierinvoer
Toner op
T
De printercassette is 
leeg. Het apparaat drukt 
niet meer af.
Druk op OK om van het 
bericht naar Stop of 
Doorgaan te schakelen.
W Stop X
U kunt met de pijl-links/
rechts de optie Stop of 
Doorgaan kiezen. 
Als u Stop kiest door op 
het bedieningspaneel op 
OK te drukken, stopt het 
apparaat met afdrukken. 
Als u Doorgaan kiest, 
gaat het apparaat door 
met afdrukken, maar 
kan de afdrukkwaliteit 
niet worden 
gegarandeerd. 
Als u geen keuze maakt, 
reageert het apparaat 
alsof Stop is 
geselecteerd.
Vervang de 
printercassette door een 
nieuwe. Zie pagina 68. 
Uitvoerbak 
Open/sluit klep
De uitvoerlade van het 
apparaat zit vol met 
papier.
Verwijder papier. Open 
de voorklep en sluit ze 
weer.
Verbindingsfout De verbinding met de 
SMTP-server is mislukt.
Controleer de 
serverinstellingen en de 
netwerkkabel.
Vervang toner
T
Dit bericht verschijnt 
tussen de status Toner 
op en de status Toner 
bijna op.
Vervang de 
printercassette door een 
nieuwe. Zie pagina 68.
Verzendfout
(DNS)
Er is een probleem met 
de DNS-server.
Configureer de DNS-
instellingen.
Verzendfout
(POP3)
Er is een probleem met 
de POP3-server.
Configureer de POP3-
instellingen.
Verzendfout
(SMTP)
Er is een probleem met 
de SMTP-server.
Kies een beschikbare 
server.
Verzendfout
(VERIFICATIE)
Er is een probleem met 
de SMTP-verificatie.
Configureer de 
verificatie-instellingen.
Verzendfout
(verk. config.)
Er is een probleem met 
de 
netwerkinterfacekaart.
Configureer uw 
netwerkinterfacekaart op 
de juiste manier.
Voer nogmaals in U hebt een item 
gekozen dat niet 
beschikbaar was.
Voer het juiste item 
opnieuw in.
BERICHT BETEKENIS
VOORGESTELDE 
OPLOSSINGEN
TOESTAND VOORGESTELDE OPLOSSINGEN
Papier loopt vast 
tijdens afdrukken.
Verwijder het vastgelopen papier. Zie pagina 73.
Papier kleeft aan 
elkaar.
• Zorg dat er niet te veel papier in de lade ligt. De 
lade kan tot 250 vellen papier bevatten, 
afhankelijk van de papierdikte.
• Zorg dat u een geschikte papiersoort gebruikt. 
Zie pagina 40.
• Haal het papier uit de lade en buig het of 
waaier het uit.
• In vochtige omstandigheden kunnen bepaalde 
papiersoorten aan elkaar blijven kleven.
Invoerprobleem met 
een aantal vellen 
tegelijk.
• Er kan niet meer dan één papiersoort tegelijk in 
de lade worden geplaatst. Plaats alleen papier 
van dezelfde soort en hetzelfde formaat en 
gewicht.
• Als het papier is vastgelopen doordat er meer 
vellen tegelijk zijn ingevoerd, verwijdert u deze. 
Zie pagina 73.
Afdrukpapier wordt 
niet ingevoerd.
• Verwijder eventuele verstoppingen in het 
apparaat.
• Het papier werd niet goed in de lade geplaatst. 
Verwijder het papier en plaats het op de juiste 
manier in de lade.
• Er ligt te veel papier in de lade. Verwijder het 
teveel aan papier.
• Het papier is te dik. Gebruik alleen papier dat 
aan de specificaties van het apparaat voldoet. 
Zie pagina 34.
• Als het origineel niet door het apparaat gaat, is 
de rubbermat van de ADI mogelijk aan 
vervanging toe. Zie pagina 69.
Het papier blijft 
vastlopen.
• Er ligt te veel papier in de lade. Verwijder het 
teveel aan papier. Gebruik de lade voor 
handmatige invoer als u op speciaal materiaal 
afdrukt.
• U gebruikt een verkeerde papiersoort. Gebruik 
alleen papier dat aan de specificaties van het 
apparaat voldoet. Zie pagina 34.
• Er zitten mogelijk materiaalresten in het 
apparaat. Open de voorklep en verwijder de 
resten.
• Als het origineel niet door het apparaat gaat, is 
de rubbermat van de ADI mogelijk aan 
vervanging toe. Zie pagina 69.
Enveloppen trekken 
scheef of worden 
niet goed 
ingevoerd.
Zorg dat de papiergeleiders aan weerskanten van 
de envelop goed zijn ingesteld (ze moeten de 
envelop net raken).










