Operation Manual
Windows PostScript-stuurprogramma (WorkCentre 3220)
25
5 Windows PostScript-
stuurprogramma 
(WorkCentre 3220)
Dit onderwerp is van belang als u het PostScript-stuurprogramma op de 
cd-rom van het systeem wilt gebruiken om een document af te drukken.
PPD's bieden in combinatie met het PostScript-stuurprogramma 
toegang tot de printerfuncties en stellen de computer ertoe in staat 
om met de printer te communiceren. Een installatieprogramma voor 
de PPD's vindt u op de bijgeleverde software-cd-rom. 
In dit hoofdstuk treft u de volgende onderwerpen aan:
Printerinstellingen
Via het venster met printereigenschappen hebt u toegang tot alle opties 
die u nodig hebt wanneer u de printer gebruikt. Als de printereigenschappen 
worden weergegeven, kunt u de instellingen die u voor de afdruktaak 
nodig hebt, controleren en wijzigen. 
Hoe het venster met de printereigenschappen er uitziet, hangt 
af van het besturingssysteem. In deze softwarehandleiding wordt 
het eigenschappenvenster van Windows XP weergegeven.
Het venster 
Eigenschappen
 van het printerstuurprogramma in de 
gebruikershandleiding verschilt mogelijk van het venster dat u ziet, 
omdat dit afhankelijk is van de gebruikte printer.
NB
:
• De meeste Windows-toepassingen zullen de in het printerstuurprogramma 
opgegeven instellingen opheffen. Daarom raden wij u aan eerst 
de afdrukinstellingen in de softwaretoepassing te wijzigen en alleen 
instellingen die u daar niet vindt aan te passen in het 
printerstuurprogramma. 
• Deze instellingen gelden zolang u het programma niet afsluit. 
Als u wilt dat uw wijzigingen permanent behouden blijven,
brengt u ze aan in de map Printers. 
• De volgende procedure geldt voor Windows XP. Zie de 
gebruikershandleiding of on line Help van Windows voor andere 
Windows-besturingssystemen.
1. Klik op de knop Start van Windows.
2. Selecteer Printers en faxapparaten.
3. Selecteer het pictogram van het printerstuurprogramma.
4. Klik met de rechtermuisknop op het pictogram van het print-
erstuurprogramma en selecteer Voorkeursinstellingen 
voor afdrukken. 
5. Wijzig de instellingen op elk tabblad en klik op OK.
Geavanceerd
Als u de geavanceerde opties wilt gebruiken, klikt u op de knop 
Geavanceerd
.
• Papier/uitvoer: met deze optie selecteert u het papierformaat in 
de lade.
• Grafisch: met deze optie regelt u de afdrukkwaliteit voor 
specifieke afdruktaken.
• Documentopties: met deze opties stelt u de PostScript-opties 
of -printerfuncties in.
De Help-functie
U kunt klikken op   in de rechterbovenhoek van het venster en 
vervolgens op een instelling. 










