Phaser® 6280 Kleurenlaserprinter Color Printer Phaser 6280 Gebruikershandleiding User Guide ®
Publicatierechten voorbehouden op basis van de auteursrechten in de Verenigde Staten. De inhoud van deze publicatie mag op generlei wijze worden gereproduceerd zonder toestemming van Xerox Corporation.
Inhoudsopgave Inhoudsopgave 1 Printergegevens Gebruikersveiligheid. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8 Elektrische veiligheid . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8 Laserveiligheid . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Inhoudsopgave 3 Netwerkinstellingen - Basis Overzicht van netwerkinstellingen en configuratie. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 32 Een verbindingsmethode kiezen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 33 Verbinding maken via Ethernet (aanbevolen) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 33 Verbinding maken via USB . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Inhoudsopgave Afdrukken op speciale media . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Afdrukken op transparanten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Afdrukken op enveloppen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Afdrukken op labels . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Inhoudsopgave 7 Problemen oplossen Papierstoringen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 115 Papierstoringen voorkomen en oplossen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 115 Papierstoringen in lade 1 (MPT). . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 116 Papierstoringen in de papierlade . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Printergegevens In dit hoofdstuk worden de volgende onderwerpen behandeld: • • • • • Gebruikersveiligheid op pagina 8 Printerspecificaties op pagina 14 Informatie over regelgeving op pagina 15 Veiligheidsinformatieblad op pagina 17 Recycling en weggooien van producten op pagina 18 Phaser® 6280-printer 7 1
Gebruikersveiligheid Gebruikersveiligheid De printer en de aanbevolen verbruiksartikelen zijn getest en voldoen aan strikte veiligheidsnormen. Als u de volgende informatie in acht neemt, bent u verzekerd van een ononderbroken veilige werking van uw printer. Elektrische veiligheid • • • • • Gebruik het netsnoer dat bij de printer wordt geleverd. Sluit het netsnoer van de printer rechtstreeks aan op een stopcontact dat op de juiste wijze is geaard.
Gebruikersveiligheid Opmerking: Laat de printer aan staan voor optimale prestaties. Dit vormt geen gevaar voor de veiligheid. Als de printer echter gedurende een langere periode niet zal worden gebruikt, moet u de printer uitschakelen en de stekker uit het stopcontact halen. De volgende situaties vormen een gevaar voor uw veiligheid: • • • Het netsnoer is beschadigd of gerafeld. Er is vloeistof in de printer terechtgekomen. De printer is blootgesteld aan water.
Gebruikersveiligheid De luchtvochtigheid mag maximaal 70 procent zijn bij 32° C en de temperatuur mag maximaal 28° C zijn bij een luchtvochtigheid van 85 procent. Opmerking: Plotselinge temperatuurverschillen kunnen van invloed zijn op de afdrukkwaliteit. Als een koude ruimte snel wordt verwarmd, kan dit zorgen voor condens in het apparaat, hetgeen direct van invloed is op de beeldoverdracht.
Gebruikersveiligheid Terwijl de printer bezig is met afdrukken: • • • Verwijder nooit een papierinvoerlade die u via het printerstuurprogramma of het bedieningspaneel als papierbron hebt geselecteerd. Open de kleppen niet. Verplaats de printer niet. Printerverbruiksartikelen • • Gebruik de verbruiksartikelen die speciaal voor deze printer zijn ontworpen. Het gebruik van materialen die niet geschikt zijn, kan slechte prestaties en gevaarlijke situaties als gevolg hebben.
Gebruikersveiligheid • • Til de printer altijd met twee personen op. Til de printer altijd op bij de daarvoor aangewezen plaatsen. 24.5 kg 54 lb. 6280-040 • Tijdens het dragen mag de printer niet worden gekanteld. Let op: Kantel de printer niet meer dan 10 graden naar voren/achteren of naar links/rechts. Als de printer meer dan 10 graden wordt gekanteld, kan de inhoud uit de verbruiksartikelen in de printer stromen. Opmerking: De achterkant van deze printer is zwaarder dan de voorkant.
Gebruikersveiligheid Veiligheidssymbolen die zich op het product bevinden Wees voorzichtig (of vestigt de aandacht op een bepaald onderdeel). Raadpleeg de handleiding(en) voor meer informatie. Heet oppervlak op of in de printer. Wees voorzichtig zodat u lichamelijk letsel kunt voorkomen. Het kan 30 minuten duren voordat de fuser is afgekoeld. Raak het item niet aan.
Printerspecificaties Printerspecificaties Item Inhoud Afmetingen 400 (B) × 490 (D) × 473 (H) mm Gewicht Printer: 24,4 kg, inclusief printercassettes Invoerlade voor 550 vel (optie): 7,9 kg Duplexeenheid (optie): 1 kg Opwarmtijd Maximaal 20 seconden (wanneer de stroom wordt ingeschakeld, temperatuur: 22°C) Het elektrische systeem van de printer is echter gereed binnen 10 seconden nadat de printer is ingeschakeld.
Informatie over regelgeving Informatie over regelgeving Dit product is getest aan de hand van standaarden voor elektromagnetische emissie en immuniteit. Deze standaarden zijn ontworpen om storingen te beperken die door dit product worden veroorzaakt of worden ontvangen in een normale kantooromgeving. Verenigde Staten (FCC-regelgeving) Deze apparatuur is getest en voldoet aan de normen voor een digitaal apparaat in categorie B conform Deel 15 van de FCC-regels.
Informatie over regelgeving Europese Unie Het CE-merk op dit product symboliseert de verklaring van conformiteit van Xerox met de volgende van toepassing zijnde richtlijnen van de Europese Unie vanaf de aangegeven data: • • 12 december 2006: Richtlijn betreffende laagspanning 2006/95/EC 15 december 2004: Richtlijn betreffende elektromagnetische compatibiliteit 2004/108/EC Dit product is niet gevaarlijk voor de consument of de omgeving als het wordt gebruikt volgens de gebruikersinstructies.
Veiligheidsinformatieblad Veiligheidsinformatieblad Voor veiligheidsinformatiebladen met betrekking tot de Phaser 6280-printer gaat u naar: • • Verenigde Staten en Canada: www.xerox.com/msds Europese Unie: www.xerox.com/environment_europe Voor de telefoonnummers van het Center voor klantenondersteuning, gaat u naar www.xerox.com/office/contacts.
Recycling en weggooien van producten Recycling en weggooien van producten Europese Unie Sommige apparatuur kan zowel thuis als in een zakelijke omgeving worden gebruikt. Huishoudelijk en thuisgebruik Dit symbool op uw apparatuur betekent dat u deze apparatuur niet bij het normale huisvuil mag zetten. In overeenstemming met de Europese wetgeving moeten elektrische en elektronische apparaten waarvan de levensduur is verlopen, gescheiden van het huishoudelijke afval worden weggegooid.
Recycling en weggooien van producten Noord-Amerika Xerox heeft een programma opgezet voor het terugnemen en hergebruiken/recyclen van apparatuur. Neem contact op met uw Xerox-dealer (1-800-ASK-XEROX in de Verenigde Staten) om te bepalen of dit Xerox-product in het programma is opgenomen. Voor meer informatie over de milieuprogramma's van Xerox gaat u naar www.xerox.com/environment.
2 Printerfuncties In dit hoofdstuk worden de volgende onderwerpen behandeld: • • • • • • Belangrijkste onderdelen met bijbehorende functies op pagina 21 Bedieningspaneel op pagina 25 Energiebesparing op pagina 27 De status van de afdrukgegevens controleren op pagina 28 Configuratie van optionele accessoires en papierlade-instellingen bekijken op pagina 29 Meer informatie op pagina 30 Phaser® 6280-printer 20
Belangrijkste onderdelen met bijbehorende functies Belangrijkste onderdelen met bijbehorende functies In dit gedeelte worden de volgende onderwerpen behandeld: • • • Vooraanzicht op pagina 21 Achteraanzicht op pagina 22 Binnenaanzicht op pagina 22 Vooraanzicht 2 1 3 4 5 6 7 8 6280-001 1. Voorklep A 2. Uitvoerlade 3. Bedieningspaneel 4. Knop A om de voorklep te openen 5. Aan/uit-schakelaar 6. Lade 1 (MPT) 7. Lade 2 8.
Belangrijkste onderdelen met bijbehorende functies Achteraanzicht 4 1 2 3 6280-002 1. Netsnoeraansluiting 3. Netwerkaansluiting 2. USB-poort 4. Optionele geheugensleuf Binnenaanzicht 1 2 3 1 4 6280-004 6280-003 1. Fuser 1. Duplexeenheid 2. Printercassette 3. Overdrachteenheid 4.
Belangrijkste onderdelen met bijbehorende functies Phaser 6280-configuraties Printerconfiguratie Functies 6280N 6280DN Geheugenconfiguratie* 256 MB 256 MB Afdruksnelheid (kleur/zwart-wit) 25/30 25/30 Letter 26/31 26/31 A4 25/30 25/30 Standaard 600 x 600 x 1 bit 600 x 600 x 1 bit Verbeterd 600 x 600 x 4 bit 600 x 600 x 4 bit Ethernet-interface 10/100 Base-T 10/100 Base-T Lade 1 (MPT) voor 150 vel Standaard Standaard Lade 2 voor 250 vel Standaard Standaard Invoerlade voor 550 ve
Belangrijkste onderdelen met bijbehorende functies Opties U kunt extra geheugen bestellen, evenals extra laden, een extra kaart voor meerdere protocollen, een extra vaste schijf en een duplexeenheid, als deze items niet standaard op uw printer zijn geïnstalleerd. Geheugen De printer beschikt over een sleuf die geschikt is voor 256, 512 of 1024 MB of DDR2 DIMM. Duplexeenheid Met de duplexeenheid kunt u 2-zijdige afdrukken maken.
Bedieningspaneel Bedieningspaneel In dit gedeelte worden de volgende onderwerpen behandeld: • • • • Indeling van het bedieningspaneel op pagina 25 Scherm op pagina 25 Menuschema op pagina 26 Gegevenspagina's op pagina 26 Indeling van het bedieningspaneel 2 1 3 4 8 7 1. Op het scherm worden statusberichten, menu's en tonerniveaus weergegeven. 2. Knop Menu 6 5 6280-005 6. Knop Pijl-omhoog Hiermee schuift u omhoog door de menu's. Knop Pijl-omlaag Hiermee kunt u door de menu's bladeren.
Bedieningspaneel Gegevenspagina's Uw printer wordt geleverd met een set gegevenspagina's die dienen ter ondersteuning voor het behalen van optimale afdrukresultaten. U kunt deze pagina's openen vanuit het bedieningspaneel. Druk het menuschema af om te zien waar deze gegevenspagina's zich in de menustructuur van het bedieningspaneel bevinden. Menuschema Het menuschema helpt u bij het navigeren door de menu's van het bedieningspaneel. Het menuschema afdrukken: 1.
Energiebesparing Energiebesparing De printer is uitgerust met een energiebesparende modus om het energieverbruik te beperken wanneer de printer niet wordt gebruikt. Als er gedurende 30 minuten (standaardinstelling) geen afdrukgegevens worden ontvangen, schakelt de printer over naar de energiebesparende modus. De tijd die moet verstrijken voordat de printer op de energiebesparende modus overschakelt, kan worden ingesteld op 5 tot 60 minuten.
De status van de afdrukgegevens controleren De status van de afdrukgegevens controleren Controle in Windows U vindt de gegevens en de status van de printer in het scherm Status. Dubbelklik op het PrintingScout-printerpictogram op de taakbalk dat zich rechts onderaan het scherm bevindt. Er wordt een scherm geopend. Plaats een vinkje bij de kolom Status. U kunt de inhoud van het scherm wijzigen met de knop die zich links in het venster voor de printerstatus bevindt.
Configuratie van optionele accessoires en papierlade-instellingen bekijken Configuratie van optionele accessoires en papierlade-instellingen bekijken Druk de configuratiepagina af om de huidige optionele gegevens over uw printer, waaronder duplexeenheid, vaste schijf en papierladen, te zien: 1. Selecteer via het bedieningspaneel Menu en Gegevenspagina's en druk op OK. 2. Selecteer Configuratie en druk op de knop OK om af te drukken.
Meer informatie Meer informatie Raadpleeg de volgende bronnen voor informatie over (de verschillende mogelijkheden van) uw printer. Bronnen Gegevens Bron Installatiehandleiding* Geleverd bij de printer Handleiding voor snel gebruik* Geleverd bij de printer Gebruikershandleiding (PDF)* Software and Documentation CD-ROM (cd met software en documentatie) Snelstarthandleidingen (alleen in het Engels) www.xerox.com/office/6280support Zelfstudievideo's www.xerox.
Netwerkinstellingen - Basis 3 In dit hoofdstuk worden de volgende onderwerpen behandeld: • • • • Overzicht van netwerkinstellingen en configuratie op pagina 32 Een verbindingsmethode kiezen op pagina 33 Het netwerkadres configureren op pagina 35 De printerstuurprogramma's installeren op pagina 38 In dit hoofdstuk vindt u de belangrijkste informatie voor het instellen en aansluiten van uw printer. Zie ook: (Engelstalig) Zelfstudievideo Using CentreWare Internet Services op www.office.xerox.
Overzicht van netwerkinstellingen en configuratie Overzicht van netwerkinstellingen en configuratie Het netwerk instellen en configureren: 1. Sluit de printer op het netwerk aan met de aanbevolen hardware en kabels. 2. Schakel de printer en de computer in. 3. Druk de configuratiepagina af en bewaar deze als referentie voor de netwerkinstellingen. 4. Stel het IP-adres van de printer in. Raadpleeg Het IP-adres van de printer dynamisch instellen op pagina 36. 5.
Een verbindingsmethode kiezen Een verbindingsmethode kiezen Sluit de printer aan via Ethernet of USB. Een USB-verbinding is een rechtstreekse verbinding en wordt niet gebruikt in een netwerk. Als u gebruikmaakt van een netwerk, hebt u een Ethernet-verbinding nodig. Voor iedere verbindingsmethode gelden andere hardware- en kabelvereisten. Kabels en hardware worden over het algemeen niet bij de printer geleverd en moeten apart worden aangeschaft.
Een verbindingsmethode kiezen USB-verbinding Voor een USB-verbinding hebt u een standaard A/B USB-kabel nodig. Deze kabel wordt niet bij de printer geleverd en moet apart worden aangeschaft. Controleer of u de juiste USBkabel voor uw verbinding gebruikt (2.0 voor het beste resultaat). 1. Sluit het ene uiteinde van de USB-kabel aan op de printer en zet de printer aan. 2. Sluit het andere uiteinde van de USB-kabel aan op de computer.
Het netwerkadres configureren Het netwerkadres configureren In dit gedeelte worden de volgende onderwerpen behandeld: • • • TCP/IP- en IP-adressen op pagina 35 Het IP-adres van de printer dynamisch instellen op pagina 36 Het IP-adres van de printer handmatig instellen op pagina 36 TCP/IP- en IP-adressen Als uw computer is aangesloten op een groot netwerk, vraagt u de netwerkbeheerder om de juiste TCP/IP-adressen en overige configuratiegegevens.
Het netwerkadres configureren Het IP-adres van de printer dynamisch instellen Er zijn twee protocollen beschikbaar voor het dynamisch instellen van het IP-adres van de printer: • • DHCP (standaard op alle Phaser-printers ingeschakeld) AutoIP U kunt beide protocollen in- en uitschakelen via het bedieningspaneel of u kunt CentreWare IS gebruiken om DHCP in- of uit te schakelen. Opmerking: U kunt het IP-adres van de printer te allen tijde weergeven. Druk via het bedieningspaneel op Menu.
Het netwerkadres configureren Als u op een netwerk zonder DHCP-server bent aangesloten of in een omgeving werkt waar de IP-adressen van printers door de netwerkbeheerder worden toegewezen, kunt u deze methode gebruiken om het IP-adres handmatig in te stellen. Een handmatig ingesteld IP-adres vervangt DHCP en AutoIP. Het IP-adres kan ook handmatig worden ingesteld als u op een klein kantoor met een enkele pc werkt en gebruikmaakt van een inbelverbinding.
De printerstuurprogramma's installeren De printerstuurprogramma's installeren In dit gedeelte worden de volgende onderwerpen behandeld: • • • Beschikbare stuurprogramma's op pagina 38 Windows 2000 of nieuwer op pagina 38 Macintosh OS X versie 10.3 en hoger op pagina 39 Beschikbare stuurprogramma's Gebruik een Xerox-printerstuurprogramma om speciale afdrukopties te activeren. Xerox biedt stuurprogramma's voor verschillende PDL's (Page Description Languages) en besturingssystemen.
De printerstuurprogramma's installeren 6. Selecteer PostScript en/of PCL 6 en klik op OK. 7. Klik op Install (Installeren) om met de installatie te beginnen. 8. Als de installatie is voltooid, selecteert u een van de volgende opties in het venster met de installatiestatus: • Set Printer As Default (Printer instellen als standaard) • Print A Test Page (Een testpagina afdrukken) • Share Printer (Printer delen) 9. Klik op Finish (Voltooien).
De printerstuurprogramma's installeren 8. Selecteer het juiste printermodel in de lijst met beschikbare apparaten. 9. Klik op de knop Voeg toe. Zie ook: Online Support-assistent op www.xerox.com/office/6280support USB-verbinding Het printerstuurprogramma vanaf de Software and Documentation CD-ROM (cd met software en documentatie) installeren: 1. Plaats de cd-rom in het cd-rom-station. 2. Dubbelklik op het Phaser 6280-pictogram op uw bureaublad en: a.
De printerstuurprogramma's installeren 7. Controleer of het veld Naam wachtrij leeg is. 8. Selecteer Xerox in het vervolgkeuzemenu Printermodel en selecteer het bijbehorende PPD-bestand. 9. Klik op de knop Voeg toe. De printer wordt aan de lijst toegevoegd. Macintosh OS X versie 10.4 Bonjour- of USB-verbinding Het printerstuurprogramma vanaf de Software and Documentation CD-ROM (cd met software en documentatie) installeren: 1. Plaats de cd-rom in het cd-rom-station. 2.
De printerstuurprogramma's installeren 6. Voer in het veld Adres het IP-adres van de printer in. 7. Zorg dat het veld Naam wachtrij leeg blijft. 8. Klik op Printermodel > Xerox en selecteer het PPD-bestand van het bijbehorende printermodel. 9. Klik op de knop Voeg toe. De printer wordt aan de lijst toegevoegd. Macintosh OS X versie 10.5 Bonjour- of USB-verbinding Het printerstuurprogramma vanaf de Software and Documentation CD-ROM (cd met software en documentatie) installeren: 1.
De printerstuurprogramma's installeren 8. Klik op de knop Voeg toe. De printer wordt aan de lijst toegevoegd. 9. Sluit het venster Afdrukken en faxen.
. Afdrukken - Basis 4 In dit hoofdstuk worden de volgende onderwerpen behandeld: • • • • • • • • • • Ondersteunde papiersoorten en media op pagina 45 Informatie over papier op pagina 47 Papiersoorten en papierformaten instellen op pagina 49 Papier plaatsen op pagina 51 Afdrukopties selecteren op pagina 58 Dubbelzijdig afdrukken op pagina 64 Afdrukken op speciale media op pagina 66 Afdrukken op aangepast papierformaat of lang papier op pagina 81 Vertrouwelijke documenten afdrukken - Beveiligde afdrukken
Ondersteunde papiersoorten en media Ondersteunde papiersoorten en media In dit gedeelte worden de volgende onderdelen behandeld: • • • Richtlijnen voor het gebruik van papier op pagina 45 Papier dat de printer kan beschadigen op pagina 46 Richtlijnen voor papieropslag op pagina 46 Deze printer kan verschillende papiersoorten verwerken. Door de richtlijnen in dit gedeelte te volgen, bereikt u de beste afdrukkwaliteit en voorkomt u papierstoringen.
Ondersteunde papiersoorten en media Zie ook: Afdrukken op transparanten op pagina 66 Afdrukken op enveloppen op pagina 68 Afdrukken op labels op pagina 70 Afdrukken op glanspapier op pagina 75 Afdrukken op aangepast papierformaat of lang papier op pagina 81 Papier dat de printer kan beschadigen Op deze printer kunnen verschillende mediasoorten voor de afdruktaken worden gebruikt.
Informatie over papier Informatie over papier Het gebruik van ongeschikt papier kan leiden tot papierstoringen, een verminderde afdrukkwaliteit en schade aan de printer. Om effectief gebruik te maken van de mogelijkheden van deze printer, kunt u het beste gebruikmaken van het papier dat hier wordt aanbevolen.
Informatie over papier Het afdrukken op papier dat niet dezelfde instellingen heeft als het papier dat in het printerstuurprogramma is ingesteld (papierformaat en/of papiersoort) en het plaatsen van papier in een papierlade die niet geschikt is voor de betreffende papiersoort kan leiden tot papierstoringen. Om ervoor te zorgen dat het afdrukken goed verloopt, moet u het juiste papierformaat en de juiste papiersoort en papierlade selecteren.
Papiersoorten en papierformaten instellen Papiersoorten en papierformaten instellen Papierladen instellen Als u papier in lade 3 of in de (optionele) invoerlade voor 550 vel plaatst, moet u de papiersoort instellen op het bedieningspaneel. Als u papier in lade1 (MPT) plaatst, moet u het juiste papierformaat en de juiste papiersoort selecteren op het bedieningspaneel.
Papiersoorten en papierformaten instellen Papierformaten instellen 1. 2. 3. 4. Druk op de knop Menu om het scherm Menu weer te geven. Selecteer Lade-instell. en druk vervolgens op OK. Selecteer de gewenste lade en druk op OK. Selecteer Papierformaat alleen voor aangepast formaat en druk op OK. Opmerking: Selecteer Omvang stuurpr. bij het instellen van een aangepast papierformaat vanuit lade 1 (MPT). 5. Selecteer het papierformaat en druk op OK. 6. Druk op de knop Menu.
Papier plaatsen Papier plaatsen In dit gedeelte worden de volgende onderdelen behandeld: • • Papier plaatsen in lade 1 (MPT) op pagina 51 Papier plaatsen in laden 2–3 op pagina 54 Papier plaatsen in lade 1 (MPT) In lade 1 (MPT) kunt u vele verschillende soorten media plaatsen, zoals: • • • • • • • • • Normaal papier Karton Labels Enveloppen Transparanten Glanspapier Speciale media, inclusief visitekaartjes, briefkaarten, driebladige brochures en weerbestendig papier Voorbedrukt papier (papier dat op een
Papier plaatsen Zorg dat u aan de volgende eisen voldoet ter voorkoming van problemen tijdens het afdrukken. • • • • • Zorg dat u geen verschillende papiersoorten tegelijk plaatst. Gebruik papier voor laserprinters van hoge kwaliteit voor hoogwaardige afdrukken. Zie Informatie over papier op pagina 47. Verwijder of plaats geen papier in lade 1 (MPT) tijdens het afdrukken of als er zich nog papier in de lade bevindt. Als u dit doet, kan er een papierstoring optreden.
Papier plaatsen 3. Plaats alle media met de beeldzijde omlaag, waarbij de bovenste rand als eerste in lade 1 (MPT) wordt ingevoerd. 6280-011 Opmerking: Gebruik geen kracht bij het plaatsen van het papier. 4. Schuif de breedtegeleiders tot deze de rand van de papierstapel net raken. 6280-020 Opmerking: Zorg dat u het papier niet buigt. Als lade 1 (MPT) is ingesteld op Omvang stuurpr., moet u het papierformaat en de papiersoort opgeven in het printerstuurprogramma.
Papier plaatsen Papier plaatsen in laden 2–3 U kunt in laden 2–3 veel verschillende soorten media plaatsen, zoals: • • • • Normaal papier Dun karton Glanspapier Labels Zie ook: Afdrukken op speciale media op pagina 66 Papier plaatsen in laden 2–3 In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u papier kunt plaatsen in de standaard en de optionele papierladen. Het plaatsen van papier gebeurt in alle laden op dezelfde manier. Let op: Verwijder de lade niet tijdens het afdrukproces.
Papier plaatsen 2. Schuif de breedtegeleiders naar de rand van de lade. De breedtegeleiders moeten helemaal uitgeschoven zijn. 6280-013 Opmerking: Wanneer u papier plaatst dat 216 mm breed is, zoals papier van Letter- of Legal-formaat, moet u het lipje aan de zijkant van de lade instellen op positie [8.5]. 3. Druk het groene lipje op de lengtegeleider in en verschuif de lade tot de pijl op de geleider het juiste papierformaat aanwijst. De geleider klikt op zijn plaats.
Papier plaatsen 4. Voordat u de afdrukmedia plaatst, moet u deze omhoog en omlaag buigen en vervolgens uitwaaieren. Maak de randen van de stapel glad op een vlakke ondergrond. 6280-015 5. Plaats de afdrukmedia in de lade met de te bedrukken zijde omhoog. Opmerking: Plaats geen papier boven de maximale vullijn in de lade. Als u te veel papier plaatst, kunnen er papierstoringen optreden. 6. Schuif de breedtegeleiders en de lengtegeleider tot deze de rand van de papierstapel net raken.
Papier plaatsen 7. Schuif de lade helemaal in de printer en druk tot deze niet meer verder kan. 6280-017 Let op: Duw de lade niet te hard naar binnen. Hierdoor kan de lade of de binnenkant van de printer beschadigd raken.
Afdrukopties selecteren Afdrukopties selecteren In dit gedeelte worden de volgende onderdelen behandeld: • • • Voorkeursinstellingen voor afdrukken selecteren (Windows) op pagina 58 Opties selecteren voor een specifieke taak (Windows) op pagina 59 Opties selecteren voor een specifieke taak (Macintosh) op pagina 61 Voorkeursinstellingen voor afdrukken selecteren (Windows) Voorkeursinstellingen zijn van toepassing op alle afdruktaken, tenzij u deze speciaal voor een bepaalde taak overschrijft.
Afdrukopties selecteren Opties selecteren voor een specifieke taak (Windows) Als u voor een bepaalde taak speciale afdrukopties wilt gebruiken, moet u de instellingen van het stuurprogramma wijzigen voordat u de taak naar de printer verzendt. Als u bijvoorbeeld een bepaalde afbeelding wilt afdrukken in Foto-afdrukkwaliteitmodus, moet u deze instelling in het stuurprogramma selecteren voordat u de taak afdrukt. 1.
Afdrukopties selecteren Raadpleeg de volgende tabel voor specifieke PCL-afdrukopties: PCL-afdrukopties voor Windows-besturingssystemen Besturingssysteem Tabblad in stuurprogramma Afdrukopties Windows Vista, Windows 2000, Windows XP en Windows Server 2003 Tabblad Papier/uitvoer • Tabblad Beeldopties Tabblad Indeling Taaktype • Documentformaat, papiersoort en lade selecteren • Dubbelzijdig afdrukken • Plaats van de nietjes • Opgeslagen instellingen • Omslagen/Scheidingsvellen • Scheidingsv
Afdrukopties selecteren Raadpleeg de volgende tabel voor specifieke PostScript-afdrukopties: PostScript-afdrukopties voor Windows-besturingssystemen Besturingssysteem Tabblad in stuurprogramma Afdrukopties Windows Vista, Windows 2000, Windows XP en Windows Server 2003 Tabblad Papier/uitvoer • Tabblad Beeldopties Tabblad Indeling Tabblad Geavanceerd Taaktype • Documentformaat, papiersoort en lade selecteren • Dubbelzijdig afdrukken • Afdrukstand • Uitvoerkleur • Printerstatus • Opgeslage
Afdrukopties selecteren Instellingen Macintosh PostScript-stuurprogramma Besturingssysteem Vervolgkeuzelijst Stuurprogramma Mac OS X versie 10.4 en 10.
Afdrukopties selecteren Instellingen Macintosh PostScript-stuurprogramma (vervolg) Besturingssysteem Vervolgkeuzelijst Stuurprogramma Mac OS X versie 10.
Dubbelzijdig afdrukken Dubbelzijdig afdrukken In dit gedeelte worden de volgende onderwerpen behandeld: • • • Richtlijnen voor automatisch dubbelzijdig afdrukken op pagina 64 Bindrandopties op pagina 64 Dubbelzijdig afdrukken selecteren op pagina 65 Opmerking: Ga naar de Online Support-assistent op www.xerox.com/office/6280support voor meer informatie over handmatig dubbelzijdig afdrukken.
Dubbelzijdig afdrukken Dubbelzijdig afdrukken selecteren Automatisch dubbelzijdig afdrukken selecteren: 1. Plaats papier in de lade. Zie Papier plaatsen op pagina 51 voor meer informatie. 2. Selecteer in het printerstuurprogramma Dubbelzijdig afdrukken, zoals aangegeven in de volgende tabel, en druk vervolgens op OK. Automatisch dubbelzijdig afdrukken selecteren: Besturingssysteem Procedure Windows Vista, Windows 2000, Windows XP en Windows Server 2003 1. Selecteer het tabblad Papier/uitvoer.
Afdrukken op speciale media Afdrukken op speciale media In dit gedeelte worden de volgende onderwerpen behandeld: • • • • • Afdrukken op transparanten op pagina 66 Afdrukken op enveloppen op pagina 68 Afdrukken op labels op pagina 70 Afdrukken op glanspapier op pagina 75 Afdrukken op aangepast papierformaat of lang papier op pagina 81 Afdrukken op transparanten Transparanten kunnen vanuit alle laden worden bedrukt. Ze zijn uitsluitend geschikt voor eenzijdig afdrukken.
Afdrukken op speciale media Transparanten plaatsen Opmerking: Transparanten met een wit frame en gekleurde transparanten kunnen niet worden gebruikt. 1. Neem een kleine stapel transparanten en waaier deze voorzichtig uit. Plaats het stapeltje in lade 1 (MPT) met de te bedrukken zijde omlaag. Plaats niet meer dan 25 transparanten tegelijk. 6280-011 2. Pas de papiergeleiders aan het formaat van de transparanten aan. 3. Trek het verlengstuk van de uitvoerlade naar buiten als u de transparanten plaatst.
Afdrukken op speciale media Het PCL-stuurprogramma gebruiken Ga naar het tabblad Papier/uitvoer als u via het PCL-printerstuurprogramma op transparanten wilt afdrukken. 1. Ga naar het menu Bestand en selecteer Afdrukken. 2. Selecteer deze printer als de printer die u gaat gebruiken en klik op Voorkeuren of Eigenschappen. 3. Selecteer het tabblad Papier/uitvoer. 4. Selecteer bij Papierlade de optie Lade 1 (MPT). 5. Selecteer Transparant bij Papiertype. 6.
Afdrukken op speciale media Enveloppen plaatsen Plaats enveloppen met de klep gesloten en aan de rechterkant. De te bedrukken kant moet omlaag gericht zijn. Zorg dat u bij het plaatsen van enveloppen in de lade de maximale vullijn niet overschrijdt. Hierna volgt een voorbeeld van hoe u enveloppen in lade 1 (MPT) kunt plaatsen. Opmerking: De achterkant van de envelop kan niet worden bedrukt. Afhankelijk van de soort envelop die u gebruikt, kan de envelop kreuken of kan de afdrukkwaliteit afnemen.
Afdrukken op speciale media 6. Selecteer bij Papierformaat het formaat van het oorspronkelijke document. 7. Klik op OK. 8. Klik in het dialoogvenster Afdrukken op Afdrukken om te beginnen met afdrukken. Het PCL-stuurprogramma gebruiken Ga naar het tabblad Papier/uitvoer als u via het PCL-printerstuurprogramma op enveloppen wilt afdrukken. 1. Ga naar het menu Bestand en selecteer Afdrukken. 2. Selecteer deze printer als de printer die u gaat gebruiken en klik op Voorkeuren of Eigenschappen. 3.
Afdrukken op speciale media Afdrukken op labels vanuit lade 1 (MPT) 1. Open de klep van lade 1 (MPT) voorzichtig en schuif de papiergeleiders uiteen. 6280-045 2. Waaier de vellen met labels uit om vellen die aan elkaar geplakt zitten, los te maken.
Afdrukken op speciale media 3. Plaats de labels in lade 1 (MPT) en pas de papiergeleiders aan de maat van de vellen aan. • Plaats de te bedrukken zijde omlaag, waarbij de bovenkant van de vellen als eerste wordt ingevoerd. • Plaats niet meer dan 25 vellen. 6280-046 4. Selecteer in het printerstuurprogramma Labels als papiersoort of Lade 1 (MPT) als papierlade en klik op OK. 5.
Afdrukken op speciale media 2. Indien nodig, schuift u de papiergeleiders uit elkaar: • Druk het groene lipje op de lengtegeleider in en verschuif de lade tot de pijl op de geleider het juiste papierformaat aanwijst. De geleider klikt op zijn plaats. • Schuif de groene zijgeleiders naar buiten. 6280-047 3. Waaier de vellen met labels uit om vellen die aan elkaar geplakt zitten, los te maken.
Afdrukken op speciale media 4. Plaats de vellen met labels in de lade. Plaats de te bedrukken zijde omhoog, waarbij de bovenkant van het vel naar de voorzijde van de printer wijst. Opmerking: Plaats het papier niet boven de vullijn die in de lade wordt aangegeven. Als u te veel papier plaatst, kunnen er papierstoringen optreden. In de volgende afbeelding wordt de maximale vullijn aangegeven voor transparanten, labels en glanspapier. 6280-048 5.
Afdrukken op speciale media 6. Schuif de lade in de sleuf en duw deze helemaal naar binnen. 6280-017 7. Selecteer op het bedieningspaneel het soort papier: a. Selecteer Menu. b. Selecteer Lade-instell. en druk vervolgens op OK. c. Selecteer Lade 2 of Lade 3 en druk vervolgens op OK. d. Selecteer Papiertype en druk op OK. e. Selecteer Labels en druk op OK. 8. Selecteer in het printerstuurprogramma Labels als papiertype of de van toepassing zijnde lade als papierlade.
Afdrukken op speciale media Afdrukken op glanspapier vanuit lade 1 (MPT) 1. Open de klep van lade 1 (MPT) voorzichtig en schuif de papiergeleiders uiteen. 6280-045 2. Waaier het glanspapier uit om vellen die aan elkaar geplakt zitten, los te maken.
Afdrukken op speciale media 3. Plaats het glanspapier in lade 1 en pas de papiergeleiders aan het formaat van het papier aan. • Plaats de zijde waarop moet worden afgedrukt omlaag. • Plaats niet meer dan 25 vellen. 6280-046 4. Selecteer in het printerstuurprogramma Glanspapier als papiersoort of Lade 1 (MPT) als papierlade en klik op OK. 5. Als de printer is ingesteld op Paneel opgegeven, wordt u via het bedieningspaneel gevraagd om het soort en formaat papier op te geven.
Afdrukken op speciale media 2. Indien nodig, schuift u de papiergeleiders uit elkaar: • Druk het groene lipje op de lengtegeleider in en verschuif de lade tot de pijl op de geleider het juiste papierformaat aanwijst. De geleider klikt op zijn plaats. • Schuif de groene zijgeleiders naar buiten. 6280-047 3. Waaier het papier uit om vellen die aan elkaar geplakt zitten, los te maken.
Afdrukken op speciale media 4. Plaats het papier in de lade. Opmerking: Plaats het papier niet boven de vullijn die in de lade wordt aangegeven. Als u te veel papier plaatst, kunnen er papierstoringen optreden. In de volgende afbeelding wordt de maximale vullijn aangegeven voor transparanten, labels en glanspapier. 6280-048 5. Indien nodig, schuift u de papiergeleiders naar binnen tot ze het papier aanraken.
Afdrukken op speciale media 6. Schuif de lade in de sleuf en duw deze helemaal naar binnen. 6280-017 7. Selecteer op het bedieningspaneel het soort glanspapier: a. Selecteer Menu. b. Selecteer Lade-instell. en druk vervolgens op OK. c. Selecteer Lade 2 of Lade 3 en druk vervolgens op OK. d. Selecteer Papiertype en druk op OK. e. Selecteer Glanspapier en druk op OK. 8. Selecteer in het printerstuurprogramma Glanspapier als papiersoort of de van toepassing zijnde lade als papierbron.
Afdrukken op aangepast papierformaat of lang papier Afdrukken op aangepast papierformaat of lang papier In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u op papier van aangepast formaat, bijvoorbeeld op lang papier, kunt afdrukken met gebruik van het PCL-printerstuurprogramma. Papier van aangepast formaat kan in alle laden worden geplaatst. U plaatst papier van aangepast formaat op dezelfde manier als papier van standaardformaat.
Afdrukken op aangepast papierformaat of lang papier 2. Klik op het tabblad Configuratie. 3. Klik op Aangepast papierformaat. 4. Gebruik de vervolgkeuzelijst Details om de aangepaste instellingen te selecteren die u wilt configureren. 5. Geef de lengte van de korte en de lange kant op bij Instellingen voor. U kunt de waarden direct opgeven of met de Pijl-omhoog en de Pijl-omlaag. De lengte van de korte kant mag niet langer zijn dan die van de lange kant, zelfs als deze binnen het toegestane bereik valt.
Afdrukken op aangepast papierformaat of lang papier Afdrukken op aangepast papierformaat Volg de volgende procedures als u via het PCL- of PostScript-stuurprogramma wilt afdrukken. Het PCL-stuurprogramma gebruiken Het afdrukken op aangepast papierformaat met het PCL-printerstuurprogramma werkt als volgt. 1. Ga naar het menu Bestand en selecteer Afdrukken. 2. Selecteer deze printer als de printer die u gaat gebruiken en klik op Voorkeuren of Eigenschappen. 3. Selecteer het tabblad Papier/uitvoer. 4.
Vertrouwelijke documenten afdrukken - Beveiligde afdrukken Vertrouwelijke documenten afdrukken Beveiligde afdrukken Als er een vaste schijf aanwezig is of als er extra geheugen is toegevoegd, kunt u gebruik van de functie voor beveiligd afdrukken maken. Opmerking: De gegevens die op de RAM-schijf zijn opgeslagen, worden gewist wanneer de printer wordt uitgeschakeld.
Vertrouwelijke documenten afdrukken - Beveiligde afdrukken 7. Typ een wachtwoord dat uit cijfers bestaat in het veld Wachtwoord. 8. Als u een bepaalde documentnaam wilt gebruiken om het document te openen via het bedieningspaneel: a. Ga naar het veld Vraag documentnaam op en selecteer Voer documentnaam in. b. In het veld Documentnaam voert u de naam in die op het bedieningspaneel verschijnt. 9.
Vertrouwelijke documenten afdrukken - Beveiligde afdrukken De weergegeven gebruikers-ID (maximaal 8 tekens) is de Gebruikers-ID die is opgegeven in het dialoogvenster Beveiligd afdrukken van het tabblad Papier/uitvoer van het printerstuurprogramma. Als wachtwoord voert u het Wachtwoord in dat u hebt ingesteld in het dialoogvenster Beveiligd afdrukken van het tabblad Papier/uitvoer van het printerstuurprogramma. Als het Wachtwoord niet is ingesteld, hoeft dit niet op het bedieningspaneel te worden ingevoerd.
Afdrukken nadat het afdrukresultaat is gecontroleerd - Testafdrukken Afdrukken nadat het afdrukresultaat is gecontroleerd - Testafdrukken Als er een vaste schijf aanwezig is of als er extra geheugen is toegevoegd, kunt u gebruik van de functie voor testafdrukken maken. Opmerking: De gegevens die op de RAM-schijf zijn opgeslagen, worden gewist wanneer de printer wordt uitgeschakeld.
Afdrukken nadat het afdrukresultaat is gecontroleerd - Testafdrukken 7. Als u een bepaalde documentnaam wilt gebruiken om het document te openen via het bedieningspaneel: a. Ga naar het veld Vraag documentnaam op en selecteer Voer documentnaam in. b. In het veld Documentnaam voert u de naam in die op het bedieningspaneel verschijnt. 8.
De menu's van het bedieningspaneel In dit hoofdstuk worden de volgende onderwerpen behandeld: • • • De menu's van het bedieningspaneel op pagina 90 Beschrijving van de menu-items op pagina 92 Menulijst op pagina 104 Phaser® 6280-printer 89 5
De menu's van het bedieningspaneel De menu's van het bedieningspaneel In dit gedeelte worden de volgende onderwerpen behandeld: • • Menuconfiguratie op pagina 90 Menu-instellingen wijzigen op pagina 91 Menuconfiguratie De menu's die u kunt openen via het bedieningspaneel zijn de volgende: Menu Inhoud Gegevenspagina's Gebruik het menu Gegevenspagina's om de verschillende soorten rapporten en lijsten af te drukken.
De menu's van het bedieningspaneel Menu-instellingen wijzigen De time-out voor de energiebesparing wijzigen In dit voorbeeld stelt u de tijd in die moet verstrijken voordat het apparaat overschakelt naar de energiebesparingsmodus. 1. Druk op de knop Menu in het afdrukscherm om het menuscherm weer te geven. 2. Druk op de Pijl-omhoog of de Pijl-omlaag tot het menu Admin wordt weergegeven. Druk vervolgens op de Pijl-rechts of op OK. 3.
Beschrijving van de menu-items Beschrijving van de menu-items In dit gedeelte worden de volgende onderwerpen behandeld: • • • • Lade-instellingen op pagina 92 Gegevenspagina's op pagina 94 Tellers op pagina 95 Menu Admin op pagina 95 Lade-instellingen In het menu Lade-instellingen bevinden zich drie submenu's: Lade 1 (MPT), Lade 2 en Lade 3.
Beschrijving van de menu-items Instellingen die alleen van toepassing zijn voor Lade 1 (MPT) Item Beschrijving Pop-up weergeven Hiermee geeft u aan of u wel of niet wilt worden gevraagd het papierformaat en de papiersoort in te stellen telkens wanneer u papier in lade 1 (MPT) plaatst. Als u Aan selecteert, verschijnt het bericht waarin u wordt gevraagd het papierformaat en de papiersoort in te stellen. De standaardinstelling is Uit.
Beschrijving van de menu-items Gegevenspagina's Hiermee kunt u verschillende soorten rapporten en lijsten afdrukken. • • De gegevenspagina's worden afgedrukt op papier van A4-formaat. Plaats papier van A4-formaat in de lade. Raadpleeg Gegevenspagina's afdrukken op pagina 94 voor informatie over de procedure voor het afdrukken van gegevenspagina's. Rapporten Beschrijving Menuschema Hiermee drukt u een schema af van de menu's op het bedieningspaneel.
Beschrijving van de menu-items Tellers Hiermee kunt u het aantal verwerkte afdruktaken op het bedieningspaneel weergeven. De teller is opgesplitst op basis van de kleurmodi. Item Beschrijving Kleurenafdrukken Hiermee geeft u het totale aantal pagina's aan dat in kleur werd afgedrukt. Zwarte afdrukken Hiermee geeft u het totale aantal pagina's aan dat in zwart-wit werd afgedrukt. Totaal aantal afdrukken Hiermee geeft u het totale aantal pagina's aan dat werd afgedrukt.
Beschrijving van de menu-items Netwerkinstellingen Hiermee geeft u de printerinstellingen op voor de afdruktaken die via een netwerkpoort naar de printer worden verzonden. • • De instellingen van het menu Netwerkinstellingen kunnen niet tijdens het afdrukproces worden ingesteld. U moet de printer opnieuw opstarten om de nieuwe instellingen van kracht te laten worden. Nadat u de instellingen hebt gewijzigd, moet u de printer uitschakelen en vervolgens weer inschakelen.
Beschrijving van de menu-items Instellingen USB-poort Gebruik Instellingen USB-poort voor het instellen van de status van de USB-poort. Item Beschrijving Poortstatus Selecteer Inschakelen of Uitschakelen. Adobe-protocol Specificeert het PostScript-communicatieprotocol: Standaard, BCP, TBCP, Binair of Auto. Systeeminstellingen Gebruik het menu Systeeminstellingen om de bedrijfsinstellingen van de printer in te stellen, zoals waarschuwingsberichten en de energiebesparingsmodus.
Beschrijving van de menu-items Item Beschrijving Auto log afdruk Hiermee geeft u op of u de informatie over de afgedrukte gegevens die in de printer zijn verwerkt, automatisch wilt afdrukken (Taakoverzicht). Afdruk-ID Tekst afdrukken Voorblad • Uit (standaardinstelling) Selecteer deze instelling als u het taakoverzicht niet automatisch wilt laten afdrukken, ook al zijn er meer dan 22 afdruktaken verwerkt.
Beschrijving van de menu-items Item Beschrijving RAM-schijf Hiermee wijst u geheugen toe aan het RAM-schijfbestandssysteem voor de functies Beveiligde afdrukken, Gesorteerd en Voorbeeld. • Inschakelen Hiermee wijst u geheugen toe voor de functies Beveiligde afdrukken en Testafdrukken. • Uitschakelen (standaardinstelling) Hiermee wijst u geen geheugen toe voor de functies Beveiligde afdrukken en Testafdrukken. Dit item kan pas worden weergegeven wanneer er minimaal 256 MB is toegevoegd.
Beschrijving van de menu-items Onderhoudsmodus Gebruik dit menu om het NVM te initialiseren of om de instellingen per papiersoort aan te passen. Item Beschrijving FW-versie Geeft de huidige firmwareversie weer. Automatisch registratie aanpassen Pas de kleurregistratie automatisch aan. Door Aan te selecteren, wordt de kleurregistratie automatisch aangepast. De standaardinstelling is Aan. Kleurregistratie aanpassen Pas de kleurregistratie handmatig aan.
Beschrijving van de menu-items PCL-instellingen Hiermee geeft u de PCL-instellingen op. Item Beschrijving Papierlade Hiermee geeft u op welke papierlade voor het afdrukken moet worden gebruikt. Papierformaat • Auto (standaardinstelling) De lade wordt automatisch geselecteerd wanneer de afdrukgegevens worden verzonden. • Lade 1 (MPT) • Lade 2 • Lade 3 Hiermee geeft u aan op welk papierformaat er moet worden afgedrukt.
Beschrijving van de menu-items Item Beschrijving Hoeveelheid Hiermee geeft u het aantal te kopiëren exemplaren op tussen 1 en 999. De standaardinstelling is 1. Beeldverbetering Hiermee geeft u aan of u het beeld wilt verbeteren. Beeldverbetering is een functie waarmee u de grens tussen zwart en wit vloeiender maakt, zodat deze minder rafelig wordt en er mooier uit gaat zien. De standaardinstelling is Aan.
Beschrijving van de menu-items Bedieningspaneel Hiermee geeft u op of u een wachtwoord wilt instellen om het aantal menubewerkingen te beperken, zodat wordt voorkomen dat de printerinstellingen per ongeluk worden gewijzigd. Item Beschrijving Paneelvergrendeling Hiermee geeft u op of u de menubewerkingen door middel van een wachtwoord wilt beperken. Als u Aan selecteert, moet de gebruiker een wachtwoord invoeren. Als Aan is ingesteld, moet u het wachtwoord invoeren om het menu Admin te kunnen gebruiken.
Menulijst Menulijst Het menuschema helpt u bij het navigeren door de menu's van het bedieningspaneel. Het menuschema afdrukken: 1. Selecteer op het bedieningspaneel de knop Menu en Gegevenspagina's en druk op OK. 2. Selecteer Menuschema en druk op de knop OK om af te drukken. Opmerking: Druk het menuschema af om de andere gegevenspagina's te zien die afgedrukt kunnen worden.
Afdrukkwaliteit In dit hoofdstuk worden de volgende onderwerpen behandeld: • • Problemen met de afdrukkwaliteit op pagina 106 Kleurregistratie op pagina 110 Phaser® 6280-printer 105 6
Problemen met de afdrukkwaliteit Problemen met de afdrukkwaliteit Als de afdrukkwaliteit niet goed is, moet u voor het oplossen van het probleem uit de volgende tabel het symptoom selecteren dat het meest in de buurt komt. Als de afdrukkwaliteit niet beter wordt nadat u de desbetreffende actie hebt ondernomen, kunt u contact opnemen met het Xerox Center voor klantenondersteuning of uw verkoper.
Problemen met de afdrukkwaliteit Symptoom Reden/actie Zwarte stippen op willekeurige plaatsen of lege plekken Het papier valt buiten de aanbevolen specificaties. Vervang het afdrukmateriaal door papier van een aanbevolen formaat en soort en controleer of de instellingen van het bedieningspaneel correct zijn. Zie Informatie over papier op pagina 47. De overdrachteenheid is verouderd of beschadigd. Vervang de overdrachteenheid. Er worden geen Xerox-printercassettes gebruikt.
Problemen met de afdrukkwaliteit Symptoom Reden/actie Toner geeft af wanneer er iets langs schuurt Het papier is vochtig. Vervang het papier. Zie Informatie over papier op pagina 47. Het papier valt buiten de aanbevolen specificaties. Vervang het afdrukmateriaal door papier van een aanbevolen formaat en soort en controleer of de instellingen van het bedieningspaneel correct zijn. Zie Informatie over papier op pagina 47. Er worden geen Xerox-printercassettes gebruikt.
Problemen met de afdrukkwaliteit Symptoom Reden/actie Gedeeltelijke weglatingen, gekreukt papier of vlekkerige afdrukken Het papier is vochtig. Vervang het papier. Het papier valt buiten de aanbevolen specificaties. Vervang het papier met papier van een aanbevolen formaat en soort. Zie Informatie over papier op pagina 47. De overdrachteenheid of de fuser is niet goed geïnstalleerd. Installeer de overdrachteenheid en/of de fuser opnieuw. Er worden geen Xerox-printercassettes gebruikt.
Kleurregistratie Kleurregistratie De kleurregistratie kan automatisch door de printer worden aangepast of u kunt de kleurregistratie handmatig aanpassen. De kleurregistratie moet altijd worden aangepast als de printer is verplaatst. Zie Paginatellingen controleren op pagina 149 voor meer informatie. Kleurregistratie automatisch aanpassen Gebruik de volgende procedure om de kleurregistratie automatisch uit te laten voeren.
Kleurregistratie Waarden bepalen Kijk naar de lijnen rechts van het patroon met Y (geel), M (magenta) en C (cyaan) en bekijk de waarden van de rechtste lijnen. Als de rechtste lijn de waarde “0” heeft, hoeft u de kleurregistratie niet aan te passen. Als de waarde niet “0” is, moet u de procedure volgen die uiteengezet wordt in “Waarden invoeren”. Opmerking: U kunt ook de meest intense kleuren van het raster gebruiken om de rechtste lijnen te vinden.
Kleurregistratie Kleurregistratie automatisch aanpassen inschakelen/uitschakelen Gebruik de volgende procedure om de automatische kleurregistratie na het installeren van een nieuwe printercassette in of uit te schakelen. 1. Druk op de knop Menu om het scherm Menu weer te geven. 2. Druk op de Pijl-omhoog of de Pijl-omlaag tot het menu Admin wordt weergegeven. Druk vervolgens op de Pijl-rechts of op OK. 3. Druk op de Pijl-omhoog of de Pijl-omlaag tot Onderhoudsmodus wordt weergegeven.
Zwart uitvoeren Zwart uitvoeren Wanneer de toner van een kleurenlaserprinter op is, kunnen gebruikers meestal pas weer afdrukken wanneer er een nieuwe tonercassette is geïnstalleerd. Wanneer de cyaan, magenta of gele toner in een Phaser 6280 op is, kan er nog wel in zwart/wit worden afgedrukt. Deze functie staat bekend als 'Zwart uitvoeren'. Als u de modus voor zwart uitvoeren wilt activeren als een kleurentoner tijdens een afdruktaak op raakt: 1. 2. 3. 4. Annuleer de taak.
Problemen oplossen In dit hoofdstuk worden de volgende onderwerpen behandeld: • • • • Papierstoringen op pagina 115 Problemen met de printer op pagina 130 Foutberichten op het bedieningspaneel op pagina 134 Help-informatie op pagina 138 Zie ook: Zelfstudievideo's over het oplossen van problemen op www.xerox.
Papierstoringen Papierstoringen In dit gedeelte worden de volgende onderwerpen behandeld: • • • • • • • Papierstoringen voorkomen en oplossen op pagina 115 Papierstoringen in lade 1 (MPT) op pagina 116 Papierstoringen in de papierlade op pagina 119 Papierstoringen bij de fuser op pagina 122 Papierstoringen bij gebruik van lang papier op pagina 123 Papierstoringen bij de duplexeenheid op pagina 124 Papierstoringen in de optionele invoerlade op pagina 126 Zie ook: Gebruikersveiligheid op pagina 8 Papierst
Papierstoringen Papierstoringen in lade 1 (MPT) Volg deze procedure om het vastgelopen papier uit lade 1 (MPT) te verwijderen. 1. Verwijder het vastgelopen papier uit lade 1 (MPT) en verwijder de rest van het papier ook. 6280-021 2. Sluit lade 1 (MPT). 3. Duw op de knop en open de voorklep. 6280-022 Waarschuwing: Sommige onderdelen in de printer, zoals de fuser en het gebied daaromheen, zijn heet en kunnen brandwonden veroorzaken.
Papierstoringen 4. Verwijder het vastgelopen papier voorzichtig uit de printer. Controleer of alle papiersnippers zijn verwijderd. 6280-023 Let op: Langdurige blootstelling aan licht kan schade aan de printercassette toebrengen. 5. Sluit de voorklep. 6. Haal de lade uit de printer.
Papierstoringen 7. Trek het vastgelopen papier voorzichtig uit de printer. 6280-025 8. Duw de lade helemaal in de printer tot deze niet meer verder kan. 6280-017 Let op: Duw de lade niet te hard naar binnen. Hierdoor kan de lade of de binnenkant van de printer beschadigd raken.
Papierstoringen Papierstoringen in de papierlade Volg onderstaande procedure om vastgelopen papier uit de papierlade te verwijderen. 1. Haal de lade voorzichtig uit de printer. 6280-024 2. Verwijder al het vastgelopen en/of gekreukte papier uit de lade.
Papierstoringen 3. Als er zich nog vastgelopen papier in de printer bevindt, trek dit dan voorzichtig naar buiten om te voorkomen dat het scheurt. 6280-036 4. Druk op de knop en open de voorklep. Verwijder alle overgebleven stukken papier voorzichtig uit de printer. 6280-022 Let op: Langdurige blootstelling aan licht kan schade aan de printercassette toebrengen. Waarschuwing: Sommige onderdelen in de printer, zoals de fuser en het gebied daaromheen, zijn heet en kunnen brandwonden veroorzaken.
Papierstoringen 5. Sluit de voorklep. 6280-027 6. Schuif de lade helemaal in de printer en druk tot deze niet meer verder kan. 6280-017 Let op: Duw de lade niet te hard naar binnen. Hierdoor kan de lade of de binnenkant van de printer beschadigd raken.
Papierstoringen Papierstoringen bij de fuser 1. Druk op de knop en open de voorklep. 6280-022 2. Til de ontgrendelingshendels aan de uiteinden van de fuser (1) omhoog. Verwijder het vastgelopen papier (2). Als het papier gescheurd is, moet u alle overgebleven stukken papier uit de printer verwijderen. Waarschuwing: Sommige onderdelen in de printer, zoals de fuser en het gebied daaromheen, zijn heet en kunnen brandwonden veroorzaken.
Papierstoringen 3. Open de klep van de fuser en verwijder het vastgelopen papier. 6280-029 4. Sluit de voorklep. 6280-027 Papierstoringen bij gebruik van lang papier Wanneer lang papier (langer dan 356 mm) in de printer vastloopt, moet u het papier afknippen en vervolgens op de juiste manier verwijderen, afhankelijk van de plaats waar de papierstoring zich heeft voorgedaan. Gebruik geen kracht als u moeite hebt met het openen van de voorklep. Zet de printer onmiddellijk uit.
Papierstoringen Papierstoringen bij de duplexeenheid 1. Duw op de knop en open de voorklep. 6280-022 Waarschuwing: Sommige onderdelen in de printer, zoals de fuser en het gebied daaromheen, zijn heet en kunnen brandwonden veroorzaken. 2. Trek het vastgelopen papier voorzichtig uit de duplexeenheid. Als u het vastgelopen papier niet kunt vinden, gaat u naar de volgende stap. 6280-031 Let op: Langdurige blootstelling aan licht kan schade aan de printercassette toebrengen.
Papierstoringen 3. Houd de knoppen van de overdrachteenheid vast (zie volgende afbeelding) en open de eenheid helemaal. 6280-032 4. Verwijder het vastgelopen papier. Controleer of alle papiersnippers uit de overdrachtriem zijn verwijderd.
Papierstoringen 5. Sluit de overdrachtriem. 6. Sluit de voorklep. 6280-027 Papierstoringen in de optionele invoerlade 1. Open de laden tot u het vastgelopen papier vindt. 6280-034 Opmerking: Papier dat in de onderste lade is vastgelopen, kan de laden erboven blokkeren, waardoor u deze lade niet kunt openen. Zoek de laden een voor een af op vastgelopen papier en begin bij de onderste lade.
Papierstoringen 2. Verwijder al het vastgelopen en/of gekreukte papier uit de lade. 6280-035 3. Trek het vastgelopen papier voorzichtig naar buiten zodat het niet scheurt. Als het papier gescheurd is, moet u alle overgebleven stukken papier uit de printer verwijderen.
Papierstoringen 4. Duw op de knop en open de voorklep. Controleer of alle papiersnippers uit de printer zijn verwijderd. 6280-037 Let op: Langdurige blootstelling aan licht kan schade aan de printercassette toebrengen. Waarschuwing: Sommige onderdelen in de printer, zoals de fuser en het gebied daaromheen, zijn heet en kunnen brandwonden veroorzaken. 5. Sluit de voorklep.
Papierstoringen 6. Plaats de laden in de printer. Duw de laden naar binnen tot ze niet meer verder kunnen. 6280-039 Let op: Duw de lade niet te hard naar binnen. Hierdoor kan de lade of de binnenkant van de printer beschadigd raken.
Problemen met de printer Problemen met de printer Als u een probleem hebt met de printer, gebruik dan de volgende tabel om het probleem op te sporen en op te lossen. Zie Help-informatie op pagina 138 voor meer informatie over het oplossen van problemen. Waarschuwing: Open of verwijder geen printerpanelen die vastzitten met schroeven, tenzij hier in de handleiding nadrukkelijk om wordt gevraagd. Onderdelen waar een hoge spanning op staat, kunnen elektrische schokken teweegbrengen.
Problemen met de printer Symptoom Reden/actie Afdrukopdracht verzonden, maar het lampje Gereed gaat niet knipperen of branden Is de interfacekabel aangesloten? Schakel de stroom uit en controleer de aansluiting van de interfacekabel. Is het protocol geconfigureerd? Controleer de status van de poort van de interface. Controleer of de protocolinstellingen goed in CentreWare IS zijn ingesteld. Raadpleeg de online Help van CentreWare IS.
Problemen met de printer Symptoom Reden/actie Het papier kan niet worden ingevoerd. Papierstoringen. Er worden meerdere vellen papier tegelijk ingevoerd. Het papier wordt schuin ingevoerd. Het papier is gekreukeld. Is het papier goed geplaatst? Plaats het papier goed. Zorg dat u labels, transparanten en enveloppen voor het plaatsen goed uitwaaiert, zodat er lucht tussen de vellen terechtkomt. Zie Papier plaatsen in laden 2–3 op pagina 54.
Problemen met de printer Opties inschakelen Als uw opties het niet doen, kunt u het volgende doen om de opties in te schakelen: PostScript-printerstuurprogramma 1. Verricht een van de volgende handelingen: • Windows 2000-XP: Klik op Start > Instellingen > Printers en faxapparaten. • Windows Vista: Klik op Start> Printers. Klik met de rechtermuisknop op de printer en selecteer Eigenschappen. 2. Selecteer het tabblad Apparaatinstellingen. 3.
Foutberichten op het bedieningspaneel Foutberichten op het bedieningspaneel In dit gedeelte worden de berichten beschreven die op het bedieningspaneel verschijnen. Berichten over verbruiksartikelen Bericht Situatie/reden/actie 010-351 Fuser vervangen Tijd om de fuser te vervangen. 010-359 Fuser-CRUM-fout De fuser is niet goed geïnstalleerd of werkt niet goed omdat deze beschadigd of defect is. Installeer de fuser opnieuw. 010-317 Fuser plaatsen De fuser is niet geïnstalleerd.
Foutberichten op het bedieningspaneel Berichten over de printer en andere items Bericht Situatie/reden/actie Oververhitting. Even wachten... / Fout 042-700. Even wachten... De interne temperatuur van de printer is te hoog. Lade ontbreekt 024-946 / Lade ontbreekt Lade 2 plaatsen Lade 2 is uitgetrokken. Duw lade 2 terug in de juiste positie. Lade ontbreekt 024-947 / Lade ontbreekt Lade 3 plaatsen Lade 3 is uitgetrokken. Duw lade 3 terug in de juiste positie.
Foutberichten op het bedieningspaneel Bericht Situatie/reden/actie Klep A openen Verwijder papier & controleer type Er is papier in de printer vastgelopen. Onvoldoende geheugen Druk op knop OK Fout 016-718 Het geheugen van de printer is vol en kan de huidige afdruktaak niet verder verwerken. Druk op de knop om de voorklep te openen en verwijder het vastgelopen papier. Controleer het papiertype. Zie Papierstoringen op pagina 115.
Foutberichten op het bedieningspaneel Bericht Situatie/reden/actie Herstart printer Fout NNN-NNN geeft een probleem met de printer aan. 116-NNN*3 Zet de printer uit en weer aan. Als het probleem aanhoudt, raadpleegt u de Xerox Support-website, www.xerox.com/office/6280support. Fout invoerlade 550 Herstart printer / Fout 072-215 Herstart printer De (optionele) invoerlade voor 550 vel is niet goed geïnstalleerd of werkt niet goed omdat deze beschadigd of defect is.
Help-informatie Help-informatie In dit gedeelte worden de volgende onderwerpen behandeld: • • • • Berichten op het bedieningspaneel op pagina 138 PrintingScout-waarschuwingen op pagina 138 Online Support-assistent op pagina 138 Webkoppelingen op pagina 139 Xerox biedt meerdere automatische diagnoseprogramma's die u ondersteunen bij het produceren van afdrukken van hoge kwaliteit en die u helpen bij het behouden ervan.
Help-informatie Webkoppelingen Xerox beschikt over een aantal websites die aanvullende hulp bieden bij het gebruik van de Phaser 6280-printer. Als u de Xerox-printerstuurprogramma's op uw computer installeert, wordt een aantal Xerox-koppelingen geïnstalleerd in de map Favorieten van uw webbrowser.
8 Onderhoud In dit hoofdstuk worden de volgende onderwerpen behandeld: • • • • • De printer reinigen op pagina 141 Verbruiksartikelen bestellen op pagina 142 De printer beheren op pagina 144 Paginatellingen controleren op pagina 149 De printer verplaatsen op pagina 150 Zie ook: Small Business Resource Center via www.office.xerox.
De printer reinigen De printer reinigen In dit gedeelte wordt beschreven hoe de printer moet worden gereinigd, zodat deze in goede staat blijft verkeren en altijd schone afdrukken aflevert. Waarschuwing: Zorg dat u de printer uitschakelt en ontkoppelt voordat u de printer opent om deze van binnen te reinigen of te onderhouden of om problemen op te lossen. Het aanraken van interne onderdelen terwijl de printer is ingeschakeld, kan leiden tot elektrische schokken.
Verbruiksartikelen bestellen Verbruiksartikelen bestellen In dit gedeelte worden de volgende onderwerpen behandeld: • • • • Verbruiksartikelen op pagina 142 Artikelen voor routineonderhoud op pagina 142 Wanneer moeten verbruiksartikelen worden besteld? op pagina 142 Verbruiksartikelen recyclen op pagina 143 Bepaalde verbruiksartikelen en artikelen voor routineonderhoud moeten van tijd tot tijd worden besteld. Ieder verbruiksartikel wordt geleverd met installatie-instructies.
Verbruiksartikelen bestellen Als u verbruiksartikelen wilt bestellen, neemt u contact op met uw plaatselijke Xerox-leverancier of gaat u naar de Xerox-website met verbruiksartikelen op www.xerox.com/office/6280supplies. Let op: Het wordt aanbevolen geen verbruiksartikelen te gebruiken die niet van Xerox zijn.
De printer beheren De printer beheren In dit gedeelte worden de volgende onderwerpen behandeld: • • • De printer controleren/beheren met CentreWare IS op pagina 144 De status van de printer controleren met PrintingScout op pagina 144 De printerstatus via e-mail controleren op pagina 145 De printer controleren/beheren met CentreWare IS Wanneer de printer in een TCP/IP-omgeving is geïnstalleerd, kunt u de printerstatus controleren en de instellingen van de printer configureren via de webbrowser van een net
De printer beheren PrintingScout openen Dubbelklik op het PrintingScout-printerpictogram op de taakbalk of klik met de rechtermuisknop op het pictogram en selecteer Select Printer (Printer selecteren). Als het PrintingScout-pictogram niet op de taakbalk wordt weergegeven, kunt u PrintingScout openen via het menu Start: 1. Ga naar het menu Start en selecteer achtereenvolgens Programma's, Xerox Office Printing, PrintingScout en Activate PrintingScout (PrintingScout activeren). 2.
De printer beheren Item Te configureren item Beschrijving Protocol Settings (Protocolinstellingen) > E-mail Printer's E-mail Address (E-mailadres van printer) Selecteer de van toepassing zijnde instellingen voor het verzenden en ontvangen van e-mailberichten.
De printer beheren De printerstatus via e-mail controleren In dit gedeelte vindt u een aantal voorzorgsmaatregelen bij het verzenden van e-mailberichten naar de printer ter controle van de printerstatus. • • U kunt een willekeurige titel invoeren als onderwerp van het e-mailbericht voor het controleren van de printerstatus of het wijzigen van de printerinstellingen. Gebruik de opdrachten die hierna worden beschreven om de tekst van het e-mailbericht te genereren.
De printer beheren Voorbeeld van opdrachten 1. Het wachtwoord voor alleen-lezen is “ronly” en de printerstatus moet worden gecontroleerd: #Password ronly #Status 2. Het wachtwoord voor volledige toegang is “admin” en het e-mailadres van de ontvanger moet worden ingesteld op “service@xerox.com”: #Password admin #SetMsgAddr service@xerox.com 3. Het wachtwoord voor volledige toegang is “admin”, het e-mailadres van de ontvanger moet worden ingesteld op “service@xerox.
Paginatellingen controleren Paginatellingen controleren U kunt het totale aantal afgedrukte pagina's op het bedieningspaneel controleren. Er zijn drie tellers: totaalaantal afdrukken, kleurenafdrukken, zwart-witafdrukken. De teller telt het aantal pagina's dat goed is afgedrukt. Enkelzijdige afdrukken (inclusief N op 1) worden beschouwd als een afdruk en dubbelzijdige afdrukken (inclusief N op 1) worden geteld als twee.
De printer verplaatsen De printer verplaatsen Voer de volgende procedure bij het verplaatsen van de printer uit. Als u de voorzorgsmaatregelen en richtlijnen voor het veilig verplaatsen van uw printer wilt bekijken, raadpleegt u Gebruikersveiligheid op pagina 8 in deze gebruikershandleiding. De printer, inclusief optionele accessoires, papierladen en verbruiksartikelen, weegt 24,5 kg (54 lb.). Zorg dat de printer altijd door twee of meer personen wordt gedragen.
De printer verplaatsen 1. Zet de printer uit. 6280-007 2. Maak het netsnoer, de interfacekabel en alle andere kabels los. 6280-041 Waarschuwing: Raak de stekker nooit met natte handen aan, dit om een elektrische schok te voorkomen. Zorg er bij het verwijderen van het netsnoer voor dat u aan de stekker trekt en niet aan het snoer. Als u aan het snoer trekt, kan dit beschadigd raken. Dit kan brand of een elektrische schok als gevolg hebben.
De printer verplaatsen 3. Verwijder het papier uit de uitvoerlade en plaats de papierstopper terug op zijn oorspronkelijke positie. 6280-042 4. Verwijder het papier uit papierlade 1 (MPT) en sluit de voorklep. Bewaar het papier in de verpakking en uit de buurt van vocht en vuil.
De printer verplaatsen 5. Trek de papierlade uit de printer en verwijder het papier uit de lade. Plaats de lade terug. Bewaar het papier in de verpakking en uit de buurt van vocht en vuil. 6280-024 6. Til de printer op en beweeg deze voorzichtig. Opmerking: Als de printer over een lange afstand moet worden verplaatst, moet u ook de printercassettes verwijderen om te voorkomen dat er toner wordt gemorst. Ook moet de printer in een doos worden verpakt. 6280-044 7.
Index A aangepast papier formaat opgeven met PCL-stuurprogramma, 81 met PostScriptstuurprogramma, 82 aangepast papierformaat, 81 afdrukken vanuit lade 1 (MPT), 83 ondersteund voor lade 1 (MPT), 81 aantal afgedrukte pagina's controleren teller aflezen, 149 afdrukken aangepast papier met PCL-stuurprogramma, 83 met PostScriptstuurprogramma, 83 aangepast papierformaat of lang papier, 81 afdrukopties selecteren voor een specifieke taak Macintosh, 61 Windows, 59 automatisch dubbelzijdig, 64 bindrandopties, 64 dub
Index beheren printer, 144 berichten bedieningspaneel, 138 PrintingScout, 138 beschikbare printerstuurprogramma's, 38 besturingssystemen printerstuurprogramma's, 38 beveiligd afdrukken, 84 bindrandafdrukopties, 64 bronnen informatie, 30 C CentreWare IS DHCP inschakelen, 36 IP-adres van printer dynamisch instellen, 36 IP-adres van printer wijzigen of ander adres instellen, 37 online Help voor, 144 openen, 144 printer beheren, 144 status controleren, 28 configuratie optionele accessoires, 29 D DHCP inschake
Index I L informatie bronnen, 30 Handleiding voor snel gebruik, 30 hulpprogramma's voor printerbeheer, 30 Installatiehandleiding, 30 over uw printer, 30 technische ondersteuning, 30 webkoppelingen, 30 zelfstudievideo's, 30 inschakelen opties, 133 instellen IP-adres van printer dynamisch instellen, 36 IP-adres van printer handmatig instellen, 36 IP-adres dynamisch instellen, 36 handmatig instellen, 36 wijzigen of ander adres instellen via CentreWare IS, 37 IP-adres van printer dynamisch instellen, 36 IP-a
Index P menu's gemeenschappelijke ladeinstellingen, 92 lade-instellingen, 92 menu-instellingen lade 1 (MPT), 93 wijzigen, 91 menuschema, 26, 104 message URL http //www.eiae.
Index printer uitschakelen, 11 printerstatus controleren, 28 controleren via e-mail, 147 PrintingScout, 144 Status Messenger, 145 printerstuurprogramma beschikbaar, 38 besturingssystemen, 38 installeren, 38 Macintosh, 38 Macintosh OS X versie 10.3, 39 Macintosh OS X versie 10.
Index T taak afdrukopties selecteren Windows, 59 specifieke afdrukopties Macintosh, 61 Windows, 59 TCP/IP-adressen, 35 technische ondersteuning, 30 teller aflezen, 149 tellers, 95 totaalaantal afgedrukte pagina's, 149 totaalaantal pagina's, 149 testafdrukken, 87 transparanten, 66 afdrukken vanuit lade 1 (MPT), 67 richtlijnen, 66 U USB, 33 V veiligheid bediening, 9 elektrische, 8 laser, 9 onderhoud, 9 symbolen, 13 voorschriften voor afdrukken, 10 veiligheid bij de bediening, 9 veiligheidssymbolen op het p