Operation Manual

Problemen oplossen
Xerox
®
Phaser
®
3610 zwart-wit printer 113
Handleiding voor de gebruiker
Symptoom Oplossingen
De afdrukken zijn gekreukeld of
gevlekt.
Controleer of het formaat, de soort en het gewicht van het papier
kloppen voor deze printer en of het papier juist is geplaatst. Zo niet,
vervang het papier dan.
Probeer een nieuw pak papier.
Wijzig de instellingen voor papiersoort in de printerdriver.
Wijzig de instelling Papiersoort in Voorkeursinstellingen voor afdrukken
van de printerdriver of op het tabblad Papier/aflevering.
Enveloppen kreukelen of vouwen bij
het afdrukken.
Controleer of de vouw zich dichter dan 30 mm (1,2 inch) bij de vier randen
van de envelop bevindt.
Zo ja, dan wordt de envelop afgedrukt zoals verwacht. Uw printer is niet
defect.
Zo niet, ga dan als volgt te werk:
De enveloppen moeten juist in de handmatige invoer worden geplaatst.
Zie voor meer informatie Enveloppen in de handmatige invoer plaatsen
op pagina 62.
Volg de richtlijnen voor het afdrukken op enveloppen. Zie voor meer
informatie Richtlijnen voor afdrukken op enveloppen op pagina 61.
Als het probleem aanhoudt, gebruikt u enveloppen van een ander
formaat.
De bovenmarge is onjuist.
Controleer of het papier juist is geplaatst.
Controleer of de marges juist zijn ingesteld in de applicatie die u gebruikt.
Er zitten bobbels op het bedrukte
oppervlak van het papier.
1. Druk een effen beeld af op het volledige oppervlak van een vel papier.
2. Plaats het afgedrukte vel in de lade met de bedrukte zijde omlaag.
3. Druk vijf blanco pagina's af om afval van de fuserrollers te verwijderen.
De bedrukte gebieden bevatten
witte plekken.
Stel de transportband in op een lagere waarde voor de geselecteerde
papiersoort. Zie Transportband aanpassen op pagina 89 voor meer
informatie.
Tonerstrepen verschijnen aan de
randen van afdrukken.
Schakel de functie Elektrostatisch geheugen verkleinen in. Zie Elektrostatisch
geheugen verkleinen op pagina 95 voor meer informatie.