Xerox Phaser 3610 Black and White Printer Imprimante noir et blanc ® ® Xerox Phaser 3610 ® ® User Guide Guide d'utilisation Italiano Guida per l’utente Svenska Användarhandbok Čeština Uživatelská příručka Deutsch Benutzerhandbuch Dansk Betjeningsvejledning Polski Przewodnik użytkownika Español Guía del usuario Suomi Käyttöopas Magyar Felhasználói útmutató Português Guia do usuário Norsk Brukerhåndbok Türkçe Kullanıcı Kılavuzu Русский Руководство пользователя Ελληνικά Εγχειρίδι
© 2013 Xerox Corporation. Alle rechten voorbehouden. Niet-gepubliceerde rechten voorbehouden op basis van de auteursrechten in de Verenigde Staten. De inhoud van de publicatie mag op generlei wijze worden gereproduceerd of verveelvoudigd zonder toestemming van Xerox Corporation.
Inhoud 1 Veiligheid 9 Veiligheid bij het gebruik van elektriciteit ........................................................................................................... 10 Algemene richtlijnen ............................................................................................................................................ 10 Netsnoer .............................................................................................................................................................
Inhoud Algemene instellingen configureren via CentreWare Internet Services .................................................. 36 Printerinformatie bekijken ................................................................................................................................. 36 Systeeminstellingen configureren .................................................................................................................. 37 Klokinstellingen configureren .........................................
Inhoud Meerdere pagina's op één vel papier afdrukken....................................................................................... 75 Katernen afdrukken.............................................................................................................................................. 75 Afdrukkwaliteit ....................................................................................................................................................... 76 Lichtheid .......................
Inhoud Printer drukt niet af .............................................................................................................................................. 99 De printer stelt zichzelf vaak opnieuw in of schakelt vaak uit ............................................................. 99 Er is condensatie opgetreden in de printer ...............................................................................................100 Papierstoringen...................................................
Inhoud Duitsland ................................................................................................................................................................128 RoHS-regelgeving in Turkije ............................................................................................................................129 Informatie betreffende de regelgeving voor de adapter voor een draadloos netwerk van 2,4 GHz .................................................................................
1 Veiligheid In dit hoofdstuk worden de volgende onderwerpen behandeld: • Veiligheid bij het gebruik van elektriciteit .............................................................................................................. 10 • Veiligheid bij de bediening ........................................................................................................................................... 12 • • • Veiligheid bij het onderhoud ....................................................................
Veiligheid Veiligheid bij het gebruik van elektriciteit In dit gedeelte worden de volgende onderdelen behandeld: • Algemene richtlijnen ....................................................................................................................................................... 10 • Netsnoer ..............................................................................................................................................................................
Veiligheid Netsnoer • • • Gebruik het netsnoer dat bij de printer wordt geleverd. Sluit het netsnoer van de printer rechtstreeks aan op een stopcontact dat op de juiste wijze is geaard. Zorg dat beide uiteinden van het snoer goed zijn aangesloten. Vraag een elektricien om het stopcontact na te kijken als u niet weet of dit is geaard. Sluit de printer niet via een adapter aan op een stopcontact dat niet is geaard.
Veiligheid Veiligheid bij de bediening Uw printer en de bijbehorende verbruiksartikelen zijn getest en voldoen aan strenge veiligheidseisen. Ze zijn onderzocht en goedgekeurd door veiligheidsinstanties en voldoen aan de gestelde milieunormen. Als u de volgende veiligheidsvoorschriften in acht neemt, bent u verzekerd van een ononderbroken veilige werking van uw printer. Richtlijnen voor gebruik • • • • • Verwijder geen papierladen terwijl de printer bezig is met afdrukken.
Veiligheid • • • Plaats de printer niet op een plek waar deze direct aan de koude luchtstroom van de airconditioning wordt blootgesteld. Plaats de printer niet op locaties waar trillingen voorkomen. Gebruik de printer voor optimale prestaties op de hoogte die is aangegeven in Hoogte op pagina 121. Printerverbruiksartikelen • • • • • • Gebruik alleen verbruiksartikelen die voor de printer zijn ontwikkeld. Gebruik van niet-geschikte materialen kan resulteren in slechte prestaties en gevaarlijke situaties.
Veiligheid Veiligheid bij het onderhoud • • • 14 Probeer geen onderhoudsprocedures uit te voeren die niet specifiek zijn beschreven in de documentatie die bij uw printer is geleverd. Gebruik geen schoonmaakmiddelen in spuitbussen. Gebruik voor het reinigen alleen een droge, niet pluizende doek. Verbruiksartikelen of items voor routineonderhoud mogen niet worden verbrand. Ga voor informatie over Xerox recyclingprogramma's voor verbruiksartikelen naar www.xerox.com/gwa.
Veiligheid Printersymbolen Symbool Beschrijving Waarschuwing: Geeft een gevaar aan dat overlijden of ernstig letsel tot gevolg kan hebben, indien het niet voorkomen wordt. Let op: Geeft een verplichte actie aan, die genomen moet worden om schade aan het eigendom te voorkomen. Heet oppervlak op of in de printer. Wees voorzichtig om lichamelijk letsel te voorkomen. U mag het item niet verbranden. U mag de beeldverwerkingsmodule niet langer dan 10 minuten aan licht blootstellen.
Veiligheid Contactinformatie voor milieu, gezondheid en veiligheid Voor meer informatie over milieu, gezondheid en veiligheid met betrekking tot dit Xerox-product en verbruiksartikelen kunt u contact opnemen met de klantenservice: Verenigde Staten: 1-800 828-6571 Canada: 1-800 828-6571 Europa: +44 1707 353 434 Voor meer informatie over productveiligheid in de Verenigde Staten gaat u naar www.xerox.com/environment. Voor productveiligheidsinformatie in Europa gaat u naar www.xerox.
2 Toepassingen In dit hoofdstuk worden de volgende onderwerpen behandeld: • Onderdelen van de printer ............................................................................................................................................ 18 • Energiespaarstand ........................................................................................................................................................... 22 • • • Informatiepagina's ...........................................................
Toepassingen Onderdelen van de printer In dit gedeelte worden de volgende onderdelen behandeld: • Aanzicht voorzijde............................................................................................................................................................ 18 • Aanzicht achterzijde........................................................................................................................................................ 19 • • Interne onderdelen..................................
Toepassingen Aanzicht achterzijde 1. 2. 3. 4. 5. 6. Duplexeenheid Transferrol Fuser Netsnoeraansluiting Achterklep Controlepaneel 7. Zijdeur links 8. Aan/uit-schakelaar 9. Ethernet-connector 10. USB-poort 11. Poort voor draadloze netwerkadapter Interne onderdelen 1. Hendel voordeur 2. Papierstop opvangbak 3. Voordeur 4. Smart Kit-afdrukmodule 5.
Toepassingen Bedieningspaneel Het bedieningspaneel bestaat uit een scherm, indicatielampjes en toetsen waarmee u de beschikbare functies op de printer kunt beheren. Het bedieningspaneel: • Toont de huidige status van de printer. • Geeft toegang tot afdrukfuncties. • Geeft toegang tot referentiemateriaal. • Geeft toegang tot administratieve en onderhoudsmenu's. • Geeft aan dat u papier moet plaatsen, verbruiksartikelen moet vervangen en papierstoringen moet verhelpen. • Toont fouten en waarschuwingen. 1.
Toepassingen Annuleren: Hiermee beëindigt u de actieve afdrukopdracht. Storingsindicatielampje − Het lampje brandt rood om een fout of waarschuwing weer te geven, waarvoor uw aandacht nodig is. − Het lampje knippert rood wanneer er een fout optreedt, waarvoor technische ondersteuning nodig is. 10. Indicatielampje Gereed − Dit lampje brandt groen wanneer de printer gereed is om gegevens te ontvangen. − Het lampje knippert groen wanneer de printer bezig is met het ontvangen van gegevens. 8. 9.
Toepassingen Energiespaarstand U kunt instellen hoeveel tijd de printer inactief in de mode Gereed mag staan, voordat de printer overschakelt naar een lager energieniveau. Energiespaarstand afsluiten De printer schakelt de energiespaarstand automatisch uit zodra er gegevens van een aangesloten computer binnenkomen. U schakelt de Energiespaarstand handmatig uit door via het bedieningspaneel op de knop Energiespaarstand te drukken.
Toepassingen Informatiepagina's Uw printer beschikt over een set informatiepagina's die afgedrukt kunnen worden. Er zijn informatiepagina's met configuratie- en fontinformatie, demopagina's enzovoort. Configuratie-overzicht Het configuratie-overzicht bevat informatie over de printer, zoals de standaard printerinstellingen, geïnstalleerde opties, netwerkinstellingen (waaronder het IP-adres) en fontinstellingen.
Toepassingen Administratieve functies Het IP-adres van de printer opzoeken U kunt het IP-adres van uw printer op het configuratie-overzicht bekijken. IPv4- en IPv6-adresinformatie bevindt zich in het gedeelte Netwerkinstellingen van het configuratie-overzicht onder IPv4 en IPv6. CentreWare Internet Services CentreWare Internet Services is de beheer- en configuratiesoftware die op de interne webserver van de printer is geïnstalleerd. Hiermee kunt u de printer via een webbrowser configureren en beheren.
Toepassingen Aanmelden bij CentreWare Internet Services Wanneer de mode Beheerder is ingeschakeld, zijn de tabbladen Opdrachten, Adresboek, Eigenschappen en Ondersteuning vergrendeld totdat u de gebruikersnaam en toegangscode van de beheerder invoert. Als beheerder aanmelden bij CentreWare Internet Services: 1. Open een webbrowser op uw computer, typ het IP-adres van de printer in het adresveld en druk dan op Enter of Return.
Toepassingen Meer informatie U kunt meer informatie over uw printer verkrijgen uit de volgende bronnen: Bron Locatie Installatiehandleiding Geleverd bij de printer. Andere documentatie voor uw printer www.xerox.com/office/3610docs System Administrator Guide (Handleiding voor de systeembeheerder) www.xerox.com/office/WC3615docs Recommended Media List (Lijst met aanbevolen media) Verenigde Staten: www.xerox.com/paper Europese Unie: www.xerox.
3 Installatie en instellingen In dit hoofdstuk worden de volgende onderwerpen behandeld: • Overzicht van installatie en instellingen .................................................................................................................. 28 • Een plaats kiezen voor de printer ............................................................................................................................... 29 • De printer aansluiten ....................................................................
Installatie en instellingen Overzicht van installatie en instellingen Controleer voordat u gaat afdrukken of de stekkers van de computer en de printer in het stopcontact zijn gestoken, of de computer en de printer zijn ingeschakeld en op elkaar zijn aangesloten. Configureer de eerste instellingen van de printer en installeer vervolgens de driversoftware en hulpprogramma's op uw computer.
Installatie en instellingen Een plaats kiezen voor de printer 1. Kies een stofvrije plaats met temperaturen tussen de 10 en 32°C (50 - 90°F) en een relatieve luchtvochtigheid tussen 15 en 85%. Opmerking: Plotselinge temperatuurverschillen kunnen van invloed zijn op de afdrukkwaliteit. Als een koude ruimte snel wordt verwarmd, kan er condensatie optreden in het apparaat, hetgeen direct van invloed is op de beeldoverdracht. 2.
Installatie en instellingen De printer aansluiten In dit gedeelte worden de volgende onderdelen behandeld: • Een aansluitmethode selecteren ................................................................................................................................ 30 • Via USB verbinding maken met een computer .................................................................................................... 31 • • • Aansluiten op een fysiek aangesloten netwerk .......................................
Installatie en instellingen Via USB verbinding maken met een computer Voor het gebruik van USB hebt u Windows XP SP1 en later, Windows Server 2003 en later of Macintosh OS X versie 10.5 en later nodig. De printer op de computer aansluiten met een USB-kabel: 1. Zorg dat de printer uitstaat. 2. Sluit het B-uiteinde van een standaard A/B USB 2.0-kabel aan op de USB-poort aan de achterkant van de printer. 3. Sluit het netsnoer aan op de printer en steek de stekker in het stopcontact. Zet de printer aan. 4.
Installatie en instellingen Het IP-adres van de printer achterhalen via het bedieningspaneel van de printer: 1. Druk op het bedieningspaneel van de printer op de toets Menu. Opmerking: Blader door het menu met behulp van de pijltoets Omhoog of Omlaag. 2. 3. 4. 5. 6. Blader naar Beheerinstell. en druk op OK. Blader naar Netwerkinstellingen en druk op OK. Blader naar TCP/IP en druk op OK. Blader naar IPv4 en druk op OK. Blader naar IP-adres en druk op OK.
Installatie en instellingen 3. Volg het installatievel bij de draadloze netwerkadapter om de netwerkadapter op de printer aan te sluiten. Opmerking: Als de draadloze netwerkadapter is geïnstalleerd, verwijdert u de adapter alleen als dat nodig is en nadat u de instructies voor het verwijderen van de draadloze adapter hebt gelezen. 4. Om de draadloze netwerkadapter in te schakelen, ontkoppelt u de ethernetkabel van de printer. Opmerking: Er kan slechts één netwerkverbinding actief zijn.
Installatie en instellingen 4. Om de draadloze netwerkadapter te verwijderen, reikt u in de behuizing en duwt u de ontgrendelingshendel naar binnen en dan naar achteren. VOORZICHTIG: Trek de draadloze netwerkadapter niet met kracht naar buiten. Als de hendel juist is ontgrendeld, kan de adapter eenvoudig naar buiten worden getrokken. Als u aan de adapter trekt, kan deze beschadigd raken. 5. 6. 7. Sluit de linkerdeur en draai de vleugelschroef op de achterzijde van de deur vast.
Installatie en instellingen Netwerkinstellingen configureren In dit gedeelte worden de volgende onderdelen behandeld: • Informatie over TCP/IP- en IP-adressen.................................................................................................................. 35 Informatie over TCP/IP- en IP-adressen Computers en printers gebruiken overwegend TCP/IP-protocollen voor communicatie over een ethernetnetwerk.
Installatie en instellingen Algemene instellingen configureren via CentreWare Internet Services In dit gedeelte worden de volgende onderdelen behandeld: • Printerinformatie bekijken ............................................................................................................................................ 36 • Systeeminstellingen configureren .............................................................................................................................
Installatie en instellingen Systeeminstellingen configureren Gebruik dit menu om de algemene instellingen van de printer te configureren. Bijvoorbeeld de tijd voordat de printer overschakelt naar de energiespaarstand, waarschuwingsinstellingen enzovoort. De systeeminstellingen configureren: 1. Open een webbrowser op uw computer, typ het IP-adres van de printer in het adresveld en druk dan op Enter of Return. 2. In CentreWare Internet Services klikt u op Eigenschappen. 3.
Installatie en instellingen Instellingen lade configureren Gebruik dit menu om de papierladen te configureren voor het papierformaat en de papiersoort, om aangepaste formaten in te stellen en om de schermvragen in of uit te schakelen. De instellingen lade configureren: 1. Open een webbrowser op uw computer, typ het IP-adres van de printer in het adresveld en druk dan op Enter of Return. 2. In CentreWare Internet Services klikt u op Eigenschappen. 3.
Installatie en instellingen Algemene instellingen configureren via het bedieningspaneel In dit gedeelte worden de volgende onderdelen behandeld: • Gegevens over de printer ophalen ............................................................................................................................. 39 • De Inschakelwizard gebruiken ....................................................................................................................................
Installatie en instellingen De software installeren In dit gedeelte worden de volgende onderdelen behandeld: • Vereisten van besturingssysteem .............................................................................................................................. 40 • De printerdrivers op een Windows-netwerkprinter installeren........................................................................ 40 • • • De printerdrivers voor een Windows USB-printer installeren ...................................
Installatie en instellingen 7. In de lijst met gedetecteerde printers selecteert u uw printer en klikt u op Volgende. Opmerking: Als u tijdens het installeren van drivers voor een netwerkprinter uw printer niet in de lijst kunt vinden, klikt u op de knop IP-adres of DNS-naam. Typ in het veld IP-adres of DNS-naam het IP-adres van uw printer en klik vervolgens op Zoeken om uw printer te vinden. Als u het IP-adres van uw printer niet weet, raadpleegt u Het IP-adres van de printer opzoeken op pagina 24. 8.
Installatie en instellingen Printerdrivers installeren - Macintosh OS X versie 10.5 en later Installeer de Xerox-printerdriver voor toegang tot alle functies van uw printer. De software van de printerdriver installeren: 1. Plaats de Software and Documentation disc (cd met software en documentatie) in het juiste station op uw computer. 2. Dubbelklik op het schijfpictogram op uw bureaublad om het .dmg-bestand voor uw printer te bekijken. 3. Open het .
Installatie en instellingen Drivers en hulpprogramma's installeren - UNIX en Linux Xerox® Services for UNIX Systems is een tweedelig installatieproces. Het proces vereist de installatie van een coderingspakket voor Xerox® Services for UNIX Systems en een printerondersteuningspakket. Het coderingspakket voor Xerox® Services for UNIX Systems moet eerst geïnstalleerd worden en daarna het printerondersteuningspakket.
Installatie en instellingen Overige drivers De volgende drivers kunnen worden gedownload van www.xerox.com/office/3610drivers. • De Xerox® Global Print Driver werkt met elke willekeurige printer op uw netwerk, met inbegrip van printers van andere merken. De printerdriver wordt bij installatie automatisch voor uw individuele printer geconfigureerd. • De Xerox® Mobile Express Driver werkt met elke willekeurige printer die voor uw computer beschikbaar is, mits deze standaard PostScript ondersteunt.
4 Papier en ander afdrukmateriaal In dit hoofdstuk worden de volgende onderwerpen behandeld: • Ondersteund papier ........................................................................................................................................................ 46 • Papier plaatsen ................................................................................................................................................................. 50 • Op speciaal papier afdrukken ..........................
Papier en ander afdrukmateriaal Ondersteund papier In dit gedeelte worden de volgende onderdelen behandeld: • Aanbevolen media........................................................................................................................................................... 46 • Papier bestellen ................................................................................................................................................................
Papier en ander afdrukmateriaal Papier dat de printer kan beschadigen Sommige papiersoorten en ander afdrukmateriaal kunnen de afdrukkwaliteit verminderen, meer papierstoringen veroorzaken of uw printer beschadigen.
Papier en ander afdrukmateriaal Ondersteunde papiersoorten en -gewichten Laden Papiersoorten Gewichten Alle laden Gewoon Briefhoofd Geperforeerd Ruw oppervlak Gekleurd (60-80 g/m²) Gewoon dik Briefhoofd Geperforeerd Gekleurd (81-105 g/m²) Licht karton (106–163 g/m²) Zw karton (164–216 g/m²) Etiketten Alleen handmatige invoer Envelop Ondersteunde standaard papierformaten Lade Europese standaardformaten Noord-Amerikaanse standaardformaten Alle laden A4 (210 x 297 mm 8,3 x 11,7 inch).
Papier en ander afdrukmateriaal Ondersteunde standaard papierformaten voor automatisch 2-zijdig afdrukken Europese standaardformaten Noord-Amerikaanse standaardformaten A4 (210 x 297 mm 8,3 x 11,7 inch).
Papier en ander afdrukmateriaal Papier plaatsen In dit gedeelte worden de volgende onderdelen behandeld: • Papier in de handmatige invoer plaatsen............................................................................................................... 50 • Papier van kleine formaten in de handmatige invoer plaatsen ..................................................................... 53 • • • Lade 1-4 configureren voor de papierlengte .................................................................
Papier en ander afdrukmateriaal 4. Plaats het papier in de lade. Plaats geperforeerd papier met de gaatjes aan de linkerkant. − Plaats voor 1-zijdig afdrukken briefhoofdpapier of voorbedrukt papier met de beeldzijde omhoog en met de bovenrand naar voren in de printer. Opmerking: Met de modus Briefhoofd dubbelzijdig kunt u papier voor enkelzijdig afdrukken in dezelfde richting plaatsen als voor dubbelzijdig afdrukken. Zie Briefhoofd dubbelzijdig inschakelen op pagina 74 voor meer informatie.
Papier en ander afdrukmateriaal 5. Pas de papierbreedtegeleiders aan, zodat ze de randen van het papier net raken. 6. Controleer het papierformaat en de -soort op het bedieningspaneel als u hierom wordt gevraagd. a. Op het bedieningspaneel van de printer controleert u of het weergegeven papierformaat overeenkomt met dat van het papier in de lade. Als dit het geval is, druk dan op OK. b.
Papier en ander afdrukmateriaal Papier van kleine formaten in de handmatige invoer plaatsen Het is gemakkelijker om papier in de handmatige invoer te plaatsen als deze uit de printer is verwijderd. 1. Open de handmatige invoer. 2. Trek de lade recht uit de printer om de handmatige invoer uit de printer te verwijderen. 3. Als de handmatige invoer al papier bevat, verwijdert u al het papier van een ander formaat of een andere soort. Breng dan de papierklep omhoog. 4.
Papier en ander afdrukmateriaal 5. Buig de vellen naar voren en achteren en waaier ze uit voordat u de randen van de stapel op een plat oppervlak uitlijnt. Hierdoor worden vellen die aan elkaar plakken gescheiden en de kans op papierstoringen verkleind. Opmerking: Haal het papier pas uit de verpakking als u het gaat gebruiken. Zo worden papierstoringen voorkomen en loopt het papier niet vast. 6. Plaats het papier in de lade. Opmerking: Zorg dat het papier niet boven de maximumvullijn uitkomt.
Papier en ander afdrukmateriaal 9. Schuif de lade terug in de printer. 10. Controleer het papierformaat en de -soort op het bedieningspaneel als u hierom wordt gevraagd. a. Op het bedieningspaneel van de printer controleert u of het weergegeven papierformaat overeenkomt met dat van het papier in de lade. Als dit het geval is, druk dan op OK. b. Als het weergegeven papierformaat niet overeenkomt met dat van het papier in de lade, navigeer dan naar het juiste papierformaat en druk op OK.
Papier en ander afdrukmateriaal Lade 1-4 configureren voor de papierlengte U kunt de lengte van lade 1-4 aanpassen aan papier van het formaat A4/Letter en Legal. Bij de lengte-instelling Legal steken de laden uit aan de voorzijde van de printer. Zo past u de invoereenheden van 550 vel in lade 1-4 aan de papierlengte aan: 1. Verwijder al het papier uit de lade. 2. Om de lade uit de printer te verwijderen, trekt u de lade naar buiten totdat deze niet verder kan.
Papier en ander afdrukmateriaal 5. 6. Houd om de lade te verkorten voor korter papier de achterzijde van de lade met één hand vast. Met de andere hand drukt u aan de voorzijde van de lade op de ontgrendelingshendel en duwt u de uiteinden naar binnen totdat ze vastklikken. Plaats papier in de lade en schuif deze dan weer de printer in. Zie voor meer informatie Papier in lade 1-4 plaatsen op pagina 65. Papier plaatsen in lade 1–4 1. 2. Trek de lade naar buiten tot deze niet meer verder kan.
Papier en ander afdrukmateriaal 5. Buig de vellen naar voren en achteren en waaier ze uit voordat u de randen van de stapel op een plat oppervlak uitlijnt. Hierdoor worden vellen die aan elkaar plakken gescheiden en de kans op papierstoringen verkleind. 6. Plaats het papier met de beeldzijde omhoog in de lade. − Plaats geperforeerd papier met de gaatjes aan de linkerkant.
Papier en ander afdrukmateriaal 9. Duw de lade helemaal naar binnen. Opmerkingen: • Als de lade niet helemaal naar binnen kan worden geschoven, controleer dan of de papierliftplaat aan de achterzijde van de lade is vergrendeld. • Als de lade is verlengd voor papier van het formaat Legal, steekt de lade uit als u deze in de printer schuift. 10. Controleer het papierformaat en de -soort op het bedieningspaneel als u hierom wordt gevraagd. a.
Papier en ander afdrukmateriaal Zo stelt u de modus Display-popup in: 1. Druk op het bedieningspaneel van de printer op de toets Menu. Opmerking: Blader door het menu met behulp van de pijltoets Omhoog of Omlaag. 2. 3. 4. 5. Blader naar Lade-instellingen en druk op OK. Blader naar de gewenste papierlade en druk op OK. Navigeer naar Display-popup en druk op OK. Navigeer naar Aan en druk vervolgens op OK. De prioriteit voor een lade instellen: 1.
Papier en ander afdrukmateriaal Op speciaal papier afdrukken In dit gedeelte worden de volgende onderdelen behandeld: • Enveloppen ......................................................................................................................................................................... 61 • Etiketten ..............................................................................................................................................................................
Papier en ander afdrukmateriaal Enveloppen in de handmatige invoer plaatsen 1. Open de handmatige invoer. 2. Breng de breedtegeleiders naar de randen van de lade. Opmerking: Als u enveloppen niet meteen in de handmatige invoer plaatst nadat ze uit de verpakking zijn gehaald, kunnen ze opbollen. Maak ze eerst weer plat, om papierstoringen te voorkomen.
Papier en ander afdrukmateriaal 3. Selecteer een optie voor het plaatsen van enveloppen: − Voor enveloppen nr. 10 plaatst u de enveloppen met de korte zijde eerst in de printer, kleppen omlaag en met de kleppen naar rechts. − Voor C5-enveloppen voert u een van de volgende handelingen uit: Als de enveloppen kreukelen, probeert u een andere optie. • Plaats de enveloppen met de te bedrukken zijde naar boven gericht, de kleppen gesloten en omlaag; de kleppen gaan het eerst de printer in.
Papier en ander afdrukmateriaal Opmerking: Als u Monarch- of DL-enveloppen plaatst, moet u de multifunctionele lade verwijderen. Zie voor meer informatie Papier van kleine formaten in de handmatige invoer plaatsen op pagina 53. 4. Druk op het bedieningspaneel van de printer op de toets Menu. Opmerking: Blader door het menu met behulp van de pijltoets Omhoog of Omlaag. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. Blader naar Lade-instellingen en druk op OK. Blader naar Handmatige invoer en druk op OK.
Papier en ander afdrukmateriaal 8. 9. 10. 11. Blader naar Paneel opgegev. en druk op OK. Om terug te keren naar het vorige menu, drukt u op de pijltoets naar links. Blader naar Papiersoort en druk op OK. Blader naar Etiketten en druk op OK. Etiketten in lade 1-4 plaatsen 1. 2. 3. 4. Verwijder al het papier uit de lade. Plaats etiketten met de beeldzijde omhoog en de bovenrand van de pagina naar de achterzijde van de lade gericht.
5 Bezig met afdrukken In dit hoofdstuk worden de volgende onderwerpen behandeld: • Afdrukken - overzicht ...................................................................................................................................................... 68 • Afdrukopties selecteren ................................................................................................................................................. 69 • • Afdrukfuncties ........................................................
Bezig met afdrukken Afdrukken - overzicht Controleer voordat u gaat afdrukken of de stekkers van de computer en de printer in het stopcontact zijn gestoken, of de computer en de printer zijn ingeschakeld en op elkaar zijn aangesloten. Zorg dat de juiste printerdriversoftware op uw computer is geïnstalleerd. Zie voor meer informatie De software installeren op pagina 40. 1. Selecteer de juiste papierlade. 2. Plaats papier in de juiste lade. 3.
Bezig met afdrukken Afdrukopties selecteren In dit gedeelte worden de volgende onderdelen behandeld: • Help in de printerdriver .................................................................................................................................................. 69 • Afdrukopties in Windows .............................................................................................................................................. 69 • Afdrukopties in Macintosh.................................
Bezig met afdrukken Standaard afdrukopties selecteren: 1. Ga naar de lijst met printers op uw computer: − Voor Windows XP SP2 of hoger: klik op Start > Instellingen > Printers en faxapparaten. − Voor Windows Vista: klik op Start > Bedieningspaneel > Hardware en geluiden > Printers. − Voor Windows Server 2003 en hoger: klik op Start > Instellingen > Printers. − Voor Windows 7: klik op Start > Apparaten en printers. − Voor Windows 8: klik op Configuratiescherm > Apparaten en printers.
Bezig met afdrukken 4. 5. 6. Onder in het venster Voorkeursinstellingen voor afdrukken klikt u op Opgeslagen instellingen en vervolgens op Opslaan als. Als u de set opties wilt opslaan in de lijst Opgeslagen instellingen, typt u een naam voor de set afdrukopties en klikt u vervolgens op OK. Als u deze opties wilt gebruiken bij het afdrukken, selecteert u de naam in de lijst.
Bezig met afdrukken Afdrukfuncties In dit gedeelte worden de volgende onderdelen behandeld: • Op beide zijden van het papier afdrukken.............................................................................................................. 72 • Richting ................................................................................................................................................................................ 74 • • • Papieropties voor afdrukken selecteren...........................
Bezig met afdrukken Opmaakopties voor 2-zijdige pagina U kunt de pagina-opmaak voor 2-zijdig afdrukken opgeven, waarmee wordt bepaald hoe de afgedrukte pagina's worden omgedraaid. Deze instellingen onderdrukken de instellingen voor paginarichting in de applicatie. Als u een optie voor 2-zijdig afdrukken wilt selecteren, gaat u naar het tabblad Pagina-opmaak en gebruikt u de pijltoets linksonder in het voorbeeldvenster. Pagina-opmaak bevindt zich op het tabblad Documentopties.
Bezig met afdrukken Richting De standaardrichting selecteren: 1. Klik in de printerdriver op het tabblad Documentopties op het tabblad Richting. 2. Selecteer een optie: − Portret - in deze papierrichting worden de tekst en beelden langs de korte zijde van het papier afgedrukt. 3. − Landschap richt het papier zodanig dat de tekst en beelden langs de lange zijde van het papier worden afgedrukt.
Bezig met afdrukken Meerdere pagina's op één vel papier afdrukken Wanneer u een document van meerdere pagina's afdrukt, kunt u meer dan één pagina op een vel papier afdrukken. Druk 1, 2, 4, 6, 9 of 16 pagina's per zijde af door Pagina's per vel te selecteren op het tabblad Pagina-opmaak. Pagina-opmaak bevindt zich op het tabblad Documentopties. Katernen afdrukken Met 2-zijdig afdrukken kunt u een document in de vorm van een klein katern afdrukken.
Bezig met afdrukken Afdrukkwaliteit Afdrukkwaliteitmodes: • Afdrukkwaliteitsmode Standaard: 600 x 600 dpi • Afdrukkwaliteitsmode Geavanceerd: 1200 x 1200 dpi Lichtheid Met Lichtheid kunt u de algemene lichtheid of donkerheid van de tekst en afbeeldingen in uw afgedrukte opdracht aanpassen. 1. Als u de lichtheid wilt aanpassen, verplaatst u de schuifbalk op het tabblad Beeldopties naar rechts of links om de kleuren in uw afdrukopdracht respectievelijk lichter of donkerder te maken. 2.
Bezig met afdrukken 7. 8. 9. Klik op Pagina's en selecteer de pagina's waarop het watermerk moet worden afgedrukt: − Op alle pagina's - hiermee wordt het watermerk op alle pagina's van uw document afgedrukt. − Alleen op eerste pagina - hiermee wordt het watermerk alleen op de eerste pagina van het document afgedrukt. Als u een afbeelding als watermerk selecteert, geeft u de lichtheidsinstellingen voor de afbeelding op. Klik op OK.
Bezig met afdrukken Opgeslagen opdracht Opgeslagen opdrachten zijn documenten die naar de printer zijn verzonden en daar opgeslagen zijn voor toekomstig gebruik. Opmerking: Deze functie is alleen beschikbaar als RAM-schijf is ingeschakeld of de optie Apparaatgeheugen is geïnstalleerd. Een opgeslagen opdracht vrijgeven: 1. Voor toegang tot het menu Walk-Up-functies klikt u op de pijltoets naar links. 2. Blader naar Opgeslagen opdrachten en druk op OK. 3. Blader naar uw gebruikersnaam en druk op OK. 4.
Bezig met afdrukken met aangepaste papierformaten In dit gedeelte worden de volgende onderdelen behandeld: • Aangepaste papierformaten opgeven..................................................................................................................... 79 • Aangepaste papierformaten maken en opslaan ................................................................................................. 79 • Afdrukken op papier van aangepast formaat..........................................................
Bezig met afdrukken Aangepaste formaten maken en opslaan voor Macintosh: 1. Klik in de applicatie op Bestand > Pagina-instelling. 2. Klik op Papierformaten en selecteer vervolgens Papierformaten beheren. 3. Klik in het venster Papierformaten beheren op het plus-teken (+) om een nieuw formaat toe te voegen. 4. Dubbelklik op Zonder titel boven in het venster en typ een naam voor het nieuwe aangepaste formaat. 5. Voer de hoogte en breedte van het nieuwe aangepaste formaat in. 6.
6 Onderhoud In dit hoofdstuk worden de volgende onderwerpen behandeld: • De printer reinigen........................................................................................................................................................... 82 • Verbruiksartikelen bestellen ......................................................................................................................................... 84 • • De printer beheren................................................................
Onderhoud De printer reinigen In dit gedeelte worden de volgende onderdelen behandeld: • Algemene voorzorgsmaatregelen.............................................................................................................................. 82 • De buitenzijde reinigen .................................................................................................................................................. 83 • De binnenkant reinigen .............................................................
Onderhoud De buitenzijde reinigen Reinig de buitenkant van de printer een keer per maand. • Veeg de papierlade, de opvangbak, het bedieningspaneel en andere onderdelen schoon met een vochtige, zachte doek. • Veeg de onderdelen na het reinigen af met een droge, zachte doek. • Voor hardnekkige vlekken brengt u een klein beetje niet-agressief schoonmaakmiddel op de doek aan en veegt u de vlek weg. VOORZICHTIG: Spuit geen schoonmaakmiddel rechtstreeks op de printer.
Onderhoud Verbruiksartikelen bestellen In dit gedeelte worden de volgende onderdelen behandeld: • Verbruiksartikelen ............................................................................................................................................................ 84 • Artikelen voor routineonderhoud ............................................................................................................................... 84 • • • Wanneer moeten verbruiksartikelen worden besteld?.............
Onderhoud Wanneer moeten verbruiksartikelen worden besteld? Er verschijnt een waarschuwing op het bedieningspaneel wanneer de tonercassette of de Smart Kit-afdrukmodule bijna vervangen moeten worden. Zorg dat u de vervangende verbruiksartikelen in voorraad hebt. Om afdrukonderbrekingen te voorkomen, is het belangrijk dat u deze verbruiksartikelen bestelt wanneer het bericht voor de eerste keer wordt weergegeven.
Onderhoud Tonercassettes In dit gedeelte worden de volgende onderdelen behandeld: • Algemene voorzorgsmaatregelen.............................................................................................................................. 86 • Tonercassette vervangen ..............................................................................................................................................
Onderhoud Tonercassette vervangen Wanneer een tonercassette bijna leeg is, verschijnt er een desbetreffend bericht op het bedieningspaneel. Wanneer een tonercassette leeg is, stopt de printer en verschijnt er een bericht op het bedieningspaneel. Plaats alleen nieuwe cassettes in uw printer. Als u een gebruikte toner plaatst, wordt de hoeveelheid resterende toner mogelijk onjuist aangegeven. Opmerking: Bij iedere tonercassette worden installatie-instructies geleverd.
Onderhoud De printer beheren In dit gedeelte worden de volgende onderdelen behandeld: • De firmwareversie bekijken .......................................................................................................................................... 88 • Papiersoort aanpassen................................................................................................................................................... 89 • • • De transfereenheid aanpassen ............................................
Onderhoud Papiersoort aanpassen Gebruik Papiersoort aanpassen om voor de papierdikte in een papiersoort te compenseren. Als het afgedrukte beeld te licht is, verhoogt u de dikte voor het papier dat u gebruikt. Als het afgedrukte beeld gespikkeld of gevlekt is, verlaagt u de dikte voor het papier dat u gebruikt. De papiersoort aanpassen: 1. Druk op het bedieningspaneel van de printer op de toets Menu. Opmerking: Blader door het menu met behulp van de pijltoets Omhoog of Omlaag. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
Onderhoud De fuser aanpassen Met Fuser bijstellen kunt u zorgen voor een optimale afdrukkwaliteit op diverse papiersoorten. Als de toner vlekt op een afdruk of van het papier afgeveegd kan worden, verhoogt u de spanning voor het papier dat u gebruikt. Als de toner schilfert of gespikkeld is, verlaagt u de spanning voor het papier dat u gebruikt. Het fuser aanpassen: 1. Druk op het bedieningspaneel van de printer op de toets Menu. Opmerking: Blader door het menu met behulp van de pijltoets Omhoog of Omlaag.
Onderhoud Grafieken afdrukken Met de functie Grafieken worden verschillende grafieken afgedrukt die u kunt gebruiken voor het helpen oplossen van afdrukproblemen. Een grafiek afdrukken: 1. Druk op het bedieningspaneel van de printer op de toets Menu. Opmerking: Blader door het menu met behulp van de pijltoets Omhoog of Omlaag. 2. 3. 4. 5. 6. Blader naar Beheerinstell. en druk op OK. Blader naar Serviceprogramma's en druk op OK. Blader naar Grafiek en druk op OK.
Onderhoud De transfereenheid reinigen Met de functie Transfereenheid reinigen kunt u de motoren starten die de bias-transferrol reinigen. U kunt deze functie gebruiken wanneer u toner ziet op de achterkant van afgedrukte pagina's. De transfereenheid reinigen: 1. Druk op het bedieningspaneel van de printer op de toets Menu. Opmerking: Blader door het menu met behulp van de pijltoets Omhoog of Omlaag. 2. 3. 4. 5. Blader naar Beheerinstell. en druk op OK. Blader naar Serviceprogramma's en druk op OK.
Onderhoud De transfereenheid op nul zetten Met de functie Transfereenheid opnieuw instellen wordt de teller van de transfereenheid op nul gezet na het vervangen van de eenheid. De transfereenheid op nul zetten: 1. Druk op het bedieningspaneel van de printer op de toets Menu. Opmerking: Blader door het menu met behulp van de pijltoets Omhoog of Omlaag. 2. 3. 4. 5. Blader naar Beheerinstell. en druk op OK. Blader naar Serviceprogramma's en druk op OK.
Onderhoud Opslag wissen Met de functie Opslag wissen worden alle gegevens die op de RAM-schijf of in het optionele apparaatgeheugen zijn opgeslagen, gewist inclusief alle bestanden die zijn opgeslagen als beveiligde afdrukken of opgeslagen opdrachten. Opmerking: Deze functie is alleen beschikbaar als RAM-schijf is ingeschakeld of de optie Apparaatgeheugen is geïnstalleerd. Opslag wissen: 1. Druk op het bedieningspaneel van de printer op de toets Menu.
Onderhoud De hoogte aanpassen Gebruik Hoogte instell. om de hoogte aan te passen op de locatie waarop de printer is geïnstalleerd. Als de hoogte-instelling onjuist is, kan dit problemen met de afdrukkwaliteit veroorzaken. De hoogte aanpassen: 1. Druk op het bedieningspaneel van de printer op de toets Menu. Opmerking: Blader door het menu met behulp van de pijltoets Omhoog of Omlaag. 2. 3. 4. 5. 6. Blader naar Beheerinstell. en druk op OK. Blader naar Serviceprogramma's en druk op OK.
Onderhoud De printer verplaatsen • • • • • Zet de printer altijd uit en wacht tot de printer is uitgeschakeld. Trek de stekker van het netsnoer uit de achterkant van de printer. Pak bij het optillen van de printer de aangegeven delen vast. Houd de printer recht, zodat er geen toner morst. Pak de printer en de bijbehorende opties weer in het oorspronkelijke verpakkingsmateriaal en in de oorspronkelijke dozen in of gebruik een verpakkingskit van Xerox.
7 Problemen oplossen In dit hoofdstuk worden de volgende onderwerpen behandeld: • Algemene problemen oplossen .................................................................................................................................. 98 • Papierstoringen...............................................................................................................................................................101 • • Problemen met de afdrukkwaliteit ................................................
Problemen oplossen Algemene problemen oplossen In dit gedeelte worden de volgende onderdelen behandeld: • Printer gaat niet aan....................................................................................................................................................... 98 • De printer maakt vreemde geluiden ......................................................................................................................... 98 • • • Printer drukt niet af .......................................
Problemen oplossen Printer drukt niet af Mogelijke oorzaken Oplossingen Storing op printer opgetreden. U verwijdert het foutbericht door de instructies op het scherm te volgen. Als het probleem aanhoudt, neemt u contact op met uw Xerox-vertegenwoordiger. De nietjes in de printer zijn op. Plaats papier in de lade. Een tonercassette is leeg. Vervang de lege tonercassette. Het storingsindicatielampje knippert. • U verwijdert het foutbericht door de instructies op het scherm te volgen.
Problemen oplossen Mogelijke oorzaken Oplossingen De printer is aangesloten op een stekkerdoos waarop andere krachtige apparaten zijn aangesloten. Sluit de printer rechtstreeks op het stopcontact aan of op een stekkerdoos waarop geen andere krachtige apparaten zijn aangesloten. Er is condensatie opgetreden in de printer Vocht kan binnen in de printer condenseren als de luchtvochtigheid boven de 85% is of als een koude printer een warme ruimte wordt gezet.
Problemen oplossen Papierstoringen In dit gedeelte worden de volgende onderdelen behandeld: • Papierstoringen opzoeken ..........................................................................................................................................101 • Papierstoringen minimaliseren .................................................................................................................................102 • • Papierstoringen oplossen .......................................................
Problemen oplossen Papierstoringen minimaliseren De printer is ontwikkeld om te functioneren met minimale papierstoringen wanneer papier wordt gebruikt dat door Xerox® wordt ondersteund. Andere papiersoorten kunnen storingen veroorzaken. Als ondersteund papier veelvuldig in hetzelfde gebied vastloopt, maak dat gebied van de papierbaan dan schoon.
Problemen oplossen Papierstoringen oplossen In dit gedeelte worden de volgende onderdelen behandeld: • Vastgelopen papier uit de voorzijde van de printer verwijderen .................................................................103 • Vastgelopen papier uit de achterzijde van de printer verwijderen .............................................................
Problemen oplossen 4. Verwijder gekreukeld papier uit de lade en haal het overige vastgelopen papier uit de printer. 5. Plaats lade 1 in de printer en duw de lade helemaal naar binnen. Opmerking: Als de lade is verlengd voor papier van het formaat Legal, steekt de lade uit als u deze in de printer schuift. 6. Plaats de handmatige invoer terug in de printer 7.
Problemen oplossen Vastgelopen papier uit de achterzijde van de printer verwijderen Opmerking: Om het foutbericht op het bedieningspaneel te wissen moet alle papier uit de papierbaan worden verwijderd. 1. Open de onderste achterdeur voor een optionele papierlade door deze vanaf de bovenkant naar beneden te trekken. 2. Verwijder vastgelopen papier uit de achterzijde van de printer. 3. Open de achterdeur door de ontgrendelingshendel omlaag te trekken en het paneel te laten zakken.
Problemen oplossen 4. Als het papier in de fusermodule is vastgelopen, breng dan beide groene hendels omhoog om de fusermodule te openen. 5. Open de papiergeleider door de groene hendel omhoog te brengen. 6. Verwijder het papier zoals weergegeven. 7. Plaats de papiergeleider terug in zijn normale positie.
Problemen oplossen 8. Laat de hendels in hun oorspronkelijke stand zakken. 9. Verwijder vastgelopen papier uit de achterzijde van de printer. 10. Sluit de achterdeur. Opmerking: Het achterste paneel kan pas worden gesloten nadat beide groene hendels zijn terug gezet in hun beginpositie, zoals beschreven in stap 8.
Problemen oplossen Papierstoringen oplossen In dit gedeelte worden de volgende onderdelen behandeld: • Meerdere vellen bij elkaar naar binnen getrokken ............................................................................................108 • Verkeerd ingevoerd papier .........................................................................................................................................108 • • Verkeerd ingevoerde etiketten en enveloppen .............................................
Problemen oplossen Verkeerd ingevoerde etiketten en enveloppen Mogelijke oorzaken Oplossingen Het vel met etiketten ligt met de verkeerde zijde omhoog in de lade. • Plaats etiketvellen in overeenstemming met de instructies van de fabrikant. • Plaats etiketten met de beeldzijde omhoog in de lade. Zie voor meer informatie Etiketten in lade 1-4 plaatsen op pagina 65 of Etiketten in handmatige invoer plaatsen op pagina 64. Etiketten ontbreken, zijn omgekruld of van het achtervel losgeraakt.
Problemen oplossen Problemen met de afdrukkwaliteit In dit gedeelte worden de volgende onderdelen behandeld: • Afdrukkwaliteit regelen ................................................................................................................................................110 • Problemen met de afdrukkwaliteit oplossen .......................................................................................................110 Uw printer is ontworpen om altijd afdrukken van hoge kwaliteit te produceren.
Problemen oplossen Symptoom Oplossingen De afdrukken zijn te licht. • Controleer het tonerniveau op het bedieningspaneel, via de printerdriver of CentreWare Internet Services. Als de tonercassette bijna leeg is, vervangt u deze. • Zorg dat de tonercassette goedgekeurd is voor gebruik in deze printer en vervang de cassette zo nodig. Gebruik voor de beste resultaten een officiële Xerox-tonercassette.
Problemen oplossen Symptoom Oplossingen Strepen op de afdrukken. • Vervang de Smart Kit-afdrukmodule. • Neem contact op met uw Xerox-vertegenwoordiger. De afdrukken lijken gespikkeld. • Controleer of het formaat, de soort en het gewicht van het papier kloppen. Zo niet, wijzig dan de papierinstellingen. • De luchtvochtigheid in de ruimte moet binnen de specificaties blijven. Zie voor meer informatie Relatieve luchtvochtigheid op pagina 121.
Problemen oplossen Symptoom Oplossingen De afdrukken zijn gekreukeld of gevlekt. • Controleer of het formaat, de soort en het gewicht van het papier kloppen voor deze printer en of het papier juist is geplaatst. Zo niet, vervang het papier dan. • Probeer een nieuw pak papier. • Wijzig de instellingen voor papiersoort in de printerdriver. Wijzig de instelling Papiersoort in Voorkeursinstellingen voor afdrukken van de printerdriver of op het tabblad Papier/aflevering.
Problemen oplossen Help-informatie In dit gedeelte worden de volgende onderdelen behandeld: • Fout- en statusberichten .............................................................................................................................................114 • Online Support Assistant (Online Support-assistent) .......................................................................................114 • • Informatiepagina's ..............................................................................
Problemen oplossen Bron Locatie Recommended Media List (Lijst met aanbevolen media) Verenigde Staten: www.xerox.com/paper Europese Unie: www.xerox.com/europaper Technische ondersteuningsgegevens voor uw printer, www.xerox.com/office/3610support waaronder on-line technische ondersteuning, Online Support Assistant (Online Support-assistent) en downloads voor drivers.
A Specificaties In deze bijlage vindt u informatie over: • Printerconfiguraties en -opties ..................................................................................................................................118 • Fysieke specificaties ......................................................................................................................................................119 • • • Omgevingsspecificaties .............................................................................
Specificaties Printerconfiguraties en -opties Standaardfuncties De Xerox® Phaser® 3610 zwart-wit printer biedt de volgende functies: Toepassing Xerox® Phaser® 3610 zwart-wit printer Afdruksnelheid Standaardmodus maximaal 47 ppm voor Letter en 45 ppm voor A4 Snelheid 2-zijdig afdrukken Standaardmodus maximaal 28 ppm voor Letter en 27 ppm voor A4 Afdrukresolutie • Afdrukkwaliteitsmode Standaard • 600 x 600 dpi • 1200 x 1200 dpi • Afdrukkwaliteitsmode Geavanceerd Papiercapaciteit • Handmatige invoer • 1
Specificaties Fysieke specificaties Gewichten en afmetingen Phaser 3610DN Phaser 3610DN met optionele invoereenheid van 550 vel Breedte 39.4 cm (15,5 inch) 39.4 cm (15,5 inch) Diepte 42.6 cm (16,8 inch) 42.6 cm (16,8 inch) Hoogte 31.5 cm (12,4 inch) 41.0 cm (16,2 inch) Gewicht 13 kg (28,7 lb.) 16,1 kg (35,5 lb.)) Standaardconfiguratie Configuratie met optionele invoereenheid van 550 vel Totale ruimtevereisten Phaser 3610DN Phaser 3610DN met optionele invoereenheid van 550 vel Breedte 59.
Specificaties Ruimtevereisten Xerox® Phaser® 3610 zwart-wit printer Vereiste ruimte rondom printer met optionele invoereenheid van 550 vel Xerox® Phaser® 3610 zwart-wit printer 120 ® ® Xerox Phaser 3610 zwart-wit printer Handleiding voor de gebruiker
Specificaties Omgevingsspecificaties Temperatuur • • Optimale temperatuur: 10–32°C (50–90°F) Optimale temperatuur: 15–28°C (59–82°F) Relatieve luchtvochtigheid • • Minimum–maximum luchtvochtigheidsbereik: 10–85% Optimaal luchtvochtigheidsbereik: 20–70% relatieve luchtvochtigheid bij 28°C (82°F) Opmerking: In extreme omgevingsomstandigheden, zoals 10°C en 85% relatieve luchtvochtigheid, kunnen defecten optreden wegens condensatie.
Specificaties Elektrische specificaties Stroomvoorziening en spanningsfrequentie Stroomvoorziening Spanningsfrequentie 110–127 V wisselstroom +/-10%, (99–140 V wisselstroom) 50 Hz +/- 3 Hz 60 Hz +/- 3 Hz 220–240 V wisselstroom +/-10%, (198–264 V wisselstroom) 50 Hz +/- 3 Hz 60 Hz +/- 3 Hz Stroomverbruik • • • Energiespaarstand (slaapstand): 2W Gereed, met fusermodule ingeschakeld: 52W Continu afdrukken: 686W Deze printer verbruikt geen stroom wanneer de aan/uit-schakelaar is uitgezet, ook al is de
Specificaties Prestatiespecificaties Toepassing Specificaties Opwarmtijd printer Inschakelen: binnen 12 seconden. Wekken uit slaapstand: binnen 3 seconden. Opmerking: Opwarmtijd gaat uit van een omgevingstemperatuur van 20ºC (68°F) bij een relatieve luchtvochtigheid van 60%. Afdruksnelheid Maximumafdruksnelheden voor 1-zijdig continu afdrukken zijn 47 ppm voor Letter (8,5 x 11 inch) en 45 ppm voor A4 (210 x 297 mm).
Specificaties Controllerspecificaties Geheugen Geheugen Xerox® Phaser® 3610 zwart-wit printer Standaardgeheugen 512 MB RAM (optioneel 1.024 MB in totaal) Apparaatgeheugen Apparaatgeheugen 4 GB (optioneel) Flash-geheugen 64 MB ROM EEPROM 48 KB EEPROM Interfaces Universele seriële bus (USB 2.0) Ethernet 10/100/1000Base-TX Adapter voor draadloos netwerk die voldoet aan IEEE802.
B Informatie over regelgeving In deze bijlage vindt u informatie over: • Basisregelgeving.............................................................................................................................................................126 • Veiligheidsinformatiebladen .....................................................................................................................................
Informatie over regelgeving Basisregelgeving Xerox heeft deze printer getest aan de hand van standaarden voor elektromagnetische emissie en immuniteit. Deze standaarden zijn ontworpen om storingen die door deze printer worden veroorzaakt of worden ontvangen, in een normale kantooromgeving te beperken. FCC-regels in de Verenigde Staten Deze apparatuur is getest en voldoet aan de normen voor een digitaal apparaat van Klasse A conform Deel 15 van de FCC-regels.
Informatie over regelgeving Europese Unie VOORZICHTIG: Dit is een Klasse A-product. Mogelijk veroorzaakt dit product in een woonomgeving radiostoringen, in welk geval de gebruiker afdoende maatregelen moet nemen.
Informatie over regelgeving Papiersoorten Dit product kan gebruikt worden voor afdrukken op zowel kringlooppapier als nieuw papier dat is goedgekeurd door een milieubeheerprogramma dat voldoet aan EN12281 of een vergelijkbare kwaliteitsstandaard. Lichter papier (60 g/m²), dat minder onbewerkt materiaal bevat en daardoor bronnen per afdruk bespaart, kan in sommige applicaties worden gebruikt. We raden u aan om te controleren of dit geschikt is voor uw afdrukbehoeften.
Informatie over regelgeving Importeur Xerox GmbH Hellersbergstraße 2-4 41460 Neuss Deutschland RoHS-regelgeving in Turkije Ter naleving van artikel 7 (d), certificeren we hierbij dat de printer voldoet aan de EEE-regelgeving. "EEE yönetmeliğine uygundur.
Informatie over regelgeving Veiligheidsinformatiebladen Voor veiligheidsinformatiebladen met betrekking tot de printer gaat u naar: • Noord-Amerika: www.xerox.com/msds. • Europese Unie: www.xerox.com/environment_europe. Voor de telefoonnummers van het Xerox Welcome Centre gaat u naar www.xerox.com/office/worldcontacts.
Recycling en weggooien C In deze bijlage vindt u informatie over: • Alle landen ........................................................................................................................................................................132 • Noord-Amerika ................................................................................................................................................................133 • • Europese Unie ...........................................................
Recycling en weggooien Alle landen Als u verantwoordelijk bent voor het wegdoen van uw Xerox-product, houd er dan rekening mee dat de printer lood, kwik, perchloraat en andere stoffen kan bevatten die om milieutechnische redenen alleen onder bepaalde voorwaarden mogen worden afgevoerd. De aanwezigheid van deze stoffen is volledig in overeenstemming met de algemene voorschriften die van toepassing waren op het moment dat het product op de markt werd gebracht.
Recycling en weggooien Noord-Amerika Xerox heeft een programma opgezet voor het terugnemen en hergebruiken/recyclen van apparatuur. Neem contact op met uw Xerox vertegenwoordiger (1-800-ASK-XEROX) om na te gaan of dit Xerox-product in het programma is opgenomen. Ga voor meer informatie over de milieuprogramma's van Xerox naar www.xerox.com/environment of neem contact op met de plaatselijke autoriteiten voor informatie over recycling en afvalverwerking.
Recycling en weggooien Europese Unie Sommige apparatuur kan zowel thuis als in een zakelijke omgeving worden gebruikt. Huishoudelijk gebruik Als dit symbool op uw apparatuur is aangebracht, betekent dit dat de apparatuur niet bij het normale huisvuil mag worden weggegooid. In overeenstemming met de Europese wetgeving moeten elektrische en elektronische apparaten waarvan de bruikbaarheidsduur is verlopen, gescheiden van het huishoudelijk afval worden weggegooid.
Recycling en weggooien Inzamelen en weggooien van apparatuur en batterijen Deze symbolen op de producten en/of begeleidende documentatie betekenen dat gebruikte elektrische en elektronische producten en batterijen niet bij algemeen huishoudelijk afval weggegooid mogen worden. Voor een juiste behandeling, herwinning en recycling van oude producten en gebruikte batterijen brengt u deze naar de juiste inzamelingspunten, in overeenstemming met nationale regelgeving en richtlijnen 2002/96/EC en 2006/66/EC.
Recycling en weggooien Andere landen Neem voor informatie en richtlijnen contact op met de plaatselijke autoriteiten op het gebied van afvalverwerking.