User Guide
Command Line Client gebruiken
Afdrukken met Xerox Production Print Services 6-11
-server
<naam
DocuSP-
controller>
Geeft de status van de
opgegeven controller weer.
-Listjob Statusinformatie weergeven
voor opdrachten die naar de
controller zijn verzonden
-v of -V Alle informatie van alle records
(maximaal 40)
-l of -L Geeft de naam van de
verzender, opdrachtnaam,
aantal exemplaren, voorrang,
bestandsgrootte,
verzenddatum en -tijd,
opdracht-ID, opdrachtstatus,
formaat, datum en tijd,
alsmede de doorstuurdatum en
-tijd weer.
-s of -S
<status>
Geeft de opdrachtstatus weer
voor het opgegeven
opdrachttype. Informatie
hierboven raadplegen voor een
complete lijst.
-i of -I Geeft de opdracht-ID weer
-server
<naam
DocuSP-
controller>
Geeft de status weer van
opdrachten die zich
momenteel op de opgegeven
DocuSP-controller bevinden.
-p of -P <naam
printerwachtri>
Geeft opdrachten weer die
naar de betreffende wachtrij
zijn verzonden.
-listq Een lijst weergeven van
beschikbare wachtrijen met
hun status.
-l of -L Geeft de naam van de wachtrij,
ID, status, voorrang, resolutie,
begindatum en -tijd,
aanmaakdatum en -tijd, aantal
opdrachten in de wachtrij,
kenmerken, printernaam en -
type, en het netwerkadres
weer.
-server
<naam
DocuSP-
controller>
Geeft de wachtrijen weer die
beschikbaar zijn voor de
betreffende controller.
-p of -P <naam
printerwachtri>
Geeft informatie weer voor de
opgegeven wachtrij.
-RegFileLoc Locatie
printerregistratiebestand
-set <locatie> De locatie van het
printerregistratiebestand in
URL-notatie
-get Geeft de locatie van het
printerregistratiebestand weer.
Tabel 6-1. Opdrachten en parameters van de opdrachtmode Print
Parameter Functie Argumenten Definitie argument